Dierlijke mest; productie en mineralenuitscheiding; bedrijfstype, regio

Dierlijke mest; productie en mineralenuitscheiding; bedrijfstype, regio

Bedrijfstype Regio's Perioden Productie en plaatsingruimte mest Bedrijven zonder overproductie mineralen Bedrijven zonder overproductie (%) Productie en plaatsingruimte mest Bedrijven zonder overproductie mineralen Rest. plaatsingsruimte stikstof (N) (1 000 kg) Productie en plaatsingruimte mest Bedrijven zonder overproductie mineralen Rest. plaatsingsruimte fosfaat (P205) (1 000 kg) Productie en plaatsingruimte mest Bedrijven met overproductie mineralen Bedrijven met overproductie (%) Productie en plaatsingruimte mest Bedrijven met overproductie mineralen Stikstofoverschot (N) (1 000 kg) Productie en plaatsingruimte mest Bedrijven met overproductie mineralen Fosfaatoverschot (P205) (1 000 kg)
Totaal graasdierbedrijven Nederland 2024 37 20.700 9.900 63 89.800 29.700
Totaal graasdierbedrijven Noord-Nederland (LD) 2024 37 6.310 3.120 63 19.880 6.510
Totaal graasdierbedrijven Oost-Nederland (LD) 2024 37 6.590 3.290 63 33.730 11.130
Totaal graasdierbedrijven West-Nederland (LD) 2024 40 4.850 2.290 60 13.530 4.510
Totaal graasdierbedrijven Zuid-Nederland (LD) 2024 32 2.980 1.250 68 22.640 7.510
Totaal graasdierbedrijven Groningen (PV) 2024 36 1.260 600 64 4.520 1.480
Totaal graasdierbedrijven Fryslân (PV) 2024 35 3.000 1.560 65 11.040 3.620
Totaal graasdierbedrijven Drenthe (PV) 2024 44 2.050 960 56 4.320 1.400
Totaal graasdierbedrijven Overijssel (PV) 2024 35 2.430 1.270 65 14.630 4.790
Totaal graasdierbedrijven Flevoland (PV) 2024 15 120 70 85 2.050 660
Totaal graasdierbedrijven Gelderland (PV) 2024 41 4.040 1.940 59 17.060 5.680
Totaal graasdierbedrijven Utrecht (PV) 2024 36 1.280 630 64 4.850 1.630
Totaal graasdierbedrijven Noord-Holland (PV) 2024 48 1.670 810 52 3.380 1.130
Totaal graasdierbedrijven Zuid-Holland (PV) 2024 38 1.420 650 62 3.970 1.320
Totaal graasdierbedrijven Zeeland (PV) 2024 40 490 200 60 1.330 430
Totaal graasdierbedrijven Noord-Brabant (PV) 2024 30 2.050 850 70 19.030 6.300
Totaal graasdierbedrijven Limburg (PV) 2024 41 930 400 59 3.600 1.210
Totaal graasdierbedrijven Concentratiegebied Oost 2024 37 4.430 2.150 63 24.980 8.280
Totaal graasdierbedrijven Concentratiegebied Zuid 2024 31 2.110 830 69 19.930 6.630
Totaal graasdierbedrijven Niet-concentratiegebied 2024 39 14.200 6.970 61 44.860 14.750
Melkveebedrijven Nederland 2024 13 4.600 3.200 87 65.700 21.100
Melkveebedrijven Noord-Nederland (LD) 2024 17 1.740 1.270 83 17.570 5.700
Melkveebedrijven Oost-Nederland (LD) 2024 12 1.340 1.000 88 20.870 6.640
Melkveebedrijven West-Nederland (LD) 2024 15 1.030 710 85 11.200 3.670
Melkveebedrijven Zuid-Nederland (LD) 2024 7 500 280 93 16.050 5.090
Melkveebedrijven Groningen (PV) 2024 15 300 220 85 4.130 1.350
Melkveebedrijven Fryslân (PV) 2024 15 920 670 85 10.000 3.260
