Kerncijfers wijken en buurten 2015

Kerncijfers wijken en buurten 2015

Wijken en buurten Bevolking Leeftijdsgroepen 65 jaar of ouder (aantal) Bevolking Particuliere huishoudens Huishoudens totaal (aantal) Bevolking Particuliere huishoudens Eenpersoonshuishoudens (aantal) Bevolking Particuliere huishoudens Huishoudens zonder kinderen (aantal) Bevolking Particuliere huishoudens Huishoudens met kinderen (aantal) Bevolking Particuliere huishoudens Gemiddelde huishoudensgrootte (aantal) Inkomen Inkomen van personen Aantal inkomensontvangers   (aantal) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inwoner  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van personen 40% personen met laagste inkomen (%) Inkomen Inkomen van personen 20% personen met hoogste inkomen (%) Inkomen Inkomen van personen Actieven 15-75 jaar (%) Inkomen Inkomen van huishoudens 40% huishoudens met laagste inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens 20% huishoudens met hoogste inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishoudens met een laag inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huish. onder of rond sociaal minimum (%) Motorvoertuigen Personenauto's Personenauto's; leeftijd Personenauto's; 6 jaar en ouder (aantal) Motorvoertuigen Personenauto's Personenauto's per huishouden (per huishouden)
Oudeschans 25 50 15 25 5 1,9 100 . . . . . . . . . 60 1,4
Oudeweg en Hoofdweg en Oostwolderweg 15 50 5 15 25 2,9 100 38,3 26,7 40,6 18,9 62,1 . . . . 60 1,4
Veendam-Oude Ae 610 1.625 600 470 555 2,1 2.700 22,3 17,4 50,0 8,0 46,7 55,3 6,5 13,6 11,0 1.270 1,0
Oude Bildtdijk Sint Annaparochie 30 80 25 20 30 2,4 100 25,6 20,0 41,8 10,3 63,0 . . . . 85 1,4
Oude Bildtdijk Sint Jacobiparochie 75 225 95 60 70 2,1 400 26,5 21,8 42,3 14,2 55,6 41,9 12,8 3,6 2,2 265 1,3
Oude Bildtzijl 110 305 100 85 115 2,3 500 25,0 19,1 41,2 11,0 58,1 37,7 12,6 4,1 3,4 310 1,2
Oude Bildtdijk Oude Bildtzijl 15 40 10 20 10 2,2 100 . . . . . . . . . 40 .
Verspreide huizen Oude Bildtzijl 0 20 5 5 10 2,8 0 . . . . . . . . . 5 .
Oudeschoot 310 655 185 220 245 2,3 1.200 23,3 18,3 50,5 9,9 52,4 46,6 9,8 12,3 10,3 545 1,0
Oudehorne 160 340 70 140 130 2,5 700 29,7 23,8 38,6 19,9 61,7 22,4 26,3 5,0 4,2 405 1,5
Oudwoude 90 250 60 80 110 2,5 500 26,3 19,7 39,3 13,3 61,0 31,2 16,6 2,4 1,6 270 1,3
Verspreide huizen Oudwoude 20 70 15 20 35 2,5 100 27,7 21,1 35,3 16,5 66,7 . . . . 85 1,3
Oude Leije 35 115 45 25 45 2,3 200 25,6 20,7 43,7 15,3 60,6 39,1 18,3 6,3 6,3 160 1,6
Luxwoude 25 110 20 45 45 2,6 200 28,3 20,5 34,0 18,2 67,5 22,5 17,1 0,9 0,9 130 1,6
Verspreide huizen Luxwoude 25 55 10 15 30 3,0 100 29,1 20,8 38,7 25,8 66,7 . . . . 50 1,2
Siegerswoude 100 295 50 100 145 2,8 600 28,3 21,7 38,2 17,1 63,2 19,6 32,4 5,1 4,1 380 1,6
Wijnjewoude 210 520 160 170 190 2,4 900 24,3 18,6 47,0 11,0 55,6 42,1 12,2 7,3 6,7 515 1,2
Verspreide huizen Wijnjewoude-Oost 25 80 20 25 30 2,5 100 30,8 21,9 37,8 23,8 56,8 . . . . 70 1,1
