Personen met een uitkering; soort uitkering, wijken en buurten 2015

Personen met een uitkering; soort uitkering, wijken en buurten 2015

Wijken en buurten Perioden Regioaanduiding Gemeentenaam (naam) Regioaanduiding Soort regio (omschrijving) Regioaanduiding Codering (code) Regioaanduiding Indelingswijziging wijken en buurten (code) Personen per soort uitkering Werkloosheidsuitkering (aantal) Personen per soort uitkering Bijstandsuitkering (aantal) Personen per soort uitkering Arbeidsongeschiktheidsuitkering (aantal) Personen per soort uitkering AOW-uitkering (aantal) Personen per soort uitkering, relatief Werkloosheidsuitkering (% van het aantal inwoners vanaf 15 jaar) Personen per soort uitkering, relatief Bijstandsuitkering (% van het aantal inwoners vanaf 15 jaar) Personen per soort uitkering, relatief Arbeidsongeschiktheidsuitkering (% van het aantal inwoners vanaf 15 jaar) Personen per soort uitkering, relatief AOW-uitkering (% van het aantal inwoners vanaf 15 jaar) Inwoners Inwoners vanaf 15 jaar (aantal) Inwoners Inwoners vanaf 15 jr tot AOW-leeftijd (aantal) Inwoners Inwoners vanaf de AOW-leeftijd (aantal)
Appingedam-West 2015 maart Appingedam Buurt BU00030001 1 80 60 120 570 3 2 5 22 2.550 1.980 570
Appingedam-West 2015 juni Appingedam Buurt BU00030001 1 70 70 120 570 3 3 5 22 2.550 1.990 570
Appingedam-West 2015 september Appingedam Buurt BU00030001 1 70 60 120 570 3 2 5 22 2.560 1.990 570
Appingedam-West 2015 december Appingedam Buurt BU00030001 1 90 60 130 570 3 2 5 22 2.560 1.990 570
Rhederweg-West 2015 maart Bellingwedde Buurt BU00070002 1 10 20 40 100 3 4 10 27 360 270 100
Rhederweg-West 2015 juni Bellingwedde Buurt BU00070002 1 10 20 40 100 3 5 10 27 360 260 100
Rhederweg-West 2015 september Bellingwedde Buurt BU00070002 1 10 20 40 100 2 5 10 26 360 270 100
Rhederweg-West 2015 december Bellingwedde Buurt BU00070002 1 10 20 40 100 3 7 11 27 360 270 100
Verspreide huizen Westerwoldse A 2015 maart Bellingwedde Buurt BU00070009 1 0 0 0 10 0 0 0 27 50 40 10
Verspreide huizen Westerwoldse A 2015 juni Bellingwedde Buurt BU00070009 1 0 0 0 20 2 0 0 27 60 40 20
Verspreide huizen Westerwoldse A 2015 september Bellingwedde Buurt BU00070009 1 0 0 0 10 0 0 0 28 50 40 10
Verspreide huizen Westerwoldse A 2015 december Bellingwedde Buurt BU00070009 1 0 0 0 20 2 0 0 30 50 40 20
Verspreide huizen ten westen van Blijham 2015 maart Bellingwedde Buurt BU00070207 1 0 0 0 20 1 1 4 15 110 100 20
Verspreide huizen ten westen van Blijham 2015 juni Bellingwedde Buurt BU00070207 1 0 0 0 20 2 1 3 15 120 100 20
Verspreide huizen ten westen van Blijham 2015 september Bellingwedde Buurt BU00070207 1 0 0 0 20 0 0 3 15 120 100 20
Verspreide huizen ten westen van Blijham 2015 december Bellingwedde Buurt BU00070207 1 0 0 0 20 3 0 3 15 120 100 20
Wijk 00 West 2015 maart Ten Boer Wijk WK000900 1 110 90 160 1.170 2 2 3 24 4.910 3.750 1.170
Wijk 00 West 2015 juni Ten Boer Wijk WK000900 1 120 80 160 1.170 2 2 3 24 4.910 3.740 1.170
Wijk 00 West 2015 september Ten Boer Wijk WK000900 1 110 90 150 1.180 2 2 3 24 4.910 3.720 1.180
Wijk 00 West 2015 december Ten Boer Wijk WK000900 1 130 80 150 1.180 3 2 3 24 4.880 3.700 1.180
