Kerncijfers wijken en buurten 2015

Kerncijfers wijken en buurten 2015

Wijken en buurten Inkomen Inkomen van personen Aantal inkomensontvangers   (aantal) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inwoner  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van personen 40% personen met laagste inkomen (%) Inkomen Inkomen van personen 20% personen met hoogste inkomen (%) Inkomen Inkomen van personen Actieven 15-75 jaar (%) Inkomen Inkomen van huishoudens 40% huishoudens met laagste inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens 20% huishoudens met hoogste inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishoudens met een laag inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huish. onder of rond sociaal minimum (%)
Hemmen 700 51,2 37,2 26,5 45,0 67,7 32,9 48,8 6,6 4,4
Tjuchem 100 26,5 22,1 41,5 13,1 53,5 . . . .
Hemrik 100 . . . . . . . . .
Wijk 50 Hempens/Teerns e.o. & Zuiderbure 4.200 40,1 27,9 27,6 35,3 69,2 11,1 43,3 2,8 2,4
Hempens/Teerns 100 32,4 27,6 35,8 22,8 60,9 . . . .
Buitengebied Hempens 100 . . . . . . . . .
Hemrik 400 28,0 20,9 41,8 14,5 61,1 39,3 18,0 10,3 5,9
Verspreide huizen Hemrik 200 31,7 26,3 39,2 23,4 55,8 27,0 31,5 7,3 4,5
Kortehemmen 100 33,1 25,9 42,1 26,2 55,2 . . . .
Verspreide huizen Holtheme-De Haandrik 200 28,6 23,0 41,2 20,3 67,1 . . . .
Buurtschap Archem 100 . . . . . . . . .
Wijk 09 Laag Zuthem 400 32,2 25,5 38,3 21,3 66,6 24,7 28,4 4,3 2,7
Laag Zuthem-Kern 300 29,0 22,5 38,9 21,0 68,6 21,0 25,0 3,3 1,6
Verspreide huizen Laag Zuthem 100 38,3 31,4 37,0 21,7 62,8 . . . .
Arnhem 116.900 28,8 22,9 42,0 18,4 56,4 51,4 14,3 13,8 11,6
Arnhemse broek 4.600 21,8 17,5 55,3 9,0 48,9 68,1 6,3 24,1 20,1
Arnhemse Broek 2.200 22,1 17,6 54,8 9,9 50,4 61,6 7,5 20,8 17,4
Arnhemse Allee 800 29,2 24,1 35,9 17,0 54,5 42,9 11,3 10,4 7,4
Erichem 300 32,1 26,2 39,8 24,6 56,1 24,8 33,8 3,9 4,5
Verspreide huizen Erichem 100 33,7 26,0 44,6 28,7 . . . . .
Wijk 01 Beusichem 2.900 35,5 27,7 35,1 25,7 62,0 24,9 32,9 4,4 3,5