Verspreide huizen Wijnjewoude-West 90 245 65 85 95 2,5 500 27,4 21,5 43,0 18,0 60,8 26,3 22,2 7,2 6,8 325 1,6
Oudega 310 665 145 240 280 2,6 1.300 26,0 20,0 42,6 12,6 59,8 30,1 20,9 5,2 4,4 690 1,3
Oude Gasfabriek 25 100 35 35 30 2,0 200 32,3 26,1 29,6 22,5 57,1 27,5 17,6 . . 80 1,0
Oude Molenbuurt 590 1.160 660 315 180 1,6 1.600 22,6 20,1 48,0 7,2 50,0 68,3 4,6 15,2 13,2 610 0,7
Oude Schuttingskanaal 10 40 15 10 15 2,3 100 . . . . . . . . . 50 .
Emmen-Omgeving Oude Roswinkelerweg 475 625 245 245 135 1,9 1.000 29,5 25,1 40,6 20,1 50,3 39,2 18,1 5,2 6,4 490 1,1
Oudegoedstraat 155 605 220 165 215 2,2 1.000 31,4 24,1 32,6 22,9 67,7 39,0 21,7 7,5 6,8 390 0,8
Oude Molen 20 40 5 15 15 2,7 100 . 25,0 . . . . . . . 45 .
Oude Mars 0 10 0 0 5 3,5 0 . . . . . . . . . 15 .
Stadhoudersmolen 30 60 15 20 25 2,7 100 26,5 19,3 45,5 9,8 65,4 . . . . 110 .
Buren-Oude Kern 100 200 40 85 65 2,3 400 40,1 32,8 37,4 33,5 60,1 25,1 34,7 5,1 4,1 175 1,3
Oude Binnenstad en Nieuwstad 350 1.375 670 360 340 1,9 2.100 27,4 22,9 41,5 15,5 60,2 53,3 12,4 14,0 11,9 815 0,8
Oude Buitenwijken 260 835 270 230 330 2,3 1.500 30,2 22,8 36,7 21,5 64,8 33,5 19,6 6,2 5,0 590 1,0
De oude Stad binnen de gracht 870 1.300 550 475 270 1,9 2.100 30,4 26,4 40,6 21,3 50,4 40,7 19,4 6,7 6,2 865 1,0
Verspreide huizen IJssel en Oude IJssel 5 10 5 0 0 2,0 0 . . . . . . . . . 15 .
Oude Apeldoornseweg en omgeving 115 290 60 100 120 2,5 600 29,4 22,9 36,3 20,4 65,8 23,5 21,1 3,9 2,5 300 1,4
Oude Stad Binnenstad 235 1.760 1.480 205 70 1,2 1.900 19,2 17,9 63,1 10,6 34,9 80,4 4,6 11,0 8,6 425 0,3
Oudelaan 45 65 20 25 15 2,1 100 23,8 20,4 51,7 10,0 52,8 . . . . 55 1,1
Oude-Oosterhei 350 965 310 290 360 2,3 1.700 36,9 28,8 31,2 26,2 67,5 26,3 28,7 4,0 3,5 795 1,1
Oude Dorp 435 820 270 265 280 2,2 1.500 34,1 27,7 36,3 23,6 56,9 29,1 28,5 3,3 2,4 610 1,0
Renswoude 718 1.829 407 584 838 2,7 3.600 31,0 22,8 37,1 22,7 67,4 24,3 28,7 3,7 3,1 1.720 1,3
Renswoude 540 1.290 300 410 575 2,6 2.500 29,2 21,6 38,9 20,7 63,9 26,8 24,7 3,5 2,9 1.225 1,3
Bedrijvengebied Oudenrijn 40 75 20 20 30 2,5 100 33,8 25,7 43,5 27,9 54,5 . . . . 130 .
Oudeveen en De Schans en omgeving 405 1.370 345 420 600 2,5 2.600 28,3 21,2 38,3 17,7 61,5 34,2 18,2 6,8 6,1 1.070 1,1
Woudenberg 2.272 4.815 1.288 1.550 1.977 2,5 9.200 31,3 23,7 37,9 22,8 62,5 26,8 27,0 3,4 2,9 4.190 1,3
Wijk 00 Woudenberg 2.275 4.815 1.285 1.550 1.975 2,5 9.200 31,3 23,7 37,9 22,8 62,5 26,8 27,0 3,4 2,9 4.185 1,3
Woudenberg-Oost 40 90 20 30 35 2,6 200 33,8 26,1 35,7 29,1 63,5 . . . . 100 1,5
Wijk 15 Park Oudegein 10 10 0 5 0 2,2 0 . . . . . . . . . 25 .
Park Oudegein 10 10 0 5 0 2,2 0 . . . . . . . . . 25 .
Dillenburg en Stadhouderskwartier 370 630 290 185 165 1,9 1.000 27,1 22,4 40,8 15,6 58,2 47,5 14,4 6,3 7,0 320 0,7
Oude Dorp en Bovenkerk-Dorp 620 1.620 550 450 630 2,2 2.800 39,8 30,2 33,2 31,0 65,5 33,2 31,1 6,6 5,7 975 1,0
Burgwallen-Oude Zijde 345 3.075 2.200 625 255 1,4 3.700 33,4 30,1 40,6 25,2 68,3 60,5 12,9 16,3 15,1 525 0,2
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.