Delfzijl-West 2015 maart Delfzijl Buurt BU00100003 1 70 50 120 1.200 2 2 4 39 3.090 1.890 1.200
Delfzijl-West 2015 juni Delfzijl Buurt BU00100003 1 70 60 110 1.220 2 2 4 39 3.110 1.890 1.220
Delfzijl-West 2015 september Delfzijl Buurt BU00100003 1 80 50 110 1.210 3 2 4 39 3.090 1.880 1.220
Delfzijl-West 2015 december Delfzijl Buurt BU00100003 1 90 50 120 1.220 3 2 4 39 3.110 1.880 1.220
Binnenstad-West 2015 maart Groningen (gemeente) Buurt BU00140003 3 20 70 60 150 1 4 3 9 1.650 1.500 150
Binnenstad-West 2015 juni Groningen (gemeente) Buurt BU00140003 3 30 70 50 150 2 4 3 9 1.650 1.510 150
Binnenstad-West 2015 september Groningen (gemeente) Buurt BU00140003 3 30 70 60 150 2 4 3 9 1.680 1.530 150
Binnenstad-West 2015 december Groningen (gemeente) Buurt BU00140003 3 30 70 60 150 2 4 3 9 1.670 1.520 150
Oud-West 2015 maart Groningen (gemeente) Wijk WK001402 3 250 580 420 1.110 2 4 3 8 13.730 12.620 1.110
Oud-West 2015 juni Groningen (gemeente) Wijk WK001402 3 250 560 410 1.140 2 4 3 8 13.620 12.480 1.140
Oud-West 2015 september Groningen (gemeente) Wijk WK001402 3 240 550 410 1.150 2 4 3 8 13.860 12.710 1.150
Oud-West 2015 december Groningen (gemeente) Wijk WK001402 3 260 550 400 1.160 2 4 3 8 13.830 12.660 1.170
Zuidwest 2015 maart Groningen (gemeente) Wijk WK001407 3 220 410 470 2.570 2 4 5 27 9.470 6.900 2.570
Zuidwest 2015 juni Groningen (gemeente) Wijk WK001407 3 210 420 470 2.530 2 4 5 27 9.390 6.850 2.530
Zuidwest 2015 september Groningen (gemeente) Wijk WK001407 3 210 410 460 2.520 2 4 5 26 9.530 7.010 2.520
Zuidwest 2015 december Groningen (gemeente) Wijk WK001407 3 220 420 460 2.500 2 4 5 26 9.480 6.970 2.510
Westpoort 2015 maart Groningen (gemeente) Buurt BU00140802 3 . . . . . . . . 10 10 0
Westpoort 2015 juni Groningen (gemeente) Buurt BU00140802 3 . . . . . . . . 10 10 0
Westpoort 2015 september Groningen (gemeente) Buurt BU00140802 3 . . . . . . . . 10 0 0
Westpoort 2015 december Groningen (gemeente) Buurt BU00140802 3 . . . . . . . . 10 0 0
Nieuw-West 2015 maart Groningen (gemeente) Wijk WK001409 3 380 830 680 2.620 3 6 5 19 13.940 11.310 2.620
Nieuw-West 2015 juni Groningen (gemeente) Wijk WK001409 3 360 850 680 2.630 3 6 5 19 13.880 11.250 2.630
Nieuw-West 2015 september Groningen (gemeente) Wijk WK001409 3 320 830 680 2.630 2 6 5 19 13.910 11.280 2.630
Nieuw-West 2015 december Groningen (gemeente) Wijk WK001409 3 350 830 690 2.630 3 6 5 19 13.890 11.250 2.640
Westpark 2015 maart Groningen (gemeente) Buurt BU00140907 3 . . . . . . . . 40 30 0
Westpark 2015 juni Groningen (gemeente) Buurt BU00140907 3 . . . . . . . . 40 30 0
Westpark 2015 september Groningen (gemeente) Buurt BU00140907 3 . . . . . . . . 30 30 0
Westpark 2015 december Groningen (gemeente) Buurt BU00140907 3 . . . . . . . . 30 30 0
Noordwest 2015 maart Groningen (gemeente) Wijk WK001410 3 370 1.430 870 3.200 2 9 6 21 15.580 12.380 3.210
Noordwest 2015 juni Groningen (gemeente) Wijk WK001410 3 350 1.440 870 3.200 2 9 6 21 15.470 12.270 3.200
Noordwest 2015 september Groningen (gemeente) Wijk WK001410 3 330 1.410 880 3.200 2 9 6 20 15.730 12.520 3.210
Noordwest 2015 december Groningen (gemeente) Wijk WK001410 3 330 1.420 880 3.190 2 9 6 20 15.640 12.440 3.190
