Dierlijke mest en mineralen; productie, transport en gebruik per regio

Dierlijke mest en mineralen; productie, transport en gebruik per regio

Regio's Perioden Mest- en mineralenproductie Stikstofuitscheiding (N) (1000 kg) Mest- en mineralenproductie Stikstofverliezen in stal en opslag Totaal stikstofverliezen (N) (1000 kg) Mest- en mineralenproductie Stikstof in opgeslagen mest en weidemest (1000 kg) Mest- en mineralenproductie Fosfaatuitscheiding (P2O5) (1000 kg) Mestaanvoer op landbouwbedrijven Stikstof in aangevoerde mest (N) (1000 kg) Mestaanvoer op landbouwbedrijven Fosfaat in aangevoerde mest (P2O5) (1000 kg) Mestafvoer van landbouwbedrijven Stikstof in afgevoerde mest (N) (1000 kg) Mestafvoer van landbouwbedrijven Fosfaat in afgevoerde mest (P2O5) (1000 kg) Mestgebruik door landbouwbedrijven Stikstof in gebruikte mest (N) (1000 kg) Mestgebruik door landbouwbedrijven Fosfaat in gebruikte mest (P2O5) (1000 kg) Gebruiksnormen dierlijke mest Plaatsingsruimte stikstof (N) (1000 kg) Gebruiksnormen dierlijke mest Plaatsingsruimte fosfaat (P2O5) (1000 kg)
Nederland 2023 463.500 60.100 403.500 147.500 105.800 38.200 175.300 77.500 334.000 108.200 350.100 133.400
Noord-Nederland (LD) 2023 110.780 11.610 99.170 32.240 28.350 10.040 26.330 10.310 101.190 31.960 108.260 41.550
Oost-Nederland (LD) 2023 155.880 20.790 135.090 49.560 28.340 10.330 60.200 26.550 103.220 33.340 100.230 39.680
West-Nederland (LD) 2023 67.520 6.930 60.600 19.870 24.540 9.120 15.670 6.100 69.460 22.890 82.190 31.520
Zuid-Nederland (LD) 2023 129.360 20.750 108.610 45.780 24.580 8.740 73.080 34.500 60.110 20.010 59.440 20.700
Groningen (PV) 2023 24.170 2.630 21.540 7.180 10.990 4.090 6.480 2.590 26.050 8.680 30.490 11.780
Fryslân (PV) 2023 61.040 6.050 54.990 17.400 6.020 2.000 10.920 3.980 50.090 15.420 49.300 19.210
Drenthe (PV) 2023 25.570 2.930 22.640 7.660 11.340 3.950 8.930 3.740 25.050 7.870 28.470 10.550
Overijssel (PV) 2023 68.170 8.830 59.340 21.130 6.900 2.230 22.800 9.480 43.440 13.880 39.510 15.430
Flevoland (PV) 2023 8.770 1.070 7.700 2.860 9.920 4.030 5.130 2.350 12.490 4.540 15.600 6.990
Gelderland (PV) 2023 78.930 10.890 68.050 25.560 11.510 4.070 32.270 14.710 47.290 14.920 45.120 17.250
Utrecht (PV) 2023 22.870 2.560 20.320 6.920 1.980 610 5.610 2.380 16.680 5.150 15.540 5.990
Noord-Holland (PV) 2023 18.540 1.720 16.820 5.270 5.590 2.040 3.530 1.200 18.870 6.100 23.770 9.060
Zuid-Holland (PV) 2023 19.270 1.870 17.400 5.560 6.130 2.290 3.670 1.330 19.860 6.520 22.320 8.600
Zeeland (PV) 2023 6.840 780 6.060 2.120 10.840 4.190 2.860 1.190 14.040 5.110 20.550 7.870
Noord-Brabant (PV) 2023 96.570 15.350 81.220 33.280 16.580 5.840 50.510 22.930 47.290 16.190 42.480 14.960
Limburg (PV) 2023 32.790 5.400 27.390 12.500 8.000 2.900 22.570 11.570 12.820 3.820 16.960 5.740
