Gemeenterekeningen; baten en lasten naar regio en grootteklasse 2004-2016

Gemeenterekeningen; baten en lasten naar regio en grootteklasse 2004-2016

Baten/lasten/saldo Regiokenmerken Perioden Functies in mln euro Sociale voorz. en maatsch. dienstverl. Inkomensvoorzieningen (mln euro) Functies in mln euro Financiering en algemene dekkingsmid. Overige baten en lasten (mln euro) Functies in euro/inwoner Sociale voorz. en maatsch. dienstverl. Inkomensvoorzieningen (euro/inwoner) Functies in euro/inwoner Financiering en algemene dekkingsmid. Overige baten en lasten (euro/inwoner)
Lasten Nederland 2016 8.437 1.934 497 114
Lasten Noord-Nederland (LD) 2016 978 313 569 182
Lasten Oost-Nederland (LD) 2016 1.594 328 445 91
Lasten West-Nederland (LD) 2016 4.331 959 537 119
Lasten Zuid-Nederland (LD) 2016 1.535 335 425 93
Lasten Groningen (PV) 2016 392 145 671 248
Lasten Friesland (PV) 2016 367 123 568 190
Lasten Drenthe (PV) 2016 219 45 449 92
Lasten Overijssel (PV) 2016 526 81 460 71
Lasten Flevoland (PV) 2016 205 34 506 84
Lasten Gelderland (PV) 2016 863 212 424 104
Lasten Utrecht (PV) 2016 501 98 394 77
Lasten Noord-Holland (PV) 2016 1.481 427 532 153
Lasten Zuid-Holland (PV) 2016 2.208 417 609 115
Lasten Zeeland (PV) 2016 141 16 370 43
Lasten Noord-Brabant (PV) 2016 976 220 391 88
Lasten Limburg (PV) 2016 559 114 501 103
Lasten Oost-Groningen (CR) 2016 89 13 599 85
Lasten Delfzijl en omgeving (CR) 2016 30 4 637 76
Lasten Overig Groningen (CR) 2016 273 129 703 331
Lasten Noord-Friesland (CR) 2016 211 39 652 121
Lasten Zuidwest-Friesland (CR) 2016 65 22 483 162
Lasten Zuidoost-Friesland (CR) 2016 90 62 482 331
Lasten Noord-Drenthe (CR) 2016 77 13 404 69
Lasten Zuidoost-Drenthe (CR) 2016 93 18 553 105
Lasten Zuidwest-Drenthe (CR) 2016 50 14 381 109
Lasten Noord-Overijssel (CR) 2016 137 26 376 70
Lasten Zuidwest-Overijssel (CR) 2016 66 14 427 88
Lasten Twente (CR) 2016 324 42 517 67
Lasten Veluwe (CR) 2016 213 76 317 113
Lasten Achterhoek (CR) 2016 138 54 345 135
Lasten Arnhem/Nijmegen (CR) 2016 436 60 601 83
Lasten Zuidwest-Gelderland (CR) 2016 76 22 317 91
Lasten Utrecht (CR) 2016 501 98 394 77
Lasten Kop van Noord-Holland (CR) 2016 134 24 360 66
Lasten Alkmaar en omgeving (CR) 2016 80 19 332 81
Lasten IJmond (CR) 2016 73 11 373 57
Lasten Agglomeratie Haarlem (CR) 2016 99 18 430 79
Lasten Zaanstreek (CR) 2016 84 7 502 40
Lasten Groot-Amsterdam (CR) 2016 918 334 690 251
Lasten Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2016 93 13 374 53
Lasten Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2016 142 25 339 59
Lasten Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2016 660 59 780 69
Lasten Delft en Westland (CR) 2016 87 43 388 193
Lasten Oost-Zuid-Holland (CR) 2016 103 36 320 111
Lasten Groot-Rijnmond (CR) 2016 1.051 203 744 144
Lasten Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2016 165 51 413 128
Lasten Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2016 34 2 321 21
Lasten Overig Zeeland (CR) 2016 107 14 389 52
Lasten West-Noord-Brabant (CR) 2016 250 42 399 67
Lasten Midden-Noord-Brabant (CR) 2016 219 34 466 72
Lasten Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2016 214 90 331 139
Lasten Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2016 294 54 388 71
Lasten Noord-Limburg (CR) 2016 104 43 372 153
Lasten Midden-Limburg (CR) 2016 87 24 372 101
Lasten Zuid-Limburg (CR) 2016 367 48 611 79
Lasten Flevoland (CR) 2016 205 34 506 84
Lasten Minder dan 5 000 inwoners 2016 1 1 102 104
Lasten 5 000 tot 10 000 inwoners 2016 41 9 259 56
Lasten 10 000 tot 20 000 inwoners 2016 399 137 272 93
Lasten 20 000 tot 50 000 inwoners 2016 1.885 617 314 103
Lasten 50 000 tot 100 000 inwoners 2016 1.503 307 480 98
Lasten 100 000 tot 150 000 inwoners 2016 878 162 546 101
Lasten 150 000 tot 250 000 inwoners 2016 1.491 273 655 120
Lasten 250 000 inwoners of meer 2016 2.239 428 964 184
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de lasten en baten per functie (beleidsterrein) naar regio en grootteklasse in miljoenen euro's en in euro's per inwoner. De gepresenteerde cijfers zijn gebaseerd op gegevens die aansluiten op de definities en indelingen die de gemeenten zelf hanteren in hun administratie. Deze gegevens worden aan het CBS geleverd via de enquête Informatie voor Derden (Iv3). De voorschriften voor deze enquête zijn vastgelegd in de Ministeriële Regeling Informatie voor derden.