Beijum-West 2015 maart Groningen (gemeente) Buurt BU00141100 3 220 370 380 470 4 7 7 9 5.170 4.700 470
Beijum-West 2015 juni Groningen (gemeente) Buurt BU00141100 3 210 370 380 480 4 7 7 9 5.140 4.650 490
Beijum-West 2015 september Groningen (gemeente) Buurt BU00141100 3 210 350 380 500 4 7 7 10 5.140 4.640 500
Beijum-West 2015 december Groningen (gemeente) Buurt BU00141100 3 220 350 380 510 4 7 7 10 5.120 4.610 510
Lewenborg-West 2015 maart Groningen (gemeente) Buurt BU00141202 3 60 40 90 250 4 3 6 16 1.580 1.330 250
Lewenborg-West 2015 juni Groningen (gemeente) Buurt BU00141202 3 60 40 90 250 4 2 6 16 1.560 1.310 250
Lewenborg-West 2015 september Groningen (gemeente) Buurt BU00141202 3 50 30 90 250 3 2 6 16 1.560 1.310 250
Lewenborg-West 2015 december Groningen (gemeente) Buurt BU00141202 3 60 40 90 260 4 2 6 16 1.570 1.310 260
Opende-West 2015 maart Grootegast Buurt BU00150200 1 40 30 50 170 5 3 6 20 860 690 170
Opende-West 2015 juni Grootegast Buurt BU00150200 1 30 20 50 170 4 3 6 20 860 690 170
Opende-West 2015 september Grootegast Buurt BU00150200 1 30 20 50 170 3 3 5 20 850 680 170
Opende-West 2015 december Grootegast Buurt BU00150200 1 40 30 50 170 5 3 6 20 850 680 170
Westerpark 2015 maart Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180102 1 30 20 30 200 3 3 4 26 800 590 200
Westerpark 2015 juni Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180102 1 20 20 30 210 3 3 4 27 800 580 210
Westerpark 2015 september Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180102 1 30 20 30 220 3 3 4 27 810 590 220
Westerpark 2015 december Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180102 1 20 20 30 210 3 3 4 27 800 580 220
Gorecht-West 2015 maart Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180205 1 80 240 220 440 4 12 10 21 2.110 1.660 450
Gorecht-West 2015 juni Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180205 1 70 230 210 440 3 11 10 21 2.070 1.630 440
Gorecht-West 2015 september Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180205 1 80 230 220 440 4 11 11 21 2.060 1.620 440
Gorecht-West 2015 december Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180205 1 90 240 220 450 4 12 11 22 2.070 1.620 450
Woldwijck-West 2015 maart Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180206 1 70 50 90 220 4 3 5 13 1.620 1.400 220
Woldwijck-West 2015 juni Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180206 1 80 50 90 220 5 3 5 14 1.620 1.400 220
Woldwijck-West 2015 september Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180206 1 70 40 80 230 4 3 5 14 1.630 1.400 230
Woldwijck-West 2015 december Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180206 1 70 40 90 230 4 3 5 14 1.640 1.410 230
De Vosholen-West 2015 maart Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180304 1 20 0 20 40 3 0 2 5 790 760 40
De Vosholen-West 2015 juni Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180304 1 20 0 20 40 3 0 2 5 810 770 40
De Vosholen-West 2015 september Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180304 1 20 0 20 40 3 0 2 5 800 760 40
De Vosholen-West 2015 december Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180304 1 30 0 20 40 4 0 2 5 800 760 40
