Zelfstandigen; inkomen, vermogen, regio (indeling 2019)

Zelfstandigen; inkomen, vermogen, regio (indeling 2019)

Type zelfstandige Bedrijfstakken/branches (SBI 2008) Regio's Perioden Zelfstandige, voornaamste inkomen Inkomen van zelfstandigen Gemiddeld persoonlijk inkomen (1 000 euro) Zelfstandige, voornaamste inkomen Inkomen van zelfstandigen Mediaan persoonlijk inkomen (1 000 euro) Zelfstandige, voornaamste inkomen Inkomen van zelfstandigen Gemiddeld inkomen als zelfstandige (1 000 euro) Zelfstandige, voornaamste inkomen Inkomen van zelfstandigen Mediaan inkomen als zelfstandige (1 000 euro) Zelfstandige, voornaamste inkomen Inkomen van zelfstandigen Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen (1 000 euro) Zelfstandige, voornaamste inkomen Inkomen van zelfstandigen Mediaan gestandaardiseerd inkomen (1 000 euro) Zelfstandige, voornaamste inkomen Vermogen van zelfstandigen Zelfstandigen met bedrijfsvermogen (x 1 000) Zelfstandige, voornaamste inkomen Vermogen van zelfstandigen Mediaan vermogen (1 000 euro) Zelfstandige, voornaamste inkomen Vermogen van zelfstandigen Mediaan bedrijfsvermogen (1 000 euro) Zelfstandige, alle inkomens Inkomen van zelfstandigen Gemiddeld persoonlijk inkomen (1 000 euro) Zelfstandige, alle inkomens Inkomen van zelfstandigen Mediaan persoonlijk inkomen (1 000 euro) Zelfstandige, alle inkomens Inkomen van zelfstandigen Gemiddeld inkomen als zelfstandige (1 000 euro) Zelfstandige, alle inkomens Inkomen van zelfstandigen Mediaan inkomen als zelfstandige (1 000 euro) Zelfstandige, alle inkomens Inkomen van zelfstandigen Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen (1 000 euro) Zelfstandige, alle inkomens Inkomen van zelfstandigen Mediaan gestandaardiseerd inkomen (1 000 euro) Zelfstandige, alle inkomens Vermogen van zelfstandigen Zelfstandigen met bedrijfsvermogen (x 1 000) Zelfstandige, alle inkomens Vermogen van zelfstandigen Mediaan vermogen (1 000 euro) Zelfstandige, alle inkomens Vermogen van zelfstandigen Mediaan bedrijfsvermogen (1 000 euro)
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Nederland 2018* 40,9 32,8 39,6 31,4 41,2 37,5 83,8 789,1 422,5 40,4 33,2 31,7 24,4 40,2 36,7 107,4 750,8 381,5
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Noord-Nederland (LD) 2018* 39,2 32,0 37,8 30,8 39,1 35,7 15,4 651,8 382,7 38,7 32,3 31,5 25,6 38,2 35,1 18,9 622,2 349,4
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Oost-Nederland (LD) 2018* 39,8 31,9 37,8 30,3 41,2 37,8 25,3 838,3 479,1 38,9 32,2 29,5 22,6 39,9 36,6 33,4 777,3 426,0
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij West-Nederland (LD) 2018* 42,6 34,0 41,5 32,5 41,2 37,0 25,4 695,8 320,9 42,6 34,3 34,3 26,6 40,7 36,7 31,2 682,9 297,6
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Zuid-Nederland (LD) 2018* 41,7 33,1 41,1 31,7 43,1 39,4 17,8 980,3 538,6 40,9 33,8 31,5 22,7 41,5 38,3 23,8 901,1 457,7
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Friesland (PV) 2018* 36,8 30,3 35,6 29,2 37,1 34,1 7,1 528,0 287,0 36,5 30,8 30,0 24,5 36,4 33,8 8,7 508,3 271,0
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Flevoland (PV) 2018* 49,2 39,4 48,8 37,6 44,0 38,4 3,0 714,5 404,2 47,9 38,5 42,0 31,0 43,1 38,1 3,5 685,9 364,3
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Gelderland (PV) 2018* 40,0 31,5 38,0 30,0 41,5 37,7 13,1 754,1 386,2 39,3 31,9 29,7 22,2 40,2 36,5 17,2 712,6 350,8
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Noord-Holland (PV) 2018* 44,4 36,1 43,5 34,5 43,7 38,7 6,5 756,7 366,2 44,6 36,0 36,2 28,0 43,1 38,0 8,0 732,8 331,4
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Zuid-Holland (PV) 2018* 43,6 33,8 42,8 32,8 39,7 35,1 11,2 500,0 165,2 43,3 33,9 36,5 28,3 39,4 35,2 13,3 507,8 161,9
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Zeeland (PV) 2018* 38,7 31,8 37,5 29,9 39,7 37,1 3,7 922,0 556,4 39,4 33,6 27,8 19,9 38,9 36,5 5,1 843,0 494,0
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Noord-Friesland (CR) 2018* . . . . . . 2,9 508,8 286,1 . . . . . . 3,6 494,6 264,0
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Zuidwest-Friesland (CR) 2018* . . . . . . 2,2 531,5 279,9 . . . . . . 2,7 516,0 276,0
