Vermogen van huishoudens; huishoudenskenmerken, vermogensbestanddelen

Bekijk volledige tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Kenmerken van huishoudens Vermogensbestanddelen Particuliere huishoudens (x 1 000) Totaal vermogen (mld euro) Gemiddeld vermogen (1 000 euro) Mediaan vermogen (1 000 euro)
Hoofdkostwinner: westers Vermogen . . . .
1 Bezittingen . . . .
1.1 Financiële bezittingen . . . .
1.1.1 Bank- en spaartegoeden . . . .
1.1.2 Effecten . . . .
1.2 Onroerend goed . . . .
1.2.1 Eigen woning . . . .
1.2.2 Onroerend goed, overig . . . .
1.3 Ondernemingsvermogen . . . .
1.4 Aanmerkelijk belang . . . .
1.5 Overige bezittingen . . . .
2 Schulden . . . .
2.1 Hypotheekschuld eigen woning . . . .
2.2 Studieschulden . . . .
2.3 Schulden, overig . . . .
Vermogen exclusief eigen woning . . . .
Hoofdkostwinner: niet-westers Vermogen . . . .
1 Bezittingen . . . .
1.1 Financiële bezittingen . . . .
1.1.1 Bank- en spaartegoeden . . . .
1.1.2 Effecten . . . .
1.2 Onroerend goed . . . .
1.2.1 Eigen woning . . . .
1.2.2 Onroerend goed, overig . . . .
1.3 Ondernemingsvermogen . . . .
1.4 Aanmerkelijk belang . . . .
1.5 Overige bezittingen . . . .
2 Schulden . . . .
2.1 Hypotheekschuld eigen woning . . . .
2.2 Studieschulden . . . .
2.3 Schulden, overig . . . .
Vermogen exclusief eigen woning . . . .
Bron: Inkomen als werknemer/zelfstandige Vermogen 5.230,7 1.712,3 327,3 141,0
1 Bezittingen 5.230,7 2.545,2 486,6 338,4
1.1 Financiële bezittingen 5.146,9 339,9 66,0 23,0
1.1.1 Bank- en spaartegoeden 5.145,7 258,9 50,3 20,8
1.1.2 Effecten 1.150,7 81,0 70,4 10,2
1.2 Onroerend goed 3.215,4 1.650,3 513,2 419,5
1.2.1 Eigen woning 3.178,0 1.502,8 472,9 413,3
1.2.2 Onroerend goed, overig 377,0 147,5 391,3 212,4
1.3 Ondernemingsvermogen 955,2 95,2 99,7 18,1
1.4 Aanmerkelijk belang 399,1 420,6 1.053,8 196,4
1.5 Overige bezittingen 293,9 39,2 133,4 33,9
2 Schulden 4.394,2 832,9 189,6 139,8
2.1 Hypotheekschuld eigen woning 2.934,0 685,4 233,6 196,2
2.2 Studieschulden 1.218,8 26,1 21,4 12,4
2.3 Schulden, overig 3.075,1 121,4 39,5 0,9
Vermogen exclusief eigen woning 5.230,7 894,9 171,1 22,5
Bron: Inkomen als werknemer Vermogen 4.401,5 1.011,1 229,7 122,4
1 Bezittingen 4.401,5 1.631,5 370,7 318,4
1.1 Financiële bezittingen 4.324,9 257,6 59,6 22,1
1.1.1 Bank- en spaartegoeden 4.323,8 204,9 47,4 20,2
1.1.2 Effecten 932,9 52,7 56,5 9,6
1.2 Onroerend goed 2.653,7 1.248,3 470,4 406,0
1.2.1 Eigen woning 2.630,2 1.185,3 450,6 401,9
1.2.2 Onroerend goed, overig 237,1 63,1 266,1 175,0
1.3 Ondernemingsvermogen 373,6 18,8 50,2 10,3
1.4 Aanmerkelijk belang 157,1 90,3 575,1 58,2
1.5 Overige bezittingen 187,2 16,4 87,3 25,8
2 Schulden 3.660,0 620,4 169,5 135,9
2.1 Hypotheekschuld eigen woning 2.460,0 546,1 222,0 191,4
2.2 Studieschulden 1.062,4 23,0 21,7 12,7
2.3 Schulden, overig 2.476,6 51,2 20,7 0,7
Vermogen exclusief eigen woning 4.401,5 371,9 84,5 18,1
Bron: Inkomen als zelfstandige (totaal) Vermogen 829,2 701,2 845,6 300,0
1 Bezittingen 829,2 913,7 1.102,0 519,3
1.1 Financiële bezittingen 822,0 82,3 100,1 28,5
1.1.1 Bank- en spaartegoeden 821,8 54,0 65,7 24,3
1.1.2 Effecten 217,8 28,3 129,9 14,1
1.2 Onroerend goed 561,7 401,9 715,5 520,7
1.2.1 Eigen woning 547,8 317,5 579,6 491,8
1.2.2 Onroerend goed, overig 139,9 84,4 603,3 285,0
1.3 Ondernemingsvermogen 581,6 76,4 131,4 26,8
1.4 Aanmerkelijk belang 242,0 330,2 1.364,6 334,0
1.5 Overige bezittingen 106,6 22,9 214,4 51,9
2 Schulden 734,2 212,6 289,5 164,4
2.1 Hypotheekschuld eigen woning 474,0 139,3 293,9 226,8
2.2 Studieschulden 156,4 3,0 19,5 10,7
2.3 Schulden, overig 598,4 70,2 117,3 3,1
Vermogen exclusief eigen woning 829,2 523,0 630,7 95,5
Bron: Inkomen als zelfstandig ondernemer Vermogen 601,5 266,5 443,0 213,6
1 Bezittingen 601,5 358,7 596,4 410,3
1.1 Financiële bezittingen 595,8 41,3 69,4 23,0
1.1.1 Bank- en spaartegoeden 595,7 30,9 51,9 20,1
1.1.2 Effecten 135,3 10,4 76,9 11,7
1.2 Onroerend goed 373,7 208,8 558,7 457,7
1.2.1 Eigen woning 363,8 180,8 497,1 439,1
1.2.2 Onroerend goed, overig 76,0 27,9 367,9 232,0
1.3 Ondernemingsvermogen 550,5 74,8 135,8 28,1
1.4 Aanmerkelijk belang 51,2 27,9 546,1 52,0
1.5 Overige bezittingen 51,0 5,9 115,8 41,2
2 Schulden 520,6 92,3 177,2 125,0
2.1 Hypotheekschuld eigen woning 311,3 73,4 235,7 200,0
2.2 Studieschulden 115,7 2,2 19,3 10,6
2.3 Schulden, overig 419,1 16,7 39,8 2,4
Vermogen exclusief eigen woning 601,5 159,0 264,3 60,3
Bron: Inkomen als dir.-grootaandeelh. Vermogen 200,9 430,6 2.143,0 881,4
1 Bezittingen 200,9 548,9 2.731,8 1.297,8
1.1 Financiële bezittingen 200,5 39,6 197,6 53,7
1.1.1 Bank- en spaartegoeden 200,5 22,1 110,2 42,9
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over de samenstelling van het vermogen van huishoudens naar kenmerken als samenstelling van het huishouden en leeftijd van de hoofdkostwinner, voornaamste inkomensbron, woonsituatie, inkomensgroep, vermogensgroep en vermogensklasse.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2006.
De gegevens betreffen de stand van het vermogen per 1 januari.