Concentratiegebied Oost 2023 113.190 15.470 97.720 36.310 10.940 3.580 43.320 19.030 65.340 20.850 59.140 22.390
Concentratiegebied Zuid 2023 115.370 19.060 96.300 41.460 17.450 6.040 67.810 32.320 45.940 15.180 42.520 13.850
Niet-concentratiegebied 2023 234.990 25.560 209.430 69.680 77.410 28.600 64.140 26.110 222.700 72.180 248.470 97.210
Eems 2023 16.370 1.910 14.460 4.960 12.280 4.550 6.220 2.630 20.520 6.880 24.660 9.480
Rijn-Noord 2023 75.600 7.520 68.080 21.620 9.640 3.320 13.650 5.010 64.060 19.930 65.110 25.120
Rijn-Oost 2023 118.760 15.160 103.600 36.710 17.460 5.780 39.500 16.550 81.550 25.940 78.360 30.210
Rijn-Midden 2023 45.480 6.430 39.060 15.170 12.530 4.870 22.510 10.460 29.080 9.590 30.600 12.510
Rijn-West 2023 71.890 7.610 64.270 21.320 18.070 6.620 17.450 7.110 64.890 20.830 70.810 27.430
Maas 2023 127.790 20.550 107.240 45.280 24.590 8.740 72.620 34.300 59.210 19.720 58.990 20.440
Schelde 2023 7.650 900 6.760 2.390 11.220 4.330 3.310 1.410 14.660 5.320 21.590 8.250
Bouwhoek en Hogeland (LG) 2023 15.480 1.500 13.990 4.430 4.930 1.770 3.820 1.360 15.090 4.830 17.740 6.550
Veenkoloniën en Oldambt (LG) 2023 23.040 2.750 20.290 7.070 15.930 5.810 9.320 3.970 26.910 8.910 32.680 12.420
Noordelijk Weidegebied (LG) 2023 84.860 8.830 76.030 24.460 7.320 2.400 15.910 6.050 67.440 20.810 65.030 25.790
Oostelijk Veehouderijgebied (LG) 2023 95.670 12.640 83.030 29.990 12.590 4.140 32.770 13.960 62.850 20.170 58.310 22.290
Centraal Veehouderijgebied (LG) 2023 31.180 4.730 26.440 10.680 1.910 620 16.250 7.670 12.100 3.630 10.520 3.770
IJsselmeerpolders (LG) 2023 11.400 1.330 10.070 3.610 11.850 4.760 6.090 2.680 15.830 5.690 20.470 8.890
Westelijk Holland (LG) 2023 15.970 1.500 14.470 4.570 4.400 1.590 3.070 1.100 15.800 5.070 19.480 7.160
Waterland en Droogmakerijen (LG) 2023 6.300 580 5.720 1.780 850 280 970 320 5.600 1.740 6.000 2.410
Hollands/Utrechts Weidegebied (LG) 2023 25.710 2.610 23.100 7.470 1.930 580 4.240 1.580 20.800 6.470 19.200 7.460
Rivierengebied (LG) 2023 18.660 2.320 16.340 5.870 5.260 1.970 7.460 3.360 14.140 4.480 14.880 5.750
Zuidwestelijk Akkerbouwgebied (LG) 2023 12.560 1.390 11.170 3.840 17.930 7.020 4.790 1.980 24.310 8.880 34.100 13.390
Zuidwest-Brabant (LG) 2023 7.100 980 6.120 2.290 2.040 710 3.380 1.460 4.790 1.550 5.910 2.070
Zuidelijk Veehouderijgebied (LG) 2023 112.230 18.580 93.650 40.380 17.100 5.940 66.180 31.570 44.570 14.760 40.920 13.440
Zuid-Limburg (LG) 2023 3.370 350 3.020 1.010 1.750 630 1.030 420 3.750 1.220 4.890 2.050
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De tabel bevat cijfers over de productie, het transport en het gebruik van dierlijke mest en de daarin aanwezige mineralen stikstof en fosfaat door landbouwbedrijven. Het gebruik van dierlijke mest in de vorm van stikstof en fosfaat wordt vergeleken met de plaatsingsruimte voor beide mineralen.

