Kerncijfers wijken en buurten 2017

Kerncijfers wijken en buurten 2017

Wijken en buurten Regioaanduiding Indelingswijziging wijken en buurten (code) Inkomen Inkomen van personen Aantal inkomensontvangers   (aantal) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inwoner  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van personen 40% personen met laagste inkomen (%) Inkomen Inkomen van personen 20% personen met hoogste inkomen (%) Inkomen Inkomen van personen Actieven 15-75 jaar (%) Inkomen Inkomen van huishoudens 40% huishoudens met laagste inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens 20% huishoudens met hoogste inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishoudens met een laag inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huish. onder of rond sociaal minimum (%) Sociale zekerheid Personen per soort uitkering; Bijstand (aantal) Nabijheid voorzieningen Afstand tot huisartsenpraktijk (km) Nabijheid voorzieningen Afstand tot grote supermarkt (km) Nabijheid voorzieningen Afstand tot kinderdagverblijf (km)
Wijk 00 Annen 1 2.800 33,9 27,4 36,1 22,7 59,8 29,5 26,0 2,8 3,8 30 1,0 0,9 0,5
Wijk 01 Eext 1 1.200 31,0 25,4 38,7 19,0 59,0 31,6 21,3 6,1 5,3 20 3,5 0,9 1,3
Wijk 02 Anloo 1 400 29,8 25,2 47,7 17,3 46,2 38,6 19,5 11,7 10,7 30 1,9 2,7 2,2
Wijk 03 Gasteren 1 400 33,1 29,0 37,5 23,8 51,3 15,3 32,4 3,0 2,4 10 4,7 5,5 0,5
Wijk 04 Anderen 1 200 38,7 31,7 38,1 21,4 59,4 19,6 37,4 3,7 3,7 0 4,2 3,7 4,2
Wijk 05 Schipborg 1 500 39,6 32,7 34,0 28,0 48,7 24,5 33,6 3,3 2,9 10 2,5 1,7 1,3
Wijk 06 Eexterveen 1 300 35,3 27,6 33,5 28,6 63,6 18,9 32,6 1,7 2,3 0 7,1 7,1 0,6
Wijk 07 Spijkerboor 1 100 29,8 25,8 38,4 20,0 62,8 . . . . 0 5,1 4,3 0,7
Wijk 08 Nieuw-Annerveen 1 100 . 24,8 . . . . . . . 0 6,0 5,2 0,7
Wijk 09 Oud-Annerveen 1 100 35,7 29,3 31,4 29,5 57,8 . . . . 0 6,0 5,6 2,1
Wijk 11 Annerveenschekanaal 1 300 31,5 25,3 31,6 20,3 65,9 30,6 24,3 5,3 3,6 0 6,5 6,5 3,4
Wijk 12 Eexterveenschekanaal 1 200 28,9 23,3 39,9 17,2 56,9 34,7 9,1 5,1 4,2 10 4,8 5,1 2,2
Wijk 13 Eexterzandvoort 1 100 36,5 30,0 36,0 27,2 54,4 . . . . 0 4,6 4,7 3,2
Wijk 14 Gasselte 1 1.600 29,5 24,7 42,9 17,4 50,5 37,7 19,9 5,7 5,3 30 3,9 1,0 0,9
Wijk 15 Gasselternijveen 1 1.500 25,6 20,1 47,5 12,7 53,0 41,2 12,4 11,6 9,4 70 0,7 4,8 0,7
Wijk 16 Gasselternijveenschemond 1 600 29,3 24,6 41,5 17,9 59,6 31,4 20,6 4,6 3,9 10 3,3 2,1 2,3
Wijk 17 Gieten 1 4.100 31,4 25,7 40,6 19,4 56,5 35,2 21,3 4,5 4,6 100 0,8 0,8 0,6
Wijk 18 Gieterveen 1 1.000 29,7 23,9 39,1 17,2 61,3 32,2 20,7 5,7 5,1 20 5,0 6,2 1,3
Wijk 19 Rolde 1 3.600 32,5 27,5 39,1 20,1 55,1 29,3 23,3 3,6 2,9 50 1,4 1,0 0,9
