Kerncijfers wijken en buurten 2016

Kerncijfers wijken en buurten 2016

Wijken en buurten Regioaanduiding Gemeentenaam (naam) Regioaanduiding Soort regio (omschrijving) Regioaanduiding Codering (code) Regioaanduiding Indelingswijziging wijken en buurten (code) Bevolking Aantal inwoners (aantal) Energie Gemiddeld elektriciteitsverbruik Naar woningtype Vrijstaande woning (kWh) Energie Gemiddeld aardgasverbruik Naar woningtype Vrijstaande woning (m³) Inkomen Inkomen van personen Aantal inkomensontvangers   (aantal) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inwoner  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van personen 40% personen met laagste inkomen (%) Inkomen Inkomen van personen 20% personen met hoogste inkomen (%) Inkomen Inkomen van personen Actieven 15-75 jaar (%) Inkomen Inkomen van huishoudens 40% huishoudens met laagste inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens 20% huishoudens met hoogste inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishoudens met een laag inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huish. onder of rond sociaal minimum (%)
Boelenslaan Achtkarspelen Buurt BU00590203 1 695 3.440 2.010 500 25,4 19,2 42,7 9,3 62,6 42,1 10,5 4,7 5,4
Verspreide huizen Boelenslaan Achtkarspelen Buurt BU00590209 1 435 3.620 2.110 300 27,5 21,9 44,9 14,5 51,3 33,1 18,5 4,0 4,6
Beverkoog Alkmaar Buurt BU03610209 1 45 . . 0 . . . . . . . . .
Alphen aan den Rijn Alphen aan den Rijn Gemeente GM0484 . 107.960 4.400 2.390 83.800 32,7 25,9 35,8 22,6 62,9 31,8 24,3 5,2 4,6
Emmalaan Alphen aan den Rijn Buurt BU04840501 1 2.705 4.470 3.160 2.100 27,5 21,5 40,4 13,5 61,9 41,6 13,5 7,5 6,1
Paradijslaan Alphen aan den Rijn Buurt BU04840503 3 700 3.530 2.850 600 31,9 28,1 38,8 21,9 62,0 53,3 15,4 4,4 6,8
Lijsterlaan Alphen aan den Rijn Buurt BU04840602 1 1.975 . . 1.700 31,5 26,4 33,1 16,4 66,3 43,0 10,0 5,3 5,0
Hoogendoornlaan Alphen aan den Rijn Buurt BU04840702 2 80 4.990 . 100 . . . . . . . . .
Koudekerk aan den Rijn Alphen aan den Rijn Wijk WK048496 1 4.140 4.430 2.510 3.300 32,5 26,2 37,3 23,2 57,8 30,0 27,2 3,6 3,5
Buitengebied Koudekerk aan den Rijn Alphen aan den Rijn Buurt BU04849601 3 420 4.320 2.790 400 36,7 31,3 40,8 25,1 57,1 25,4 41,2 5,7 5,7
Koudekerk aan den Rijn-Noord Alphen aan den Rijn Buurt BU04849602 3 1.795 4.560 2.370 1.400 33,9 26,5 35,9 26,2 57,9 25,1 29,9 3,3 2,5
Koudekerk aan den Rijn-Zuid Alphen aan den Rijn Buurt BU04849603 3 1.785 4.330 2.470 1.400 30,0 24,5 37,5 19,4 57,5 36,2 20,8 3,3 3,7
Snouckaertlaan Amersfoort Buurt BU03070202 1 435 . . 400 28,9 26,2 51,1 16,8 47,8 73,5 9,8 18,6 17,8
Piet Mondriaanlaan Amersfoort Buurt BU03070307 1 255 . . 200 41,2 33,8 16,3 38,8 82,2 30,2 17,4 4,9 4,2
Meridiaan Amersfoort Buurt BU03070601 1 1.435 . . 1.000 24,5 17,9 47,2 11,1 55,4 53,8 11,0 17,2 13,3
Vinkenbaan Amersfoort Buurt BU03071001 1 1.525 . . 1.200 23,6 18,4 46,3 7,8 54,4 57,7 4,6 12,6 12,2
Stoutenburgerlaan Amersfoort Buurt BU03071202 1 140 5.340 3.280 100 30,2 22,8 53,7 20,4 61,8 . . . .
Huygenslaan Amersfoort Buurt BU03071702 1 470 5.590 4.060 400 65,2 49,6 30,9 51,6 57,2 10,7 72,8 3,6 2,4
Curacaolaan Amersfoort Buurt BU03071706 1 700 . . 600 27,5 22,7 37,5 12,5 61,5 57,7 4,6 13,1 10,9