Gegevens beschikbaar van 2004 tot en met 2016.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 19 december 2018:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door Gemeenterekeningen; baten en lasten naar regio en grootteklasse. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Functies in mln euro
De beleidsterreinen waarop de gemeente actief is. De gebruikte indeling is een aggregatie van de indeling volgens de Ministeriële Regeling Informatie voor derden, zijnde de regelgeving voor de enquête Informatie voor Derden (Iv3) die ten grondslag ligt aan deze tabel.
Sociale voorz. en maatsch. dienstverl.
Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening.
De afbakening van deze functie komt vrijwel overeen met die van Iv3-hoofdfunctie 6 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening. De functie is uitgesplitst naar Inkomensvoorzieningen, Werkgelegenheid, Jeugd en WMO en Vreemdelingen, tehuizen en kinderopvang.
Inkomensvoorzieningen
De afbakening van deze functie komt overeen met die van de Iv3-functies Bijstandsverlening en inkomensvoorzieningen, Inkomensvoorzieningen vanuit het Rijk, Overige sociale zekerheidsregelingen vanuit het Rijk en Gemeentelijk armoede en schuldenbeleid. De definities van deze Iv3-functies zijn als volgt:

- Bijstandsverlening en inkomensvoorzieningen.
Met ingang van 2011 zijn ook lasten en baten van de functie Inkomensvoorzieningen vanuit het Rijk onder deze functie opgenomen, in de jaren daarvoor was de functie alleen voor de bijstandsverlening bestemd. De gemeentelijke verantwoordelijkheid en taken in verband met bijstandverlening, volgens de hiervoor geldende wetgeving. Dit betreft (vanaf 2004) in hoofdzaak de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB), het zogenaamde inkomensdeel van het Fonds werk en inkomen. Voorheen betrof dat de Algemene bijstandswet. Andere relevante regelgeving voor deze functie is bijvoorbeeld het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004. Vanaf 2011 ook de gemeentelijke taken bij de uitvoering van inkomensvoorzieningen vanuit het Rijk. Het betreft specifieke regelgeving als: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en - vanaf 2005 - de Wet werk en inkomen kunstenaars (voorheen: de Wet inkomensvoorzieningen kunstenaars (Wik)). Veelal vinden de werkzaamheden in verband met deze functie plaats bij de gemeentelijke sociale dienst.
Vanaf het verslagjaar 2015 heet deze functie Bijstandsverlening, inkomensvoorzieningen- en subsidies.

