Kerncijfers wijken en buurten 2016

Kerncijfers wijken en buurten 2016

Wijken en buurten Regioaanduiding Gemeentenaam (naam) Regioaanduiding Soort regio (omschrijving) Regioaanduiding Codering (code) Regioaanduiding Indelingswijziging wijken en buurten (code) Bevolking Aantal inwoners (aantal) Energie Gemiddeld elektriciteitsverbruik Naar woningtype Vrijstaande woning (kWh) Energie Gemiddeld aardgasverbruik Naar woningtype Vrijstaande woning (m³) Inkomen Inkomen van personen Aantal inkomensontvangers   (aantal) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inwoner  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van personen 40% personen met laagste inkomen (%) Inkomen Inkomen van personen 20% personen met hoogste inkomen (%) Inkomen Inkomen van personen Actieven 15-75 jaar (%) Inkomen Inkomen van huishoudens 40% huishoudens met laagste inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens 20% huishoudens met hoogste inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishoudens met een laag inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huish. onder of rond sociaal minimum (%)
Wijk 00 Annen Aa en Hunze Wijk WK168000 1 3.555 3.910 2.270 2.800 32,9 26,5 36,1 23,3 59,8 29,0 26,7 3,2 3,8
Wijk 01 Eext Aa en Hunze Wijk WK168001 1 1.385 3.670 2.390 1.100 29,8 24,3 39,1 18,5 60,4 31,2 22,7 5,8 5,4
Wijk 02 Anloo Aa en Hunze Wijk WK168002 1 445 4.020 2.540 400 30,4 25,4 46,5 17,7 48,0 38,2 22,5 10,4 9,9
Wijk 03 Gasteren Aa en Hunze Wijk WK168003 1 410 3.880 2.630 400 32,7 28,9 39,2 25,3 50,9 18,7 35,7 3,0 3,0
Wijk 04 Anderen Aa en Hunze Wijk WK168004 1 270 3.890 2.530 200 36,3 29,7 38,9 22,7 58,9 21,5 31,8 4,7 4,7
Wijk 05 Schipborg Aa en Hunze Wijk WK168005 1 570 3.480 2.550 500 37,5 30,8 34,5 27,0 48,2 22,3 29,9 3,0 2,2
Wijk 06 Eexterveen Aa en Hunze Wijk WK168006 1 440 3.780 2.470 300 34,3 26,3 33,4 25,7 66,6 18,0 31,4 2,9 3,5
Wijk 07 Spijkerboor Aa en Hunze Wijk WK168007 1 150 3.740 2.140 100 29,7 25,7 34,6 19,2 65,6 . . . .
Wijk 08 Nieuw-Annerveen Aa en Hunze Wijk WK168008 1 110 3.290 2.400 100 . 24,8 . . . . . . .
Wijk 09 Oud-Annerveen Aa en Hunze Wijk WK168009 1 125 4.000 2.440 100 36,9 29,1 31,7 27,7 56,1 . . . .