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Zuidoost-Friesland (CR) 2018* . . . . . . 2,0 547,8 298,6 . . . . . . 2,4 516,1 271,9
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Zuidwest-Gelderland (CR) 2018* . . . . . . 2,8 673,4 289,2 . . . . . . 3,4 653,9 277,1
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Kop van Noord-Holland (CR) 2018* . . . . . . 3,7 733,3 389,8 . . . . . . 4,4 712,3 363,3
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Delft en Westland (CR) 2018* . . . . . . 1,8 590,0 163,4 . . . . . . 2,1 586,8 159,8
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Oost-Zuid-Holland (CR) 2018* . . . . . . 2,3 696,4 297,6 . . . . . . 2,8 685,8 268,3
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2018* . . . . . . 1,0 1.178,8 671,0 . . . . . . 1,2 1.052,9 591,1
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Overig Zeeland (CR) 2018* . . . . . . 2,5 836,8 504,9 . . . . . . 3,4 770,6 437,5
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Flevoland (CR) 2018* . . . . . . 3,0 714,5 404,2 . . . . . . 3,5 685,9 364,3
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Ameland 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,1 . .
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Berkelland 2018* . . . . . . 0,9 1.028,9 695,4 . . . . . . 1,3 899,4 582,1
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Dinkelland 2018* . . . . . . 0,6 1.339,2 998,2 . . . . . . 0,9 1.176,8 827,9
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Drechterland 2018* . . . . . . 0,3 763,7 403,6 . . . . . . 0,4 735,4 367,9
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Het Hogeland 2018* . . . . . . 0,9 960,7 665,1 . . . . . . 1,0 946,6 623,5
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Hollands Kroon 2018* . . . . . . 1,1 775,8 452,8 . . . . . . 1,3 782,7 439,2
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Koggenland 2018* . . . . . . 0,4 840,7 455,8 . . . . . . 0,4 812,7 403,0
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Landerd 2018* . . . . . . 0,2 1.017,9 545,8 . . . . . . 0,3 993,8 482,3
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Landgraaf 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,0 . .
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Landsmeer 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,0 . .
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Lansingerland 2018* . . . . . . 0,4 755,9 279,5 . . . . . . 0,4 731,0 259,6
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Midden-Delfland 2018* . . . . . . 0,2 823,4 359,2 . . . . . . 0,3 822,3 350,7
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Molenlanden 2018* . . . . . . 0,7 1.414,7 866,6 . . . . . . 0,9 1.341,7 813,7
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Montferland 2018* . . . . . . 0,3 854,2 491,3 . . . . . . 0,4 784,3 443,8
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Noord-Beveland 2018* . . . . . . 0,2 909,0 705,0 . . . . . . 0,2 855,7 652,0
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Opsterland 2018* . . . . . . 0,4 371,7 171,8 . . . . . . 0,5 370,9 162,4
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Schouwen-Duiveland 2018* . . . . . . 0,5 787,3 471,9 . . . . . . 0,6 734,4 402,0
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Smallingerland 2018* . . . . . . 0,2 584,9 301,0 . . . . . . 0,3 540,9 262,5
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Steenwijkerland 2018* . . . . . . 0,6 721,9 491,2 . . . . . . 0,8 638,4 359,9
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Vijfheerenlanden 2018* . . . . . . 0,5 853,3 485,0 . . . . . . 0,6 812,7 426,1
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Vlieland 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,0 . .
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Waterland 2018* . . . . . . 0,1 885,8 558,7 . . . . . . 0,2 818,2 529,2
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Westland 2018* . . . . . . 1,5 595,2 162,3 . . . . . . 1,7 588,1 152,8
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Wormerland 2018* . . . . . . 0,1 . . . . . . . . 0,1 . .