Wijk 08 Westerbroek 2015 maart Hoogezand-Sappemeer Wijk WK001808 1 20 0 40 130 3 1 6 18 710 580 130
Wijk 08 Westerbroek 2015 juni Hoogezand-Sappemeer Wijk WK001808 1 20 0 40 130 3 1 6 18 710 580 130
Wijk 08 Westerbroek 2015 september Hoogezand-Sappemeer Wijk WK001808 1 20 10 40 130 3 1 6 18 710 590 130
Wijk 08 Westerbroek 2015 december Hoogezand-Sappemeer Wijk WK001808 1 20 10 40 130 2 1 6 18 720 590 130
Westerbroekstermolenpolder 2015 maart Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180801 1 10 0 10 40 2 1 5 14 280 240 40
Westerbroekstermolenpolder 2015 juni Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180801 1 10 0 10 40 2 1 5 15 280 240 40
Westerbroekstermolenpolder 2015 september Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180801 1 10 10 10 40 3 2 5 15 280 240 40
Westerbroekstermolenpolder 2015 december Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180801 1 10 10 20 40 2 2 5 14 280 240 40
Westerbroekstermadepolder 2015 maart Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180802 1 . . . . . . . . 0 0 0
Westerbroekstermadepolder 2015 juni Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180802 1 . . . . . . . . 0 0 0
Westerbroekstermadepolder 2015 september Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180802 1 . . . . . . . . 0 0 0
Westerbroekstermadepolder 2015 december Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180802 1 . . . . . . . . 0 0 0
Westerbroek 2015 maart Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180804 1 10 0 20 70 4 1 7 22 310 240 70
Westerbroek 2015 juni Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180804 1 10 0 20 70 3 1 6 22 310 240 70
Westerbroek 2015 september Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180804 1 10 0 20 70 3 1 7 22 310 250 70
Westerbroek 2015 december Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00180804 1 10 0 20 70 3 1 7 23 320 250 70
Boswijck-West 2015 maart Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00181103 1 50 50 110 140 5 5 11 13 1.030 890 140
Boswijck-West 2015 juni Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00181103 1 40 50 110 140 4 5 11 14 1.040 890 140
Boswijck-West 2015 september Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00181103 1 40 60 110 140 4 6 10 14 1.040 900 150
Boswijck-West 2015 december Hoogezand-Sappemeer Buurt BU00181103 1 40 60 110 140 4 6 10 14 1.040 900 140
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft per gemeente, wijk en buurt (indeling 2015), inzicht in het aantal personen met een sociale zekerheidsuitkering. Het betreft de personen met een uitkering voor arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, ouderdom en bijstand.
Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee uitkeringen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)) of twee uitkeringen van verschillende soort (zoals een uitkering op grond van de Werkloosheidswet en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld, in het eerste geval slechts één keer (bij de WAO).
Bij de categorie personen met een uitkering (totaal) wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.