Wijk 11 Annerveenschekanaal Aa en Hunze Wijk WK168011 1 415 3.610 2.220 300 30,0 23,6 32,6 19,0 64,1 31,0 19,6 5,5 4,2
Wijk 12 Eexterveenschekanaal Aa en Hunze Wijk WK168012 1 270 3.330 2.030 200 29,9 23,4 43,0 18,5 55,2 36,7 9,2 7,8 4,3
Wijk 13 Eexterzandvoort Aa en Hunze Wijk WK168013 1 135 3.690 2.200 100 35,6 28,0 33,3 26,9 58,3 . . . .
Wijk 14 Gasselte Aa en Hunze Wijk WK168014 1 1.860 3.840 2.470 1.500 29,0 24,1 42,3 17,4 50,4 37,9 20,2 6,4 5,7
Wijk 15 Gasselternijveen Aa en Hunze Wijk WK168015 1 1.825 3.760 2.320 1.400 24,7 19,4 47,1 13,1 53,6 40,3 13,1 9,7 8,4
Wijk 16 Gasselternijveenschemond Aa en Hunze Wijk WK168016 1 670 3.770 2.060 600 27,2 22,6 42,5 16,9 56,9 31,1 20,6 4,6 3,9
Wijk 17 Gieten Aa en Hunze Wijk WK168017 1 5.060 3.680 2.570 4.000 30,6 24,8 40,7 19,9 55,9 33,5 21,1 4,8 4,6
Wijk 18 Gieterveen Aa en Hunze Wijk WK168018 1 1.200 3.600 2.430 1.000 28,9 22,9 37,9 17,8 61,3 31,4 21,3 5,1 3,1
Wijk 19 Rolde Aa en Hunze Wijk WK168019 1 4.640 3.820 2.520 3.500 32,4 26,9 38,9 19,9 55,6 29,3 23,2 4,4 3,4
Wijk 20 Grolloo Aa en Hunze Wijk WK168020 1 1.170 4.000 2.620 900 31,5 26,1 39,6 20,5 62,1 30,7 26,7 5,3 5,5
Wijk 21 Ekehaar Aa en Hunze Wijk WK168021 1 485 4.200 2.820 400 31,4 25,9 38,4 21,9 59,7 15,4 34,0 3,8 1,6
Wijk 00 Wijk en Aalburg Aalburg Wijk WK073800 1 6.305 4.840 2.310 4.500 30,9 22,6 41,0 20,3 63,3 30,0 26,0 4,0 4,2
Wijk en Aalburg Aalburg Buurt BU07380000 1 5.245 4.830 2.270 3.700 30,1 22,0 40,8 19,4 62,4 31,2 23,4 3,8 4,2
Verspreide huizen Wijk en Aalburg Aalburg Buurt BU07380009 1 230 4.790 2.340 200 34,2 26,5 40,2 27,4 65,4 . . . .
Wijk 01 Veen Aalburg Wijk WK073801 1 2.685 3.960 2.390 2.000 29,3 21,6 43,9 19,6 64,4 32,9 24,1 5,4 6,1
Wijk 02 Genderen Aalburg Wijk WK073802 1 1.735 4.390 2.160 1.300 30,1 23,4 41,8 18,6 63,2 27,4 28,9 3,8 3,5
Wijk 03 Eethen Aalburg Wijk WK073803 1 785 4.730 2.140 600 30,8 23,8 36,1 21,6 65,1 27,2 22,9 4,3 3,7
Wijk 04 Meeuwen Aalburg Wijk WK073804 1 715 4.260 2.180 600 29,4 22,8 37,9 18,9 63,7 26,5 26,5 3,0 2,2
Wijk 05 Drongelen Aalburg Wijk WK073805 1 385 4.310 2.250 300 28,2 23,0 44,9 18,5 63,6 29,3 22,9 5,8 5,8
Wijk 06 Babyloniënbroek Aalburg Wijk WK073806 1 415 4.480 2.450 300 30,8 24,2 40,9 21,5 64,9 20,3 24,7 2,5 2,5
Wijk 00 Aalsmeer Aalsmeer Wijk WK035800 1 12.155 4.490 2.630 9.700 33,6 27,5 37,5 21,6 62,3 33,4 25,6 4,1 4,7