- Inkomensvoorzieningen vanuit het Rijk.
Met ingang van het verslagjaar 2011 is deze functie komen te vervallen. Vanaf 2011 zijn de onderstaande lasten en baten opgenomen onder de functie Bijstandsverlening, inkomensvoorzieningen- en subsidies. De gemeentelijke taken bij de uitvoering van inkomensvoorzieningen vanuit het Rijk. Het betreft specifieke regelgeving als: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en - vanaf 2005 - de Wet werk en inkomen kunstenaars (voorheen: de Wet inkomensvoorzieningen kunstenaars (Wik)).

- Overige sociale zekerheidsregelingen vanuit het Rijk.
De taken en verantwoordelijkheden voor overige sociale zekerheidsregelingen, die niet onder de functies Bijstandverlening en Inkomensvoorzieningen vanuit het Rijk vallen. Het gaat hier voornamelijk om eenmalige uitkeringen gebaseerd op de relevante sociale zekerheidswetten en -regelingen.

- Gemeentelijk armoede- en schuldenbeleid.
De gemeentelijke activiteiten in verband met de bijzondere bijstand, armoede- en schuldenbeleid, de kwijtschelding van lokale belastingen en dergelijke. De kwijtscheldingen kunnen de gemeentelijke belastingen betreffen, maar ook andere heffingen zoals de riool- en reinigingsrechten en de afvalstoffenheffing. Van het beleid voor de (sociale) minima kunnen ook kortingen op bezoek/deelname aan bijvoorbeeld musea, sportclubs, de bibliotheek enzovoorts deel uitmaken.
Financiering en algemene dekkingsmid.
Financiering en algemene dekkingsmiddelen.
De afbakening van deze functie komt grotendeels overeen met die van Iv3-hoofdfunctie 9 Financiering en algemene dekkingsmiddelen, met uitzondering van de Iv3-functies die betrekking hebben op het toevoegen en/of onttrekken aan reserves.
De functie is uitgesplitst naar Uitkeringen Gemeentefonds, Onroerende zaakbelasting, Geldleningen en uitzettingen en Overige baten en lasten.
Overige baten en lasten
De afbakening van deze functie komt overeen met die van de Iv3-functies Algemene baten en lasten, Uitvoering wet WOZ, Baten roerende woon- en bedrijfsruimten, Baten baatbelasting, Baten forensenbelasting, Baten toeristenbelasting, Baten hondenbelasting, Baten reclamebelasting, Baten precariobelasting, Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen, Vennootschapsbelasting (Vpb) (met ingang van 2016), Lastenverlichting Rijk en het Saldo van kostenplaatsen. De definities van deze Iv3-functies zijn als volgt:

- Algemene baten en lasten.
Baten en lasten die niet aan een specifieke functie zijn toe te rekenen, zoals: een algemene stelpost (geschatte kostenpost) in verband met te verwachten loon- en prijsstijgingen; een geraamd bedrag ter dekking van (incidentele) niet-voorziene uitgaven; geraamde baten en lasten voortkomend uit beleidsveranderingen (stelposten voor: nieuw beleid, intensivering van bestaand beleid, ombuigingen of nog te nemen bezuinigingsmaatregelen, en dergelijke); enzovoorts. De genoemde algemene baten en lasten, die in het kader van de begroting worden geraamd, moeten in de jaarrekening toegerekend worden aan specifieke functies.

- Uitvoering wet WOZ.
Baten en lasten die betrekking hebben op de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken, zoals: de kosten van waardering (taxatie) van onroerende zaken, bijdragen van het Rijk voor de gemeentelijke uitvoering van deze wet, en dergelijke.

- Baten onroerende zaakbelasting gebruikers.
De opbrengst van de belasting die geheven wordt van gebruikers van onroerende zaken, woningen (tot 2006) en niet-woningen, op grond van de waarde 'in het economisch verkeer' (bij verkoop) van deze onroerende zaken.