Gegevens beschikbaar: over 2015.

Status van de cijfers
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.

Wijzigingen per 18 december 2020:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Bevolking
Om redenen van statistische geheimhouding zijn de aantallen op wijk- en buurtniveau aselect afgerond op veelvouden van 5.
Bij aselect afronden wordt door loten bepaald of een getal naar boven of naar beneden wordt afgerond. De daarbij gehanteerde kansen zijn omgekeerd evenredig met de afrondverschillen. Gemiddeld wordt een getal hierdoor op zichzelf afgerond. Het gemiddelde afrondverschil per getal is evenwel groter dan het geval is bij afronding op het dichtstbijzijnde veelvoud van 5. Door afrondverschillen is de som van afgeronde getallen niet altijd gelijk aan de afgeronde som.

Hierdoor kan het voorkomen dat wanneer een wijk uit één buurt bestaat of een gemeente uit één wijk, dit afgerond niet overeenkomt.
Leeftijdsgroepen
Dit gegeven is ontleend aan de Structuurtelling Gemeentelijke Basisadministratie (GBA).
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn aselect afgerond op vijftallen.
65 jaar of ouder
Aantal inwoners dat op 1 januari 65 jaar of ouder is. Dit gegeven is ontleend aan de Structuurtelling Gemeentelijke Basisadministratie (GBA).
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn aselect afgerond op vijftallen.
Particuliere huishoudens
Betreft de huishoudens op 1 januari.
Particuliere huishoudens bestaan uit één of meer personen die alleen of samen in een woonruimte zijn gehuisvest en zelf in hun dagelijks onderhoud voorzien. Naast eenpersoonshuishoudens onderscheiden we meerpersoonshuishoudens (niet-gehuwde paren, niet-gehuwde paren met kinderen, echtparen, echtparen met kinderen, eenouderhuishoudens en overige huishoudens). De institutionele huishoudens worden hiertoe niet gerekend.
Huishoudens totaal
Het aantal particuliere huishoudens is ontleend aan de Structuurtelling Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn aselect afgerond op vijftallen.
Eenpersoonshuishoudens
Het aantal huishoudens met één persoon, die ouder is dan 14 jaar. Het aantal eenpersoonshuishoudens is ontleend aan de Structuurtelling Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn aselect afgerond op vijftallen.
Huishoudens zonder kinderen
Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen bestaan uit niet-gehuwde paren zonder kinderen, echtparen zonder kinderen en overige huishoudens. Het aantal huishoudens zonder kinderen is ontleend aan de Structuurtelling Gemeentelijke Basisadministratie (GBA).
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn aselect afgerond op vijftallen.
Huishoudens met kinderen
Meerpersoonshuishoudens met kinderen bestaan uit niet-gehuwde paren met kinderen, echtparen met kinderen en eenouderhuishoudens. Het aantal huishoudens met kinderen is ontleend aan de Structuurtelling Gemeentelijke Basisadministratie (GBA).
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn aselect afgerond op vijftallen.
Gemiddelde huishoudensgrootte
Dit gemiddelde is berekend als het aantal in particuliere huishoudens levende personen gedeeld door het aantal particuliere huishoudens. De gemiddelde huishoudensgrootte is ontleend aan de Structuurtelling Gemeentelijke Basisadministratie (GBA).
Inkomen
Deze tabel geeft informatie over het persoonlijk inkomen van personen in particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen en het inkomen van particuliere huishoudens met een waargenomen inkomen. De gegevens komen uit de Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek (IIVS) met als populatie de bevolking van Nederland op 1 januari van het verslagjaar met het inkomen over het verslagjaar.

De Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek van het CBS is voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van Financiën (de fiscale registers) en de bevolkingsregisters van de Nederlandse gemeenten (Basisregistratie personen). De Basisregistratie personen is een register waarin alle inwoners van een gemeente behoren te zijn ingeschreven. Uitgezonderd zijn:
- Inwoners van Nederland die gebruik maken van uitzonderingsregels die gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (niet-Nederlandse diplomaten en niet-Nederlandse NAVO militairen). Zij mogen zelf bepalen of zij in de bevolkingsregisters ingeschreven worden of niet.
- Asielzoekers die korter dan zes maanden in de centrale opvang verblijven en nog geen verblijfsvergunning hebben gekregen.
Inkomen van personen
De doelpopulatie bestaat uit personen behorende tot particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.

De inkomensgegevens zijn gebaseerd op het persoonlijk inkomen. Dit omvat de volgende bestanddelen van het bruto-inkomen van een persoon:
- inkomen uit arbeid;
- inkomen uit eigen onderneming;
- uitkering inkomensverzekeringen;
- uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Aantal inkomensontvangers  
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens.
De cijfers zijn afgerond op honderdtallen.
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van personen met persoonlijk inkomen die deel uitmaken van particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
Gemiddeld inkomen per inwoner 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van de totale bevolking in particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 100 personen in particuliere huishoudens per regio.
40% personen met laagste inkomen
Aandeel personen in particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 40% personen met het laagste persoonlijk inkomen.
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Tot de laagste 40-procent-groep worden de veertig procent personen met het laagste persoonlijk inkomen gerekend.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
20% personen met hoogste inkomen
Aandeel personen in particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 20% personen met het hoogste persoonlijk inkomen.
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Tot de hoogste 20-procent-groep worden de twintig procent personen met het hoogste persoonlijk inkomen gerekend.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
Actieven 15-75 jaar
Het aandeel personen van 15 tot 75 jaar in particuliere huishuishoudens met als persoonlijke voornaamste inkomensbron inkomen uit arbeid of inkomen uit eigen onderneming, uitgedrukt in hele procenten van het totale aantal personen van 15 tot 75 jaar in particuliere huishoudens.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen van 15 tot 75 jaar in particuliere huishoudens.
Inkomen van huishoudens
De doelpopulatie bestaat uit particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.
40% huishoudens met laagste inkomen
Aandeel particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 40% huishoudens met het laagste huishoudensinkomen.
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen.
De indeling vindt plaats nadat huishoudens landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Tot de laagste 40-procent-groep worden de veertig procent huishoudens met het laagste besteedbaar inkomen gerekend.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens per regio.

Het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met:
- betaalde inkomensoverdrachten, zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e);
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden;
- premies ziektekostenverzekeringen;
- belastingen op inkomen en vermogen.
20% huishoudens met hoogste inkomen
Aandeel particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 20% huishoudens met het hoogste huishoudensinkomen.
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen.
De indeling vindt plaats nadat huishoudens landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Tot de hoogste 20-procent-groep worden de twintig procent huishoudens met het hoogste besteedbaar inkomen gerekend.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens per regio.