Wijk 20 Grolloo 1 900 32,7 27,0 38,7 20,7 62,1 30,9 25,7 7,9 7,5 20 6,8 5,7 2,1
Wijk 21 Ekehaar 1 400 33,2 27,4 39,7 22,4 60,5 17,8 34,6 3,7 2,1 0 5,4 5,0 4,9
Wijk 00 Wijk en Aalburg 1 4.600 31,3 23,5 41,2 20,4 63,1 30,7 26,8 4,2 4,1 70 0,9 0,8 0,8
Wijk en Aalburg 1 3.800 30,5 22,7 41,6 19,4 61,9 32,0 24,1 4,3 4,3 60 0,7 0,6 0,6
Verspreide huizen Wijk en Aalburg 1 200 36,0 28,8 38,1 27,1 66,5 . . . . 0 2,1 1,5 2,0
Wijk 01 Veen 1 2.000 31,2 23,3 43,4 19,9 65,9 32,5 23,6 6,5 5,4 40 0,7 0,9 3,3
Wijk 02 Genderen 1 1.300 31,6 24,8 40,5 18,7 63,2 28,2 28,4 3,8 4,6 10 0,6 0,6 0,6
Wijk 03 Eethen 1 600 32,2 24,9 35,5 21,6 64,2 28,5 23,0 4,0 2,8 10 2,3 2,9 0,5
Wijk 04 Meeuwen 1 600 30,7 23,8 35,6 20,1 65,9 22,9 27,6 2,9 2,5 0 3,8 3,9 3,6
Wijk 05 Drongelen 1 300 31,0 24,9 39,6 20,8 64,6 24,7 25,9 3,2 1,9 0 4,0 4,5 2,3
Wijk 06 Babyloniënbroek 1 300 32,5 25,3 37,7 23,5 65,1 22,5 31,3 2,5 1,3 0 4,8 5,0 3,8
Wijk 00 Aalsmeer 1 9.800 35,3 29,0 37,5 21,8 62,9 34,3 25,7 4,3 4,5 140 0,9 0,6 0,8
Wijk 01 Kudelstraat en Kalslagen 1 7.200 35,5 27,7 32,6 24,0 68,8 26,9 29,4 3,4 3,3 70 0,8 0,9 0,5
Wijk 02 Oosteinde 1 7.400 40,1 30,1 34,1 29,9 68,0 24,2 40,9 3,8 3,5 60 0,9 0,9 0,7
Wijk 01 Buitengebied Aalten 1 3.200 28,8 23,3 42,6 16,4 63,8 24,2 30,1 4,0 4,3 20 3,6 3,0 2,5
Wijk 02 Bredevoort 1 1.600 28,2 23,0 39,9 14,2 64,1 33,0 18,5 4,4 3,4 20 1,0 0,8 3,0
Wijk 03 Aalten Kern 1 10.000 27,5 22,1 41,3 13,5 62,8 35,5 14,6 4,0 4,2 170 0,8 0,9 0,7
Wijk 04 Dinxperlo 1 6.500 27,2 22,1 43,0 12,5 59,3 37,3 15,3 5,7 5,0 160 1,0 1,1 0,9
Wijk 00 Noord 1 9.100 26,2 20,0 45,7 12,2 56,6 39,6 13,7 8,1 7,1 350 1,5 1,7 0,7
Wijk 01 Centrum 1 2.400 26,9 20,2 42,6 13,1 60,4 36,7 15,6 4,9 4,7 60 2,7 2,4 0,6
Wijk 02 Zuid 1 9.700 25,2 19,6 47,1 10,6 57,2 41,9 12,8 7,0 6,7 330 1,4 1,3 1,0
Wijk 01 Centrum 1 3.600 32,7 24,9 38,1 22,2 62,6 34,4 23,9 4,2 4,2 60 0,5 0,5 0,5
Wijk 02 Kinderdijk 1 2.900 31,2 23,7 40,6 21,0 63,9 36,1 22,9 7,7 7,0 80 1,4 0,6 0,3
Wijk 03 Blokweer 1 5.700 30,5 23,1 40,5 20,0 61,5 34,2 21,1 6,3 5,6 170 0,6 0,7 0,5
Wijk 04 Souburgh 1 2.700 30,1 23,4 45,6 17,1 54,0 40,5 20,7 5,0 4,7 70 1,1 0,6 0,4
Wijk 05 Bedrijventerrein 1 100 . 19,3 . . . . . . . 0 1,5 2,0 1,8
Wijk 06 Landelijk gebied 1 100 . . . . . . . . . 0 1,9 1,5 1,5
Wijk 01 Poortugaal-Noord 1 2.100 43,3 34,2 29,4 36,1 69,2 16,8 45,3 2,7 2,1 30 0,6 1,2 0,4
Wijk 02 Rhoon-Noord 1 1.500 40,9 33,2 30,7 30,7 63,2 29,4 27,2 6,4 5,4 20 0,6 1,5 0,9
Wijk 03 Poortugaal-Zuid 1 5.200 37,0 29,7 34,7 27,5 60,5 28,5 31,9 4,5 4,0 120 0,9 0,8 0,7
Wijk 04 Rhoon-Zuid 1 4.700 39,2 31,3 32,9 28,9 61,5 29,9 27,2 3,5 3,8 60 0,8 0,8 0,7
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.