De cijfers over aantallen personen met een uitkering per buurt, wijk of gemeente kunnen in geringe mate afwijken van elders op StatLine gepubliceerde cijfers, doordat gebruik wordt gemaakt van de meest recente gegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP). Omdat verschillende StatLine-tabellen op verschillende momenten geactualiseerd worden, kan het voorkomen dat voor de ene tabel een andere versie van de BRP wordt gebruikt dan voor een andere tabel. De laatst gepubliceerde cijfers zijn in dat geval het meest accuraat.

Gegevens beschikbaar vanaf: maart 2015.

Status van de cijfers:
De cijfers van 2015 zijn definitief.

Wijzigingen per: 20 maart 2025:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Regioaanduiding
De gemeenten in Nederland zijn onderverdeeld in wijken en buurten. Buurten vormen het laagste regionale niveau. Wijken zijn optellingen van één of meer aaneengesloten buurten. De gemeente bepaalt zelf de indeling in wijken en buurten. Het CBS coördineert landelijk deze indeling.

Wijk:
Onderdeel van een gemeente waarin een bepaalde vorm van bodemgebruik of bebouwing overheerst. Bijvoorbeeld: industriegebied, woongebied met hoogbouw of laagbouw. Een wijk bestaat uit één of meerdere buurten.

Buurt:
Onderdeel van een gemeente, dat vanuit bebouwingsoogpunt of sociaaleconomische structuur homogeen is afgebakend. Homogeen wil zeggen dat één functie dominant is, bijvoorbeeld woonfunctie (woongebied), werkfunctie (industriegebied) of recreatieve functie (natuurgebied). Functies kunnen echter ook gemengd voorkomen.
Gemeentenaam
De naam van de bestuurlijke gemeente. Deze naam volgt de officiële schrijfwijze.
Soort regio
De gekozen regioaanduiding betreft: Gemeente, Wijk of Buurt.
Codering
Gemeentecode heeft 4 posities, voorafgegaan door ‘GM’.
Wijkcode heeft 6 posities: gemeentecode (4) + wijkcode (2), voorafgegaan door ‘WK’.
Buurtcode heeft 8 posities: gemeentecode (4) + wijkcode (2) + buurtcode (2), voorafgegaan door ‘BU’.
Indelingswijziging wijken en buurten
Deze indicator geeft per wijk en buurt aan of de cijfers uit deze tabel zonder problemen kunnen worden gekoppeld aan en vergeleken met de cijfers van een jaar eerder, of dat er wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling zijn waardoor dit niet kan. Detailinformatie over wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling kan worden verkregen door de wijk- en buurtkaart van twee opeenvolgende jaren met elkaar te vergelijken.

De indicator kent drie mogelijke waarden:
1: De codering en afbakening van deze wijk/buurt is ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Het is wel mogelijk dat een naamswijziging heeft plaatsgevonden. De cijfers kunnen worden gekoppeld en vergeleken met die van het voorgaande jaar.
2: De codering van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. De afbakening is ongewijzigd. Om te kunnen koppelen met cijfers van het voorgaande jaar zal eerst moeten worden achterhaald wat de codering van het voorgaande jaar was. Is de koppeling eenmaal geslaagd dan kunnen de cijfers alsnog met elkaar worden vergeleken.
3: De afbakening van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit kan gepaard zijn gegaan met een gewijzigde codering. De cijfers kunnen niet zonder meer worden vergeleken met die van het voorgaande jaar. Verschillen kunnen immers samenhangen met de verandering in de afbakening van de wijk of buurt.

Voor een wijk of buurt wordt alleen een wijziging in de afbakening geconstateerd wanneer een grens circa 5 meter of meer is verlegd. Kleinere grenswijzigingen worden niet als significant beschouwd.
Personen per soort uitkering
Het aantal personen dat een sociale zekerheidsuitkering ontvangt uitgesplitst naar de soort uitkering.
Het gaat hier om werkloosheidsuitkeringen, bijstandsuitkeringen, bijstandsgerelateerde uitkeringen, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en ouderdomsuitkeringen.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.
Werkloosheidsuitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidswet (WW).
Bijstandsuitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Participatiewet (PW).