Regentesselaan Amersfoort Buurt BU03071800 1 790 5.730 3.920 600 58,9 44,9 27,9 46,2 56,0 15,1 55,9 4,3 3,1
Mr. Th. Heemskerklaan Amersfoort Buurt BU03071803 1 1.050 5.240 3.350 800 57,7 42,6 21,6 46,1 62,7 18,8 46,7 2,5 2,0
Oranjelaan Amersfoort Buurt BU03071804 1 890 6.320 3.590 600 70,7 51,3 30,2 50,1 54,2 6,3 65,9 0,9 0,9
Groenelaan Amstelveen Buurt BU03620013 1 7.505 4.900 3.700 5.800 33,0 27,1 36,8 21,0 54,3 50,7 14,1 7,7 7,5
Jordaan Amsterdam Wijk WK036306 3 19.390 . . 16.400 38,6 33,5 38,0 27,3 63,8 55,5 16,3 14,6 14,2
Bedrijvengebied Veelaan Amsterdam Buurt BU03633308 3 35 . . 0 . . . . . . . . .
Laan van Spartaan Amsterdam Buurt BU03633901 3 1.385 . . 1.000 27,6 20,7 46,8 20,3 53,0 62,0 13,3 17,5 15,1
IJsbaanpad e.o. Amsterdam Buurt BU03634804 3 370 . . 300 47,1 32,6 22,9 38,3 63,4 26,1 36,3 4,0 4,0
Tuindorp Oostzaan Amsterdam Wijk WK036365 3 11.165 4.170 3.360 8.600 26,1 20,7 43,5 13,8 57,0 53,3 12,1 12,6 12,5
Tuindorp Oostzaan West Amsterdam Buurt BU03636500 3 1.170 . . 900 25,2 20,9 44,5 12,6 50,8 56,9 11,4 11,3 13,3
Tuindorp Oostzaan Oost Amsterdam Buurt BU03636501 3 4.180 . . 3.300 24,5 19,7 45,4 11,3 55,3 53,9 8,3 11,1 11,1
Baanakkerspark Noord Amsterdam Buurt BU03636800 3 600 . . 500 28,5 25,2 32,4 15,5 60,8 43,9 6,7 5,9 5,3
Baanakkerspark Zuid Amsterdam Buurt BU03636801 3 445 . . 400 33,0 29,5 31,6 24,1 54,9 39,7 15,9 7,2 7,6
Calandlaan/Lelylaan Amsterdam Buurt BU03638103 3 1.245 . . 1.000 27,4 22,4 43,9 14,5 50,8 62,4 8,8 15,0 15,3
Loolaan-Noord Apeldoorn Buurt BU02000803 1 2.030 3.670 2.600 1.600 35,3 28,6 32,6 26,9 58,9 29,2 25,1 6,0 4,8
Middelgraaflaan e.o. Arnhem Buurt BU02021885 1 1.275 . . 900 20,1 18,1 58,7 3,7 35,0 82,4 2,1 20,2 23,4
Houtlaan Assen Buurt BU01060302 1 355 4.550 1.960 300 58,3 47,8 31,6 48,0 59,6 6,8 70,7 1,5 1,5
BT Vaanpark 1 Barendrecht Buurt BU04895081 1 0 . . 0 . . . . . . . . .
De Koog Purmerend Buurt BU04390202 1 10 . . 0 . . . . . . . . .
Molenkoog Purmerend Buurt BU04390205 1 1.020 5.320 2.930 700 30,5 25,6 37,2 17,4 52,6 31,6 22,9 4,7 3,5
Valkkoog Schagen Buurt BU04410203 1 130 3.740 2.230 100 36,0 30,7 35,5 31,8 43,8 . . . .
Schiermonnikoog Schiermonnikoog Gemeente GM0088 . 919 3.050 2.360 800 28,6 24,2 38,7 16,6 59,9 43,9 14,9 5,9 5,4
Schiermonnikoog Schiermonnikoog Buurt BU00880000 1 835 2.990 2.360 700 28,5 24,4 38,8 15,9 59,1 43,9 13,7 5,0 4,5
Verspreide huizen Schiermonnikoog Schiermonnikoog Buurt BU00880009 1 80 . . 100 . . . . . . . . .
De Koog Texel Buurt BU04480001 1 1.025 4.170 2.400 900 27,2 23,1 40,7 13,9 64,1 42,5 17,5 6,7 5,1
Verspr.h. De Koog en het Duingebied Texel Buurt BU04480009 1 450 3.730 2.260 400 28,8 25,1 39,7 19,3 67,1 35,2 29,0 5,4 6,5
De Koog Uitgeest Buurt BU04500001 1 3.775 4.910 2.190 3.100 31,3 25,7 37,3 22,9 57,0 26,8 26,5 4,2 3,5
Wijk 31 Oud Koog a/d Zaan Zaanstad Wijk WK047931 3 4.710 3.290 2.360 3.700 28,6 22,7 38,3 16,7 60,1 42,7 14,8 8,4 7,3
Oud Koog Zaanstad Buurt BU04793110 3 4.710 3.290 2.360 3.700 28,6 22,7 38,3 16,7 60,1 42,7 14,8 8,4 7,3
Wijk 32 Westerkoog Zaanstad Wijk WK047932 3 6.440 2.670 2.240 5.300 32,8 27,3 33,3 23,3 53,6 26,3 26,1 2,3 2,6
Westerkoog Zaanstad Buurt BU04793210 3 6.440 2.670 2.240 5.300 32,8 27,3 33,3 23,3 53,6 26,3 26,1 2,3 2,6
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.

