Kerncijfers wijken en buurten 2016

Kerncijfers wijken en buurten 2016

Wijken en buurten Inkomen Inkomen van personen Aantal inkomensontvangers   (aantal) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inwoner  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van personen 40% personen met laagste inkomen (%) Inkomen Inkomen van personen 20% personen met hoogste inkomen (%) Inkomen Inkomen van personen Actieven 15-75 jaar (%) Inkomen Inkomen van huishoudens 40% huishoudens met laagste inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens 20% huishoudens met hoogste inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishoudens met een laag inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huish. onder of rond sociaal minimum (%) Postcode Meest voorkomende postcode (code)
Burgemeesterskwartier 1.100 38,9 29,8 29,8 32,9 67,1 14,5 43,1 1,9 1,4 1814
Nijrees 1.600 36,2 25,5 31,5 28,6 68,3 13,8 34,3 2,5 2,5 7609
Bouwmeesterbuurt 3.400 27,7 21,4 39,9 15,6 57,9 38,0 13,5 9,1 8,3 1333
Burgemeester Visserpark 1.100 36,6 30,7 33,1 28,6 62,6 31,2 26,1 6,2 4,5 2405
Beestenmarkt 900 38,3 33,9 23,7 31,4 72,4 38,8 14,5 4,3 3,8 3811
Weesperbuurt/Plantage 6.200 41,7 36,0 37,2 30,9 62,4 53,6 20,2 16,3 15,2 .
Weesperbuurt 2.600 38,9 34,4 38,3 27,8 60,0 58,1 16,9 14,7 13,6 1018
Burgemeester Tellegenbuurt Oost 2.400 29,4 24,9 45,0 18,5 56,1 58,5 11,5 17,3 16,7 1073
Burgemeester Tellegenbuurt West 1.900 27,5 23,7 47,9 16,2 54,6 63,6 9,6 19,5 19,8 1073
Weesperzijde 4.200 41,7 35,0 32,6 34,9 69,7 45,8 23,4 11,3 10,8 .
Weesperzijde Midden/Zuid 2.400 40,8 34,0 32,6 33,6 68,6 45,5 22,8 12,6 12,3 1091
Weespertrekvaart 1.000 11,1 10,5 85,1 0,6 28,0 97,0 0,0 29,0 18,0 1096
Burgemeesterswijk/Hoogkamp 6.000 45,9 36,3 30,6 38,2 61,5 31,9 36,2 5,5 4,3 .
Burgemeesterswijk 2.400 40,2 33,9 34,1 30,6 59,3 44,5 25,2 8,5 6,8 6814
Beesel 10.800 27,5 22,4 43,6 15,3 59,4 36,0 17,1 4,6 5,0 .
Wijk 01 Beesel 2.000 32,0 26,8 41,2 20,6 62,5 28,6 26,8 2,6 2,8 .
Beesel 1.700 30,8 25,7 40,7 20,5 62,2 29,9 25,9 2,5 2,7 5954
Saenegheest 1.100 29,0 24,3 39,5 16,4 47,1 39,2 16,3 2,5 4,3 1862
Geest 600 49,1 38,9 35,0 34,4 45,3 20,6 41,2 2,8 3,4 1861
Noordgeest 2.900 30,1 23,5 39,0 20,1 60,2 32,6 20,5 7,6 7,2 4614
Geesteren 400 29,7 23,8 36,7 17,6 60,2 21,3 22,2 1,8 2,2 7274
Verspreide huizen Geesteren 600 29,7 23,1 43,8 15,9 60,9 25,9 33,1 5,9 7,3 7274
Wijk 02 Heesch 10.100 30,9 24,6 39,2 20,2 60,1 28,0 27,0 4,3 3,8 .
Heesch 10.100 30,9 24,6 39,2 20,2 60,1 28,0 27,0 4,3 3,8 5384
Wijk 05 Heeswijk-Dinther 6.200 30,7 24,5 39,8 20,1 62,3 28,8 28,4 3,9 3,7 .
Heeswijk-Dinther 6.200 30,7 24,5 39,8 20,1 62,3 28,8 28,4 3,9 3,7 5473
Burgemeester Kremerweg 3.700 29,1 23,3 44,1 17,8 55,5 41,1 20,3 5,6 5,2 2411
Wijk 09 Ees 600 29,5 25,1 40,1 18,5 51,9 32,7 24,0 9,3 7,9 .
Ees 300 31,4 26,5 37,9 18,9 49,4 29,8 24,8 7,2 5,8 9536
Eesergroen 100 . . . . . . . . . 9537
Verspreide huizen Eeserveen 100 24,9 22,2 46,7 12,4 52,1 . . . . 7858
Verspreide huizen Eesergroen 100 . . . . . . . . . 9537
Verspreide huizen Ees 0 . . . . . . . . . 9536
Wijk 08 Maashees 700 30,4 25,2 39,5 20,8 57,8 26,4 23,1 2,5 1,9 .
Maashees Centrum 600 31,1 25,7 38,3 21,9 57,2 27,0 22,3 2,4 1,7 5823
Verspreide huizen Maashees 100 27,8 23,0 44,4 16,3 60,5 . . . . 5823
Wijk 09 Holthees 400 31,7 24,6 35,2 23,2 69,3 19,0 30,2 2,1 2,1 .
Holthees Centrum 300 31,6 24,8 34,2 22,8 68,7 18,3 28,0 1,9 1,9 5824
Verspreide Huizen Holthees 100 . . . . . . . . . 5824
Gees 400 28,7 23,9 41,4 21,2 54,3 27,6 21,3 5,6 6,0 7863
Verspreide huizen Gees 100 . . . . . . . . . 7863
Geesbrug 500 23,5 17,5 49,4 9,1 58,4 36,8 8,9 6,2 5,2 7917
Verspreide huizen Geesbrug 500 26,2 20,4 46,9 15,3 60,6 24,6 27,6 7,0 3,9 7917
Heeswijkse Kampen 4.800 32,5 25,3 33,3 23,1 67,8 27,4 25,0 5,0 4,0 5432
Burgemeestersbuurt 900 23,5 18,8 50,7 11,1 49,7 47,6 13,1 15,9 15,3 7413
Reestman 200 35,9 22,9 30,9 27,3 77,0 11,7 45,8 2,5 1,7 7595
Dokkum Weeshuislanden 1.000 27,7 20,9 42,4 19,4 59,9 26,1 23,9 2,5 1,9 9102
Burgemeester de Raadtsingel en omgeving 300 39,6 33,8 30,4 32,2 58,0 31,2 23,4 8,9 7,5 3311
Weeskinderendijk en Dokweg 200 24,0 19,5 39,7 8,3 67,7 . . . . 3314
Deest 1.400 28,3 23,0 42,9 17,6 61,5 40,3 18,8 6,6 6,2 .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.

