Vermogen van huishoudens; huishoudenskenmerken, vermogensbestanddelen

Bekijk volledige tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Kenmerken van huishoudens Vermogensbestanddelen Particuliere huishoudens (x 1 000) Totaal vermogen (mld euro) Gemiddeld vermogen (1 000 euro) Mediaan vermogen (1 000 euro)
Particuliere huishoudens Vermogen 8.258,9 2.754,4 333,5 135,5
1 Bezittingen 8.258,9 3.769,7 456,4 307,0
1.1 Financiële bezittingen 8.127,8 617,9 76,0 23,7
1.1.1 Bank- en spaartegoeden 8.126,3 444,4 54,7 21,5
1.1.2 Effecten 1.594,3 173,5 108,8 15,0
1.2 Onroerend goed 4.684,8 2.415,8 515,7 419,5
1.2.1 Eigen woning 4.624,9 2.180,7 471,5 413,3
1.2.2 Onroerend goed, overig 578,6 235,0 406,2 203,7
1.3 Ondernemingsvermogen 1.042,4 102,4 98,2 17,5
1.4 Aanmerkelijk belang 515,6 563,3 1.092,4 197,5
1.5 Overige bezittingen 462,6 70,5 152,4 42,4
2 Schulden 6.013,7 1.015,3 168,8 108,1
2.1 Hypotheekschuld eigen woning 3.864,5 807,5 209,0 171,9
2.2 Studieschulden 1.389,2 28,8 20,7 11,8
2.3 Schulden, overig 4.113,7 179,0 43,5 0,9
Vermogen exclusief eigen woning 8.258,9 1.381,2 167,2 23,0
Type: Eenpersoonshuishouden Vermogen 3.236,2 573,6 177,2 18,7
1 Bezittingen 3.236,2 743,0 229,6 22,7
1.1 Financiële bezittingen 3.129,0 158,8 50,7 11,7
1.1.1 Bank- en spaartegoeden 3.127,8 114,3 36,5 10,8
1.1.2 Effecten 419,1 44,5 106,1 15,3
1.2 Onroerend goed 1.121,2 484,8 432,4 357,5
1.2.1 Eigen woning 1.096,8 441,4 402,5 354,4
1.2.2 Onroerend goed, overig 121,5 43,4 357,4 169,0
1.3 Ondernemingsvermogen 194,9 12,0 61,8 10,8
1.4 Aanmerkelijk belang 82,6 71,7 868,3 120,8
1.5 Overige bezittingen 113,4 15,6 137,4 39,0
2 Schulden 1.815,1 169,4 93,3 33,7
2.1 Hypotheekschuld eigen woning 822,3 125,1 152,2 127,0
2.2 Studieschulden 438,6 9,8 22,3 15,6
2.3 Schulden, overig 1.138,8 34,5 30,3 0,7
Vermogen exclusief eigen woning 3.236,2 257,3 79,5 9,6
Type: Meerpersoonshuishouden Vermogen 5.022,8 2.180,8 434,2 226,7
1 Bezittingen 5.022,8 3.026,7 602,6 417,2
1.1 Financiële bezittingen 4.998,8 459,1 91,8 33,8
1.1.1 Bank- en spaartegoeden 4.998,5 330,1 66,0 30,5
1.1.2 Effecten 1.175,2 129,0 109,8 14,9
1.2 Onroerend goed 3.563,6 1.930,9 541,9 439,1
1.2.1 Eigen woning 3.528,1 1.739,3 493,0 431,9
1.2.2 Onroerend goed, overig 457,1 191,6 419,2 213,0
1.3 Ondernemingsvermogen 847,5 90,3 106,6 19,4
1.4 Aanmerkelijk belang 433,0 491,5 1.135,1 215,0
1.5 Overige bezittingen 349,1 54,9 157,2 44,0
2 Schulden 4.198,6 845,9 201,5 147,1
2.1 Hypotheekschuld eigen woning 3.042,2 682,4 224,3 188,1
2.2 Studieschulden 950,6 19,0 20,0 10,2
2.3 Schulden, overig 2.974,9 144,5 48,6 1,0
Vermogen exclusief eigen woning 5.022,8 1.123,9 223,8 36,8
Type: Eenoudergezin Vermogen 588,9 107,5 182,6 18,5
1 Bezittingen 588,9 160,1 271,8 25,3
1.1 Financiële bezittingen 581,3 24,4 42,0 10,4
1.1.1 Bank- en spaartegoeden 581,3 19,5 33,6 9,9
1.1.2 Effecten 72,5 4,9 68,2 7,2
1.2 Onroerend goed 233,1 110,4 473,8 386,4
1.2.1 Eigen woning 228,5 100,1 437,9 382,3
1.2.2 Onroerend goed, overig 25,7 10,4 402,5 191,0
1.3 Ondernemingsvermogen 64,9 4,0 62,0 9,7
1.4 Aanmerkelijk belang 21,0 18,2 870,1 120,4
1.5 Overige bezittingen 18,7 2,9 156,4 36,8
2 Schulden 462,6 52,5 113,5 30,5
2.1 Hypotheekschuld eigen woning 207,0 40,3 194,7 160,1
2.2 Studieschulden 164,8 2,5 15,0 6,5
2.3 Schulden, overig 356,3 9,7 27,3 1,2
Vermogen exclusief eigen woning 588,9 47,8 81,1 7,5
Type: Paar, totaal Vermogen 4.271,8 2.002,0 468,6 254,8
1 Bezittingen 4.271,8 2.764,0 647,0 443,6
1.1 Financiële bezittingen 4.256,2 418,7 98,4 38,1
1.1.1 Bank- en spaartegoeden 4.255,9 298,3 70,1 34,3
1.1.2 Effecten 1.065,9 120,4 113,0 15,7
1.2 Onroerend goed 3.232,3 1.762,4 545,2 443,2
1.2.1 Eigen woning 3.203,5 1.590,2 496,4 436,0
1.2.2 Onroerend goed, overig 409,7 172,1 420,1 214,7
1.3 Ondernemingsvermogen 740,7 80,1 108,2 20,6
1.4 Aanmerkelijk belang 395,7 453,5 1.146,2 222,6
1.5 Overige bezittingen 315,0 49,3 156,5 43,5
2 Schulden 3.591,8 762,0 212,2 159,1
2.1 Hypotheekschuld eigen woning 2.751,8 618,9 224,9 190,1
2.2 Studieschulden 730,2 15,1 20,7 11,0
2.3 Schulden, overig 2.502,4 128,0 51,1 0,9
Vermogen exclusief eigen woning 4.271,8 1.030,6 241,3 42,8
Type: Paar, zonder kind Vermogen 2.301,7 1.075,1 467,1 264,4
1 Bezittingen 2.301,7 1.376,8 598,2 413,0
1.1 Financiële bezittingen 2.291,5 248,9 108,6 41,5
1.1.1 Bank- en spaartegoeden 2.291,4 173,4 75,7 37,1
1.1.2 Effecten 548,1 75,5 137,8 21,4
1.2 Onroerend goed 1.635,9 860,3 525,9 427,7
1.2.1 Eigen woning 1.617,8 772,7 477,6 420,5
1.2.2 Onroerend goed, overig 220,4 87,6 397,5 201,0
1.3 Ondernemingsvermogen 279,1 28,9 103,4 20,2
1.4 Aanmerkelijk belang 174,8 211,0 1.207,3 211,4
1.5 Overige bezittingen 173,3 27,8 160,4 50,0
2 Schulden 1.743,3 301,7 173,1 113,4
2.1 Hypotheekschuld eigen woning 1.259,2 235,6 187,1 150,3
2.2 Studieschulden 245,4 7,6 30,8 21,5
2.3 Schulden, overig 1.138,5 58,6 51,5 0,7
Vermogen exclusief eigen woning 2.301,7 538,0 233,8 44,6
Type: Paar, met kind(eren) Vermogen 1.970,1 926,9 470,5 246,5
1 Bezittingen 1.970,1 1.387,1 704,1 477,5
1.1 Financiële bezittingen 1.964,6 169,8 86,4 34,3
1.1.1 Bank- en spaartegoeden 1.964,6 124,9 63,6 31,1
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over de samenstelling van het vermogen van huishoudens naar kenmerken als samenstelling van het huishouden en leeftijd van de hoofdkostwinner, voornaamste inkomensbron, woonsituatie, inkomensgroep, vermogensgroep en vermogensklasse.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2006.
De gegevens betreffen de stand van het vermogen per 1 januari.