Wijk 01 Kudelstraat en Kalslagen Aalsmeer Wijk WK035801 1 9.250 4.650 2.480 7.100 34,0 26,3 32,7 23,8 68,5 27,1 29,4 4,2 4,0
Wijk 02 Oosteinde Aalsmeer Wijk WK035802 1 9.890 4.390 2.430 7.300 39,0 28,9 33,7 29,9 68,0 24,5 39,9 4,2 4,0
Wijk 01 Buitengebied Aalten Aalten Wijk WK019701 1 4.000 4.210 2.190 3.200 26,7 21,5 44,8 14,9 64,1 25,8 28,9 5,0 4,8
Wijk 02 Bredevoort Aalten Wijk WK019702 1 1.920 3.870 2.060 1.500 27,1 22,0 40,5 14,0 64,4 32,9 17,7 3,8 3,0
Wijk 03 Aalten Kern Aalten Wijk WK019703 1 12.775 3.590 2.040 10.000 26,9 21,5 41,6 13,3 61,6 36,0 14,9 4,1 4,1
Wijk 04 Dinxperlo Aalten Wijk WK019704 1 8.215 3.550 2.110 6.500 26,1 21,0 42,5 12,4 59,5 36,9 14,9 5,4 5,0
Wijk 00 Noord Achtkarspelen Wijk WK005900 1 12.055 3.110 1.990 9.100 25,4 19,3 45,2 12,2 56,3 39,7 13,5 8,4 7,1
Wijk 01 Centrum Achtkarspelen Wijk WK005901 1 3.295 3.230 2.050 2.400 25,5 19,0 44,1 12,5 60,5 36,9 15,3 6,8 5,9
Wijk 02 Zuid Achtkarspelen Wijk WK005902 1 12.650 3.310 2.060 9.600 24,8 19,1 46,7 10,9 56,5 42,1 12,8 7,3 6,9
Wijk 01 Centrum Alblasserdam Wijk WK048201 1 4.700 4.430 2.320 3.600 31,9 24,2 38,2 22,4 62,3 33,9 22,8 3,9 4,0
Wijk 02 Kinderdijk Alblasserdam Wijk WK048202 1 3.880 4.460 2.300 2.900 30,7 23,0 40,5 21,9 63,9 35,6 22,9 6,4 6,1
Wijk 03 Blokweer Alblasserdam Wijk WK048203 1 7.505 4.320 2.250 5.600 29,8 22,4 39,8 20,5 61,2 33,7 21,3 6,1 5,7
Wijk 04 Souburgh Alblasserdam Wijk WK048204 1 3.655 5.390 2.620 2.700 29,0 22,3 45,7 17,4 52,5 41,9 20,7 5,6 5,7
Wijk 05 Bedrijventerrein Alblasserdam Wijk WK048205 1 120 3.890 1.880 100 . 20,7 . . . . . . .
Wijk 06 Landelijk gebied Alblasserdam Wijk WK048206 1 85 6.140 3.090 100 . . . . . . . . .
Wijk 01 Poortugaal-Noord Albrandswaard Wijk WK061301 1 2.680 4.830 2.120 2.100 42,2 33,0 30,5 36,1 69,4 16,7 45,9 2,5 2,1
Wijk 02 Rhoon-Noord Albrandswaard Wijk WK061302 1 1.875 4.610 2.400 1.500 38,4 31,1 31,3 30,7 63,4 29,1 27,7 5,1 4,4
Wijk 03 Poortugaal-Zuid Albrandswaard Wijk WK061303 1 7.020 4.300 2.220 5.100 36,1 28,7 34,8 28,2 60,4 28,1 32,3 4,1 3,5
Wijk 04 Rhoon-Zuid Albrandswaard Wijk WK061304 1 5.760 4.520 2.610 4.600 37,2 29,8 32,6 28,6 60,7 30,7 27,8 3,6 3,7
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.