Gegevens beschikbaar over: 2017.

Status van de cijfers:
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.
Aangezien deze tabel is stopgezet, worden gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per oktober 2024
De indicator ‘Gemiddelde woningwaarde’ binnen thema Wonen is alsnog hernoemd tot ‘Gemiddelde WOZ-waarde van woningen’ ten behoeve van de aansluiting op andere verslagjaren. De definitie in deze jaartabel is ongewijzigd gebleven.

Wijzigingen per juli 2023
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Regioaanduiding
De gemeenten in Nederland zijn onderverdeeld in wijken en buurten. Buurten vormen het laagste regionale niveau. Wijken zijn optellingen van één of meer aaneengesloten buurten. De gemeente bepaalt zelf de indeling in wijken en buurten. Het CBS coördineert landelijk deze indeling.

Wijk:
Onderdeel van een gemeente waarin een bepaalde vorm van bodemgebruik of bebouwing overheerst. Bijvoorbeeld: industriegebied, woongebied met hoogbouw of laagbouw. Een wijk bestaat uit één of meerdere buurten.

Buurt:
Onderdeel van een gemeente, dat vanuit bebouwingsoogpunt of sociaaleconomische structuur homogeen is afgebakend. Homogeen wil zeggen dat één functie dominant is, bijvoorbeeld woonfunctie (woongebied), werkfunctie (industriegebied) of recreatieve functie (natuurgebied). Functies kunnen echter ook gemengd voorkomen.
Indelingswijziging wijken en buurten
Deze indicator geeft per wijk en buurt aan of de cijfers uit deze tabel zonder problemen kunnen worden gekoppeld aan en vergeleken met de cijfers van een jaar eerder, of dat er wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling zijn waardoor dit niet kan. Detailinformatie over wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling kan worden verkregen door de wijk- en buurtkaart van twee opeenvolgende jaren met elkaar te vergelijken.

De indicator kent drie mogelijke waarden:
1: De codering en afbakening van deze wijk/buurt is ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Het is wel mogelijk dat een naamswijziging heeft plaatsgevonden. De cijfers kunnen worden gekoppeld en vergeleken met die van het voorgaande jaar.
2: De codering van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. De afbakening is ongewijzigd. Om te kunnen koppelen met cijfers van het voorgaande jaar zal eerst moeten worden achterhaald wat de codering van het voorgaande jaar was. Is de koppeling eenmaal geslaagd dan kunnen de cijfers alsnog met elkaar worden vergeleken.
3: De afbakening van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit kan gepaard zijn gegaan met een gewijzigde codering. De cijfers kunnen niet zonder meer worden vergeleken met die van het voorgaande jaar. Verschillen kunnen immers samenhangen met de verandering in de afbakening van de wijk of buurt.

Voor een wijk of buurt wordt alleen een wijziging in de afbakening geconstateerd wanneer een grens circa 5 meter of meer is verlegd. Kleinere grenswijzigingen worden niet als significant beschouwd.
Inkomen
Deze tabel geeft informatie over het persoonlijk inkomen van personen in particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen en het inkomen van particuliere huishoudens met een waargenomen inkomen. De gegevens komen uit de Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek (IIVS) met als populatie de bevolking van Nederland op 1 januari van het verslagjaar met het inkomen over het verslagjaar.

De Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek van het CBS is voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van Financiën (de fiscale registers) en de bevolkingsregisters van de Nederlandse gemeenten (Basisregistratie personen). De Basisregistratie personen is een register waarin alle inwoners van een gemeente behoren te zijn ingeschreven. Uitgezonderd zijn:
- Inwoners van Nederland die gebruik maken van uitzonderingsregels die gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (niet-Nederlandse diplomaten en niet-Nederlandse NAVO militairen). Zij mogen zelf bepalen of zij in de bevolkingsregisters ingeschreven worden of niet.
- Asielzoekers die korter dan zes maanden in de centrale opvang verblijven en nog geen verblijfsvergunning hebben gekregen.
Inkomen van personen
De doelpopulatie bestaat uit personen behorende tot particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.