Gegevens beschikbaar over: 2016.

Status van de cijfers:
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.
Aangezien deze tabel is stopgezet, worden gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per oktober 2024
De indicator ‘Gemiddelde woningwaarde’ binnen thema Wonen is alsnog hernoemd tot ‘Gemiddelde WOZ-waarde van woningen’ ten behoeve van de aansluiting op andere verslagjaren. De definitie in deze jaartabel is ongewijzigd gebleven.

Wijzigingen per juli 2023
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Inkomen
Deze tabel geeft informatie over het persoonlijk inkomen van personen in particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen en het inkomen van particuliere huishoudens met een waargenomen inkomen. De gegevens komen uit de Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek (IIVS) met als populatie de bevolking van Nederland op 1 januari van het verslagjaar met het inkomen over het verslagjaar.

De Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek van het CBS is voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van Financiën (de fiscale registers) en de bevolkingsregisters van de Nederlandse gemeenten (Basisregistratie personen). De Basisregistratie personen is een register waarin alle inwoners van een gemeente behoren te zijn ingeschreven. Uitgezonderd zijn:
- Inwoners van Nederland die gebruik maken van uitzonderingsregels die gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (niet-Nederlandse diplomaten en niet-Nederlandse NAVO militairen). Zij mogen zelf bepalen of zij in de bevolkingsregisters ingeschreven worden of niet.
- Asielzoekers die korter dan zes maanden in de centrale opvang verblijven en nog geen verblijfsvergunning hebben gekregen.
Inkomen van personen
De doelpopulatie bestaat uit personen behorende tot particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.

