Zorginstellingen; financiën en personeel
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat informatie over de verlies- en winstrekening, balans, investeringen en personeelsinzet van groepen ondernemingen met als hoofdactiviteit ziekenhuiszorg, geestelijke gezondheidszorg met overnachting, gehandicaptenzorg, verpleeghuiszorg, thuiszorg, maatschappelijke opvang en vrouwenopvang en jeugdzorg. Dit betreft zowel publiek- als privaatgefinancierde ondernemingengroepen.
In 2017 heeft er een stelselwijziging plaatsgevonden rondom het verwerken van (toekomstige) kosten voor groot onderhoud op de balans. Voorheen werd de egalisatie- of kostenvoorziening methodiek toegepast, ook wel voorziening groot onderhoud genoemd. Vanaf 2017 is een deel van de zorginstellingen geleidelijk overgestapt op de componentenbenadering. Internationaal is dit al de enige toegestane methodiek. In de cijfers over 2018 wordt dit bij verschillende sectoren, met name bij ziekenhuizen, zichtbaar aan de passivazijde. De voorzieningen nemen af en het eigen vermogen neemt toe. Met de componentenbenadering vindt nog verdere spreiding van de onderhoudskosten plaats.
In verslagjaar 2020 kregen zorgprofessionals een uitkering van 1.000 euro netto, een bonus voor 'de uitzonderlijke prestaties die zij leveren in de strijd tegen corona'. De uitkering is door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verstrekt aan zorgaanbieders, die de zorgbonus vervolgens uitbetalen aan de eigen medewerkers en de bij de zorgaanbieders werkzame zelfstandigen en uitzendkrachten. De zorgaanbieders ontvingen tevens een opslag op het bonusbedrag, vanwege de belastingafdracht die zij moeten doen om de zorgverlener een netto bonus uit te kunnen betalen. Het totale bedrag, inclusief opslag, is opgenomen onder de 'Subsidies'. De uitbetaling van de zorgbonus evenals de belastingafdracht vanwege de zorgbonus zijn opgenomen onder de personeelskosten.
In verslagjaar 2021 is opnieuw een zorgbonus uitgekeerd. Zorgverleners aan wie de zorgbonus 2021 is toegekend kregen 385 euro netto op hun rekening bijgeschreven.
Met ingang van verslagjaar 2022 is de uitvraag van de brondata DigiMV sterk gewijzigd met deels een andere indeling van jaarrekeningenposten. Dit heeft met name gevolgen gehad voor de invulling van de bedrijfsopbrengsten en de bedrijfskosten. Bij meerdere sectoren is een (beperkt) effect zichtbaar vanwege een verschuiving:
- bij de bedrijfsopbrengsten tussen de 'Overige dienstverlening' en 'Niet eerder genoemde bedrijfsopbrengsten';
- bij de bedrijfskosten tussen enerzijds 'Voeding- en hotelmatige kosten', 'Algemene kosten', 'Cliënt- en bewonergebonden kosten' en anderzijds 'Andere bedrijfskosten'.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2015
Status van de cijfers:
Het laatste jaar is voorlopig, de overige jaren zijn definitief.
Wijzigingen per 9 december 2025:
De voorlopige cijfers over 2024 en de definitieve cijfers over 2023 zijn toegevoegd behalve voor 'Jeugdzorg met overnachting' en 'Ambulante jeugdzorg'.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het eerste kwartaal van 2026 worden de voorlopige cijfers over 2024 toegevoegd voor 'Jeugdzorg met overnachting' en 'Ambulante jeugdzorg' en worden de cijfers van deze sectoren over 2023 definitief.
In het laatste kwartaal van 2026 worden voorlopige cijfers over 2025 toegevoegd voor alle sectoren, behalve voor 'Maatschappelijke opvang (24-uurs)', 'Jeugdzorg met overnachting' en 'Ambulante jeugdzorg'.