Status van de cijfers:
De cijfers over 2006 tot en met 2023 zijn definitief. De cijfers over 2024 zijn voorlopig.

Het samenstellen van de cijfers is per verslagjaar 2011 in vergelijking met voorgaande jaren op enkele onderdelen gewijzigd:
Vanaf 2011 is er completere informatie van bank- en spaartegoeden en effecten beschikbaar. Alle kleine tegoeden worden vanaf dat moment ook waargenomen. Hierdoor zijn er meer huishoudens met deze vermogensbestanddelen.
Vanaf 2011 is er completere informatie van de schulden beschikbaar. Studieschulden, belasting- en toeslagschulden en leningen bij banken worden vanaf dat moment volledig waargenomen. Vanaf 2014 worden ook zorgschulden waargenomen. Hierdoor zijn er meer huishoudens met overige schulden. Studieschulden behoorden t/m 2010 tot de overige schulden.

Wijzigingen per 8 oktober 2025:
Actualisatie met definitieve cijfers voor 2023 en voorlopige cijfers voor 2024.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers over 2025 komen in het najaar van 2026 beschikbaar.

Toelichting onderwerpen

Particuliere huishoudens
Aantal particuliere huishoudens met vermogen(sbestanddeel) per 1 januari van het verslagjaar.
Een particulier huishouden bestaat uit één of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf niet-bedrijfsmatig voorzien van de dagelijkse behoeften.
Totaal vermogen
Totale som van het vermogen(sbestanddeel) van particuliere huishoudens.
Gemiddeld vermogen
Gemiddeld vermogen(sbestanddeel) van particuliere huishoudens.
Mediaan vermogen
Mediaan vermogen(sbestanddeel) van particuliere huishoudens.
De mediaan is het middelste getal wanneer alle getallen van laag naar hoog worden gesorteerd.