Zorginstellingen; financiële kengetallen

Zorginstellingen; financiële kengetallen

Zorginstellingen (SBI 2008) Perioden Aantal middelgr. en grote ondernemingen (aantal) Kengetallen; gemiddelden Solvabiliteit Totaal (%) Kengetallen; gemiddelden Solvabiliteit Kleiner dan 0% (%) Kengetallen; gemiddelden Solvabiliteit 0 tot 10% (%) Kengetallen; gemiddelden Solvabiliteit 10 tot 20% (%) Kengetallen; gemiddelden Solvabiliteit 20 tot 35% (%) Kengetallen; gemiddelden Solvabiliteit 35% of meer (%) Kengetallen; gemiddelden Weerstandsvermogen Totaal (%) Kengetallen; gemiddelden Weerstandsvermogen Kleiner dan 0% (%) Kengetallen; gemiddelden Weerstandsvermogen 0 tot 10% (%) Kengetallen; gemiddelden Weerstandsvermogen 10 tot 15% (%) Kengetallen; gemiddelden Weerstandsvermogen 15 tot 20% (%) Kengetallen; gemiddelden Weerstandsvermogen 20 tot 30% (%) Kengetallen; gemiddelden Weerstandsvermogen 30% of meer (%) Kengetallen; gemiddelden Liquiditeit Quick ratio Totaal (%) Kengetallen; gemiddelden Liquiditeit Quick ratio Kleiner dan 30% (%) Kengetallen; gemiddelden Liquiditeit Quick ratio 30 tot 70% (%) Kengetallen; gemiddelden Liquiditeit Quick ratio 70 tot 130% (%) Kengetallen; gemiddelden Liquiditeit Quick ratio 130% of meer (%) Kengetallen; gemiddelden Liquiditeit Current ratio Totaal (%) Kengetallen; gemiddelden Liquiditeit Current ratio Kleiner dan 30% (%) Kengetallen; gemiddelden Liquiditeit Current ratio 30 tot 70% (%) Kengetallen; gemiddelden Liquiditeit Current ratio 70 tot 130% (%) Kengetallen; gemiddelden Liquiditeit Current ratio 130% of meer (%) Kengetallen; gemiddelden Rentabiliteit Totaal (%) Kengetallen; gemiddelden Rentabiliteit Kleiner dan 0% (%) Kengetallen; gemiddelden Rentabiliteit 0 tot 2% (%) Kengetallen; gemiddelden Rentabiliteit 2 tot 4% (%) Kengetallen; gemiddelden Rentabiliteit 4% of meer (%) Kengetallen; gemiddelden Leverage (%) Kengetallen; gemiddelden Aandeel kapitaallasten (%) Kengetallen; gemiddelden Gem. leeftijd materiële vaste activa (jaren) Kengetallen; gemiddelden Debiteurentermijn (dagen) Kengetallen; gemiddelden Aandeel personeelskosten (%) Kengetallen; gemiddelden Opbrengsten per arbeidsjaar (euro) Kengetallen; gemiddelden Arbeidskosten per arbeidsjaar (euro) Kengetallen; gemiddelden Parttimefactor (%) Kengetallen; percentage instellingen Solvabiliteit Kleiner dan 0% (%) Kengetallen; percentage instellingen Solvabiliteit 0 tot 10% (%) Kengetallen; percentage instellingen Solvabiliteit 10 tot 20% (%) Kengetallen; percentage instellingen Solvabiliteit 20 tot 35% (%) Kengetallen; percentage instellingen Solvabiliteit 35% of meer (%) Kengetallen; percentage instellingen Weerstandsvermogen Kleiner dan 0% (%) Kengetallen; percentage instellingen Weerstandsvermogen 0 tot 10% (%) Kengetallen; percentage instellingen Weerstandsvermogen 10 tot 15% (%) Kengetallen; percentage instellingen Weerstandsvermogen 15 tot 20% (%) Kengetallen; percentage instellingen Weerstandsvermogen 20 tot 30% (%) Kengetallen; percentage instellingen Weerstandsvermogen 30% of meer (%) Kengetallen; percentage instellingen Liquiditeit Quick ratio Kleiner dan 30% (%) Kengetallen; percentage instellingen Liquiditeit Quick ratio 30 tot 70% (%) Kengetallen; percentage instellingen Liquiditeit Quick ratio 70 tot 130% (%) Kengetallen; percentage instellingen Liquiditeit Quick ratio 130% of meer (%) Kengetallen; percentage instellingen Liquiditeit Current ratio Kleiner dan 30% (%) Kengetallen; percentage instellingen Liquiditeit Current ratio 30 tot 70% (%) Kengetallen; percentage instellingen Liquiditeit Current ratio 70 tot 130% (%) Kengetallen; percentage instellingen Liquiditeit Current ratio 130% of meer (%) Kengetallen; percentage instellingen Rentabiliteit Kleiner dan 