De inkomensgegevens zijn gebaseerd op het persoonlijk inkomen. Dit omvat de volgende bestanddelen van het bruto-inkomen van een persoon:
- inkomen uit arbeid;
- inkomen uit eigen onderneming;
- uitkering inkomensverzekeringen;
- uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Aantal inkomensontvangers  
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens.
De cijfers zijn afgerond op honderdtallen.
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van personen met persoonlijk inkomen die deel uitmaken van particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
Gemiddeld inkomen per inwoner 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van de totale bevolking in particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 100 personen in particuliere huishoudens per regio.
40% personen met laagste inkomen
Aandeel personen in particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 40% personen met het laagste persoonlijk inkomen.
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Tot de laagste 40-procent-groep worden de veertig procent personen met het laagste persoonlijk inkomen gerekend.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.

20% personen met hoogste inkomen
Aandeel personen in particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 20% personen met het hoogste persoonlijk inkomen.
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Tot de hoogste 20-procent-groep worden de twintig procent personen met het hoogste persoonlijk inkomen gerekend.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
Actieven 15-75 jaar
Het aandeel personen van 15 tot 75 jaar in particuliere huishuishoudens met als persoonlijke voornaamste inkomensbron inkomen uit arbeid of inkomen uit eigen onderneming, uitgedrukt in hele procenten van het totale aantal personen van 15 tot 75 jaar in particuliere huishoudens.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen van 15 tot 75 jaar in particuliere huishoudens.

Inkomen van huishoudens
De doelpopulatie bestaat uit particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.
40% huishoudens met laagste inkomen
Aandeel particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 40% huishoudens met het laagste huishoudensinkomen.
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen.
De indeling vindt plaats nadat huishoudens landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Tot de laagste 40-procent-groep worden de veertig procent huishoudens met het laagste besteedbaar inkomen gerekend.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens per regio.

Het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met:
- betaalde inkomensoverdrachten, zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e);
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden;
- premies ziektekostenverzekeringen;
- belastingen op inkomen en vermogen.

20% huishoudens met hoogste inkomen
Aandeel particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 20% huishoudens met het hoogste huishoudensinkomen.
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen.
De indeling vindt plaats nadat huishoudens landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Tot de hoogste 20-procent-groep worden de twintig procent huishoudens met het hoogste besteedbaar inkomen gerekend.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens per regio.

Het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met:
- betaalde inkomensoverdrachten, zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e);
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden;
- premies ziektekostenverzekeringen;
- belastingen op inkomen en vermogen.
Huishoudens met een laag inkomen
Bij de bepaling van laag inkomen is van de particuliere huishoudens een aantal groepen niet meegenomen. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) het gehele jaar inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.

Om te bepalen of een huishouden een laag inkomen heeft, wordt het inkomen van een huishouden omgerekend tot het gestandaardiseerde inkomen (exclusief eventueel ontvangen huurtoeslag). Vervolgens wordt dit gestandaardiseerde inkomen (met het prijsindexcijfer) herleid naar het prijspeil in 2000. Het resulterende gestandaardiseerde en gedefleerde inkomen is laag wanneer het minder is dan 9249 euro. Deze grens komt ongeveer overeen met de koopkracht van een bijstandsuitkering voor een alleenstaande in 1979 toen deze op zijn hoogst was.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens behorende tot de doelpopulatie per regio.
Huish. onder of rond sociaal minimum
Huishoudens onder of rond het sociaal minimum.
Bij de bepaling van het sociaal minimum is van de particuliere huishoudens een aantal groepen niet meegenomen. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) het gehele jaar inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.

Het sociaal minimum is het wettelijk bestaansminimum zoals dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Om te kunnen beoordelen hoe het inkomen zich verhoudt tot het minimum, is aan de hand van de regelgeving vastgesteld welke norm voor het desbetreffende huishouden van toepassing is. De norm voor een (echt)paar met uitsluitend minderjarige kinderen is bijvoorbeeld gelijkgesteld aan de bijstandsuitkering van een echtpaar, aangevuld met de (leeftijdsafhankelijke) kinderbijslag. Bij 65-plussers is het bedrag aan AOW-pensioen als norm gekozen.
Het waargenomen inkomen van huishoudens, die uitsluitend op een bijstandsuitkering zijn aangewezen, wijkt in veel gevallen in geringe mate af van de vastgestelde normbedragen. Zouden de normbedragen als inkomensgrens worden gehanteerd, dan komt een deel van deze huishoudens met hun inkomen net boven het sociale minimum uit. Daarom is niet 100%, maar 101% van het sociaal minimum als inkomensgrens gehanteerd.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens behorende tot de doelpopulatie per regio.

