Zorginstellingen; kerncijfers

Zorginstellingen; kerncijfers

Bedrijfstakken/branches (SBI 2008) Perioden Middelgrote en grote ondernemingen Aantal middelgr. en grote ondernemingen (aantal) Middelgrote en grote ondernemingen Verlies- en winstrekening Bedrijfskosten Afschrijvingen vaste activa incl... (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Verlies- en winstrekening Resultaat voor belastingen (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Balans Balans activa eindstand Kortlopende vorderingen (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Balans Balans passiva eindstand Voorzieningen (mln euro) Kleine ondernemingen Aantal kleine ondernemingen (aantal)
86101 Universitair medisch centra 2024* 7 578 216 2.403 769 0
86102 Algemene ziekenhuizen 2024* 57 1.226 454 4.006 915 0
86103 Categorale ziekenhuizen 2024* 16 90 43 357 41 0
86104 GGZ met overnachting 2024* 165 246 208 1.190 231 350
8720+87301 Gehandicaptenzorg 2024* 647 517 363 911 377 2.050
87901 Jeugdzorg met overnachting 2024* . . . . . .
87902 Maatschappelijke opvang (24-uurs) 2024* 62 125 35 246 113 200
88991 Ambulante jeugdzorg 2024* . . . . . .
Verpleeg-, verzorgingshuizen, thuiszorg 2024* 1.048 910 976 2.004 795 37.200
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat informatie over de verlies- en winstrekening, balans, investeringen en personeelsinzet van groepen ondernemingen met als hoofdactiviteit ziekenhuiszorg, geestelijke gezondheidszorg met overnachting, gehandicaptenzorg, verpleeghuiszorg, thuiszorg, maatschappelijke opvang en vrouwenopvang en jeugdzorg. Dit betreft zowel publiek- als privaatgefinancierde ondernemingengroepen.

Vanaf 2015 is overgestapt op een volledige dekking van de beschouwde SBI-klassen inclusief privaatgefinancierde zorg en kleine ondernemingen. Van de kleine ondernemingen worden slechts enkele variabelen omtrent werknemers en zelfstandigen meegenomen. Verder zijn vanaf 2015 de dagbehandelcentra voor geestelijke gezondheidszorg uit de populatie verwijderd, omdat deze samen met de praktijken van psychiaters in de betreffende SBI-klasse in de tabel van de statistieken over zorgpraktijken zullen worden meegenomen.

In 2017 heeft er een stelselwijziging plaatsgevonden rondom het verwerken van (toekomstige) kosten voor groot onderhoud op de balans. Voorheen werd de egalisatie- of kostenvoorziening methodiek toegepast, ook wel voorziening groot onderhoud genoemd. Vanaf 2017 zijn een deel van de zorginstellingen geleidelijk overgestapt op de componentenbenadering. Internationaal is dit al de enige toegestane methodiek. In de cijfers over 2018 wordt dit bij verschillende sectoren, met name bij ziekenhuizen, zichtbaar aan de passivazijde. De voorzieningen nemen af en het eigen vermogen neemt toe. Met de componentenbenadering vindt nog verdere spreiding van de onderhoudskosten plaats.

In verslagjaar 2020 kregen zorgprofessionals een uitkering van 1.000 euro netto, een bonus voor 'de uitzonderlijke prestaties die zij leveren in de strijd tegen corona'. De uitkering is door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verstrekt aan zorgaanbieders, die de zorgbonus vervolgens uitbetalen aan de eigen medewerkers en de bij de zorgaanbieders werkzame zelfstandigen en uitzendkrachten. De zorgaanbieders ontvingen tevens een opslag op het bonusbedrag, vanwege de belastingafdracht die zij moeten doen om de zorgverlener een netto bonus uit te kunnen betalen. Het totale bedrag, inclusief opslag, is opgenomen onder de 'Subsidies'. De uitbetaling van de zorgbonus evenals de belastingafdracht vanwege de zorgbonus zijn opgenomen onder de personeelskosten.
In verslagjaar 2021 is opnieuw een zorgbonus uitgekeerd. Zorgverleners aan wie de zorgbonus 2021 is toegekend kregen 385 euro netto op hun rekening bijgeschreven.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2015

Status van de cijfers:
Het laatste jaar is voorlopig, de overige jaren zijn definitief.

Wijzigingen per 9 december 2025:
De voorlopige cijfers over 2024 en de definitieve cijfers over 2023 zijn toegevoegd behalve voor 'Jeugdzorg met overnachting' en 'Ambulante jeugdzorg'.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het eerste kwartaal van 2026 worden de voorlopige cijfers over 2024 toegevoegd voor 'Jeugdzorg met overnachting' en 'Ambulante jeugdzorg' en worden de cijfers van deze sectoren over 2023 definitief.
In het laatste kwartaal van 2026 worden voorlopige cijfers over 2025 toegevoegd voor alle sectoren, behalve voor 'Maatschappelijke opvang (24-uurs)', 'Jeugdzorg met overnachting' en 'Ambulante jeugdzorg'.


Toelichting onderwerpen

Middelgrote en grote ondernemingen
Ondernemingen die tenminste één bedrijfseenheid bevatten met meer dan 10 werknemers óf bedrijfsopbrengsten van meer dan 700.000 euro óf totaal activa van meer dan 350.000 euro. Dit ter onderscheid van de kleine ondernemingen die in de zorgsector ook veel voorkomen.
Van de grote en middelgrote ondernemingen zijn meer financiële gegevens beschikbaar dan van de kleine ondernemingen.
Aantal middelgr. en grote ondernemingen
Het aantal grote en middelgrote ondernemingen, afgebakend als de ondernemingen die tenminste één bedrijfseenheid bevatten met meer dan 10 werknemers óf bedrijfsopbrengsten van meer dan 700.000 euro óf totaal activa van meer dan 350.000 euro. Dit ter onderscheid van de kleine ondernemingen die in de zorgsector ook veel voorkomen.