- Baten onroerende zaakbelasting eigenaren.
De opbrengst van de belasting die geheven wordt van eigenaren van onroerende zaken (woningen en niet-woningen), op grond van de waarde 'in het economisch verkeer' (bij verkoop) van deze onroerende zaken. De lasten van heffing en invordering worden verantwoord op de functie Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen.

- Baten roerende woon- en bedrijfsruimten.
De opbrengst van de belasting die geheven wordt van eigenaren en gebruikers van woon- en bedrijfsruimten die niet onroerend zijn. De lasten van heffing en invordering worden verantwoord op de functie Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen.

- Baten baatbelasting.
De opbrengst van de belasting die kan worden geheven van eigenaren van - bestaande - onroerende zaken, die voordeel hebben ('baat hebben bij') van een voorziening die door de gemeente is/wordt aangelegd. De lasten van heffing en invordering worden verantwoord op de functie Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen.

- Baten forensenbelasting.
De opbrengst van de belasting die kan worden geheven van personen die gedurende meer dan 90 dagen per jaar overnachten (slaapforensenbelasting) of wonen (woonforensenbelasting) in een gemeente, waar niet hun hoofdverblijf is. De lasten van heffing en invordering worden verantwoord op de functie Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen.

- Baten toeristenbelasting.
Opbrengst van de belasting die kan worden geheven van personen die verblijf houden binnen een gemeente, zonder ingezetene van die gemeente te zijn. De lasten van heffing en invordering worden verantwoord op de functie Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen.

- Baten hondenbelasting.
Opbrengst van de belasting die kan worden geheven van de bezitter van een hond. De (lasten van) kwijtscheldingen van de hondenbelasting worden verantwoord op de functie Gemeentelijk armoede-en schuldenbeleid. De lasten van heffing en invordering worden verantwoord op de functie Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen.

- Baten reclamebelasting: De opbrengst van de belasting kan worden geheven voor openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. De lasten van heffing en invordering worden verantwoord op de functie Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen.

- Baten precariobelasting.
De opbrengst van de belasting die kan worden geheven van personen, bedrijven of instellingen vanwege het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond die voor de openbare dienst bestemd is. De lasten van heffing en invordering worden verantwoord op de functie Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen.

- Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen.
De lasten van heffing en invordering van gemeentelijke belastingen, zoals vermeld onder de functies Baten onroerende zaakbelasting gebruikers tot en met Baten precariobelasting. Ook behoren tot deze functie de kosten die betrekking hebben op de afhandeling van bezwaar/beroepschriften en de kosten die gemaakt worden wanneer er in hoger beroep wordt gegaan.

- Vennootschapsbelasting (Vpb).
Door de inwerkingtreding van de Wet modernisering vennootschapsbelastingplicht (Vpb) overheidsondernemingen zijn overheidslichamen, zoals gemeenten en gemeenschappelijke regelingen, met ingang van 1 januari 2016 Vpb-plichtig over hun (winstgevende) ondernemersactiviteiten.
Op deze functie wordt (de raming van) het te betalen bedrag vennootschapsbelasting als last geboekt. Het gaat om het (geraamde) bedrag van de aanslag vennootschapsbelasting voor het betreffende begrotingsjaar/verantwoordingsjaar. Dit bedrag is verschuldigd vanwege fiscale winst die per saldo is gerealiseerd op ondernemingsactiviteiten in het betreffende begrotingsjaar na eventuele verrekening van fiscale verliezen uit eerdere begrotingsjaren.
Ook in de jaarrekening zal het veelal nog gaan om een raming van het bedrag van de aanslag, omdat de definitieve aanslag dan nog niet is ontvangen.
Daarom wordt op deze functie ook het eventueel voorkomend verschil geboekt tussen het bedrag van de in het begrotingsjaar ontvangen definitieve aanslag vennootschapsbelasting over een ouder begrotingsjaar en het bedrag dat als raming in de jaarstukken voor dat oudere jaar is opgenomen.