In de tabel kunnen de gegevens worden bekeken voor verschillende regionale niveaus waaronder landsdelen, provincies en concentratiegebieden. Bij het gebruik van zowel regionaal als inhoudelijk gedetailleerde uitkomsten moet rekening worden gehouden met aanzienlijke onzekerheidsmarges. Bij meer geaggregeerde gebruikscijfers zoals het mineralengebruik per hectare per landsdeel of het absolute mineralengebruik per provincie of landsdeel zijn de foutenmarges kleiner.

Gegevens beschikbaar vanaf:1994

Status van de cijfers:
Cijfers zijn bij eerste publicatie definitief maar nieuwe inzichten in berekeningsmethoden kunnen aanleiding geven tot herberekening van de tijdreeks.

Wijzigingen per 25 februari 2025:
Cijfers over 2023 zijn toegevoegd. Nieuwe inzichten in mesttransporten van en naar landbouwbedrijven en nieuwe inzichten in gasvormige stikstofverliezen uit opgeslagen mest, leidden tot veranderingen in de cijfers over mesttransporten en mestgebruik vanaf 2010.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het eerste kwartaal van 2026 worden de cijfers over 2024 toegevoegd.

Toelichting onderwerpen

Mest- en mineralenproductie
Stikstofuitscheiding (N)
De totale hoeveelheid uitgescheiden stikstof (N) zonder aftrek van stikstof die vervluchtigt in de vorm van ammoniak (NH3) inclusief de afvoer via spuiwater van luchtwassers, lachgas (N2O), stikstofoxide (NO) en stikstofgas (N2).
Stikstofverliezen in stal en opslag
Het deel van de uitgescheiden stikstof in de stal dat bij mestopslag in de stal en bij opslag buiten de stal in de vorm van ammoniak, lachgas, stikstofoxide of moleculaire stikstof emitteert naar de buitenlucht, uitgedrukt in N. Ook de afvoer van stikstof via spuiwater van luchtwassers.

Totaal stikstofverliezen (N)
Stikstof in opgeslagen mest en weidemest
De totale stikstofuitscheiding met aftrek van de stikstof die tijdens mestopslag in de stal en bij opslag buiten de stal is vervluchtigd in de vorm van ammoniak (NH3) inclusief de afvoer via spuiwater van luchtwassers, lachgas (N2O), stikstofoxide (NO) en stikstofgas (N2).
Fosfaatuitscheiding (P2O5)
De uitgescheiden hoeveelheid fosfaat uitgedrukt in P2O5. In tegenstelling tot stikstof treden bij fosfaat geen gasvormige verliezen op.
Mestaanvoer op landbouwbedrijven
Stikstof in aangevoerde mest (N)
Tot en met 2004 volledig gebaseerd op vervoersbewijzen en vanaf 2005 gebaseerd op de hoeveelheid getransporteerde mest en de stikstof-fosfaatverhouding in geproduceerde mest. Voor fracties van gescheiden mest is de hoeveelheid stikstof vanaf 2009 berekend op basis van de hoeveelheid getransporteerde mest en de samenstelling op basis van praktijkproeven. Deze werkwijze is afgestemd met de uitgangspunten van het rekenmodel NEMA (National Emission Model for Agriculture).
Fosfaat in aangevoerde mest (P2O5)
Tot en met 2008 volledig gebaseerd op vervoersbewijzen. Vanaf 2009 is de hoeveelheid fosfaat in vaste mest berekend op basis van de hoeveelheid getransporteerde mest en het berekende fosfaatgehalte volgens de mest- en mineralenproductie. Voor fracties van gescheiden mest is de hoeveelheid fosfaat berekend op basis van de hoeveelheid getransporteerde mest en de samenstelling op basis van praktijkproeven. Deze werkwijze is afgestemd met de uitgangspunten van het rekenmodel NEMA (National Emission Model for Agriculture).