Melkveebedrijven Drenthe (PV) 2024 22 520 380 78 3.440 1.090
Melkveebedrijven Overijssel (PV) 2024 9 460 380 91 10.760 3.420
Melkveebedrijven Flevoland (PV) 2024 11 80 50 89 1.740 550
Melkveebedrijven Gelderland (PV) 2024 15 800 560 85 8.370 2.670
Melkveebedrijven Utrecht (PV) 2024 13 270 190 87 3.670 1.220
Melkveebedrijven Noord-Holland (PV) 2024 22 370 270 78 2.930 960
Melkveebedrijven Zuid-Holland (PV) 2024 13 360 210 87 3.410 1.120
Melkveebedrijven Zeeland (PV) 2024 11 40 30 89 1.200 380
Melkveebedrijven Noord-Brabant (PV) 2024 6 330 180 94 13.600 4.310
Melkveebedrijven Limburg (PV) 2024 14 170 100 86 2.440 770
Melkveebedrijven Concentratiegebied Oost 2024 11 750 550 89 14.640 4.680
Melkveebedrijven Concentratiegebied Zuid 2024 6 300 150 94 13.860 4.390
Melkveebedrijven Niet-concentratiegebied 2024 16 3.560 2.550 84 37.190 12.020
Vleeskalverenbedrijven Nederland 2024 14 300 100 86 12.500 4.300
Vleeskalverenbedrijven Noord-Nederland (LD) 2024 22 60 30 78 1.010 340
Vleeskalverenbedrijven Oost-Nederland (LD) 2024 13 180 70 87 8.230 2.790
Vleeskalverenbedrijven West-Nederland (LD) 2024 4 0 0 96 550 190
Vleeskalverenbedrijven Zuid-Nederland (LD) 2024 13 50 10 87 2.740 940
Vleeskalverenbedrijven Groningen (PV) 2024 28 20 10 72 160 60
Vleeskalverenbedrijven Fryslân (PV) 2024 17 10 10 83 440 140
Vleeskalverenbedrijven Drenthe (PV) 2024 24 30 10 76 400 140
Vleeskalverenbedrijven Overijssel (PV) 2024 12 50 20 88 2.120 740
Vleeskalverenbedrijven Flevoland (PV) 2024 20 0 0 80 110 40
Vleeskalverenbedrijven Gelderland (PV) 2024 14 120 50 86 6.000 2.010
Vleeskalverenbedrijven Utrecht (PV) 2024 5 0 0 95 490 160
Vleeskalverenbedrijven Noord-Holland (PV) 2024 0 0 0 100 10 0
Vleeskalverenbedrijven Zuid-Holland (PV) 2024 0 0 0 100 60 20
Vleeskalverenbedrijven Zeeland (PV) 2024 0 0 0 100 0 0
Vleeskalverenbedrijven Noord-Brabant (PV) 2024 13 40 10 87 2.510 860
Vleeskalverenbedrijven Limburg (PV) 2024 11 0 0 89 230 80
Vleeskalverenbedrijven Concentratiegebied Oost 2024 12 120 40 88 6.990 2.370
Vleeskalverenbedrijven Concentratiegebied Zuid 2024 13 50 10 87 2.660 910
Vleeskalverenbedrijven Niet-concentratiegebied 2024 17 130 60 83 2.870 970
Overige rundveebedrijven Nederland 2024 76 8.400 3.800 24 2.600 800
Overige rundveebedrijven Noord-Nederland (LD) 2024 80 2.440 1.020 20 300 90
Overige rundveebedrijven Oost-Nederland (LD) 2024 77 2.960 1.410 23 1.240 380
Overige rundveebedrijven West-Nederland (LD) 2024 76 1.660 750 24 470 150
Overige rundveebedrijven Zuid-Nederland (LD) 2024 70 1.380 590 30 620 190
Overige rundveebedrijven Groningen (PV) 2024 80 530 210 20 50 20
Overige rundveebedrijven Fryslân (PV) 2024 79 890 420 21 150 50
Overige rundveebedrijven Drenthe (PV) 2024 81 1.020 400 19 100 30
Overige rundveebedrijven Overijssel (PV) 2024 76 1.170 580 24 580 180
Overige rundveebedrijven Flevoland (PV) 2024 21 10 0 79 40 10
Overige rundveebedrijven Gelderland (PV) 2024 80 1.790 820 20 620 190