- Lastenverlichting Rijk.
Lasten die verband houden met de zogenoemde 45,38 euro-maatregel (Zalmsnip): een korting op de heffing van onroerendezaakbelasting voor gebruikers van woningen, op de heffing van rioolrechten of van reinigingsrechten en afvalstoffenheffing. Deze heffingskorting is met ingang van 2005 afgeschaft.
Vanaf 2015 is deze functie komen te vervallen.

- Saldo van kostenplaatsen.
Eventuele saldi van kostenplaatsen. Een kostenplaats is boekhoudkundig de 'plaats' waarin de kosten zijn opgenomen van indirecte en ondersteunende activiteiten die niet direct aan een product/dienst (functie) kunnen worden toegeschreven. De lasten van de kostenplaatsen worden vervolgens via verdeelsleutels toegerekend aan de desbetreffende functies. Bijvoorbeeld door het gebruik van voorcalculatorische tarieven kunnen overschotten en tekorten ontstaan.
Functies in euro/inwoner
De beleidsterreinen waarop de gemeente actief is. De gebruikte indeling is een aggregatie van de indeling volgens de Ministeriële Regeling Informatie voor derden, zijnde de regelgeving voor de enquête Informatie voor Derden (Iv3) die ten grondslag ligt aan deze tabel.
Sociale voorz. en maatsch. dienstverl.
Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening.
De afbakening van deze functie komt vrijwel overeen met die van Iv3-hoofdfunctie 6 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening. De functie is uitgesplitst naar Inkomensvoorzieningen, Werkgelegenheid, Jeugd en WMO en Vreemdelingen, tehuizen en kinderopvang.
Inkomensvoorzieningen
De afbakening van deze functie komt overeen met die van de Iv3-functies Bijstandsverlening en inkomensvoorzieningen, Inkomensvoorzieningen vanuit het Rijk, Overige sociale zekerheidsregelingen vanuit het Rijk en Gemeentelijk armoede en schuldenbeleid. De definities van deze Iv3-functies zijn als volgt:

- Bijstandsverlening en inkomensvoorzieningen.
Met ingang van 2011 zijn ook lasten en baten van de functie Inkomensvoorzieningen vanuit het Rijk onder deze functie opgenomen, in de jaren daarvoor was de functie alleen voor de bijstandsverlening bestemd. De gemeentelijke verantwoordelijkheid en taken in verband met bijstandverlening, volgens de hiervoor geldende wetgeving. Dit betreft (vanaf 2004) in hoofdzaak de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB), het zogenaamde inkomensdeel van het Fonds werk en inkomen. Voorheen betrof dat de Algemene bijstandswet. Andere relevante regelgeving voor deze functie is bijvoorbeeld het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004. Vanaf 2011 ook de gemeentelijke taken bij de uitvoering van inkomensvoorzieningen vanuit het Rijk. Het betreft specifieke regelgeving als: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en - vanaf 2005 - de Wet werk en inkomen kunstenaars (voorheen: de Wet inkomensvoorzieningen kunstenaars (Wik)). Veelal vinden de werkzaamheden in verband met deze functie plaats bij de gemeentelijke sociale dienst.
Vanaf het verslagjaar 2015 heet deze functie Bijstandsverlening, inkomensvoorzieningen- en subsidies.

- Inkomensvoorzieningen vanuit het Rijk.
Met ingang van het verslagjaar 2011 is deze functie komen te vervallen. Vanaf 2011 zijn de onderstaande lasten en baten opgenomen onder de functie Bijstandsverlening, inkomensvoorzieningen- en subsidies. De gemeentelijke taken bij de uitvoering van inkomensvoorzieningen vanuit het Rijk. Het betreft specifieke regelgeving als: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en - vanaf 2005 - de Wet werk en inkomen kunstenaars (voorheen: de Wet inkomensvoorzieningen kunstenaars (Wik)).

- Overige sociale zekerheidsregelingen vanuit het Rijk.
De taken en verantwoordelijkheden voor overige sociale zekerheidsregelingen, die niet onder de functies Bijstandverlening en Inkomensvoorzieningen vanuit het Rijk vallen. Het gaat hier voornamelijk om eenmalige uitkeringen gebaseerd op de relevante sociale zekerheidswetten en -regelingen.