Mestafvoer van landbouwbedrijven
Stikstof in afgevoerde mest (N)
Tot en met 2004 volledig gebaseerd op vervoersbewijzen en vanaf 2005 gebaseerd op de hoeveelheid getransporteerde mest en de stikstof-fosfaatverhouding in geproduceerde mest. Voor fracties van gescheiden mest is de hoeveelheid stikstof vanaf 2009 berekend op basis van de hoeveelheid getransporteerde mest en de samenstelling op basis van praktijkproeven. Deze werkwijze is afgestemd met de uitgangspunten van het rekenmodel NEMA (National Emission Model for Agriculture).
Fosfaat in afgevoerde mest (P2O5)
Tot en met 2008 volledig gebaseerd op vervoersbewijzen. Vanaf 2009 is de hoeveelheid fosfaat in vaste mest berekend op basis van de hoeveelheid getransporteerde mest en het berekende fosfaatgehalte volgens de mest- en mineralenproductie. Voor fracties van gescheiden mest is de hoeveelheid fosfaat berekend op basis van de hoeveelheid getransporteerde mest en de samenstelling op basis van praktijkproeven. Deze werkwijze is afgestemd met de uitgangspunten van het rekenmodel NEMA (National Emission Model for Agriculture).
Mestgebruik door landbouwbedrijven
Stikstof in gebruikte mest (N)
De stikstof in opgeslagen mest en weidemest plus de stikstof in aangevoerde mest minus de stikstof in afgevoerde mest.
Fosfaat in gebruikte mest (P2O5)
De fosfaat in opgeslagen mest en weidemest plus de fosfaat in aangevoerde mest minus de fosfaat in afgevoerde mest.
Gebruiksnormen dierlijke mest
De oppervlakte bemestbare cultuurgrond (cultuurgrond exclusief grasland met hoofdfunctie natuur en glastuinbouw) vermenigvuldigd met de toegestane hoeveelheid mineraal per hectare (gebruiksnorm) voor dierlijke mest. Tot 1998 gold alleen een gebruiksnorm voor fosfaat in dierlijke mest. Van 1998 tot en met 2005 (periode van het mineralenaangiftesysteem Minas) is de gebruiksnorm dierlijke mest afgeleid uit de som van het toegestane verlies en de afvoer met het gewas. Voor stikstof is onder Minas geen afzonderlijke gebruiksnorm voor dierlijke mest af te leiden omdat in het aangiftesysteem de aanvoer van stikstof uit kunstmest is inbegrepen in het toegestane verlies. Met ingang van 2006 geldt een gebruiksnorm voor dierlijke mest van 170 kg N/ha. De Europese Commissie staat Nederland verruiming van deze norm toe (derogatie) tot een bemestingsniveau van 250 kg stikstof per hectare. De hogere bemestingsnorm geldt alleen bij het gebruik van graasdiermest. Daarnaast moet het bedrijfsareaal tot en met 2013 voor minstens 70 procent en vanaf 2014 voor minstens 80 procent bestaan uit grasland. De derogatie voor zand- en lösspercelen in de provincies Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg is vanaf 2014 beperkt tot 230 kg N per hectare.
Plaatsingsruimte stikstof (N)
Tot 1998 gold alleen een gebruiksnorm voor fosfaat in dierlijke mest. Van 1998 tot en met 2005 (in die periode was het Mineralenaangiftesysteem Minas van kracht) is de gebruiksnorm dierlijke mest afgeleid uit de som van het toegestane verlies en de afvoer met het gewas. Voor stikstof is onder Minas geen afzonderlijke gebruiksnorm voor dierlijke mest af te leiden omdat in het aangiftesysteem de aanvoer van stikstof uit kunstmest is inbegrepen in het toegestane verlies. Met ingang van 2006 geldt een gebruiksnorm voor dierlijke mest van 170 kg N/ha. De Europese Commissie staat Nederland verruiming van deze norm toe (derogatie) tot een bemestingsniveau van 250 kg stikstof per hectare. De hogere bemestingsnorm geldt alleen bij het gebruik van graasdiermest. Daarnaast moet het bedrijfsareaal tot en met 2013 voor minstens 70 procent en vanaf 2014 voor minstens 80 procent bestaan uit grasland. De derogatie voor zand- en lösspercelen in de provincies Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg is vanaf 2014 beperkt tot 230 kg N per hectare.
Plaatsingsruimte fosfaat (P2O5)
Van 1998 tot en met 2005 (de periode van het Mineralenaangiftesysteem Minas) is de gebruiksnorm dierlijke mest afgeleid uit de som van het toegestane verlies en de afvoer met het gewas. De gebruiksnorm voor fosfaat is geleidelijk aangescherpt. Met ingang van 2010 zijn de gebruiksnormen voor fosfaat gedifferentieerd naar fosfaattoestand van de bodem. Indien geen informatie beschikbaar is over de fosfaattoestand is gerekend met de laagste fosfaatgebruiksnorm (fosfaattoestand hoog).