Beusichem 2.100 35,5 27,5 34,9 25,4 61,0 27,5 30,1 4,8 3,8
Verspreide huizen Beusichem en Zoelmond 400 37,5 29,4 35,2 30,8 66,8 17,5 45,2 3,5 2,9
Verspreide huizen Redichem 100 37,7 29,0 38,7 27,4 63,1 . . . .
Doetinchem 44.000 28,2 22,5 40,7 17,1 57,6 38,4 18,1 8,0 6,8
Wijk 01 Doetinchem Centrum 3.400 31,8 27,7 37,3 19,4 55,8 48,1 15,2 10,7 8,3
Wijk 11 Buitengebied Doetinchem 4.400 26,7 21,4 42,0 14,9 57,6 36,0 17,9 5,7 4,5
Kernhem 3.000 34,5 22,9 31,5 28,1 71,8 18,5 32,0 4,2 2,8
Lochem 26.200 31,3 25,3 39,3 20,6 56,5 31,0 24,5 5,2 4,8
Wijk 00 Lochem kern 9.700 30,4 24,5 38,9 20,1 55,2 34,7 20,1 6,1 5,4
Lochem-Zuid 700 34,7 28,3 33,7 26,5 55,8 17,6 31,0 2,6 2,8
Lochem-Oost 2.000 35,7 29,0 34,9 27,1 55,7 26,8 26,3 3,3 3,3
Lochem-West 1.600 32,0 26,3 35,6 23,8 53,9 18,8 25,4 3,2 2,5
Lochem-Noord 600 25,2 21,3 44,4 13,4 52,0 59,5 7,5 11,2 9,0
Wijk 01 Lochem buitengebied 1.000 33,3 27,3 42,9 20,9 58,7 28,3 32,0 5,5 5,3
Wijk 03 Barchem 1.400 28,6 23,4 41,6 17,6 59,3 29,3 22,6 5,2 4,7
Barchem 800 27,3 22,7 39,5 16,1 56,4 29,6 15,2 2,9 2,9
Verspreide huizen Lochemseweg 100 31,4 23,0 41,0 20,5 58,2 . . . .
Verspr.h. Zwarte Veen en Barchemse Enk 300 34,7 28,5 42,2 22,1 63,4 19,7 37,2 3,0 2,3
Zuilichem 900 29,2 21,7 40,5 19,6 62,8 26,2 24,3 3,0 3,0
Verspr.h. in de polder Zuilichem e.o. 200 24,3 18,4 42,7 11,1 72,6 29,0 19,6 4,8 3,8
Bruchem 1.100 33,7 26,5 42,6 22,1 61,0 23,7 30,4 2,7 2,3
Verspr.h. polders Delwijnen en Bruchem 200 26,0 20,3 53,0 14,5 63,8 . . . .
Verspreide huizen Kerkwijk en Bruchem 300 29,0 21,2 42,4 23,6 68,9 21,4 37,1 6,0 6,0
Wijk 03 Nederhemert 1.100 30,1 20,7 39,4 20,6 64,3 22,8 32,9 3,9 3,0
Nederhemert-Noordzijde 900 29,6 20,1 40,6 20,1 62,5 23,2 33,6 3,2 2,4
Nederhemert-Zuidzijde 0 . . . . . . . . .
Verspreide huizen Nederhemert 200 33,2 23,4 32,6 24,4 77,2 . . . .
Wijk 02 Varik en Ophemert 2.400 32,4 25,6 37,9 23,3 62,6 24,8 29,6 3,6 3,1
Ophemert 1.100 33,8 26,9 38,0 24,3 61,5 25,6 30,1 3,1 2,6
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.