De inkomensgegevens zijn gebaseerd op het persoonlijk inkomen. Dit omvat de volgende bestanddelen van het bruto-inkomen van een persoon:
- inkomen uit arbeid;
- inkomen uit eigen onderneming;
- uitkering inkomensverzekeringen;
- uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Aantal inkomensontvangers  
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens.
De cijfers zijn afgerond op honderdtallen.
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van personen met persoonlijk inkomen die deel uitmaken van particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
Gemiddeld inkomen per inwoner 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van de totale bevolking in particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 100 personen in particuliere huishoudens per regio.
40% personen met laagste inkomen
Aandeel personen in particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 40% personen met het laagste persoonlijk inkomen.
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Tot de laagste 40-procent-groep worden de veertig procent personen met het laagste persoonlijk inkomen gerekend.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
20% personen met hoogste inkomen
Aandeel personen in particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 20% personen met het hoogste persoonlijk inkomen.
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Tot de hoogste 20-procent-groep worden de twintig procent personen met het hoogste persoonlijk inkomen gerekend.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
Actieven 15-75 jaar
Het aandeel personen van 15 tot 75 jaar in particuliere huishuishoudens met als persoonlijke voornaamste inkomensbron inkomen uit arbeid of inkomen uit eigen onderneming, uitgedrukt in hele procenten van het totale aantal personen van 15 tot 75 jaar in particuliere huishoudens.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen van 15 tot 75 jaar in particuliere huishoudens.
Inkomen van huishoudens
De doelpopulatie bestaat uit particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.
40% huishoudens met laagste inkomen
Aandeel particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 40% huishoudens met het laagste huishoudensinkomen.
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen.
De indeling vindt plaats nadat huishoudens landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Tot de laagste 40-procent-groep worden de veertig procent huishoudens met het laagste besteedbaar inkomen gerekend.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens per regio.

Het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met:
- betaalde inkomensoverdrachten, zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e);
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden;
- premies ziektekostenverzekeringen;
- belastingen op inkomen en vermogen.
20% huishoudens met hoogste inkomen
Aandeel particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 20% huishoudens met het hoogste huishoudensinkomen.
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen.
De indeling vindt plaats nadat huishoudens landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Tot de hoogste 20-procent-groep worden de twintig procent huishoudens met het hoogste besteedbaar inkomen gerekend.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens per regio.

Het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met:
- betaalde inkomensoverdrachten, zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e);
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden;
- premies ziektekostenverzekeringen;
- belastingen op inkomen en vermogen.
Huishoudens met een laag inkomen
Bij de bepaling van laag inkomen is van de particuliere huishoudens een aantal groepen niet meegenomen. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) het gehele jaar inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.

Om te bepalen of een huishouden een laag inkomen heeft, wordt het inkomen van een huishouden omgerekend tot het gestandaardiseerde inkomen (exclusief eventueel ontvangen huurtoeslag). Vervolgens wordt dit gestandaardiseerde inkomen (met het prijsindexcijfer) herleid naar het prijspeil in 2000. Het resulterende gestandaardiseerde en gedefleerde inkomen is laag wanneer het minder is dan 9249 euro. Deze grens komt ongeveer overeen met de koopkracht van een bijstandsuitkering voor een alleenstaande in 1979 toen deze op zijn hoogst was.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens behorende tot de doelpopulatie per regio.
Huish. onder of rond sociaal minimum
Huishoudens onder of rond het sociaal minimum.
Bij de bepaling van het sociaal minimum is van de particuliere huishoudens een aantal groepen niet meegenomen. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) het gehele jaar inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.

Het sociaal minimum is het wettelijk bestaansminimum zoals dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Om te kunnen beoordelen hoe het inkomen zich verhoudt tot het minimum, is aan de hand van de regelgeving vastgesteld welke norm voor het desbetreffende huishouden van toepassing is. De norm voor een (echt)paar met uitsluitend minderjarige kinderen is bijvoorbeeld gelijkgesteld aan de bijstandsuitkering van een echtpaar, aangevuld met de (leeftijdsafhankelijke) kinderbijslag. Bij 65-plussers is het bedrag aan AOW-pensioen als norm gekozen.
Het waargenomen inkomen van huishoudens, die uitsluitend op een bijstandsuitkering zijn aangewezen, wijkt in veel gevallen in geringe mate af van de vastgestelde normbedragen. Zouden de normbedragen als inkomensgrens worden gehanteerd, dan komt een deel van deze huishoudens met hun inkomen net boven het sociale minimum uit. Daarom is niet 100%, maar 101% van het sociaal minimum als inkomensgrens gehanteerd.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens behorende tot de doelpopulatie per regio.
Postcode
Meest voorkomende postcode
Meest voorkomende numerieke postcode in een buurt, op grond van het aantal adressen in het Geografisch Basisregister (GBR, definitieve versie) per 1 januari.