0% (%) Kengetallen; percentage instellingen Rentabiliteit 0 tot 2% (%) Kengetallen; percentage instellingen Rentabiliteit 2 tot 4% (%) Kengetallen; percentage instellingen Rentabiliteit 4% of meer (%) Kengetallen; percentage instellingen Totaal bedrijfsopbrengsten Minder dan 4 mln euro (%) Kengetallen; percentage instellingen Totaal bedrijfsopbrengsten 4 tot 10 mln euro (%) Kengetallen; percentage instellingen Totaal bedrijfsopbrengsten 10 tot 25 mln euro (%) Kengetallen; percentage instellingen Totaal bedrijfsopbrengsten 25 tot 75 mln euro (%) Kengetallen; percentage instellingen Totaal bedrijfsopbrengsten 75 tot 125 mln euro (%) Kengetallen; percentage instellingen Totaal bedrijfsopbrengsten 125 mln euro of meer (%)
86101-86103 Ziekenhuizen (geen GGZ) 2020 82 32 . . 17 29 40 27 . . 14 19 26 34 85 . 57 97 156 130 . 59 106 159 1 -2 1 3 . 58 7 9 24 55 141.250 68.950 76 0 0 7 46 46 0 0 6 9 55 30 1 30 57 11 0 5 52 43 11 71 15 4 0 0 0 15 6 79
86101 Universitair medische centra 2020 8 34 . . . 30 41 30 . . . . 28 . 90 . . 98 . 152 . . . 162 1 . 1 . . 60 7 9 23 61 145.600 78.350 81 0 0 0 50 50 0 0 0 0 62 38 0 25 75 0 0 0 25 75 12 75 12 0 0 0 0 0 0 100
86102 Algemene ziekenhuizen 2020 57 31 . . 17 28 40 25 . . . 19 24 33 85 . 59 97 158 121 . . 106 155 2 -1 1 3 . 57 8 9 25 52 140.650 64.300 74 0 0 9 49 42 0 0 5 12 54 28 2 35 54 9 0 5 61 33 7 74 16 4 0 0 0 2 4 95
86103 Categorale ziekenhuizen 2020 17 32 . . . 28 41 29 . . . . 26 37 72 . . 87 149 104 . . 108 154 1 -1 1 . . 48 7 10 20 64 124.250 70.200 76 0 0 6 35 59 0 0 12 0 53 35 0 18 59 24 0 6 35 59 24 59 12 6 0 0 0 65 18 18
86104 GGZ met overnachting 2020 139 35 . 2 16 29 53 25 . 4 14 19 25 45 96 . 53 97 227 147 . 53 111 194 1 -2 1 3 7 54 7 10 17 78 97.600 65.500 78 3 5 10 30 52 3 19 9 17 28 25 1 19 42 39 1 5 33 61 22 38 14 27 33 15 7 17 9 20
8720+87301 Gehandicaptenzorg 2020 507 42 -27 3 15 30 50 31 -8 6 14 18 25 45 115 25 57 101 203 127 21 58 100 195 2 -1 1 3 7 42 9 12 6 73 85.750 53.600 68 3 3 6 19 69 3 17 5 9 25 41 3 10 29 57 3 5 28 63 16 24 19 41 54 11 5 12 7 12
87901 Jeugdzorg met overnachting 2020 132 37 -45 2 16 28 50 20 -11 5 13 17 25 47 141 24 62 115 191 166 24 57 115 196 1 -2 0 3 11 55 4 11 15 72 98.500 61.850 78 8 9 14 17 52 8 25 11 10 21 25 6 10 31 52 5 4 35 55 27 19 13 41 65 8 7 16 1 3
87902 Maatschappelijke opvang (24-uurs) 2020 56 29 . . . 30 61 15 . 7 12 18 26 62 120 . 45 116 257 122 . . 119 251 3 -3 0 3 8 47 14 10 11 57 131.550 59.350 81 4 2 7 16 71 4 18 16 16 24 22 0 9 18 73 0 7 16 78 40 20 16 24 31 18 24 20 0 7
88991 Ambulante jeugdzorg 2020 89 31 -21 5 15 28 50 10 -6 6 13 17 26 38 148 . . 112 164 149 . . 112 166 1 -2 1 3 9 22 4 3 17 77 99.800 64.800 84 7 11 11 23 48 7 44 23 11 8 7 2 5 30 64 2 3 31 64 23 26 15 36 54 11 18 15 0 2
Verpleeg-, verzorgingshuizen, thuiszorg 2020 1.006 40 -32 5 14 30 48 28 -8 4 14 18 25 42 128 21 56 101 182 150 23 58 103 184 2 -3 1 3 6 53 8 11 8 76 80.300 50.300 61 6 6 5 25 58 6 19 11 9 19 36 3 11 34 52 1 6 30 63 13 24 27 35 36 15 17 16 8 10
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft door middel van financiële kengetallen inzicht in de verlies- en winstrekening, balans en personeelsinzet van groepen ondernemingen met als hoofdactiviteit ziekenhuiszorg, geestelijke gezondheidszorg met overnachting, gehandicaptenzorg, verpleeghuiszorg, thuiszorg, maatschappelijke opvang en vrouwenopvang en jeugdzorg. Dit betreft zowel publiek- als privaatgefinancierde ondernemingengroepen.
Vanaf 2015 is overgestapt op een volledige dekking van de beschouwde SBI-klassen inclusief privaatgefinancierde zorg. Verder zijn vanaf 2015 de dagbehandelcentra voor geestelijke gezondheidszorg uit de populatie verwijderd.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2015