- Gemeentelijk armoede- en schuldenbeleid.
De gemeentelijke activiteiten in verband met de bijzondere bijstand, armoede- en schuldenbeleid, de kwijtschelding van lokale belastingen en dergelijke. De kwijtscheldingen kunnen de gemeentelijke belastingen betreffen, maar ook andere heffingen zoals de riool- en reinigingsrechten en de afvalstoffenheffing. Van het beleid voor de (sociale) minima kunnen ook kortingen op bezoek/deelname aan bijvoorbeeld musea, sportclubs, de bibliotheek enzovoorts deel uitmaken.
Financiering en algemene dekkingsmid.
Financiering en algemene dekkingsmiddelen.
De afbakening van deze functie komt grotendeels overeen met die van Iv3-hoofdfunctie 9 Financiering en algemene dekkingsmiddelen, met uitzondering van de Iv3-functies die betrekking hebben op het toevoegen en/of onttrekken aan reserves.
De functie is uitgesplitst naar Uitkeringen Gemeentefonds, Onroerende zaakbelasting, Geldleningen en uitzettingen en Overige baten en lasten.
Overige baten en lasten
De afbakening van deze functie komt overeen met die van de Iv3-functies Algemene baten en lasten, Uitvoering wet WOZ, Baten roerende woon- en bedrijfsruimten, Baten baatbelasting, Baten forensenbelasting, Baten toeristenbelasting, Baten hondenbelasting, Baten reclamebelasting, Baten precariobelasting, Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen, Vennootschapsbelasting (Vpb) (met ingang van 2016), Lastenverlichting Rijk en het Saldo van kostenplaatsen. De definities van deze Iv3-functies zijn als volgt:

- Algemene baten en lasten.
Baten en lasten die niet aan een specifieke functie zijn toe te rekenen, zoals: een algemene stelpost (geschatte kostenpost) in verband met te verwachten loon- en prijsstijgingen; een geraamd bedrag ter dekking van (incidentele) niet-voorziene uitgaven; geraamde baten en lasten voortkomend uit beleidsveranderingen (stelposten voor: nieuw beleid, intensivering van bestaand beleid, ombuigingen of nog te nemen bezuinigingsmaatregelen, en dergelijke); enzovoorts. De genoemde algemene baten en lasten, die in het kader van de begroting worden geraamd, moeten in de jaarrekening toegerekend worden aan specifieke functies.

- Uitvoering wet WOZ.
Baten en lasten die betrekking hebben op de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken, zoals: de kosten van waardering (taxatie) van onroerende zaken, bijdragen van het Rijk voor de gemeentelijke uitvoering van deze wet, en dergelijke.

- Baten onroerende zaakbelasting gebruikers.
De opbrengst van de belasting die geheven wordt van gebruikers van onroerende zaken, woningen (tot 2006) en niet-woningen, op grond van de waarde 'in het economisch verkeer' (bij verkoop) van deze onroerende zaken.

- Baten onroerende zaakbelasting eigenaren.
De opbrengst van de belasting die geheven wordt van eigenaren van onroerende zaken (woningen en niet-woningen), op grond van de waarde 'in het economisch verkeer' (bij verkoop) van deze onroerende zaken. De lasten van heffing en invordering worden verantwoord op de functie Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen.

- Baten roerende woon- en bedrijfsruimten.
De opbrengst van de belasting die geheven wordt van eigenaren en gebruikers van woon- en bedrijfsruimten die niet onroerend zijn. De lasten van heffing en invordering worden verantwoord op de functie Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen.

- Baten baatbelasting.
De opbrengst van de belasting die kan worden geheven van eigenaren van - bestaande - onroerende zaken, die voordeel hebben ('baat hebben bij') van een voorziening die door de gemeente is/wordt aangelegd. De lasten van heffing en invordering worden verantwoord op de functie Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen.

