Overheid; overheidsproductie en -consumptie 1995-2018
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat gegevens over de productie en de consumptie van de sector overheid. Van de meeste variabelen wordt niet alleen de waarde, maar ook de waarde-, volume- en prijsontwikkeling weergegeven. De gepresenteerde gegevens sluiten aan bij de publicaties over de Nationale rekeningen. De Nationale rekeningen zijn gebaseerd op de internationale definities van het Europees Systeem van Rekeningen (ESR 2010). Waar in de tabel sprake is van bedrijfsklassen, wordt aangesloten bij de standaard bedrijfsindeling van het CBS (SBI 2008).
Gegevens beschikbaar van 1995 tot en met 2018.
Status van de cijfers:
De gegevens over 2018 zijn voorlopig. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.
Wijzigingen per 16 juli 2020:
Geen, deze tabel is stopgezet.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt een deel opgevolgd door Overheidsfinanciën; kerncijfers en Overheidsproductie en -consumptie; transacties, overheidssectoren. Zie paragraaf 3.
Toelichting onderwerpen
- Productie overheid
- Alle onder beheer en verantwoordelijkheid van de sector overheid voortgebrachte goederen en diensten, die daarvoor arbeid, kapitaal en goederen en diensten als input gebruikt.
- Productie opgebouwd uit kosten
- Het totaal van het intermediair verbruik en de toegevoegde waarde van de sector overheid.
De toegevoegde waarde is de som van de beloning van werknemers, de afschrijvingen, het netto-exploitatieoverschot (in lopende prijzen altijd 0), de niet-productgebonden belastingen op productie betaald, minus de ontvangen niet-productgebonden subsidies door de overheid zelf.- Totaal productie (uit kosten)
- Het totaal van het intermediair verbruik en de toegevoegde waarde van de sector overheid.
De toegevoegde waarde is de som van de beloning van werknemers, de afschrijvingen, het netto-exploitatieoverschot (in lopende prijzen altijd 0), de niet-productgebonden belastingen op productie betaald, minus de ontvangen niet-productgebonden subsidies door de overheid zelf.- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van het totaal van het intermediair verbruik en de toegevoegde waarde van de sector overheid (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Intermediair verbruik
- De producten die in de verslagperiode door de sector overheid zijn verbruikt in het productieproces, gewaardeerd tegen aankoopprijzen, exclusief aftrekbare btw. Dit kunnen al of niet in de verslagperiode aangekochte grondstoffen, halffabricaten en brandstoffen zijn, maar ook diensten zoals communicatiediensten, schoonmaakdiensten en diensten van externe accountants.
Over het algemeen kan de sector overheid geen btw verrekenen.- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van het intermediair verbruik van de sector overheid (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Toegevoegde waarde (bruto basisprijzen)
- Het verschil tussen de productie (basisprijzen) en het intermediair verbruik (aankoopprijzen). Voor de sector overheid is dit gelijk aan de som van de betaalde niet-productgebonden belastingen, minus de ontvangen niet-productgebonden subsidies, plus de beloning van werknemers, plus de afschrijvingen, plus het netto-exploitatieoverschot.
Voor de sector overheid is het netto-exploitatieoverschot in lopende prijzen per definitie gelijk aan 0.- Totaal toegevoegde waarde bruto basispr.
- Het verschil tussen de productie (basisprijzen) en het intermediair verbruik (aankoopprijzen). Voor de sector overheid is dit gelijk aan de som van de betaalde niet-productgebonden belastingen, minus de ontvangen niet-productgebonden subsidies, plus de beloning van werknemers, plus de afschrijvingen, plus het netto-exploitatieoverschot.
Voor de sector overheid is het netto-exploitatieoverschot in lopende prijzen per definitie gelijk aan 0.- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van het totaal van de betaalde niet-productgebonden belastingen, minus de ontvangen niet-productgebonden subsidies, de beloning van werknemers, de afschrijvingen, en het netto-exploitatieoverschot van de sector overheid (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Niet-productgebonden belastingen
- Belastingen op productie die de sector overheid moet betalen, ongeacht de hoeveelheid of de waarde van de geproduceerde of verkochte producten.