Gegevens beschikbaar: over 2015.

Status van de cijfers
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.

Wijzigingen per 18 december 2020:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Inkomen
Deze tabel geeft informatie over het persoonlijk inkomen van personen in particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen en het inkomen van particuliere huishoudens met een waargenomen inkomen. De gegevens komen uit de Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek (IIVS) met als populatie de bevolking van Nederland op 1 januari van het verslagjaar met het inkomen over het verslagjaar.

De Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek van het CBS is voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van Financiën (de fiscale registers) en de bevolkingsregisters van de Nederlandse gemeenten (Basisregistratie personen). De Basisregistratie personen is een register waarin alle inwoners van een gemeente behoren te zijn ingeschreven. Uitgezonderd zijn:
- Inwoners van Nederland die gebruik maken van uitzonderingsregels die gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (niet-Nederlandse diplomaten en niet-Nederlandse NAVO militairen). Zij mogen zelf bepalen of zij in de bevolkingsregisters ingeschreven worden of niet.
- Asielzoekers die korter dan zes maanden in de centrale opvang verblijven en nog geen verblijfsvergunning hebben gekregen.
Inkomen van personen
De doelpopulatie bestaat uit personen behorende tot particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.

De inkomensgegevens zijn gebaseerd op het persoonlijk inkomen. Dit omvat de volgende bestanddelen van het bruto-inkomen van een persoon:
- inkomen uit arbeid;
- inkomen uit eigen onderneming;
- uitkering inkomensverzekeringen;
- uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Aantal inkomensontvangers  
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens.
De cijfers zijn afgerond op honderdtallen.
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van personen met persoonlijk inkomen die deel uitmaken van particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
Gemiddeld inkomen per inwoner 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van de totale bevolking in particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 100 personen in particuliere huishoudens per regio.
40% personen met laagste inkomen
Aandeel personen in particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 40% personen met het laagste persoonlijk inkomen.
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Tot de laagste 40-procent-groep worden de veertig procent personen met het laagste persoonlijk inkomen gerekend.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
20% personen met hoogste inkomen
Aandeel personen in particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 20% personen met het hoogste persoonlijk inkomen.
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Tot de hoogste 20-procent-groep worden de twintig procent personen met het hoogste persoonlijk inkomen gerekend.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
Actieven 15-75 jaar
Het aandeel personen van 15 tot 75 jaar in particuliere huishuishoudens met als persoonlijke voornaamste inkomensbron inkomen uit arbeid of inkomen uit eigen onderneming, uitgedrukt in hele procenten van het totale aantal personen van 15 tot 75 jaar in particuliere huishoudens.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen van 15 tot 75 jaar in particuliere huishoudens.
Inkomen van huishoudens
De doelpopulatie bestaat uit particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.
40% huishoudens met laagste inkomen
Aandeel particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 40% huishoudens met het laagste huishoudensinkomen.
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen.
De indeling vindt plaats nadat huishoudens landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Tot de laagste 40-procent-groep worden de veertig procent huishoudens met het laagste besteedbaar inkomen gerekend.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens per regio.

Het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met:
- betaalde inkomensoverdrachten, zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e);
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden;
- premies ziektekostenverzekeringen;
- belastingen op inkomen en vermogen.
20% huishoudens met hoogste inkomen
Aandeel particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 20% huishoudens met het hoogste huishoudensinkomen.
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen.
De indeling vindt plaats nadat huishoudens landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Tot de hoogste 20-procent-groep worden de twintig procent huishoudens met het hoogste besteedbaar inkomen gerekend.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens per regio.

Het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met:
- betaalde inkomensoverdrachten, zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e);
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden;
- premies ziektekostenverzekeringen;
- belastingen op inkomen en vermogen.
Huishoudens met een laag inkomen
Bij de bepaling van laag inkomen is van de particuliere huishoudens een aantal groepen niet meegenomen. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) het gehele jaar inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.

Om te bepalen of een huishouden een laag inkomen heeft, wordt het inkomen van een huishouden omgerekend tot het gestandaardiseerde inkomen (exclusief eventueel ontvangen huurtoeslag). Vervolgens wordt dit gestandaardiseerde inkomen (met het prijsindexcijfer) herleid naar het prijspeil in 2000. Het resulterende gestandaardiseerde en gedefleerde inkomen is laag wanneer het minder is dan 9249 euro. Deze grens komt ongeveer overeen met de koopkracht van een bijstandsuitkering voor een alleenstaande in 1979 toen deze op zijn hoogst was.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens behorende tot de doelpopulatie per regio.
Huish. onder of rond sociaal minimum
Huishoudens onder of rond het sociaal minimum.
Bij de bepaling van het sociaal minimum is van de particuliere huishoudens een aantal groepen niet meegenomen. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) het gehele jaar inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.

Het sociaal minimum is het wettelijk bestaansminimum zoals dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Om te kunnen beoordelen hoe het inkomen zich verhoudt tot het minimum, is aan de hand van de regelgeving vastgesteld welke norm voor het desbetreffende huishouden van toepassing is. De norm voor een (echt)paar met uitsluitend minderjarige kinderen is bijvoorbeeld gelijkgesteld aan de bijstandsuitkering van een echtpaar, aangevuld met de (leeftijdsafhankelijke) kinderbijslag. Bij 65-plussers is het bedrag aan AOW-pensioen als norm gekozen.
Het waargenomen inkomen van huishoudens, die uitsluitend op een bijstandsuitkering zijn aangewezen, wijkt in veel gevallen in geringe mate af van de vastgestelde normbedragen. Zouden de normbedragen als inkomensgrens worden gehanteerd, dan komt een deel van deze huishoudens met hun inkomen net boven het sociale minimum uit. Daarom is niet 100%, maar 101% van het sociaal minimum als inkomensgrens gehanteerd.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens behorende tot de doelpopulatie per regio.