Gegevens beschikbaar over: 2016.

Status van de cijfers:
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.
Aangezien deze tabel is stopgezet, worden gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per oktober 2024
De indicator ‘Gemiddelde woningwaarde’ binnen thema Wonen is alsnog hernoemd tot ‘Gemiddelde WOZ-waarde van woningen’ ten behoeve van de aansluiting op andere verslagjaren. De definitie in deze jaartabel is ongewijzigd gebleven.

Wijzigingen per juli 2023
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Regioaanduiding
De gemeenten in Nederland zijn onderverdeeld in wijken en buurten. Buurten vormen het laagste regionale niveau. Wijken zijn optellingen van één of meer aaneengesloten buurten. De gemeente bepaalt zelf de indeling in wijken en buurten. Het CBS coördineert landelijk deze indeling.

Wijk:
Onderdeel van een gemeente waarin een bepaalde vorm van bodemgebruik of bebouwing overheerst. Bijvoorbeeld: industriegebied, woongebied met hoogbouw of laagbouw. Een wijk bestaat uit één of meerdere buurten.

Buurt:
Onderdeel van een gemeente, dat vanuit bebouwingsoogpunt of sociaaleconomische structuur homogeen is afgebakend. Homogeen wil zeggen dat één functie dominant is, bijvoorbeeld woonfunctie (woongebied), werkfunctie (industriegebied) of recreatieve functie (natuurgebied). Functies kunnen echter ook gemengd voorkomen.
Gemeentenaam
De naam van de bestuurlijke gemeente. Deze naam volgt de officiële schrijfwijze.
Soort regio
De gekozen regioaanduiding betreft: Gemeente, Wijk of Buurt.
Codering
Gemeentecode heeft 4 posities, voorafgegaan door ‘GM’.
Wijkcode heeft 6 posities: gemeentecode (4) + wijkcode (2), voorafgegaan door ‘WK’.
Buurtcode heeft 8 posities: gemeentecode (4) + wijkcode (2) + buurtcode (2), voorafgegaan door ‘BU’.
Indelingswijziging wijken en buurten
Deze indicator geeft per wijk en buurt aan of de cijfers uit deze tabel zonder problemen kunnen worden gekoppeld aan en vergeleken met de cijfers van een jaar eerder, of dat er wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling zijn waardoor dit niet kan. Detailinformatie over wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling kan worden verkregen door de wijk- en buurtkaart van twee opeenvolgende jaren met elkaar te vergelijken.

De indicator kent drie mogelijke waarden:
1: De codering en afbakening van deze wijk/buurt is ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Het is wel mogelijk dat een naamswijziging heeft plaatsgevonden. De cijfers kunnen worden gekoppeld en vergeleken met die van het voorgaande jaar.
2: De codering van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. De afbakening is ongewijzigd. Om te kunnen koppelen met cijfers van het voorgaande jaar zal eerst moeten worden achterhaald wat de codering van het voorgaande jaar was. Is de koppeling eenmaal geslaagd dan kunnen de cijfers alsnog met elkaar worden vergeleken.
3: De afbakening van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit kan gepaard zijn gegaan met een gewijzigde codering. De cijfers kunnen niet zonder meer worden vergeleken met die van het voorgaande jaar. Verschillen kunnen immers samenhangen met de verandering in de afbakening van de wijk of buurt.

Voor een wijk of buurt wordt alleen een wijziging in de afbakening geconstateerd wanneer een grens circa 5 meter of meer is verlegd. Kleinere grenswijzigingen worden niet als significant beschouwd.
Bevolking
De bevolking van Nederland op 1 januari.

Bevolking:
De inwoners van Nederland.
In de bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente.
In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage.
In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven.

Om redenen van statistische geheimhouding zijn de aantallen op wijk- en buurtniveau aselect afgerond op veelvouden van 5.
Bij aselect afronden wordt door loten bepaald of een getal naar boven of naar beneden wordt afgerond. De daarbij gehanteerde kansen zijn omgekeerd evenredig met de afrondverschillen. Gemiddeld wordt een getal hierdoor op zichzelf afgerond. Het gemiddelde afrondverschil per getal is evenwel groter dan het geval is bij afronding op het dichtstbijzijnde veelvoud van 5. Door afrondverschillen is de som van afgeronde getallen niet altijd gelijk aan de afgeronde som. Hierdoor kan het voorkomen dat wanneer een wijk uit één buurt bestaat of een gemeente uit één wijk, dit afgerond niet overeenkomt.