Status van de cijfers:
2022 en 2021 zijn voorlopig, de overige jaren zijn definitief.

Wijzigingen per 14 december 2023:
De voorlopige cijfers over 2022 en de definitieve cijfers over 2021 zijn toegevoegd behalve voor 'Maatschappelijke opvang (24-uurs)', 'Jeugdzorg met overnachting' en 'Ambulante jeugdzorg'.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het eerste kwartaal van 2024 worden de voorlopige cijfers over 2022 toegevoegd voor 'Maatschappelijke opvang (24-uurs)', 'Jeugdzorg met overnachting' en 'Ambulante jeugdzorg' en worden de cijfers van deze sectoren over 2021 definitief.
In het laatste kwartaal van 2024 worden voorlopige cijfers over 2023 toegevoegd voor alle sectoren, behalve voor 'Maatschappelijke opvang (24-uurs)', 'Jeugdzorg met overnachting' en 'Ambulante jeugdzorg'.

Toelichting onderwerpen

Aantal middelgr. en grote ondernemingen
Het aantal middelgrote en grote ondernemingen, afgebakend als de ondernemingen die tenminste één bedrijfseenheid bevatten met meer dan 10 werknemers óf bedrijfsopbrengsten van meer dan 700.000 euro óf totaal activa van meer dan 350.000 euro. Dit ter onderscheid van de kleine ondernemingen die in de zorgsector ook veel voorkomen.

De (groep van) onderneming(en) is de eenheid die feitelijk optreedt als financiële transactor.