Voorbeelden zijn de onroerende zaakbelasting, reinigingsrechten en rioolrechten betaald door producenten.- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van de belastingen op productie die de sector overheid moet betalen, ongeacht de hoeveelheid of de waarde van de geproduceerde of verkochte producten (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Niet-productgebonden subsidies (-)
- Betalingen om niet die door de overheid of de Instellingen van de Europese Unie worden gedaan aan de sector overheid, met het doel de beloning van de productiefactoren te beïnvloeden.
- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van betalingen om niet die door de overheid of de Instellingen van de Europese Unie worden gedaan aan de sector overheid, met het doel de beloning van de productiefactor arbeid te beïnvloeden (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Beloning van werknemers
- De beloning voor geleverde arbeid door werknemers van de sector overheid. Werknemers zijn in dit geval alle ingezeten en niet-ingezeten personen die in Nederland in dienstbetrekking bij de sector overheid zijn.
De beloning van werknemers heeft twee componenten: lonen enerzijds en sociale premies ten laste van werkgevers anderzijds. De lonen zijn inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale premies die ten laste komen van de werknemers. Verder omvatten de lonen naast het periodiek, direct aan werknemers betaalde loon ook de aanvullingen hierop (zoals bonussen, overwerkvergoeding, fooien en provisie), het loon in natura (zoals vrij wonen, vrije voeding, 'auto van de zaak', korting op kinderopvang, rentevoordeel, voordelig reizen) en het vakantiegeld. Ook bepaalde vergoedingen voor kosten die door werknemers zijn gemaakt in verband met de dienstbetrekking, zoals vergoeding voor de kosten van het woon-werkverkeer, zijn tot de lonen gerekend. De sociale premies zijn de premies wettelijke sociale verzekering, pensioenpremies, overige particuliere sociale premies en toegerekende sociale premies. Deze premies komen ten laste van werkgevers, werknemers, zelfstandigen of niet-werkenden.- Prijsontwikkeling
- De jaarverandering in prijzen van de beloning voor geleverde arbeid door werknemers van de sector overheid.
Het gaat hier om mutaties in CAO-ontwikkeling en incidentele loonontwikkeling bij de beloning voor geleverde arbeid door werknemers van de sector overheid.
- Afschrijvingen
- De waardevermindering bij de sector overheid van duurzame productiemiddelen, zoals machines, gebouwen, vervoermiddelen en software, als gevolg van normale slijtage en voorzienbare economische veroudering.
- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van de waardevermindering bij de sector overheid van duurzame productiemiddelen, zoals machines, gebouwen, vervoermiddelen en software, als gevolg van normale slijtage en voorzienbare economische veroudering (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Productie naar soort
- De overheidsproductie, onderverdeeld in a)verkopen, b)investeringen in eigen beheer en c) productie voor eigen consumptie.
a) Het deel van de overheidsproductie door de sector overheid dat daadwerkelijk wordt verkocht aan de markt (verkopen).
b) De door de sector overheid voortgebrachte goederen in eigen beheer voor bruto-investeringen in eigen vaste activa. Dit laatste omvat het voortbrengen van vaste activa zoals weg- en waterbouw en dergelijke, of het ontwikkelen van computerprogrammatuur.
c) De door de sector overheid voortgebrachte individuele of collectieve goederen en diensten met de bedoeling om die aan andere eenheden dan de producent zelf te leveren. Het grootste deel van de overheidsproductie wordt betaald uit de algemene middelen en gratis beschikbaar gesteld aan alle sectoren (niet-marktproductie). Afgesproken is dat de overheid beschouwd moet worden als consument van deze door haarzelf geproduceerde diensten. Dit deel van de overheidsproductie heet productie voor eigen consumptie.- Totaal productie (naar soort)
- Totale overheidsproductie is gelijk aan de som van verkopen, investeringen in eigen beheer en productie voor eigen consumptie van de sector overheid.
- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van de verkopen, investeringen in eigen beheer en productie voor eigen consumptie van de sector overheid (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Verkopen
- Het deel van de overheidsproductie door de sector overheid dat wordt verkocht aan de markt, plus betalingen voor niet-marktproductie. Dit laatste omvat verkopen waarbij geen sprake is van marktwerking, zoals vergoedingen voor paspoorten en vergunningen.
- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van het deel van de overheidsproductie door de sector overheid dat daadwerkelijk wordt verkocht aan de markt (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Investeringen in eigen beheer
- De door de sector overheid voortgebrachte goederen in eigen beheer voor bruto-investeringen in eigen vaste activa. Dit laatste omvat het voortbrengen van vaste activa zoals weg- en waterbouw en dergelijke, of het ontwikkelen van computerprogrammatuur.
- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van de door de sector overheid voortgebrachte goederen in eigen beheer voor bruto-investeringen in eigen vaste activa. Dit laatste omvat het voortbrengen van vaste activa zoals weg- en waterbouw en dergelijke, of het ontwikkelen van computerprogrammatuur (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Productie voor eigen consumptie
- De door de sector overheid voortgebrachte individuele of collectieve goederen en diensten met de bedoeling om die aan andere eenheden dan de producent zelf te leveren. Het grootste deel van de overheidsproductie wordt betaald uit de algemene middelen en gratis beschikbaar gesteld aan alle sectoren (niet-marktproductie). Afgesproken is dat de overheid beschouwd moet worden als consument van deze door haarzelf geproduceerde diensten. Dit deel van de overheidsproductie heet productie voor eigen consumptie.
Voorbeelden zijn goederen of diensten die direct samenhangen met overheidsbestuur, sociale verzekering, defensie, politie en gesubsidieerd onderwijs, maar ook met infrastructuur, waterbeheer, sociale werkvoorziening en jeugdhulpverlening. De productie voor eigen consumptie wordt als volgt berekend: Beloning (lonen plus sociale lasten) van werknemers plus: intermediair verbruik (aankoop van goederen en diensten) plus: afschrijvingen plus: niet-productgebonden belastingen op productie (betaald door de overheid zelf) minus: niet-productgebonden subsidies (ontvangen door de overheid) = productie (basisprijzen) minus: verkopen minus: investeringen in eigen beheer = consumptie van eigen productie (of productie voor eigen consumptie)van de sector overheid.- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van het totaal van de beloning, het intermediair verbruik, de afschrijvingen, de niet-productgebonden belastingen op productie (betaald door de sector overheid zelf), de niet-productgebonden subsidies (-)(ontvangen door de sector overheid), de verkopen(-), de investeringen in eigen beheer (-) van de sector overheid (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Consumptie overheid
- Uitgaven door de sector overheid voor goederen en diensten die worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van individuele of collectieve behoeften van leden van de gemeenschap.
De consumptie van de overheid kan op verschillende manieren worden uitgesplitst, namelijk naar soort (consumptie van eigen productie en sociale uitkeringen in natura), naar bedrijfstak (algemeen bestuur, gesubsidieerd onderwijs en overig) en naar subsector (centrale overheid, lokale overheid en sociale verzekeringen).- Overheidsconsumptie naar soort
- Uitgaven door de sector overheid voor goederen en diensten die worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van individuele of collectieve behoeften van leden van de gemeenschap.
De overheidsconsumptie is te splitsen in overheidsconsumptie van eigen productie en sociale uitkeringen in natura. Bij het eerste gaat het met name om uitgaven voor diensten op het gebied van openbaar bestuur, beveiliging en defensie, ordehandhaving, wet- en regelgeving, milieubescherming, speur- en ontwikkelingswerk, infrastructuur en economische ontwikkeling, onderwijs, welzijn, en gezondheidszorg. De verwerving van consumptiegoederen en -diensten die door de overheid worden gefinancierd, door bedrijven worden geproduceerd, en vervolgens als sociale uitkeringen in natura aan de huishoudens worden geleverd zijn ook onderdeel van de overheidsconsumptie. Hieronder valt het merendeel van de uitgaven van de overheid op het gebied van gezondheid, onderwijs en sociale bescherming.- Totaal consumptie (naar soort)
- Totale uitgaven voor overheidsconsumptie uit eigen productie en sociale uitkeringen in natura: De totale uitgaven door de sector overheid voor goederen en diensten die worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van individuele of collectieve behoeften van leden van de gemeenschap.
