Innovatie bij bedrijven; bedrijfstakken (SBI 2008), 2008-2010

Innovatie bij bedrijven; bedrijfstakken (SBI 2008), 2008-2010

Bedrijfstakken/branches (SBI 2008) Samenwerkende innovatoren Partner was Consultant Totaal consultants (%) Samenwerkende innovatoren Partner was Consultant In Nederland (%) Samenwerkende innovatoren Partner was Consultant In het buitenland totaal (%) Samenwerkende innovatoren Partner was Consultant In een Europees land (%) Samenwerkende innovatoren Partner was Consultant In de Verenigde Staten (%) Samenwerkende innovatoren Partner was Consultant In China of in India (%) Samenwerkende innovatoren Partner was Consultant In overige landen (%) Samenwerkende innovatoren Meest waardevolle partner was Consultant (%)
Totaal 32 30 6 5 1 1 1 10
A-F Landbouw en nijverheid 28 27 3 2 1 0 0 9
A Landbouw, bosbouw en visserij 25 24 3 1 0 1 1 6
01 Landbouw 24 23 3 1 0 1 1 5
02 Bosbouw 100 100 - - - - - 100
03 Visserij 100 100 - - - - - 100
B-E Nijverheid (geen bouw) en energie 39 35 10 9 2 0 1 10
B Delfstoffenwinning 25 25 - - - - - 0
06 Winning van aardolie en aardgas - - - - - - - 0
08 Delfstoffenwinning (geen olie en gas) 50 50 - - - - - 0
09 Dienstverlening delfstoffenwinning - - - - - - - 0
C Industrie 38 34 10 9 2 1 1 10
10-12 Voedings-, genotmiddelenindustrie 46 42 10 10 1 - 2 13
10 Voedingsmiddelenindustrie 45 42 9 9 1 - 2 12
11 Drankenindustrie 59 33 26 26 12 - - 20
12 Tabaksindustrie 67 67 - - - - - 0
13-15 Textiel-, kleding-, lederindustrie 50 34 21 19 - 2 - 19
13 Textielindustrie 54 34 26 24 - 2 - 16
14 Kledingindustrie 52 52 - - - - - 52
15 Leer- en schoenenindustrie - - - - - - - 0
16 Houtindustrie 11 11 7 7 5 - - 7
17 Papierindustrie 42 35 10 10 2 2 2 3
18 Grafische industrie 9 9 2 2 2 - - 3
19-22 Raffinaderijen en chemie 44 37 20 20 4 - - 13
19 Aardolie-industrie 40 40 - - - - - 0
20 Chemische industrie 55 42 39 39 8 - - 17
21 Farmaceutische industrie 32 28 32 32 8 - - 4
22 Rubber- en kunststofproductindustrie 38 36 6 6 1 - - 13
23 Bouwmaterialenindustrie 39 39 2 2 - - - 14
24-25 Basismetaal, metaalprod.-industrie 35 31 5 4 - - 1 8
24 Basismetaalindustrie 52 45 11 4 - - 7 18
25 Metaalproductenindustrie 32 29 4 4 - - - 6
26 Elektrotechnische industrie 36 36 17 16 3 - 1 5
27 Elektrische apparatenindustrie 34 31 3 3 - - - 7
28 Machine-industrie 44 40 8 7 3 - 1 8
29 Auto- en aanhangwagenindustrie 35 31 7 7 3 4 - 17
30 Overige transportmiddelenindustrie 45 45 11 11 - - - 15
31 Meubelindustrie 33 33 - - - - - 13
32 Overige industrie 37 37 15 15 15 10 - 4
33 Reparatie en installatie van machines 26 26 - - - - - 7
D Energievoorziening 32 32 - - - - - 0
35 Energiebedrijven 32 32 - - - - - 0
E Waterbedrijven en afvalbeheer 62 50 22 19 6 - 3 21
36 Waterleidingbedrijven 74 74 22 - - - 22 0
37 Afvalwaterinzameling en -behandeling 59 44 15 15 - - - 29
38 Afvalbehandeling en recycling 66 51 24 24 10 - - 27
39 Sanering en overig afvalbeheer 23 23 23 23 - - - 0
F Bouwnijverheid 26 25 1 1 0 - - 10
41 Algemene bouw en projectontwikkeling 43 43 - - - - - 29
42 Grond-, water- en wegenbouw 24 24 5 5 - - - 5
43 Gespecialiseerde bouw 16 15 1 - 1 - - 1
G-N Commerciële dienstverlening 30 29 4 3 1 1 1 10
G Handel 30 27 6 4 2 3 2 10
45 Autohandel en -reparatie 33 33 11 11 11 11 11 5
46 Groothandel en handelsbemiddeling 31 27 6 4 0 3 0 11
47 Detailhandel (niet in auto’s) 15 15 2 2 - - - 4
H Vervoer en opslag 34 33 3 2 1 - - 9
49 Vervoer over land 34 33 2 2 - - - 15
50 Vervoer over water 22 22 - - - - - 0
51 Vervoer door de lucht - - - - - - - 0
52 Opslag, dienstverlening voor vervoer 42 42 7 2 5 - - 0
53 Post en koeriers - - - - - - - 0
I Horeca 36 36 - - - - - 3
55 Logiesverstrekking 46 46 - - - - - 5
56 Eet- en drinkgelegenheden 32 32 - - - - - 3
J Informatie en communicatie 19 19 6 5 1 1 2 5
58 Uitgeverijen 12 12 9 - 9 - - 9
59 Film- en tv-productie; geluidsopname 18 18 - - - - - 0
60 Radio- en televisieomroepen 59 59 - - - - - 44
61 Telecommunicatie 20 20 12 12 - 12 - 0
62 IT-dienstverlening 18 17 6 6 0 0 3 4
63 Diensten op het gebied van informatie 47 47 - - - - - 0
K Financiële dienstverlening 33 33 2 2 - - - 7
64 Bankwezen 31 31 5 5 - - - 7
65 Verzekeraars en pensioenfondsen 65 65 - - - - - 2
66 Overige financiële dienstverlening 21 21 - - - - - 10
L Verhuur en handel van onroerend goed 34 32 2 2 - - - 13
68 Verhuur en handel van onroerend goed 34 32 2 2 - - - 13
M Specialistische zakelijke diensten 35 35 2 2 0 - - 12
69 Juridische diensten en administratie 38 38 - - - - - 10
70 Holdings en managementadviesbureaus . . . . . . . .
71 Architecten-, ingenieursbureaus e.d. 34 34 3 3 1 - - 16
73 Reclamewezen en marktonderzoek 35 35 - - - - - 11
74 Design, fotografie, vertaalbureaus 79 79 - - - - - 0
75 Veterinaire dienstverlening - - - - - - - 0
N Verhuur en overige zakelijke diensten 34 34 1 1 0 - - 14
77 Verhuur van roerende goederen 15 15 - - - - - 13
78 Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling 45 45 3 3 1 - - 18
79 Reisbureaus, reisorganisatie en -info 22 22 - - - - - 6
80 Beveiligings- en opsporingsdiensten 71 71 - - - - - 25
81 Schoonmaakbedrijven, hoveniers e.d. 21 21 - - - - - 17
82 Overige zakelijke dienstverlening 22 22 - - - - - 7
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze tabel staan gegevens over innovatie bij Nederlandse bedrijven. Deze gegevens zijn de resultaten van een tweejaarlijkse innovatie-enquête. Eén enquête omvat drie verslagjaren (dit is de verslagperiode). Het laatste jaar in de ene enquête is daarbij hetzelfde als het eerste jaar in de volgende enquête. Het onderzoek omvat een grote diversiteit aan aspecten van het begrip innovatie. Omdat in iedere nieuwe innovatie-enquête nieuwe onderwerpen kunnen worden opgenomen, worden de resultaten per enquête in een afzonderlijke tabel weergegeven. De innovatie-enquête 2008-2010 is gehouden onder een steekproef van bedrijven met 10 en meer werkzame personen. De uitkomsten zijn uitgesplitst naar bedrijfsgrootte en bedrijfstak.