Status van de cijfers:
De cijfers over 2006 tot en met 2023 zijn definitief. De cijfers over 2024 zijn voorlopig.

Het samenstellen van de cijfers is per verslagjaar 2011 in vergelijking met voorgaande jaren op enkele onderdelen gewijzigd:
Vanaf 2011 is er completere informatie van bank- en spaartegoeden en effecten beschikbaar. Alle kleine tegoeden worden vanaf dat moment ook waargenomen. Hierdoor zijn er meer huishoudens met deze vermogensbestanddelen.
Vanaf 2011 is er completere informatie van de schulden beschikbaar. Studieschulden, belasting- en toeslagschulden en leningen bij banken worden vanaf dat moment volledig waargenomen. Vanaf 2014 worden ook zorgschulden waargenomen. Hierdoor zijn er meer huishoudens met overige schulden. Studieschulden behoorden t/m 2010 tot de overige schulden.

Wijzigingen per 8 oktober 2025:
Actualisatie met definitieve cijfers voor 2023 en voorlopige cijfers voor 2024.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers over 2025 komen in het najaar van 2026 beschikbaar.

Toelichting onderwerpen

Particuliere huishoudens
Aantal particuliere huishoudens met vermogen(sbestanddeel) per 1 januari van het verslagjaar.
Een particulier huishouden bestaat uit één of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf niet-bedrijfsmatig voorzien van de dagelijkse behoeften.
Totaal vermogen
Totale som van het vermogen(sbestanddeel) van particuliere huishoudens.
Gemiddeld vermogen
Gemiddeld vermogen(sbestanddeel) van particuliere huishoudens.
Mediaan vermogen
Mediaan vermogen(sbestanddeel) van particuliere huishoudens.
De mediaan is het middelste getal wanneer alle getallen van laag naar hoog worden gesorteerd.