Operationeel wordt de (groep van) onderneming(en) gedefinieerd als de meest omvattende verzameling van in Nederland gevestigde juridische eenheden waarover zeggenschap kan worden uitgeoefend. Een ondernemingengroep wordt ook wel aangeduid met concern.
Kengetallen; gemiddelden
De diverse kengetallen zijn berekend uit de verhouding tussen totaalcijfers voor gerelateerde variabelen per SBI en per jaar. Voor de gemiddelden per kengetal per grootteklasse, zijn de kengetallen berekend uit de totaalcijfers van de betreffende groep instellingen die tot deze klasse behoort. De ratio solvabiliteit (10 tot 20%) is bijvoorbeeld berekend uit het totaal eigen vermogen van de groep ondernemingen met een solvabiliteit van 10 tot 20% gedeeld door het balanstotaal van deze zelfde groep ondernemingen. Het kengetal voor het totaal van de SBI kan geschreven worden als het gemiddelde van de kengetallen van de tot de SBI behorende instellingen, waarbij gewogen wordt met het relatieve aandeel in de noemer-variabele (in het bovenstaande voorbeeld: balanstotaal).
Solvabiliteit
Totaal eigen vermogen gedeeld door balanstotaal (totaal activa).
De solvabiliteit van een onderneming geeft aan in welke mate de onderneming op een bepaald moment in staat is om aan haar totale verplichtingen te voldoen.
Totaal
Kleiner dan 0%
0 tot 10%
10 tot 20%
20 tot 35%
35% of meer
Weerstandsvermogen
Totaal eigen vermogen gedeeld door totale bedrijfsopbrengsten.
Het weerstandsvermogen geeft aan of in geval van faillissement er voldoende eigen vermogen is om de leningen te kunnen aflossen.
Totaal
Kleiner dan 0%
0 tot 10%
10 tot 15%
15 tot 20%
20 tot 30%
30% of meer
Liquiditeit
Onder de liquiditeit van een onderneming wordt verstaan: het vermogen om op korte termijn aan haar verplichtingen te voldoen.
Een lagere liquiditeit duidt op minder beschikbare liquide middelen voor het voldoen aan verplichtingen op (zeer) korte termijn. De liquiditeit wordt in deze tabel weergegeven via de kengetallen Quick ratio en Current ratio. In de berekening van de Quick ratio worden de minst liquide balansposten van de vlottende activa, zoals voorraden en vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging tot verslagjaar 2022 niet meegenomen. De Quick ratio geeft daarmee de liquiditeitspositie voor verplichtingen op zeer korte termijn weer.
Per verslagjaar 2022 is er een wijziging in de afleiding. Vanaf 2022 worden alle kortlopende vorderingen en schulden meegenomen voor de Quick ratio. Dit omdat er geen uitgesplitste gegevens meer voorhanden zijn over de vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging. Omdat de vorderingen uit hoofde van bekostiging vaak groter zijn dan de schulden uit hoofde van bekostiging is het cijfer vanaf 2022 significant gestegen. Voorraden en onderhanden werk tellen, net als bij oudere verslagjaren, niet mee als vlottend kapitaal.

De Current ratio geeft de liquiditeitspositie voor verplichtingen op korte termijn weer.
Let wel: de kengetallen geven slechts informatie op een bepaald moment (balansstand aan einde van het jaar).
Quick ratio
Vlottend kapitaal minus voorraden gedeeld door kortlopende schulden.
Onder vlottend kapitaal wordt verstaan de som van de liquide middelen en die bezittingen die snel in liquide middelen om te zetten zijn, zoals effecten, debiteuren en overige kortlopende vorderingen. De voorraden zijn vaak iets minder liquide, daarom worden de voorraden buiten beschouwing gelaten. Ook het onderhanden werk uit hoofde van DiagnoseBehandelingCombinaties (DBC's), de nog te factureren omzet van DBC-zorgproducten en de vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging worden niet meegenomen in de berekening van de Quick ratio.