- Baten forensenbelasting.
De opbrengst van de belasting die kan worden geheven van personen die gedurende meer dan 90 dagen per jaar overnachten (slaapforensenbelasting) of wonen (woonforensenbelasting) in een gemeente, waar niet hun hoofdverblijf is. De lasten van heffing en invordering worden verantwoord op de functie Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen.

- Baten toeristenbelasting.
Opbrengst van de belasting die kan worden geheven van personen die verblijf houden binnen een gemeente, zonder ingezetene van die gemeente te zijn. De lasten van heffing en invordering worden verantwoord op de functie Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen.

- Baten hondenbelasting.
Opbrengst van de belasting die kan worden geheven van de bezitter van een hond. De (lasten van) kwijtscheldingen van de hondenbelasting worden verantwoord op de functie Gemeentelijk armoede-en schuldenbeleid. De lasten van heffing en invordering worden verantwoord op de functie Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen.

- Baten reclamebelasting: De opbrengst van de belasting kan worden geheven voor openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. De lasten van heffing en invordering worden verantwoord op de functie Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen.

- Baten precariobelasting.
De opbrengst van de belasting die kan worden geheven van personen, bedrijven of instellingen vanwege het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond die voor de openbare dienst bestemd is. De lasten van heffing en invordering worden verantwoord op de functie Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen.

- Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen.
De lasten van heffing en invordering van gemeentelijke belastingen, zoals vermeld onder de functies Baten onroerende zaakbelasting gebruikers tot en met Baten precariobelasting. Ook behoren tot deze functie de kosten die betrekking hebben op de afhandeling van bezwaar/beroepschriften en de kosten die gemaakt worden wanneer er in hoger beroep wordt gegaan.

- Vennootschapsbelasting (Vpb).
Door de inwerkingtreding van de Wet modernisering vennootschapsbelastingplicht (Vpb) overheidsondernemingen zijn overheidslichamen, zoals gemeenten en gemeenschappelijke regelingen, met ingang van 1 januari 2016 Vpb-plichtig over hun (winstgevende) ondernemersactiviteiten.
Op deze functie wordt (de raming van) het te betalen bedrag vennootschapsbelasting als last geboekt. Het gaat om het (geraamde) bedrag van de aanslag vennootschapsbelasting voor het betreffende begrotingsjaar/verantwoordingsjaar. Dit bedrag is verschuldigd vanwege fiscale winst die per saldo is gerealiseerd op ondernemingsactiviteiten in het betreffende begrotingsjaar na eventuele verrekening van fiscale verliezen uit eerdere begrotingsjaren.
Ook in de jaarrekening zal het veelal nog gaan om een raming van het bedrag van de aanslag, omdat de definitieve aanslag dan nog niet is ontvangen.
Daarom wordt op deze functie ook het eventueel voorkomend verschil geboekt tussen het bedrag van de in het begrotingsjaar ontvangen definitieve aanslag vennootschapsbelasting over een ouder begrotingsjaar en het bedrag dat als raming in de jaarstukken voor dat oudere jaar is opgenomen.

- Lastenverlichting Rijk.
Lasten die verband houden met de zogenoemde 45,38 euro-maatregel (Zalmsnip): een korting op de heffing van onroerendezaakbelasting voor gebruikers van woningen, op de heffing van rioolrechten of van reinigingsrechten en afvalstoffenheffing. Deze heffingskorting is met ingang van 2005 afgeschaft.
Vanaf 2015 is deze functie komen te vervallen.

- Saldo van kostenplaatsen.
Eventuele saldi van kostenplaatsen. Een kostenplaats is boekhoudkundig de 'plaats' waarin de kosten zijn opgenomen van indirecte en ondersteunende activiteiten die niet direct aan een product/dienst (functie) kunnen worden toegeschreven. De lasten van de kostenplaatsen worden vervolgens via verdeelsleutels toegerekend aan de desbetreffende functies. Bijvoorbeeld door het gebruik van voorcalculatorische tarieven kunnen overschotten en tekorten ontstaan.