Overheidsproductie en -consumptie; transacties, overheidssectoren

Overheidsproductie en -consumptie; transacties, overheidssectoren

Institutionele sectoren Transacties en saldi Perioden Overheidsproductie en -consumptie (mln euro)
Gemeenschappelijke regelingen P1 Output 2024* 9.184
Gemeenschappelijke regelingen P11 Marktoutput 2024* 466
Gemeenschappelijke regelingen P12A Investeringen in eigen beheer 2024* 77
Gemeenschappelijke regelingen P13 Niet-marktoutput 2024* 8.641
Gemeenschappelijke regelingen P131 Betalingen voor niet-marktoutput 2024* 1.026
Gemeenschappelijke regelingen P132 Overige niet-marktoutput 2024* 7.615
Gemeenschappelijke regelingen P2 Intermediair verbruik 2024* 2.899
Gemeenschappelijke regelingen B1g Bruto toegevoegde waarde 2024* 6.285
Gemeenschappelijke regelingen P51c Verbruik van vaste activa 2024* 715
Gemeenschappelijke regelingen B1n Netto toegevoegde waarde 2024* 5.570
Gemeenschappelijke regelingen D1 Beloning van werknemers 2024* 5.598
Gemeenschappelijke regelingen D11 Lonen 2024* 4.185
Gemeenschappelijke regelingen D12 Sociale premies t.l.v. werkgevers 2024* 1.413
Gemeenschappelijke regelingen D29 Niet-productgebonden belastingen 2024* 70
Gemeenschappelijke regelingen D39 Niet-productgebonden subsidies 2024* -98
Gemeenschappelijke regelingen B2n Netto exploitatieoverschot 2024* 0
Gemeenschappelijke regelingen P3 Consumptieve bestedingen 2024* 8.802
Gemeenschappelijke regelingen P31 Individuele consumptieve bestedingen 2024* 5.214
Gemeenschappelijke regelingen D631 Overdrachten niet-marktproducten 2024* 4.027
Gemeenschappelijke regelingen D632 Uitkeringen in natura (aangekocht) 2024* 1.187
Gemeenschappelijke regelingen P32 Collectieve consumptieve bestedingen 2024* 3.588
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over de productie en consumptie van de sector overheid.
De overheidsproductie (output) wordt berekend vanuit de som van de productiekosten, die bestaan uit intermediair verbruik, beloning van werknemers, afschrijvingen, niet-productgebonden belastingen (betaalde), niet-productgebonden subsidies (ontvangen) en het netto exploitatieoverschot. Doordat de ontvangen subsidies de kosten verlagen hebben de subsidies een negatieve waarde in deze tabel.
Het merendeel van overheidsproductie wordt gebruikt als overige niet-marktoutput vrijelijk beschikbaar gesteld aan de burgers via de overheidsconsumptie. Het resterende en kleinere deel van de overheidsproductie wordt verkocht op de markt, gebruikt voor investeringen in eigen beheer, of wordt weliswaar verstrekt als niet-marktoutput, maar met een gedeeltelijke vergoeding.

Overheidsconsumptie is onder te verdelen naar individuele en collectieve consumptieve bestedingen. De individuele overheidsconsumptie is gelijk aan de sociale overdrachten in natura van de overheid, die deels door de overheid zelf is geproduceerd en voor ander deel is aangekocht bij marktproducenten. Bij de individuele overheidsconsumptie gaat het om uitgaven voor de rechtstreekse bevrediging van individuele behoeften of wensen van leden van de samenleving. De collectieve overheidsconsumptie is het resterende deel van de overheidsconsumptie en heeft betrekking op de collectieve behoeften en wensen van leden van de samenleving. Het onderscheid tussen de individuele en de collectieve overheidsconsumptie wordt gemaakt op basis van de 'Classification of the Functions of Government' (COFOG).

De gebruikte begrippen sluiten aan bij de Nationale rekeningen. De Nationale rekeningen zijn gebaseerd op de internationale definities van het Europees Systeem van Rekeningen (ESR 2010). Het transactiemoment bepaalt het moment van boeken. De gepresenteerde gegevens sluiten aan bij de publicaties over de Nationale rekeningen. Er kunnen kleine tijdelijke verschillen met de publicaties van de Nationale rekeningen optreden doordat de gepubliceerde cijfers van de overheidsrekeningen soms actueler zijn.

Gegevens beschikbaar vanaf:
Jaarcijfers vanaf 1995.

Status van de cijfers:
Het verslagjaar 2024 heeft de status voorlopig, de verslagjaren 2023 en eerder hebben de status definitief.

Wijzigingen per 24 juni 2025:
Cijfers over het jaar 2024 zijn beschikbaar.
De cijfers over jaar 2023 zijn nu definitief.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De eerste jaarcijfers worden zes maanden na afloop van het verslagjaar gepubliceerd.
Vervolgens worden de jaarcijfers na 18 maanden gereviseerd. Hiernaast kunnen er tussentijdse actualisaties plaatsvinden om eind maart en eind september de meest actuele gegevens over de overheid aan de Europese Commissie te verstrekken.
Informatie over het revisiebeleid van Nationale rekeningen is te vinden onder paragraaf 3 'relevante artikelen'.

Toelichting onderwerpen

Overheidsproductie en -consumptie
Overheidsproductie en overheidsconsumptie

De overheidsproductie (output P1) wordt berekend vanuit de som van de productiekosten, die bestaan uit intermediair verbruik P2, beloning van werknemers D1, afschrijvingen P51c, (betaalde) niet-productgebonden belastingen D29, (ontvangen) niet-productgebonden subsidies D39 en het netto exploitatieoverschot B2n:
P1 = P2 + D1 + P51c + D29 + D39 + B2n
Doordat de ontvangen subsidies de kosten verlagen hebben de subsidies een negatieve waarde in deze tabel.
Een deel van de overheidsproductie P1 wordt verkocht op de markt P11, gebruikt voor investeringen in eigen beheer P12A, of wordt verstrekt met een vergoeding voor de niet-marktoutput P131. Het grootste deel van overheidsproductie wordt gebruikt voor overige niet-marktoutput P132. Er geldt dus:
P1 = P11 + P12A + P131 + P132
Overheidsconsumptie P3 is onder te verdelen naar individuele P31 en collectieve consumptieve bestedingen P32:
P3 = P31 + P32
De individuele overheidsconsumptie is gelijk aan de sociale overdrachten in natura van de overheid, die voor een deel door de overheid zelf is geproduceerd D631 en voor het andere deel is aangekocht bij marktproducenten D632:
P31 = D631 + D632
De collectieve overheidsconsumptie P32 is het deel van overige niet markt-output P132, dat niet aan individuele overheidsconsumptie D631 is besteed. Er geldt dus ook:
P132 = D631 + P32
Voor de saldi geldt:
B1g = P1 - P2 = B1n + P51c
B1n = D1 + D29 + D39 + B2n