De overheidsconsumptie is te splitsen in overheidsconsumptie van eigen productie en sociale uitkeringen in natura. Bij het eerste gaat het met name om uitgaven voor diensten op het gebied van openbaar bestuur, beveiliging en defensie, ordehandhaving, wet- en regelgeving, milieubescherming, speur- en ontwikkelingswerk, infrastructuur en economische ontwikkeling, onderwijs, welzijn, en gezondheidszorg. De verwerving van consumptiegoederen en -diensten die door de overheid worden gefinancierd, door bedrijven worden geproduceerd, en vervolgens als sociale uitkeringen in natura aan de huishoudens worden geleverd zijn ook onderdeel van de overheidsconsumptie. Hieronder valt het merendeel van de uitgaven van de overheid op het gebied van gezondheid, onderwijs en sociale bescherming.- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van de totale uitgaven van de sector overheid aan overheidsconsumptie uit eigen productie en sociale uitkeringen in natura (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Consumptie van eigen productie
- Het gaat om uitgaven voor diensten op het gebied van openbaar bestuur, beveiliging en defensie, ordehandhaving, wet- en regelgeving, milieubescherming, speur- en ontwikkelingswerk, infrastructuur en economische ontwikkeling, onderwijs, welzijn, en gezondheidszorg.
De consumptie van eigen productie wordt als volgt berekend: Beloning (lonen plus sociale lasten) van werknemers plus: intermediair verbruik (aankoop van goederen en diensten) plus: afschrijvingen plus: niet-productgebonden belastingen op productie (betaald door de overheid zelf) minus: niet-productgebonden subsidies (ontvangen door de overheid) = productie (basisprijzen) minus: verkopen minus: investeringen in eigen beheer = consumptie van eigen productie.- Totaal consumptie van eigen productie
- Het gaat om uitgaven voor diensten op het gebied van openbaar bestuur, beveiliging en defensie, ordehandhaving, wet- en regelgeving, milieubescherming, speur- en ontwikkelingswerk, infrastructuur en economische ontwikkeling, onderwijs, welzijn, en gezondheidszorg.
De consumptie van eigen productie wordt als volgt berekend: Beloning (lonen plus sociale lasten) van werknemers plus: intermediair verbruik (aankoop van goederen en diensten) plus: afschrijvingen plus: niet-productgebonden belastingen op productie (betaald door de overheid zelf) minus: niet-productgebonden subsidies (ontvangen door de overheid) = productie (basisprijzen) minus: verkopen minus: investeringen in eigen beheer = consumptie van eigen productie.- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van het totaal van uitgaven voor diensten op het gebied van openbaar bestuur, beveiliging en defensie, ordehandhaving, wet- en regelgeving, milieubescherming, speur- en ontwikkelingswerk, infrastructuur en economische ontwikkeling, onderwijs, welzijn, en gezondheidszorg geproduceerd door de sector overheid (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Collectieve consumptie
- Uitgaven door de sector overheid voor collectief gebruik van diensten die worden verleend aan alle leden van de samenleving of aan alle leden van een bepaald deel van de samenleving. Het gaat om uitgaven voor diensten op het gebied van openbaar bestuur, beveiliging en defensie, ordehandhaving, wet- en regelgeving, milieubescherming, speur- en ontwikkelingswerk, infrastructuur en economische ontwikkeling.
- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van uitgaven door de sector overheid voor collectief gebruik van diensten die worden verleend aan alle leden van de samenleving of aan alle leden van een bepaald deel van de samenleving. Het gaat om uitgaven voor diensten op het gebied van openbaar bestuur, beveiliging en defensie, ordehandhaving, wet- en regelgeving, milieubescherming, speur- en ontwikkelingswerk, infrastructuur en economische ontwikkeling (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Individualiseerbare consumptie
- Uitgaven in lopende prijzen door de sector overheid voor individueel gebruik van diensten die worden verleend aan alle leden van de samenleving of aan alle leden van een bepaald deel van de samenleving. Het gaat hier om het totaal van uitgaven in lopende prijzen voor diensten geproduceerd door de overheid op het gebied onderwijs, welzijn, en gezondheidszorg.
- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van uitgaven door de sector overheid voor individueel gebruik van diensten die worden verleend aan alle leden van de samenleving of aan alle leden van een bepaald deel van de samenleving. Het gaat hier om de jaarontwikkeling in prijzen van het totaal van uitgaven voor diensten geproduceerd door de overheid op het gebied onderwijs, welzijn, en gezondheidszorg (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Sociale uitkeringen in natura
- Uitgaven door de sector overheid voor individueel gebruik van diensten die worden verleend aan alle leden van de samenleving of aan alle leden van een bepaald deel van de samenleving.
