ICT-gebruik bedrijven naar bedrijfstak (SBI 2008) en bedrijfsgrootte, 2014
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat gegevens over het gebruik van informatie- en communicatietechnologie (ICT) door bedrijven. De gegevens zijn uitgesplitst naar bedrijfstak SBI 2008 en bedrijfsgrootte van bedrijven met 10 of meer werkzame personen.
De verslagperiode van deze tabel betreft medio 2014. Een aantal onderwerpen heeft echter betrekking op het jaar 2013. Als dit het geval is wordt dit vermeld in de toelichting bij het onderwerp.
Gegevens beschikbaar over 2014.
Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.
Wijzigingen per 8 maart 2019:
Geen, tabel is stopgezet.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Toelichting onderwerpen
- Personeel en ICT
- Personeel dat werkt met een computer betreft zowel ICT-specialisten als ICT-gebruikers. ICT staat voor informatie- en communicatietechnologie. Een ICT-specialist is een werknemer die ICT-systemen kan specificeren, ontwerpen, ontwikkelen, installeren, beheren en managen, inclusief netwerkbeheer en het uitvoeren van evaluaties en ICT-onderzoek, bijvoorbeeld een software-ontwikkelaar, systeembeheerder of een 'hoofd automatiseringsafdeling'. Een ICT-gebruiker is een werknemer die bij het eigen werk gebruikmaakt van een computer en standaardpakketten (zoals tekstverwerking, spreadsheets, databases) en/of branchegerelateerde software (zoals boekhoudpakketten, CAD/CAM pakketten, SPSS).
- Personeel dat werkt met een computer
- Aantal werkzame personen dat minstens eenmaal per week het eigen werk verricht met behulp van een computer.
- Personeel dat werkt met internet
- Aantal werkzame personen dat voor het eigen werk geregeld (ten minste één keer per week) een computer met toegang tot het internet gebruikt.
- Personeel dat werkt met mobiel internet
- Aantal werkzame personen met door het bedrijf verstrekte draagbare apparatuur, zoals draagbare computers of smartphones, waarmee voor het eigen werk een mobiele verbinding gelegd kan worden met het internet.
Wanneer de verbinding uitsluitend via Wifi gelegd kan worden, en niet via mobiele telefoonnetwerken, wordt deze apparatuur niet meegeteld.
- Toegang en gebruik internet
- Internet
- Internet, naar soort verbinding
- Het gebruik van internet naar het soort verbinding dat door de bedrijven wordt gebruikt. In een bedrijf kunnen meerdere soorten verbindingen naast elkaar voorkomen.
- Vast breedband
- Bedrijven maken voor hun verbinding met internet gebruik van 'ADSL, VDSL en SDSL en dergelijke', of van andere hoogwaardige vaste verbindingen zoals glasvezel en huurlijnen. (A/S/V)DSL: (Asymmetric/Symmetric/Very-high-bitrate) Digital Subscriber Line.
- Mobiel breedband
- Aantal bedrijven dat voor hun verbinding met internet gebruikmaakt van mobiel breedband via een draagbare computer en/of via een mobiele telefoon (smartphone).
- Mobiel niet-breedband
- Aantal bedrijven dat voor hun verbinding met internet gebruikmaakt van een andere mobiele internetverbinding (niet-breedband) zoals GSM, GPRS of EDGE.
- Internet, snelheid snelste verbinding
- Minder dan 2 Megabit per seconde
- 2 tot 10 Megabit per seconde
- 10 tot 30 Megabit per seconde
- 30 tot 100 Megabit per seconde
- 100 Megabit per seconde of meer
- Sociale media
- Het gebruik van internettoepassingen of communicatieplatforms voor contact met klanten, leveranciers, zakenrelaties of medewerkers van het eigen bedrijf. Daarbij wordt online informatie uitgewisseld. Voorbeelden zijn Twitter, Facebook, YouTube, LinkedIn, Yammer. Bedrijven die sociale media gebruiken hebben een account, een gebruikersprofiel of een gebruikerslicentie.
- Type sociale media
- Bedrijven die de volgende sociale media gebruikten: sociale netwerken, blogs of microblogs, sites die multimedia delen of wiki's om kennis te delen. Bedrijven die deze of andere sociale media uitsluitend hebben gebruikt voor het plaatsen van advertenties vallen hier niet onder.
- Blogs of microblogs (bijv. Twitter)
- Blogs of microblogs van het bedrijf, zoals Twitter.
- Adverteren op internet
- Bedrijven die internet gebruiken om te adverteren. Bijvoorbeeld voor advertenties bij zoekmachines, op sociale media of op andere websites. Bedrijven die zoekmachines betalen voor een hoge plaats in de zoekresultaten vallen hier ook onder.
- E-commerce in 2013
- E-commerce is het ontvangen of plaatsen van orders voor goederen of diensten over elektronische netwerken, ongeacht de wijze van betalen en afleveren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het bestellen van producten op een website.
Bestellingen per telefoon, fax of (handmatig getypte) e-mail tellen niet mee als e-commerce.
Let op: het betreft hier de E-commerce-omzet in het jaar 2013.- Gebruik voor verkoop
- Verkoop via externe netwerken of elektronische verkoop is hier gedefinieerd als elektronische orderontvangst (exclusief handgeschreven e-mail). Verkoop kan plaatsvinden via de website van een bedrijf (openbaar, algemeen toegankelijk), of via EDI (Electronic Data Interchange). Met EDI wordt hier bedoeld: het zenden of ontvangen van informatie in een afgesproken format dat automatische verwerking mogelijk maakt, bijvoorbeeld EDIFACT, XML, UBL, XBRL.
- Verkoop via externe netwerken
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van externe netwerken voor het
verkopen van goederen en diensten.
- Gebruik voor inkoop
- Inkopen via externe netwerken of elektronisch inkopen is hier gedefinieerd als het elektronisch plaatsen van een order (exclusief handgeschreven e-mail). Tot de inkopen behoren bijvoorbeeld grondstoffen en halffabricaten, maar ook kantoorartikelen en energie (gas, water, elektriciteit). Ook diensten zoals externe accountants en juristen, onderhoud, telecom en verzekeringen horen bij de inkopen. Loonkosten van eigen personeel behoren niet tot de inkopen.
- Inkoop via externe netwerken
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van externe netwerken voor het inkopen van goederen en diensten.