Per verslagjaar 2022 is er een wijziging in de afleiding. Vanaf 2022 worden alle kortlopende vorderingen en schulden meegenomen. Dit omdat er geen uitgesplitste gegevens meer voorhanden zijn over de vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging. Omdat de vorderingen uit hoofde van bekostiging vaak groter zijn dan de schulden uit hoofde van bekostiging is het cijfer vanaf 2022 significant gestegen. Voorraden en onderhanden werk tellen, net als bij oudere verslagjaren, niet mee als vlottend kapitaal.
Totaal
Kleiner dan 30%
30 tot 70%
70 tot 130%
130% of meer
Current ratio
Vlottend kapitaal inclusief voorraden gedeeld door kortlopende schulden.
Onder vlottend kapitaal wordt verstaan de som van voorraden (incl. onderhanden werk uit hoofde van DiagnoseBehandelingCombinaties (DBC's)), liquide middelen en die bezittingen die snel in liquide middelen om te zetten zijn, zoals effecten, debiteuren en overige kortlopende vorderingen. Voor de berekening van de Current ratio worden de vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging wel meegenomen.
Totaal
Kleiner dan 30%
30 tot 70%
70 tot 130%
130% of meer
Rentabiliteit
Rentabiliteit is de som van het bedrijfsresultaat, financieel resultaat en buitengewoon resultaat, gedeeld door de totale bedrijfsopbrengsten.
De rentabiliteit zegt iets over de winstgevendheid van de onderneming.
Totaal
Kleiner dan 0%
0 tot 2%
2 tot 4%
4% of meer
Leverage
Langlopende leningen gedeeld door materiële vaste activa.
Dit kengetal geeft aan in hoeverre de materiële vaste activa met langlopend krediet zijn gefinancierd. Alternatieven voor financiering met langlopend krediet zijn eigen middelen en/of kortlopend krediet.
Aandeel kapitaallasten
Kapitaallasten (som van afschrijvingen, kosten van huur en lease van kapitaalgoederen en financiële lasten) gedeeld door de totale bedrijfsopbrengsten.
Gem. leeftijd materiële vaste activa
Gemiddelde leeftijd van de materiële vaste activa (MVA) in jaren, berekend uit balansstand MVA gedeeld door afschrijvingen.
Debiteurentermijn
Vorderingen op debiteuren gedeeld door totale bedrijfsopbrengsten vermenigvuldigd met 365.
De debiteurentermijn geeft een indicatie (in aantal dagen) van het betaalgedrag van klanten.
Aandeel personeelskosten
Arbeidskosten en overige personeelskosten gedeeld door totaal bedrijfskosten.
Arbeidskosten is het totaal van lonen en salarissen, pensioenlasten en sociale lasten. Overige personeelskosten is de som van de kosten voor uitzendkrachten, gedetacheerd en overig ingeleend personeel, kosten van opleidingen verzorgd door derden en overige kosten voor personeel.
Opbrengsten per arbeidsjaar
Totale bedrijfsopbrengsten gedeeld door totaal aantal arbeidsjaren werknemers.
Arbeidsjaren is een maat voor het arbeidsvolume die wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) in een jaar om te rekenen naar voltijdequivalenten (vte). Werknemers zijn personen die in een bepaalde periode arbeid verrichten voor loon of salaris, in geld of in natura.
De gegevens over de arbeidsjaren zijn afkomstig van bedrijfsgegevens uit de Loonaangifteketen (Polisadministratie) van de Belastingdienst en het UWV.

De cijfers zijn afgerond op vijftigtallen.
Arbeidskosten per arbeidsjaar
Arbeidskosten gedeeld door totaal aantal arbeidsjaren werknemers.
Arbeidskosten: het totaal van lonen en salarissen, pensioenlasten en sociale lasten. Arbeidsjaren is een maat voor het arbeidsvolume die wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) in een jaar om te rekenen naar voltijdequivalenten (vte). Werknemers zijn personen die in een bepaalde periode arbeid verrichten voor loon of salaris, in geld of in natura.
De gegevens over de arbeidsjaren zijn afkomstig van bedrijfsgegevens uit de Loonaangifteketen (Polisadministratie) van de Belastingdienst en het UWV.

De cijfers zijn afgerond op vijftigtallen.
Parttimefactor
Totaal aantal arbeidsjaren werknemers gedeeld door totaal aantal banen werknemers.
Aantal Arbeidsjaren werknemers: Arbeidsjaren is een maat voor het arbeidsvolume die wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) in een jaar om te rekenen naar voltijdequivalenten (vte).
Aantal banen werknemers: Een baan werknemer is een arbeidsplaats die bezet wordt door een werknemer. Omdat één persoon meerdere banen kan hebben is het aantal banen gelijk aan of groter dan het aantal werkzame personen.
Werknemers zijn personen die in een bepaalde periode arbeid verrichten voor loon of salaris, in geld of in natura.
De gegevens over de arbeidsjaren en banen zijn afkomstig van bedrijfsgegevens uit de Loonaangifteketen (Polisadministratie) van de Belastingdienst en het UWV.
Kengetallen; percentage instellingen
Kengetallen; percentage instellingen
Percentage instellingen per SBI-klasse ingedeeld naar grootteklasse van het betreffende kengetal.
De percentages instellingen voor een kengetal over de diverse grootteklassen tellen per jaar per SBI op tot 100% en geven daarom een overzicht van de verdeling over instellingen van een kengetal binnen een SBI-klasse.
De percentages zijn berekend op basis van ondernemingen waarvan een jaarrekening beschikbaar is.
Solvabiliteit
Totaal eigen vermogen gedeeld door balanstotaal (totaal activa).
De solvabiliteit van een onderneming geeft aan in welke mate de onderneming op een bepaald moment in staat is om aan haar totale verplichtingen te voldoen.
Kleiner dan 0%
0 tot 10%
10 tot 20%
20 tot 35%
35% of meer
Weerstandsvermogen
Totaal eigen vermogen gedeeld door totale bedrijfsopbrengsten.
Het weerstandsvermogen geeft aan of in geval van faillissement er voldoende eigen vermogen is om de leningen te kunnen aflossen.
Kleiner dan 0%
0 tot 10%
10 tot 15%
15 tot 20%
20 tot 30%
30% of meer
Liquiditeit
Onder de liquiditeit van een onderneming wordt verstaan: het vermogen om op korte termijn aan haar verplichtingen te voldoen.
Een lagere liquiditeit duidt op minder beschikbare liquide middelen voor het voldoen aan verplichtingen op (zeer) korte termijn. De liquiditeit wordt in deze tabel weergegeven via de kengetallen Quick ratio en Current ratio. In de berekening van de Quick ratio worden de minst liquide balansposten van de vlottende activa, zoals voorraden en vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging tot verslagjaar 2022 niet meegenomen. De Quick ratio geeft daarmee de liquiditeitspositie voor verplichtingen op zeer korte termijn weer.
Per verslagjaar 2022 is er een wijziging in de afleiding. Vanaf 2022 worden alle kortlopende vorderingen en schulden meegenomen voor de Quick ratio. Dit omdat er geen uitgesplitste gegevens meer voorhanden zijn over de vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging. Omdat de vorderingen uit hoofde van bekostiging vaak groter zijn dan de schulden uit hoofde van bekostiging is het cijfer vanaf 2022 significant gestegen. Voorraden en onderhanden werk tellen, net als bij oudere verslagjaren, niet mee als vlottend kapitaal.