Gegevens beschikbaar over: 2016.

Status van de cijfers:
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.
Aangezien deze tabel is stopgezet, worden gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per oktober 2024
De indicator ‘Gemiddelde woningwaarde’ binnen thema Wonen is alsnog hernoemd tot ‘Gemiddelde WOZ-waarde van woningen’ ten behoeve van de aansluiting op andere verslagjaren. De definitie in deze jaartabel is ongewijzigd gebleven.

Wijzigingen per juli 2023
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Regioaanduiding
De gemeenten in Nederland zijn onderverdeeld in wijken en buurten. Buurten vormen het laagste regionale niveau. Wijken zijn optellingen van één of meer aaneengesloten buurten. De gemeente bepaalt zelf de indeling in wijken en buurten. Het CBS coördineert landelijk deze indeling.

Wijk:
Onderdeel van een gemeente waarin een bepaalde vorm van bodemgebruik of bebouwing overheerst. Bijvoorbeeld: industriegebied, woongebied met hoogbouw of laagbouw. Een wijk bestaat uit één of meerdere buurten.

Buurt:
Onderdeel van een gemeente, dat vanuit bebouwingsoogpunt of sociaaleconomische structuur homogeen is afgebakend. Homogeen wil zeggen dat één functie dominant is, bijvoorbeeld woonfunctie (woongebied), werkfunctie (industriegebied) of recreatieve functie (natuurgebied). Functies kunnen echter ook gemengd voorkomen.
Gemeentenaam
De naam van de bestuurlijke gemeente. Deze naam volgt de officiële schrijfwijze.
Soort regio
De gekozen regioaanduiding betreft: Gemeente, Wijk of Buurt.
Codering
Gemeentecode heeft 4 posities, voorafgegaan door ‘GM’.
Wijkcode heeft 6 posities: gemeentecode (4) + wijkcode (2), voorafgegaan door ‘WK’.
Buurtcode heeft 8 posities: gemeentecode (4) + wijkcode (2) + buurtcode (2), voorafgegaan door ‘BU’.
Indelingswijziging wijken en buurten
Deze indicator geeft per wijk en buurt aan of de cijfers uit deze tabel zonder problemen kunnen worden gekoppeld aan en vergeleken met de cijfers van een jaar eerder, of dat er wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling zijn waardoor dit niet kan. Detailinformatie over wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling kan worden verkregen door de wijk- en buurtkaart van twee opeenvolgende jaren met elkaar te vergelijken.

De indicator kent drie mogelijke waarden:
1: De codering en afbakening van deze wijk/buurt is ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Het is wel mogelijk dat een naamswijziging heeft plaatsgevonden. De cijfers kunnen worden gekoppeld en vergeleken met die van het voorgaande jaar.
2: De codering van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. De afbakening is ongewijzigd. Om te kunnen koppelen met cijfers van het voorgaande jaar zal eerst moeten worden achterhaald wat de codering van het voorgaande jaar was. Is de koppeling eenmaal geslaagd dan kunnen de cijfers alsnog met elkaar worden vergeleken.
3: De afbakening van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit kan gepaard zijn gegaan met een gewijzigde codering. De cijfers kunnen niet zonder meer worden vergeleken met die van het voorgaande jaar. Verschillen kunnen immers samenhangen met de verandering in de afbakening van de wijk of buurt.