Het gaat hier om de verwerving van consumptiegoederen en -diensten die door de overheid worden gefinancierd, door bedrijven worden geproduceerd en als sociale uitkeringen in natura worden geregistreerd. Hieronder valt het merendeel van de uitgaven van de overheid op het gebied van gezondheid (bijvoorbeeld uitkeringen volgens de ZVW, AWBZ, WMO, kinderopvang), onderwijs (bijvoorbeeld uitkeringen aan academische ziekenhuizen) en sociale bescherming (bijvoorbeeld rechtsbescherming door Raden voor de Rechtsbijstand).- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van uitgaven door de sector overheid voor individueel gebruik van diensten die worden verleend aan alle leden van de samenleving of aan alle leden van een bepaald deel van de samenleving.
Het gaat hier om de jaarontwikkeling in prijzen bij verwerving van consumptiegoederen en -diensten die door de overheid worden gefinancierd, door bedrijven worden geproduceerd en als sociale uitkeringen in natura worden geregistreerd. Hieronder valt het merendeel van de uitgaven van de overheid op het gebied van gezondheid bijvoorbeeld uitkeringen volgens de ZVW, AWBZ, WMO, kinderopvang), onderwijs (bijvoorbeeld uitkeringen aan academische ziekenhuizen) en sociale bescherming (bijvoorbeeld huursubsidies of rechtsbescherming door Raden voor de Rechtsbijstand). (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Overheidsconsumptie naar bedrijfsklasse
- Uitgaven door de sector overheid voor goederen en diensten die worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van individuele of collectieve behoeften van leden van de gemeenschap. De uitgaven worden verdeeld naar de bedrijfsklassen overheid, gesubsidieerd onderwijs en overige.
- Totaal consumptie (naar bedrijfsklasse)
- Totaal van de uitgaven door de sector overheid voor goederen en diensten die worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van individuele of collectieve behoeften van leden van de gemeenschap. De uitgaven worden verdeeld naar de bedrijfsklassen overheid, gesubsidieerd onderwijs en overige.
- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van de totale uitgaven aan overheidsconsumptie van de sector overheid (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Openbaar bestuur
- De totale uitgaven aan consumptie door de bedrijfsklasse openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen.
- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van de totale uitgaven aan consumptie door de bedrijfsklasse openbaar bestuur.
- Gesubsidieerd onderwijs
- De totale uitgaven aan consumptie van de bedrijfsklasse onderwijs. Hieronder vallen activiteiten van de sector overheid op het terrein van gesubsidieerd onderwijs.
De bedrijfsklasse gesubsidieerd onderwijs omvat primair, secundair en tertiair onderwijs dat grotendeels door de overheid wordt gefinancierd.- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van de totale uitgaven aan consumptie van de bedrijfsklasse gesubsidieerd onderwijs (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Overig
- De totale uitgaven aan consumptie van eenheden binnen de sector overheid die niet tot de bedrijfsklassen overheid of gesubsidieerd onderwijs worden gerekend.
Het gaat hierbij om de overheidsconsumptie van:
- specifieke activiteiten van gemeenten, zoals reinigingsdiensten (bedrijfsklasse milieudienstverlening), sociale werkplaatsen (bedrijfsklasse overige industrie) en medische dienstverlening (bedrijfsklasse gezondheids- en welzijnszorg) en aparte gemeenschappelijke regelingen voor deze activiteiten;
- bureaus voor arbeidsbemiddeling, banenpools en het Jeugd Werk Garantieplan (bedrijfsklasse uitzendbureaus);
- aan universiteiten gelieerde instituten (bedrijfsklasse speur- en ontwikkelingswerk);
- opvangtehuizen en asielzoekerscentra (bedrijfsklasse gezondheids- en welzijnszorg);
- ideële organisaties, zoals Oxfam Novib en SNV (bedrijfsklasse overige dienstverlening n.e.g.).- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van de totale uitgaven aan consumptie van de sector overheid voor zover het geen activiteiten betreft van de bedrijfsklasse overheid of gesubsidieerd onderwijs (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).