Overige rundveebedrijven Utrecht (PV) 2024 77 510 240 23 180 50
Overige rundveebedrijven Noord-Holland (PV) 2024 80 540 240 20 70 20
Overige rundveebedrijven Zuid-Holland (PV) 2024 72 380 170 28 160 50
Overige rundveebedrijven Zeeland (PV) 2024 69 240 100 31 70 20
Overige rundveebedrijven Noord-Brabant (PV) 2024 69 940 400 31 430 130
Overige rundveebedrijven Limburg (PV) 2024 72 440 190 28 190 60
Overige rundveebedrijven Concentratiegebied Oost 2024 77 2.030 970 23 950 290
Overige rundveebedrijven Concentratiegebied Zuid 2024 67 950 390 33 490 150
Overige rundveebedrijven Niet-concentratiegebied 2024 78 5.470 2.410 22 1.200 370
Geiten- en andere graasdierbedrijven Nederland 2024 64 7.400 2.800 36 8.900 3.500
Geiten- en andere graasdierbedrijven Noord-Nederland (LD) 2024 72 2.070 800 28 1.010 380
Geiten- en andere graasdierbedrijven Oost-Nederland (LD) 2024 64 2.110 810 36 3.390 1.330
Geiten- en andere graasdierbedrijven West-Nederland (LD) 2024 68 2.150 830 32 1.310 510
Geiten- en andere graasdierbedrijven Zuid-Nederland (LD) 2024 50 1.060 370 50 3.230 1.290
Geiten- en andere graasdierbedrijven Groningen (PV) 2024 72 410 150 28 170 60
Geiten- en andere graasdierbedrijven Fryslân (PV) 2024 74 1.180 470 26 450 170
Geiten- en andere graasdierbedrijven Drenthe (PV) 2024 67 490 170 33 390 150
Geiten- en andere graasdierbedrijven Overijssel (PV) 2024 65 750 290 35 1.160 460
Geiten- en andere graasdierbedrijven Flevoland (PV) 2024 31 30 10 69 150 60
Geiten- en andere graasdierbedrijven Gelderland (PV) 2024 65 1.330 510 35 2.080 810
Geiten- en andere graasdierbedrijven Utrecht (PV) 2024 66 500 200 34 520 200
Geiten- en andere graasdierbedrijven Noord-Holland (PV) 2024 75 750 300 25 380 150
Geiten- en andere graasdierbedrijven Zuid-Holland (PV) 2024 65 690 270 35 340 130
Geiten- en andere graasdierbedrijven Zeeland (PV) 2024 59 210 70 41 70 30
Geiten- en andere graasdierbedrijven Noord-Brabant (PV) 2024 49 750 260 51 2.490 990
Geiten- en andere graasdierbedrijven Limburg (PV) 2024 53 310 110 47 750 300
Geiten- en andere graasdierbedrijven Concentratiegebied Oost 2024 65 1.540 590 35 2.400 940
Geiten- en andere graasdierbedrijven Concentratiegebied Zuid 2024 49 810 270 51 2.930 1.170
Geiten- en andere graasdierbedrijven Niet-concentratiegebied 2024 68 5.050 1.950 32 3.610 1.390
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de mestproductie en de daarmee uitgescheiden hoeveelheid stikstof en fosfaat. Daarnaast wordt de mestproductie vergeleken met de plaatsingsruimte volgens de geldende gebruiksnormen. De gegevens kunnen worden uitgesplitst naar type bedrijf volgens de standaard bedrijfstypering op basis van het brutostandaardsaldo (BSS) en standaardopbrengten (SO). Het totaal voor Nederland kan worden uitgesplitst naar landsdelen, provincies en concentratiegebieden.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1990.