De (groep van) onderneming(en) is de eenheid die feitelijk optreedt als financiële transactor.

Operationeel wordt de (groep van) onderneming(en) gedefinieerd als de meest omvattende verzameling van in Nederland gevestigde juridische eenheden waarover zeggenschap kan worden uitgeoefend. Een ondernemingengroep wordt ook wel aangeduid met concern.

Verlies- en winstrekening
Bedrijfskosten
De kosten die zijn gemaakt om de bedrijfsopbrengsten te realiseren, te weten de inkoopwaarde van de omzet, de arbeidskosten, de afschrijvingen op vaste activa en de zogenaamde overige bedrijfskosten.
Afschrijvingen vaste activa incl...
Afschrijvingen vaste activa inclusief bijzondere waardeverminderingen.
De waardevermindering van duurzame productiemiddelen, zoals machines, gebouwen, vervoermiddelen en software, als gevolg van normale slijtage en voorzienbare economische veroudering. Inclusief bijzondere waardeverminderingen waarbij wordt vastgesteld dat de reële waarde van een actief lager is dan de boekwaarde. Daarnaast kunnen bijzondere waardeverminderingen voorkomen bij vaste activa waarop niet wordt afgeschreven en bij financiële vaste activa.
Resultaat voor belastingen
De som van het bedrijfsresultaat, het financieel resultaat en het saldo buitengewone baten/lasten (alleen 2015).
Balans
Balans activa eindstand
Totaal activa op 31 december van verslagjaar.

De balans is een overzicht van de activa en de passiva van een sector of land op een bepaald moment. De activa bestaan onder meer uit machines, gebouwen, niet-geproduceerde activa (zoals grond en minerale reserves), vorderingen en aandelenbezit. De passiva kunnen worden onderscheiden in schulden en eigen vermogen.
Kortlopende vorderingen
Kortlopende vorderingen (inclusief vorderingen uit hoofde van bekostiging). Bedragen die in het komende jaar opvorderbaar zijn.
Balans passiva eindstand
Totaal passiva op 31 december van verslagjaar.

De balans is een overzicht van de activa en de passiva van een sector of land op een bepaald moment. De activa bestaan onder meer uit machines, gebouwen, niet-geproduceerde activa (zoals grond en minerale reserves), vorderingen en aandelenbezit. De passiva kunnen worden onderscheiden in schulden en eigen vermogen.
Voorzieningen
Bedrag dat op de balans apart is gezet voor bepaalde in de toekomst te verrichten uitgaven waarvan de grootte nog niet zeker is. Bijvoorbeeld onderhoudsvoorzieningen.

Ook zijn hieronder de voorzieningen uit hoofde van het macrobeheersinstrument meegenomen. Het macrobeheersinstrument wordt door de minister van VWS ingezet om overschrijdingen van het macrokader zorg terug te vorderen bij instellingen voor medisch specialistische zorg.

In 2017 heeft er een stelselwijziging plaatsgevonden rondom het verwerken van (toekomstige) kosten voor groot onderhoud op de balans. Voorheen werd de egalisatie- of kostenvoorziening methodiek toegepast, ook wel voorziening groot onderhoud genoemd. Vanaf 2017 is een deel van de zorginstellingen geleidelijk overgestapt op de componentenbenadering. Internationaal is dit al de enige toegestane methodiek. In de cijfers over 2018 wordt dit bij verschillende sectoren, met name bij ziekenhuizen, zichtbaar aan de passivazijde. De voorzieningen nemen af en het eigen vermogen neemt toe. Met de componentenbenadering vindt nog verdere spreiding van de onderhoudskosten plaats.
Kleine ondernemingen
Kleine ondernemingen in de zorgsector zijn de ondernemingen die geen enkele bedrijfseenheid bevatten met meer dan 10 werknemers en geen enkele bedrijfseenheid met bedrijfsopbrengsten van meer dan 700.000 euro en geen enkele bedrijfseenheid met totaal activa van meer dan 350.000 euro. Dit ter onderscheid van de grote en middelgrote ondernemingen.

Van kleine ondernemingen zijn minder gegevens beschikbaar omdat een deel van de kleine ondernemingen geen Zvw, Wlz en/of Jeugdwet-gefinancierde zorg leveren en daardoor niet verplicht zijn mee te doen aan de databank DigiMV van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Daarnaast geldt voor een ander deel van de kleine ondernemingen een beperkte verantwoording via DigiMV.
Van kleine ondernemingen worden in deze tabel alleen banen, arbeidsjaren en lonen en van zelfstandigen alleen de aantallen en winst gepubliceerd. De gegevens zijn afkomstig van bedrijfsgegevens uit de Loonaangifteketen (Polisadministratie) van de Belastingdienst en het UWV.

Aantal kleine ondernemingen
Het aantal kleine ondernemingen en zelfstandigen in de zorgsector.

De grens voor kleine ondernemingen is getrokken bij ondernemingen die geen enkele bedrijfseenheid bevatten met meer dan 10 werknemers en geen enkele bedrijfseenheid met bedrijfsopbrengsten van meer dan 700.000 euro en geen enkele bedrijfseenheid met totaal activa van meer dan 350.000 euro. Dit ter onderscheid van de grote en middelgrote ondernemingen.

De cijfers zijn afgerond op vijftigtallen.