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Zwartewaterland 2018* . . . . . . 0,2 1.262,7 1.096,8 . . . . . . 0,3 1.188,2 907,1
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Friesland (AM) 2018* . . . . . . 7,1 528,0 287,0 . . . . . . 8,7 508,3 271,0
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Midden-Gelderland (AM) 2018* . . . . . . 0,9 666,8 314,1 . . . . . . 1,2 648,5 294,2
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Rivierenland (AM) 2018* . . . . . . 2,0 665,5 277,1 . . . . . . 2,5 654,4 270,5
Zelfstandige A Landbouw, bosbouw en visserij Flevoland (AM) 2018* . . . . . . 2,6 673,5 379,1 . . . . . . 3,1 641,1 336,6
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Nederland 2018* 59,3 50,0 56,9 47,5 57,6 42,6 10,9 404,2 100,4 57,9 47,6 45,0 33,8 56,3 41,5 13,5 391,4 94,7
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Noord-Nederland (LD) 2018* . 46,5 . 45,0 . 40,8 1,0 308,3 72,1 . 44,4 . 31,6 . 39,5 1,3 307,0 70,5
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Oost-Nederland (LD) 2018* . 50,1 . 47,9 . 41,5 2,1 402,3 112,9 57,0 47,8 43,7 32,4 51,9 40,3 2,7 388,9 108,8
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed West-Nederland (LD) 2018* 61,1 51,4 58,6 48,2 60,8 43,5 5,7 432,0 111,6 60,1 49,0 46,8 35,5 59,8 42,7 7,0 420,7 105,2
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Zuid-Nederland (LD) 2018* . 48,4 . 46,3 . 42,2 2,0 390,3 84,5 54,7 46,0 41,9 31,6 55,1 40,7 2,6 376,0 73,2
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Friesland (PV) 2018* . . . . . . 0,4 307,7 73,5 . . . . . . 0,5 301,5 71,2
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Flevoland (PV) 2018* . . . . . . 0,2 371,3 103,7 . . . . . . 0,2 285,7 87,6
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Gelderland (PV) 2018* . 50,5 . 48,1 . 42,4 1,3 443,2 127,0 . 48,0 . 32,9 . 41,3 1,7 433,5 120,1
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Noord-Holland (PV) 2018* 63,4 51,7 60,9 48,6 63,1 44,5 2,3 458,8 101,8 61,6 48,7 49,0 36,3 61,4 43,1 2,7 442,9 91,8
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Zuid-Holland (PV) 2018* 59,2 50,9 56,4 47,5 59,1 42,5 2,2 386,4 115,0 59,7 49,6 45,7 36,0 60,3 42,3 2,7 380,1 111,1
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Zeeland (PV) 2018* . . . . . . 0,3 411,7 89,9 . . . . . . 0,4 393,3 105,5
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Noord-Friesland (CR) 2018* . . . . . . 0,2 290,8 63,5 . . . . . . 0,2 266,1 56,0
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Zuidwest-Friesland (CR) 2018* . . . . . . 0,1 341,7 . . . . . . . 0,1 334,3 59,0
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Zuidoost-Friesland (CR) 2018* . . . . . . 0,1 325,8 87,9 . . . . . . 0,2 330,4 87,9
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Zuidwest-Gelderland (CR) 2018* . . . . . . 0,2 519,1 192,9 . . . . . . 0,2 493,5 179,0
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Kop van Noord-Holland (CR) 2018* . . . . . . 0,2 426,5 117,8 . . . . . . 0,3 399,2 112,4
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Delft en Westland (CR) 2018* . . . . . . 0,1 602,4 209,3 . . . . . . 0,2 518,5 188,0
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Oost-Zuid-Holland (CR) 2018* . . . . . . 0,2 359,8 116,6 . . . . . . 0,2 386,9 117,4
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2018* . . . . . . 0,2 519,5 234,3 . . . . . . 0,3 578,2 289,9
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Overig Zeeland (CR) 2018* . . . . . . 0,3 439,4 103,1 . . . . . . 0,3 416,3 122,8
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Flevoland (CR) 2018* . . . . . . 0,2 371,3 103,7 . . . . . . 0,2 285,7 87,6
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Ameland 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,0 . .
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Berkelland 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,0 . .
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Dinkelland 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,0 . .
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Drechterland 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,0 . .
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Het Hogeland 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,0 . .
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Hollands Kroon 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,0 . .
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Koggenland 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,0 . .
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Landerd 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,0 . .
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Landgraaf 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,0 . .
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Landsmeer 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,0 . .
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Lansingerland 2018* . . . . . . 0,1 . . . . . . . . 0,1 . .
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Midden-Delfland 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,0 . .
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Molenlanden 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,1 . .
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Montferland 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,0 . .
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Noord-Beveland 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,0 . .
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Opsterland 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,0 . .
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Schouwen-Duiveland 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,1 . .