Status van de cijfers:
Cijfers zijn bij eerste publicatie definitief maar nieuwe inzichten in berekeningsmethoden kunnen aanleiding geven tot herberekening van de tijdreeks.

Wijzigingen per 26 juni 2025:
Definitieve cijfers over de productie van dierlijke mest in 2024 zijn toegevoegd. De berekening van de plaatsingsruimte voor dierlijke mest in 2019 is gebaseerd op nieuwe gegevens van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Als gevolg hiervan kunnen cijfers over de benutting van de plaatsingsruimte zijn gewijzigd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het eerste kwartaal van 2026 verschijnen de voorlopige cijfers over de mestproductie in 2025.

Toelichting onderwerpen

Productie en plaatsingruimte mest
Bedrijven zonder overproductie mineralen
Bedrijven waar de stikstof- en fosfaatproductie niet groter is dan de plaatsingsruimte voor dierlijke mest.

De stikstofproductie is berekend door de stikstofuitscheiding te verminderen met berekende stikstofverliezen uit stallen en mestopslagen volgens de rekenmethodiek van de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM). Deze verliezen zijn over het algemeen kleiner dan de forfaitaire verliezen op basis van de mestwetgeving. Bij het gebruik van berekende stikstofverliezen blijft er dus meer stikstof in de mest achter en zal er dus eerder sprake zijn van overproductie ten opzichte van de plaatsingsruimte. Wettelijk gezien is er pas sprake van overproductie als de mineralenuitscheiding gecorrigeerd voor forfaitaire verliezen hoger is dan de plaatsingsruimte.
Bedrijven zonder overproductie
Bedrijven zonder overproductie van stikstof en fosfaat, als percentage van het totale aantal landbouwbedrijven.
Rest. plaatsingsruimte stikstof (N)
Het verschil tussen plaatsingsruimte en stikstofproductie op bedrijven waar de stikstof- en fosfaatproductie binnen de plaatsingsruimte blijven. Er kan op deze bedrijven nog dierlijke mest worden aangevoerd.
Rest. plaatsingsruimte fosfaat (P205)
Het verschil tussen plaatsingsruimte en fosfaatproductie (P205) op bedrijven waar de fosfaat- en stikstofproductie binnen de plaatsingsruimte blijven. Er kan op deze bedrijven nog dierlijke mest worden aangevoerd.
Bedrijven met overproductie mineralen
Bedrijven waar de stikstof- of fosfaatproductie groter is dan de plaatsingsruimte op basis van de gebruiksnorm.

De stikstofproductie is berekend door de stikstofuitscheiding te verminderen met berekende stikstofverliezen uit stallen en mestopslagen volgens de rekenmethodiek van de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM), inclusief de afvoer via het spuiwater van luchtwassers. De gasvormige verliezen zijn over het algemeen kleiner dan de forfaitaire verliezen op basis van de mestwetgeving. Bij het gebruik van berekende stikstofverliezen blijft er dus meer stikstof in de mest achter en zal er dus eerder sprake zijn van overproductie ten opzichte van de plaatsingsruimte. Wettelijk gezien is er pas sprake van overproductie als de mineralenuitscheiding gecorrigeerd voor forfaitaire verliezen hoger is dan de plaatsingsruimte.
Bedrijven met overproductie
Bedrijven met overproductie van stikstof of fosfaat, als percentage van het totale aantal landbouwbedrijven.
Stikstofoverschot (N)
De stikstofproductie minus de plaatsingsruimte voor stikstof op bedrijven met overproductie van stikstof. Het kan voorkomen dat de plaatsingsruimte voor stikstof niet overschreden wordt, maar wel die van fosfaat. In dat geval moet toch mest worden afgevoerd en wordt het 'stikstofoverschot' bepaald door de verhouding tussen stikstof en fosfaat in de af te voeren mest.
Fosfaatoverschot (P205)
De fosfaatproductie minus de plaatsingsruimte voor fosfaat op bedrijven met overproductie van fosfaat. Het kan voorkomen dat de plaatsingsruimte voor fosfaat niet wordt overschreden, maar wel die van stikstof. In dat geval moet toch mest worden afgevoerd en wordt het 'fosfaatoverschot' bepaald door de verhouding tussen stikstof en fosfaat in de af te voeren mest.