Voor een wijk of buurt wordt alleen een wijziging in de afbakening geconstateerd wanneer een grens circa 5 meter of meer is verlegd. Kleinere grenswijzigingen worden niet als significant beschouwd.
Bevolking
De bevolking van Nederland op 1 januari.

Bevolking:
De inwoners van Nederland.
In de bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente.
In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage.
In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven.

Om redenen van statistische geheimhouding zijn de aantallen op wijk- en buurtniveau aselect afgerond op veelvouden van 5.
Bij aselect afronden wordt door loten bepaald of een getal naar boven of naar beneden wordt afgerond. De daarbij gehanteerde kansen zijn omgekeerd evenredig met de afrondverschillen. Gemiddeld wordt een getal hierdoor op zichzelf afgerond. Het gemiddelde afrondverschil per getal is evenwel groter dan het geval is bij afronding op het dichtstbijzijnde veelvoud van 5. Door afrondverschillen is de som van afgeronde getallen niet altijd gelijk aan de afgeronde som. Hierdoor kan het voorkomen dat wanneer een wijk uit één buurt bestaat of een gemeente uit één wijk, dit afgerond niet overeenkomt.

Het komt voor dat van inwoners wel bekend is binnen welke gemeente ze geregistreerd zijn, maar niet exact waar ze verblijven. Deze inwoners zijn daarom wel meegeteld in de gemeentecijfers, maar niet in de cijfers per wijk en buurt. De cijfers per gemeente kunnen daardoor afwijken van de onderliggende wijken of buurten, zelfs wanneer een gemeente slechts uit één wijk bestaat.
Aantal inwoners
Energie
Gemiddeld elektriciteitsverbruik
Het gemiddeld jaarverbruik voor elektriciteit op individuele aansluitingen van particuliere woningen, zoals berekend vanuit de aansluitingenregisters van de energienetbedrijven. De eigen opwekking van elektriciteit, bijvoorbeeld met zonnepanelen, is niet bekend en dus ook niet inbegrepen in het gemiddelde jaarverbruik. Ook collectieve verbruiken van bijvoorbeeld liftinstallaties of hal-/galerijverlichting zijn niet meegeteld bij de berekening.

De cijfers zijn afgerond op vijftigtallen en vermeld bij zes of meer (bewoonde) woningen per woningtype of type eigendom.
Naar woningtype
De volgende typen worden onderscheiden: appartement, tussenwoning, hoekwoning, twee-onder-één-kap-woning en vrijstaande woning.
De typering wordt bepaald door het Kadaster.
Vrijstaande woning
Gemiddeld aardgasverbruik
Het gemiddeld jaarverbruik voor aardgas van particuliere woningen, zoals berekend uit de aansluitingenregisters van de energienetbedrijven.
Bij de berekening van het gemiddeld aardgasverbruik zijn woningen met een zeer laag of zelfs nulverbruik meegeteld indien er sprake is van stadsverwarming. Hierdoor valt in gebieden waar stadsverwarming aanwezig is het gemiddeld aardgasverbruik van woningen laag uit.

De cijfers zijn afgerond op vijftigtallen en vermeld bij zes of meer (bewoonde) woningen per woningtype of type eigendom.

Naar woningtype
De volgende typen worden onderscheiden: appartement, tussenwoning, hoekwoning, twee-onder-één-kap-woning en vrijstaande woning. De typering wordt bepaald door het Kadaster.
Vrijstaande woning
Inkomen
Deze tabel geeft informatie over het persoonlijk inkomen van personen in particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen en het inkomen van particuliere huishoudens met een waargenomen inkomen. De gegevens komen uit de Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek (IIVS) met als populatie de bevolking van Nederland op 1 januari van het verslagjaar met het inkomen over het verslagjaar.

De Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek van het CBS is voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van Financiën (de fiscale registers) en de bevolkingsregisters van de Nederlandse gemeenten (Basisregistratie personen). De Basisregistratie personen is een register waarin alle inwoners van een gemeente behoren te zijn ingeschreven. Uitgezonderd zijn:
- Inwoners van Nederland die gebruik maken van uitzonderingsregels die gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (niet-Nederlandse diplomaten en niet-Nederlandse NAVO militairen). Zij mogen zelf bepalen of zij in de bevolkingsregisters ingeschreven worden of niet.
- Asielzoekers die korter dan zes maanden in de centrale opvang verblijven en nog geen verblijfsvergunning hebben gekregen.
Inkomen van personen
De doelpopulatie bestaat uit personen behorende tot particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.