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Smallingerland 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,0 . .
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Steenwijkerland 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,0 . .
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Vijfheerenlanden 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,0 . .
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Vlieland 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,0 . .
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Waterland 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,0 . .
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Westland 2018* . . . . . . 0,1 . . . . . . . . 0,1 625,2 200,6
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Wormerland 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,0 . .
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Zwartewaterland 2018* . . . . . . 0,0 . . . . . . . . 0,0 . .
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Friesland (AM) 2018* . . . . . . 0,4 307,7 73,5 . . . . . . 0,5 301,5 71,2
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Midden-Gelderland (AM) 2018* . . . . . . 0,2 317,9 89,5 . . . . . . 0,3 317,9 88,2
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Rivierenland (AM) 2018* . . . . . . 0,1 454,8 144,4 . . . . . . 0,2 432,0 130,0
Zelfstandige L Verhuur en handel van onroerend goed Flevoland (AM) 2018* . . . . . . 0,2 390,4 105,0 . . . . . . 0,2 294,8 87,6
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over het inkomen en vermogen van zelfstandigen per regio. Er wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds de personen voor wie het voornaamste inkomen wordt gegenereerd uit werkzaamheden als zelfstandige, en anderzijds alle personen met inkomen uit werkzaamheden als zelfstandige. De cijfers in deze tabel zijn verder uitgesplitst naar type zelfstandige en naar economische activiteit. Diverse niveaus van regionale indelingen zijn beschikbaar, van gemeente tot landsdeel.

Peildatum van doelpopulatie, vermogen, en gemeentelijke indeling is 1 januari van het verslagjaar.

Alle cijfers in deze tabel zijn op persoonsniveau, ook de vermogens; (bedrijfs)vermogens zijn bepaald per huishouden, en worden toegekend aan alle personen in het huishouden als een maat voor de welvaart. Peildatum van doelpopulatie en vermogen is 1 januari van het verslagjaar.

Voor het bepalen van de SBI van zelfstandigen wordt gebruik gemaakt van het Algemeen Bedrijvenregister (ABR).

Gegevens beschikbaar van 2007 tot en met 2018.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn voorlopig.

Wijzigingen per 3 november 2020:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing. Deze tabel wordt opgevolgd door de tabel Zelfstandigen; inkomen, vermogen, regio (indeling 2020). Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Zelfstandige, voornaamste inkomen
Alle personen waarbij het inkomen uit werkzaamheden als zelfstandige de voornaamste inkomensbron is.
Inkomen van zelfstandigen
Drie inkomensbegrippen worden gerapporteerd voor zelfstandigen; het inkomen als zelfstandige, het persoonlijke inkomen, en het gestandaardiseerde huishoudensinkomen. Het gestandaardiseerde inkomen is toegekend aan alle personen in het huishouden als maat van de welvaart.
Gemiddeld persoonlijk inkomen
Het persoonlijk inkomen omvat het totaal van inkomen werknemer, inkomen zelfstandige, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag en kindgebonden budget). Premies inkomensverzekeringen (uitgezonderd premies voor volksverzekeringen) zijn hierop in mindering gebracht.
Mediaan persoonlijk inkomen
Het persoonlijk inkomen omvat het totaal van inkomen werknemer, inkomen zelfstandige, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag en kindgebonden budget). Premies inkomensverzekeringen (uitgezonderd premies voor volksverzekeringen) zijn hierop in mindering gebracht. Het mediane inkomen is gelijk aan het middelste inkomen indien de inkomens van alle personen van laag naar hoog worden gerangschikt.
Gemiddeld inkomen als zelfstandige
Het inkomen als zelfstandige omvat inkomen uit eigen onderneming, loon directeuren en overige inkomsten uit arbeid.
Mediaan inkomen als zelfstandige
Het inkomen als zelfstandige omvat inkomen uit eigen onderneming, loon directeuren en overige inkomsten uit arbeid. Het mediane inkomen is gelijk aan het middelste inkomen indien de inkomens van alle personen van laag naar hoog worden gerangschikt.
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen
Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van zogenoemde equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de welvaartsniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Omdat welvaart door individuen ervaren wordt, wordt het gestandaardiseerde inkomen aan elk van de leden van het huishouden toegekend.
Mediaan gestandaardiseerd inkomen
Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van zogenoemde equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de welvaartsniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Omdat welvaart door individuen ervaren wordt, wordt het gestandaardiseerde inkomen aan elk van de leden van het huishouden toegekend.
Vermogen van zelfstandigen
Het vermogen van het huishouden waartoe de zelfstandige behoort, toegekend aan alle personen in het huishouden als maat van de welvaart.