Trendbreuk innovatie-enquête door elektronische vragenlijsten:

Bij de innovatie-enquête heeft het CBS in de jaargang 2008–2010 voor het eerst gebruikgemaakt van elektronische vragenlijsten. Respondenten konden via internet de vragenlijst invullen en terugsturen. Daarnaast bleef – voor bedrijven die dit prefereerden – de mogelijkheid bestaan om via een papieren vragenlijst aan het onderzoek deel te nemen. Uiteindelijk hebben meer dan 10 duizend bedrijven meegewerkt aan het onderzoek, waarvan bijna 90 procent de elektronische vragenlijst heeft gebruikt. Voor enkele belangrijke indicatoren zijn de uitkomsten van de innovatie-enquête 2008–2010 flink hoger dan die van voorgaande onderzoeken. Met name de cijfers over product- en procesinnovatoren komen hoger uit dan in eerdere verslagperiodes. Het CBS heeft diverse analyses uitgevoerd om deze toename te verklaren. De conclusie van deze analyses is dat er deels een reële stijging heeft plaatsgevonden van het aantal innovatoren maar dat de overstap naar internetvragenlijsten een grotere rol speelt in de verklaring van de hogere uitkomsten. Door de manier waarop de vragen gepresenteerd zijn op de internetvragenlijst blijken bedrijven eerder geneigd om zichzelf als innovatief te kwalificeren. Op grond van de uitgevoerde analyses zijn er voldoende aanwijzingen om te concluderen dat bij de oude methode sprake was van een onderschatting van het aantal innovatieve bedrijven in Nederland. De nieuwe waarnemingsmethode heeft daarmee geleid tot een verbetering van de meting van innovatie in Nederland. Om die reden is besloten om uitsluitend de elektronische vragenlijsten te gebruiken in de officiële uitkomsten van de innovatie-enquête 2008–2010.

Gegevens beschikbaar over 2008-2010.

Status van de cijfers:
De cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 23 december 2016:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Deze tabel wordt opgevolgd door Innovatie bij bedrijven; bedrijfstakken. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Samenwerkende innovatoren
Bedrijven die actief en gezamenlijk met andere ondernemingen en
instellingen (partners) werken aan de ontwikkeling van technologisch
nieuwe of verbeterde producten, diensten of processen al dan niet in een
formeel samenwerkingsverband.
Meestal (niet altijd) worden de kosten en eventuele opbrengsten van dit
soort samenwerkingsverbanden gedeeld. Uitbesteed werk is dus niet
meegerekend.
Partner was
Consultant
Totaal consultants
In procenten van alle samenwerkende innovatoren.
In Nederland
In procenten van alle samenwerkende innovatoren.
In het buitenland totaal
In procenten van alle samenwerkende innovatoren.
In een Europees land
België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland,
Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland,
Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Macedonië, Malta, Noorwegen,
Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje,
Tsjechië, Turkije, Verenigd Koninkrijk, IJsland, Zweden en Zwitserland.
In procenten van alle samenwerkende innovatoren.
In de Verenigde Staten
In procenten van alle samenwerkende innovatoren.
In China of in India
In procenten van alle samenwerkende innovatoren.
In overige landen
In procenten van alle samenwerkende innovatoren.
Meest waardevolle partner was
Consultant
Consultant, commercieel laboratorium of particulier R&D-instituut.
In procenten van alle samenwerkende innovatoren.