Participatiewet
De Participatiewet vervangt sinds 1 januari 2015 de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong).
Arbeidsongeschiktheidsuitkering
Het aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de Wet werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong).

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
AOW-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Algemene ouderdomswet (AOW).

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtige leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW.
Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd.
Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering.
Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2021 als volgt:

Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden.

Na 2021, tussen 2022 en 2024, kan de AOW-leeftijd geleidelijk oplopen naar 67 jaar. Na 2024 wordt beoogd de AOW-leeftijd langzamer te laten stijgen dan de levensverwachting. Dit betekent dat elk jaar levenswinst wordt vertaald in gemiddeld acht maanden langer doorwerken en gemiddeld vier maanden langer AOW-pensioen.


Personen per soort uitkering, relatief
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidwet, Bijstandswet, Arbeidsongeschiktheidswet en de Algemene Ouderdomswet in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder per regio.
Werkloosheidsuitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidswet (WW) in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder.
Bijstandsuitkering
Het aantal personen dat een bijstandsuitkering in het kader van de Participatiewet (PW) ontvangt in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder.

Participatiewet
De Participatiewet vervangt per 1 januari 2015 de WWB, de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een deel van de Wet Wajong.
De Participatiewet komt vrijwel overeen met de WWB, maar nog sterker wordt de nadruk gelegd op participatie aan het arbeidsproces.
Personen die door lichamelijke, verstandelijke of psychische aandoeningen alleen onder aangepaste omstandigheden kunnen werken vallen vanaf 1 januari 2015 onder de Participatiewet en niet meer onder de Wsw.
Ook jonggehandicapten die nog kunnen werken vallen vanaf die datum onder de Participatiewet en niet meer onder de Wet Wajong.
Arbeidsongeschiktheidsuitkering
Het aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de Wet werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong) in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
AOW-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Algemene ouderdomswet (AOW).

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtige leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW.
Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd.
Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering.
Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2021 als volgt:

Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden.

Na 2021, tussen 2022 en 2024, kan de AOW-leeftijd geleidelijk oplopen naar 67 jaar. Na 2024 wordt beoogd de AOW-leeftijd langzamer te laten stijgen dan de levensverwachting. Dit betekent dat elk jaar levenswinst wordt vertaald in gemiddeld acht maanden langer doorwerken en gemiddeld vier maanden langer AOW-pensioen.


Inwoners
Het aantal inwoners van een gemeente, wijk en buurt.
Inwoners vanaf 15 jaar
Het aantal inwoners van 15 jaar en ouder.
Inwoners vanaf 15 jr tot AOW-leeftijd
Het aantal inwoners vanaf 15 jaar tot de AOW-leeftijd.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2021 als volgt:

Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden.

Na 2021, tussen 2022 en 2024, kan de AOW-leeftijd geleidelijk oplopen naar 67 jaar. Na 2024 wordt beoogd de AOW-leeftijd langzamer te laten stijgen dan de levensverwachting. Dit betekent dat elk jaar levenswinst wordt vertaald in gemiddeld acht maanden langer doorwerken en gemiddeld vier maanden langer AOW-pensioen.
Inwoners vanaf de AOW-leeftijd
Het aantal inwoners vanaf de AOW-leeftijd.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2021 als volgt:

Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden.

Na 2021, tussen 2022 en 2024, kan de AOW-leeftijd geleidelijk oplopen naar 67 jaar. Na 2024 wordt beoogd de AOW-leeftijd langzamer te laten stijgen dan de levensverwachting. Dit betekent dat elk jaar levenswinst wordt vertaald in gemiddeld acht maanden langer doorwerken en gemiddeld vier maanden langer AOW-pensioen.