Zelfstandigen met bedrijfsvermogen
Het aantal zelfstandigen in een huishouden waarvan tenminste één van de leden bedrijfsvermogen bezit; vermogen van de eigen onderneming of aanmerkelijk belang.
Mediaan vermogen
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. De bezittingen bestaan vooral uit banktegoeden, effecten, onroerend goed (waaronder de eigen woning) en bedrijfsvermogen. De schulden omvatten onder meer de schuld ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet. Het mediane vermogen is het bedrag waarvoor geldt dat 50% van de populatie een lager of even groot vermogen heeft. Vermogens zijn bepaald per huishouden, en worden toegekend aan alle personen in het huishouden als een maat voor de welvaart.
Mediaan bedrijfsvermogen
Het bedrijfsvermogen van een huishouden is de som van het aanmerkelijk belang van directeur-grootaandeelhouders en het ondernemingsvermogen van zelfstandig ondernemers. Het mediane vermogen is het bedrag waarvoor geldt dat 50% van de populatie een lager of even groot vermogen heeft. Vermogens zijn bepaald per huishouden, en worden toegekend aan alle personen in het huishouden als een maat voor de welvaart.
Zelfstandige, alle inkomens
Alle personen met inkomen uit werkzaamheden als zelfstandige.
Inkomen van zelfstandigen
Drie inkomensbegrippen worden gerapporteerd voor zelfstandigen; het inkomen als zelfstandige, het persoonlijke inkomen, en het gestandaardiseerde huishoudensinkomen. Het gestandaardiseerde inkomen is toegekend aan alle personen in het huishouden als maat van de welvaart.
Gemiddeld persoonlijk inkomen
Het persoonlijk inkomen omvat het totaal van inkomen werknemer, inkomen zelfstandige, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag en kindgebonden budget). Premies inkomensverzekeringen (uitgezonderd premies voor volksverzekeringen) zijn hierop in mindering gebracht.
Mediaan persoonlijk inkomen
Het persoonlijk inkomen omvat het totaal van inkomen werknemer, inkomen zelfstandige, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag en kindgebonden budget). Premies inkomensverzekeringen (uitgezonderd premies voor volksverzekeringen) zijn hierop in mindering gebracht. Het mediane inkomen is gelijk aan het middelste inkomen indien de inkomens van alle personen van laag naar hoog worden gerangschikt.
Gemiddeld inkomen als zelfstandige
Het inkomen als zelfstandige omvat inkomen uit eigen onderneming, loon directeuren en overige inkomsten uit arbeid.
Mediaan inkomen als zelfstandige
Het inkomen als zelfstandige omvat inkomen uit eigen onderneming, loon directeuren en overige inkomsten uit arbeid. Het mediane inkomen is gelijk aan het middelste inkomen indien de inkomens van alle personen van laag naar hoog worden gerangschikt.
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen
Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van zogenoemde equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de welvaartsniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Omdat welvaart door individuen ervaren wordt, wordt het gestandaardiseerde inkomen aan elk van de leden van het huishouden toegekend.
Mediaan gestandaardiseerd inkomen
Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van zogenoemde equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de welvaartsniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Omdat welvaart door individuen ervaren wordt, wordt het gestandaardiseerde inkomen aan elk van de leden van het huishouden toegekend.
Vermogen van zelfstandigen
Het vermogen van het huishouden waartoe de zelfstandige behoort, toegekend aan alle personen in het huishouden als maat van de welvaart.
Zelfstandigen met bedrijfsvermogen
Het aantal zelfstandigen in een huishouden waarvan tenminste één van de leden bedrijfsvermogen bezit; vermogen van de eigen onderneming of aanmerkelijk belang.
Mediaan vermogen
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. De bezittingen bestaan vooral uit banktegoeden, effecten, onroerend goed (waaronder de eigen woning) en bedrijfsvermogen. De schulden omvatten onder meer de schuld ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet. Het mediane vermogen is het bedrag waarvoor geldt dat 50% van de populatie een lager of even groot vermogen heeft. Vermogens zijn bepaald per huishouden, en worden toegekend aan alle personen in het huishouden als een maat voor de welvaart.
Mediaan bedrijfsvermogen
Het bedrijfsvermogen van een huishouden is de som van het aanmerkelijk belang van directeur-grootaandeelhouders en het ondernemingsvermogen van zelfstandig ondernemers. Het mediane vermogen is het bedrag waarvoor geldt dat 50% van de populatie een lager of even groot vermogen heeft. Vermogens zijn bepaald per huishouden, en worden toegekend aan alle personen in het huishouden als een maat voor de welvaart.