Sociale zekerheid
Deze variabelen geven per gemeente, wijk en buurt inzicht in het aantal personen dat een uitkering ontvangt op grond van arbeidsongeschiktheid, bijstand, werkloosheid en ouderdom.
Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee uitkeringen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)) of twee uitkeringen van verschillende soort (zoals een uitkering op grond van de Werkloosheidswet en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld, in het eerste geval slechts één keer (bij de WAO).

Op het gebied van sociale zekerheid vinden er regelmatig revisies plaats. In deze KWB-tabel zijn de cijfers van 30 oktober 2020 opgenomen, bij latere revisies zullen deze niet meer aangepast worden. Later gereviseerde cijfers zijn te vinden via het thema sociale zekerheid in StatLine.
Personen per soort uitkering; Bijstand
Personen die een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet ontvangen.
Personen met een uitkering die verblijven in een instelling, de elders verzorgden, zijn niet inbegrepen. Ook dak- en thuislozen met bijstand zijn niet inbegrepen.

Participatiewet
De Participatiewet vervangt sinds 1 januari 2015 de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet Sociale Werkvoorziening (WsW) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong).De Participatiewet komt vrijwel overeen met de WWB, maar nog sterker wordt de nadruk gelegd op participatie aan het arbeidsproces.
De wet regelt in Nederland de ondersteuning bij arbeidsinschakeling en het verlenen van bijstand door gemeenten voor mensen die weinig of geen ander inkomen (waaronder andere uitkeringen) hebben en ook weinig of geen vermogen. Gemeenten voeren de wet uit en bepalen, binnen de wettelijke grenzen, hun eigen beleid.

Op het gebied van sociale zekerheid vinden er regelmatig revisies plaats. In deze KWB-tabel zijn de cijfers van 30 oktober 2020 opgenomen, bij latere revisies zullen deze niet meer aangepast worden. Later gereviseerde cijfers zijn te vinden via het thema sociale zekerheid in StatLine.
Nabijheid voorzieningen
Locatie die bezocht kan worden door personen. De locatie sluit aan bij het gebruik in het dagelijks leven.

De afstand tot een voorziening is berekend over verharde, door auto's te gebruiken wegen, dus niet over fiets- en voetpaden. Overtochten via veerboten zijn hierbij inbegrepen. Er wordt geen rekening gehouden met éénrichtingsverkeer en overige inrijverboden van toegangswegen tot rijks- of provinciale wegen.

Afstand tot huisartsenpraktijk
De gemiddelde afstand van alle inwoners in een gebied tot de dichtstbijzijnde huisartsenpraktijk, berekend over de weg.
.
De gemiddelde afstand is opgenomen wanneer van 90 procent of meer van de inwoners in de buurt de exacte ligging (x,y-coördinaat) van het adres kon worden vastgesteld. Daarnaast geldt dat het gemiddelde alleen is vermeld bij minimaal 10 inwoners per buurt.

Huisartsenpraktijk: Pand of ruimte waarin een of meer huisartsen (samen) werken.

Huisarts:
De huisarts is verantwoordelijk voor de algemene medische zorg. Hij/zij geeft persoonlijke en continue zorg aan een vaste praktijkpopulatie.
Afstand tot grote supermarkt
De gemiddelde afstand van alle inwoners in een gebied tot de dichtstbijzijnde grote supermarkt, berekend over de weg.

De gemiddelde afstand is opgenomen wanneer van 90 procent of meer van de inwoners in de buurt de exacte ligging (x,y-coördinaat) van het adres kon worden vastgesteld. Daarnaast geldt dat het gemiddelde alleen is vermeld bij minimaal 10 inwoners per buurt.

Grote supermarkt:
Winkel met meerdere soorten dagelijkse artikelen en een minimale oppervlakte van 150 m2.
Afstand tot kinderdagverblijf
De gemiddelde afstand van alle inwoners in een gebied tot het dichtstbijzijnde kinderdagverblijf, berekend over de weg.
.
De gemiddelde afstand is opgenomen wanneer van 90 procent of meer van de inwoners in de buurt de exacte ligging (x,y-coördinaat) van het adres kon worden vastgesteld. Daarnaast geldt dat het gemiddelde alleen is vermeld bij minimaal 10 inwoners per buurt.

Kinderdagverblijf:
Plaats waar kinderen van 0 tot 4 jaar gedurende één of meer dagdelen per week het hele jaar door worden opgevangen. Er kan voor meer dan 5 uur per dag van het kinderdagverblijf gebruik gemaakt worden en voor maximaal 10 dagdelen per week.