De Current ratio geeft de liquiditeitspositie voor verplichtingen op korte termijn weer.
Let wel: de kengetallen geven slechts informatie op een bepaald moment (balansstand aan einde van het jaar).
Quick ratio
Vlottend kapitaal minus voorraden gedeeld door kortlopende schulden.
Onder vlottend kapitaal wordt verstaan de som van de liquide middelen en die bezittingen die snel in liquide middelen om te zetten zijn, zoals effecten, debiteuren en overige kortlopende vorderingen. De voorraden zijn vaak iets minder liquide, daarom worden de voorraden buiten beschouwing gelaten. Ook het onderhanden werk uit hoofde van DiagnoseBehandelingCombinaties (DBC's), de nog te factureren omzet van DBC-zorgproducten en de vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging worden niet meegenomen in de berekening van de Quick ratio.

Per verslagjaar 2022 is er een wijziging in de afleiding. Vanaf 2022 worden alle kortlopende vorderingen en schulden meegenomen. Dit omdat er geen uitgesplitste gegevens meer voorhanden zijn over de vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging. Omdat de vorderingen uit hoofde van bekostiging vaak groter zijn dan de schulden uit hoofde van bekostiging is het cijfer vanaf 2022 significant gestegen. Voorraden en onderhanden werk tellen, net als bij oudere verslagjaren, niet mee als vlottend kapitaal.
Kleiner dan 30%
30 tot 70%
70 tot 130%
130% of meer
Current ratio
Vlottend kapitaal inclusief voorraden gedeeld door kortlopende schulden.
Onder vlottend kapitaal wordt verstaan de som van voorraden (incl. onderhanden werk uit hoofde van DiagnoseBehandelingCombinaties (DBC's)), liquide middelen en die bezittingen die snel in liquide middelen om te zetten zijn, zoals effecten, debiteuren en overige kortlopende vorderingen. Voor de berekening van de Current ratio worden vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging wel meegenomen.
Kleiner dan 30%
30 tot 70%
70 tot 130%
130% of meer
Rentabiliteit
Rentabiliteit is de som van het bedrijfsresultaat, financieel resultaat en buitengewoon resultaat, gedeeld door de totale bedrijfsopbrengsten.
De rentabiliteit zegt iets over de winstgevendheid van de onderneming.
Kleiner dan 0%
0 tot 2%
2 tot 4%
4% of meer
Totaal bedrijfsopbrengsten
Percentage instellingen per SBI-klasse ingedeeld naar grootte van de totale bedrijfsopbrengsten.
Minder dan 4 mln euro
4 tot 10 mln euro
10 tot 25 mln euro
25 tot 75 mln euro
75 tot 125 mln euro
125 mln euro of meer