Het komt voor dat van inwoners wel bekend is binnen welke gemeente ze geregistreerd zijn, maar niet exact waar ze verblijven. Deze inwoners zijn daarom wel meegeteld in de gemeentecijfers, maar niet in de cijfers per wijk en buurt. De cijfers per gemeente kunnen daardoor afwijken van de onderliggende wijken of buurten, zelfs wanneer een gemeente slechts uit één wijk bestaat.
Aantal inwoners
Energie
Gemiddeld elektriciteitsverbruik
Het gemiddeld jaarverbruik voor elektriciteit op individuele aansluitingen van particuliere woningen, zoals berekend vanuit de aansluitingenregisters van de energienetbedrijven. De eigen opwekking van elektriciteit, bijvoorbeeld met zonnepanelen, is niet bekend en dus ook niet inbegrepen in het gemiddelde jaarverbruik. Ook collectieve verbruiken van bijvoorbeeld liftinstallaties of hal-/galerijverlichting zijn niet meegeteld bij de berekening.

De cijfers zijn afgerond op vijftigtallen en vermeld bij zes of meer (bewoonde) woningen per woningtype of type eigendom.
Naar woningtype
De volgende typen worden onderscheiden: appartement, tussenwoning, hoekwoning, twee-onder-één-kap-woning en vrijstaande woning.
De typering wordt bepaald door het Kadaster.
Vrijstaande woning
Gemiddeld aardgasverbruik
Het gemiddeld jaarverbruik voor aardgas van particuliere woningen, zoals berekend uit de aansluitingenregisters van de energienetbedrijven.
Bij de berekening van het gemiddeld aardgasverbruik zijn woningen met een zeer laag of zelfs nulverbruik meegeteld indien er sprake is van stadsverwarming. Hierdoor valt in gebieden waar stadsverwarming aanwezig is het gemiddeld aardgasverbruik van woningen laag uit.

De cijfers zijn afgerond op vijftigtallen en vermeld bij zes of meer (bewoonde) woningen per woningtype of type eigendom.

Naar woningtype
De volgende typen worden onderscheiden: appartement, tussenwoning, hoekwoning, twee-onder-één-kap-woning en vrijstaande woning. De typering wordt bepaald door het Kadaster.
Vrijstaande woning
Inkomen
Deze tabel geeft informatie over het persoonlijk inkomen van personen in particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen en het inkomen van particuliere huishoudens met een waargenomen inkomen. De gegevens komen uit de Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek (IIVS) met als populatie de bevolking van Nederland op 1 januari van het verslagjaar met het inkomen over het verslagjaar.

De Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek van het CBS is voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van Financiën (de fiscale registers) en de bevolkingsregisters van de Nederlandse gemeenten (Basisregistratie personen). De Basisregistratie personen is een register waarin alle inwoners van een gemeente behoren te zijn ingeschreven. Uitgezonderd zijn:
- Inwoners van Nederland die gebruik maken van uitzonderingsregels die gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (niet-Nederlandse diplomaten en niet-Nederlandse NAVO militairen). Zij mogen zelf bepalen of zij in de bevolkingsregisters ingeschreven worden of niet.
- Asielzoekers die korter dan zes maanden in de centrale opvang verblijven en nog geen verblijfsvergunning hebben gekregen.
Inkomen van personen
De doelpopulatie bestaat uit personen behorende tot particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.