Toelichting onderwerpen
- Middelgrote en grote ondernemingen
- Ondernemingen die tenminste één bedrijfseenheid bevatten met meer dan 10 werknemers óf bedrijfsopbrengsten van meer dan 700.000 euro óf totaal activa van meer dan 350.000 euro. Dit ter onderscheid van de kleine ondernemingen die in de zorgsector ook veel voorkomen.
Van de grote en middelgrote ondernemingen zijn meer financiële gegevens beschikbaar dan van de kleine ondernemingen.- Balans
- Balans activa eindstand
- Totaal activa op 31 december van verslagjaar.
De balans is een overzicht van de activa en de passiva van een sector of land op een bepaald moment. De activa bestaan onder meer uit machines, gebouwen, niet-geproduceerde activa (zoals grond en minerale reserves), vorderingen en aandelenbezit. De passiva kunnen worden onderscheiden in schulden en eigen vermogen.- Immateriële vaste activa
- Vaste activa die betrekking hebben op niet-tastbare kapitaalgoederen zoals concessies, vergunningen, octrooien, patenten, goodwill.
- Materiële vaste activa
- Vaste activa die betrekking hebben op tastbare kapitaalgoederen zoals gebouwen, terreinen en machines en die langer dan een jaar in productieproces worden gebruikt.
- Materiële vaste activa (mutaties)
- Vaste activa die betrekking hebben op tastbare kapitaalgoederen zoals gebouwen, terreinen en machines en die langer dan een jaar in productieproces worden gebruikt.
- Boekwaarde per 1 januari
- Investeringen
- Goederen die worden aangeschaft of in eigen beheer worden voortgebracht, met als doel om als kapitaalgoed in het productieproces ingezet te worden. Algemeen worden als zodanig beschouwd goederen met een levensduur van meer dan een jaar (zoals gebouwen, woningen, machines, vervoermiddelen en dergelijke).
- Herwaarderingen
- De boekwaarde van een actiefpost aanpassen aan de werkelijke waarde ervan.
- Desinvesteringen
- De waarde van materiële vaste activa die definitief aan het productieproces zijn onttrokken.
- Afschrijvingen
- De waardevermindering van duurzame productiemiddelen, zoals machines, gebouwen, vervoermiddelen en software, als gevolg van normale slijtage en voorzienbare economische veroudering.
- Bijzondere waardeverminderingen
- Naast de (systematische) afschrijvingen kunnen ook bijzondere waardeverminderingen zich voordoen waarbij wordt vastgesteld dat de reële waarde van een actief lager is dan de boekwaarde. Daarnaast kunnen bijzondere waardeverminderingen voorkomen bij vaste activa waarop niet wordt afgeschreven en bij financiële vaste activa.
- Terugname afgeschreven activa
- Met ingang van verslagjaar 2020 wordt deze variabele niet meer uitgevraagd, en is opgenomen onder de variabele 'Overige mutaties'.
- Overige mutaties
- Niet eerder genoemde mutaties materiële vaste activa.
- Boekwaarde per 31 december
- Boekwaarde van de materiële vaste activa aan het eind van het verslagjaar na verwerking van de mutaties.
- Spec. financieringsverschil verslagjaar
- Specificatie financieringsverschil verslagjaar
- Opbrengsten ter dekking wettelijk budg.
- Opbrengsten ter dekking van het wettelijk budget aanvaardbare kosten in het verslagjaar voor zorg in natura van Wlz-gefinancierde zorg. Ontvangen voorschotten en in rekening gebrachte vergoedingen voor diensten ter dekking van het budget.
De Wet langdurige zorg (Wlz) is per 1 januari 2015 ingevoerd en vervangt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De Wet langdurige zorg is er voor mensen die de hele dag intensieve zorg of toezicht dichtbij nodig hebben. Bijvoorbeeld ouderen met vergevorderde dementie of mensen met een ernstige verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking.
Vanaf verslagjaar 2022 wordt deze variabele niet meer uitgevraagd.