Het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met:
- betaalde inkomensoverdrachten, zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e);
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden;
- premies ziektekostenverzekeringen;
- belastingen op inkomen en vermogen.
Huishoudens met een laag inkomen
Bij de bepaling van laag inkomen is van de particuliere huishoudens een aantal groepen niet meegenomen. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) het gehele jaar inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.

Om te bepalen of een huishouden een laag inkomen heeft, wordt het inkomen van een huishouden omgerekend tot het gestandaardiseerde inkomen (exclusief eventueel ontvangen huurtoeslag). Vervolgens wordt dit gestandaardiseerde inkomen (met het prijsindexcijfer) herleid naar het prijspeil in 2000. Het resulterende gestandaardiseerde en gedefleerde inkomen is laag wanneer het minder is dan 9249 euro. Deze grens komt ongeveer overeen met de koopkracht van een bijstandsuitkering voor een alleenstaande in 1979 toen deze op zijn hoogst was.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens behorende tot de doelpopulatie per regio.
Huish. onder of rond sociaal minimum
Huishoudens onder of rond het sociaal minimum.
Bij de bepaling van het sociaal minimum is van de particuliere huishoudens een aantal groepen niet meegenomen. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) het gehele jaar inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.

Het sociaal minimum is het wettelijk bestaansminimum zoals dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Om te kunnen beoordelen hoe het inkomen zich verhoudt tot het minimum, is aan de hand van de regelgeving vastgesteld welke norm voor het desbetreffende huishouden van toepassing is. De norm voor een (echt)paar met uitsluitend minderjarige kinderen is bijvoorbeeld gelijkgesteld aan de bijstandsuitkering van een echtpaar, aangevuld met de (leeftijdsafhankelijke) kinderbijslag. Bij 65-plussers is het bedrag aan AOW-pensioen als norm gekozen.
Het waargenomen inkomen van huishoudens, die uitsluitend op een bijstandsuitkering zijn aangewezen, wijkt in veel gevallen in geringe mate af van de vastgestelde normbedragen. Zouden de normbedragen als inkomensgrens worden gehanteerd, dan komt een deel van deze huishoudens met hun inkomen net boven het sociale minimum uit. Daarom is niet 100%, maar 101% van het sociaal minimum als inkomensgrens gehanteerd.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens behorende tot de doelpopulatie per regio.
Motorvoertuigen
De motorvoertuigen betreffen personenauto's, bedrijfsauto’s en motortweewielers op 1 januari. Aanhangwagens en opleggers zijn niet meegerekend.
De gegevens zijn ontleend aan de Statistiek van de Motorvoertuigen. Deze gegevens zijn gebaseerd op de kentekenregistratie van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW). Met behulp van deze registratie zijn tellingen gemaakt van alle voertuigen met actuele, houderschapsplichtige kentekens die op 1 januari in het kentekenbestand voorkomen.
Het aantal geregistreerde motorvoertuigen is inclusief voertuigen van lease- en verhuurbedrijven. Deze motorvoertuigen staan geregistreerd op het adres van het lease- of verhuurbedrijf. De motorvoertuigen die staan ingeschreven op postbusadressen zijn niet meegeteld bij de aantallen van de wijken en buurten, maar wel in de gemeentelijke totalen. De wijken en buurten tellen daarom niet altijd op tot gemeenten. De gemeentelijke totalen komen overeen met de Regionale Kerncijfers Nederland.
Personenauto's
Personenauto's; leeftijd
Personenauto's; 6 jaar en ouder
Het aantal personenauto’s van 6 jaar en ouder. Deze leeftijd is afgeleid van het bouwjaar van het voertuig.
Personenauto's per huishouden
Het aantal personenauto's per (particulier) huishouden op 1 januari. De personenauto's worden regionaal ingedeeld met behulp van de kentekenregistratie. Personenauto's die geregistreerd staan op het adres van het lease- of verhuurbedrijf vertekenen daarom de autodichtheid per huishouden.
Het aantal personenauto's per huishouden is vermeld bij minimaal 50 huishoudens en bij een waarde van maximaal 2,5 personenauto’s per huishouden.