De inkomensgegevens zijn gebaseerd op het persoonlijk inkomen. Dit omvat de volgende bestanddelen van het bruto-inkomen van een persoon:
- inkomen uit arbeid;
- inkomen uit eigen onderneming;
- uitkering inkomensverzekeringen;
- uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Aantal inkomensontvangers  
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens.
De cijfers zijn afgerond op honderdtallen.
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van personen met persoonlijk inkomen die deel uitmaken van particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
Gemiddeld inkomen per inwoner 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van de totale bevolking in particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 100 personen in particuliere huishoudens per regio.
40% personen met laagste inkomen
Aandeel personen in particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 40% personen met het laagste persoonlijk inkomen.
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Tot de laagste 40-procent-groep worden de veertig procent personen met het laagste persoonlijk inkomen gerekend.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
20% personen met hoogste inkomen
Aandeel personen in particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 20% personen met het hoogste persoonlijk inkomen.
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Tot de hoogste 20-procent-groep worden de twintig procent personen met het hoogste persoonlijk inkomen gerekend.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
Actieven 15-75 jaar
Het aandeel personen van 15 tot 75 jaar in particuliere huishuishoudens met als persoonlijke voornaamste inkomensbron inkomen uit arbeid of inkomen uit eigen onderneming, uitgedrukt in hele procenten van het totale aantal personen van 15 tot 75 jaar in particuliere huishoudens.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen van 15 tot 75 jaar in particuliere huishoudens.
Inkomen van huishoudens
De doelpopulatie bestaat uit particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.
40% huishoudens met laagste inkomen
Aandeel particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 40% huishoudens met het laagste huishoudensinkomen.
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen.
De indeling vindt plaats nadat huishoudens landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Tot de laagste 40-procent-groep worden de veertig procent huishoudens met het laagste besteedbaar inkomen gerekend.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens per regio.

Het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met:
- betaalde inkomensoverdrachten, zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e);
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden;
- premies ziektekostenverzekeringen;
- belastingen op inkomen en vermogen.
20% huishoudens met hoogste inkomen
Aandeel particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 20% huishoudens met het hoogste huishoudensinkomen.
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen.
De indeling vindt plaats nadat huishoudens landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Tot de hoogste 20-procent-groep worden de twintig procent huishoudens met het hoogste besteedbaar inkomen gerekend.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens per regio.

Het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met:
- betaalde inkomensoverdrachten, zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e);
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden;
- premies ziektekostenverzekeringen;
- belastingen op inkomen en vermogen.
Huishoudens met een laag inkomen
Bij de bepaling van laag inkomen is van de particuliere huishoudens een aantal groepen niet meegenomen. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) het gehele jaar inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.

Om te bepalen of een huishouden een laag inkomen heeft, wordt het inkomen van een huishouden omgerekend tot het gestandaardiseerde inkomen (exclusief eventueel ontvangen huurtoeslag). Vervolgens wordt dit gestandaardiseerde inkomen (met het prijsindexcijfer) herleid naar het prijspeil in 2000. Het resulterende gestandaardiseerde en gedefleerde inkomen is laag wanneer het minder is dan 9249 euro. Deze grens komt ongeveer overeen met de koopkracht van een bijstandsuitkering voor een alleenstaande in 1979 toen deze op zijn hoogst was.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens behorende tot de doelpopulatie per regio.
Huish. onder of rond sociaal minimum
Huishoudens onder of rond het sociaal minimum.
Bij de bepaling van het sociaal minimum is van de particuliere huishoudens een aantal groepen niet meegenomen. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) het gehele jaar inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.

Het sociaal minimum is het wettelijk bestaansminimum zoals dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Om te kunnen beoordelen hoe het inkomen zich verhoudt tot het minimum, is aan de hand van de regelgeving vastgesteld welke norm voor het desbetreffende huishouden van toepassing is. De norm voor een (echt)paar met uitsluitend minderjarige kinderen is bijvoorbeeld gelijkgesteld aan de bijstandsuitkering van een echtpaar, aangevuld met de (leeftijdsafhankelijke) kinderbijslag. Bij 65-plussers is het bedrag aan AOW-pensioen als norm gekozen.
Het waargenomen inkomen van huishoudens, die uitsluitend op een bijstandsuitkering zijn aangewezen, wijkt in veel gevallen in geringe mate af van de vastgestelde normbedragen. Zouden de normbedragen als inkomensgrens worden gehanteerd, dan komt een deel van deze huishoudens met hun inkomen net boven het sociale minimum uit. Daarom is niet 100%, maar 101% van het sociaal minimum als inkomensgrens gehanteerd.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens behorende tot de doelpopulatie per regio.