De inkomensgegevens zijn gebaseerd op het persoonlijk inkomen. Dit omvat de volgende bestanddelen van het bruto-inkomen van een persoon:
- inkomen uit arbeid;
- inkomen uit eigen onderneming;
- uitkering inkomensverzekeringen;
- uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Aantal inkomensontvangers  
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens.
De cijfers zijn afgerond op honderdtallen.
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van personen met persoonlijk inkomen die deel uitmaken van particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
Gemiddeld inkomen per inwoner 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van de totale bevolking in particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 100 personen in particuliere huishoudens per regio.
40% personen met laagste inkomen
Aandeel personen in particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 40% personen met het laagste persoonlijk inkomen.
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Tot de laagste 40-procent-groep worden de veertig procent personen met het laagste persoonlijk inkomen gerekend.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
20% personen met hoogste inkomen
Aandeel personen in particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 20% personen met het hoogste persoonlijk inkomen.
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Tot de hoogste 20-procent-groep worden de twintig procent personen met het hoogste persoonlijk inkomen gerekend.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
Actieven 15-75 jaar
Het aandeel personen van 15 tot 75 jaar in particuliere huishuishoudens met als persoonlijke voornaamste inkomensbron inkomen uit arbeid of inkomen uit eigen onderneming, uitgedrukt in hele procenten van het totale aantal personen van 15 tot 75 jaar in particuliere huishoudens.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen van 15 tot 75 jaar in particuliere huishoudens.
Inkomen van huishoudens
De doelpopulatie bestaat uit particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.
40% huishoudens met laagste inkomen
Aandeel particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 40% huishoudens met het laagste huishoudensinkomen.
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen.
De indeling vindt plaats nadat huishoudens landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Tot de laagste 40-procent-groep worden de veertig procent huishoudens met het laagste besteedbaar inkomen gerekend.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens per regio.

Het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met:
- betaalde inkomensoverdrachten, zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e);
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden;
- premies ziektekostenverzekeringen;
- belastingen op inkomen en vermogen.
20% huishoudens met hoogste inkomen
Aandeel particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 20% huishoudens met het hoogste huishoudensinkomen.
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen.
De indeling vindt plaats nadat huishoudens landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Tot de hoogste 20-procent-groep worden de twintig procent huishoudens met het hoogste besteedbaar inkomen gerekend.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens per regio.

Het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met:
- betaalde inkomensoverdrachten, zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e);
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden;
- premies ziektekostenverzekeringen;
- belastingen op inkomen en vermogen.
Huishoudens met een laag inkomen
Bij de bepaling van laag inkomen is van de particuliere huishoudens een aantal groepen niet meegenomen. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) het gehele jaar inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.

Om te bepalen of een huishouden een laag inkomen heeft, wordt het inkomen van een huishouden omgerekend tot het gestandaardiseerde inkomen (exclusief eventueel ontvangen huurtoeslag). Vervolgens wordt dit gestandaardiseerde inkomen (met het prijsindexcijfer) herleid naar het prijspeil in 2000. Het resulterende gestandaardiseerde en gedefleerde inkomen is laag wanneer het minder is dan 9249 euro. Deze grens komt ongeveer overeen met de koopkracht van een bijstandsuitkering voor een alleenstaande in 1979 toen deze op zijn hoogst was.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens behorende tot de doelpopulatie per regio.
Huish. onder of rond sociaal minimum
Huishoudens onder of rond het sociaal minimum.
Bij de bepaling van het sociaal minimum is van de particuliere huishoudens een aantal groepen niet meegenomen. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) het gehele jaar inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.

Het sociaal minimum is het wettelijk bestaansminimum zoals dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Om te kunnen beoordelen hoe het inkomen zich verhoudt tot het minimum, is aan de hand van de regelgeving vastgesteld welke norm voor het desbetreffende huishouden van toepassing is. De norm voor een (echt)paar met uitsluitend minderjarige kinderen is bijvoorbeeld gelijkgesteld aan de bijstandsuitkering van een echtpaar, aangevuld met de (leeftijdsafhankelijke) kinderbijslag. Bij 65-plussers is het bedrag aan AOW-pensioen als norm gekozen.
Het waargenomen inkomen van huishoudens, die uitsluitend op een bijstandsuitkering zijn aangewezen, wijkt in veel gevallen in geringe mate af van de vastgestelde normbedragen. Zouden de normbedragen als inkomensgrens worden gehanteerd, dan komt een deel van deze huishoudens met hun inkomen net boven het sociale minimum uit. Daarom is niet 100%, maar 101% van het sociaal minimum als inkomensgrens gehanteerd.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens behorende tot de doelpopulatie per regio.