Gezondheid, leefstijl, zorggebruik en -aanbod, doodsoorzaken; kerncijfers
| Perioden | Zorgaanbod Zorginstellingen met rentabiliteit < 0% Ziekenhuizen (%) | Zorgaanbod Zorginstellingen met rentabiliteit < 0% Verpleeg-, verzorgingshuizen, thuiszorg (%) | Zorgaanbod Opbrengsten per arbeidsjaar Ziekenhuizen (1 000 euro) | Zorgaanbod Opbrengsten per arbeidsjaar Verpleeg-, verzorgingshuizen, thuiszorg (1 000 euro) |
|---|---|---|---|---|
| 2024 | . | . | . | . |
| Bron: CBS. | ||||
Tabeltoelichting
Deze tabel biedt een actueel overzicht van de belangrijkste cijfers die op StatLine beschikbaar zijn op het brede gebied van gezondheid en zorg. Alle cijfers zijn rechtstreeks afkomstig uit andere tabellen op StatLine of via een eenvoudige omrekening verkregen. De oorspronkelijke tabellen waaruit de cijfers afkomstig zijn bieden mogelijkheden voor uitsplitsing naar kenmerken van personen of andere eenheden.
Het moment waarop nieuwe cijfers beschikbaar komen is niet voor alle cijferreeksen hetzelfde.
Bij de cijferreeksen over het aantal gediplomeerden/afgestudeerden staat bij verslagjaar t het aantal personen dat in school- of studiejaar t-1 tot t een diploma heeft behaald.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2001
Status van de cijfers:
2024:
Meeste beschikbare cijfers zijn definitief.
Cijfers zijn voorlopig voor:
- doodsoorzaken;
- jeugdzorg;
- personen werkzaam in de gezondheids- en welzijnszorg;
- personen werkzaam in de gezondheidszorg;
- gediplomeerden mbo;
- afgestudeerde artsen en verpleegkundigen.
2023:
Meeste beschikbare cijfers zijn definitief.
Cijfers zijn voorlopig voor:
- perinatale sterfte bij zwangerschapsduur 24 weken of meer;
- huisartspatiënten naar diagnose;
- ziekenhuisopnamen naar diagnose;
- gemiddelde verpleegduur klinische opname ziekenhuis;
- verstrekte geneesmiddelen;
- AWBZ/Wlz-zorg;
- artsen en verpleegkundigen werkzaam in de zorg;
- personen werkzaam in de gezondheids- en welzijnszorg;
- gemiddelde afstand tot voorzieningen;
- instellingen: rentabiliteit en opbrengst per arbeidsjaar.
Cijfers zijn nader voorlopig voor:
- uitgaven gezondheids- en welzijnszorg.
2022:
Meeste beschikbare cijfers zijn definitief.
Cijfers zijn nader voorlopig voor:
- uitgaven gezondheids- en welzijnszorg.
2021:
Meeste beschikbare cijfers zijn definitief.
Cijfers zijn nader voorlopig voor:
- uitgaven gezondheids- en welzijnszorg.
Wijzigingen per 4 juli 2025:
Nieuwe cijfers zijn toegevoegd aan bestaande reeksen voor:
- doodsoorzaken;
- levensverwachting;
- gezonde levensverwachting;
- ervaren gezondheid;
- ziekenhuisopnamen naar diagnose;
- ziekteverzuim;
- gemiddelde verpleegduur klinische opname ziekenhuis;
- contacten zorgverleners;
- jeugdzorg;
- roken, alcoholgebruik, lichaamsbeweging;
- overgewicht;
- hoge bloeddruk;
- artsen en verpleegkundigen werkzaam in de zorg;
- personen werkzaam in de gezondheids- en welzijnszorg;
- personen werkzaam in de gezondheidszorg;
- gediplomeerden mbo;
- afgestudeerde artsen en verpleegkundigen;
- uitgaven gezondheids- en welzijnszorg;
- instellingen: rentabiliteit en opbrengst per arbeidsjaar.
Wijzigingen per 18 december 2024:
- Afstand tot voorzieningen: de 5 juni teruggetrokken cijfers zijn (ongewijzigd) herplaatst.
- Jeugdzorg: de eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over 2021 en 2022 zijn bijgesteld vanwege verbeteringen in het verwerkingsproces.
- Vanwege een revisie van de statistieken Uitgaven gezondheids- en welzijnszorg 2021 zijn cijfers voor de uitgaven aan gezondheidszorg en welzijnszorg vanaf 2021 vervangen.
- Vanwege de revisie van de Nationale Rekeningen zijn de cijfers over werkzame personen in de gezondheids- en welzijnszorg over alle jaren vervangen.
- AWBZ/Wlz-gefinancierde zorg: vanaf 2015 is de reeks Wlz-zorg met verblijf inclusief totaal pakket thuis vervangen voor totaal Wlz-zorg. Deze reeks past beter bij de gekozen afbakening van indicaties voor Wlz-zorg.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In december 2025 verschijnen de op dat moment beschikbare meest recente cijfers.
Toelichting onderwerpen
- Zorgaanbod
- Kwantitatieve gegevens over aanbieders van zorg: afstand tot zorgverlener, instellingen met kleine rentabiliteit, aandeel overhead in instellingen.
- Zorginstellingen met rentabiliteit < 0%
- Percentage ondernemingen in een bepaalde SBI-klasse met een rentabiliteit kleiner dan 0%.
Rentabiliteit
Rentabiliteit is de som van het bedrijfsresultaat, financieel resultaat en buitengewoon resultaat, gedeeld door de totale bedrijfsopbrengsten. De rentabiliteit zegt iets over de winstgevendheid van de onderneming.
---
Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008):
De Nederlandse hiërarchische indeling van economische activiteiten die door het CBS wordt gebruikt om bedrijfseenheden in te delen naar hun hoofdactiviteit. De SBI 2008 is de versie die vanaf 2008 gebruikt wordt. "Bedrijfstak" of "branche" zijn gangbare termen voor groepen van bedrijven met dezelfde hoofdactiviteit. Het CBS hanteert voor de indeling van bedrijven naar hoofdactiviteit de zogenoemde Standaard Bedrijfsindeling (SBI). Bedrijven in een bedrijfstak of branche kunnen naast deze activiteit ook andere activiteiten (nevenactiviteiten) uitoefenen. De SBI 2008 kent meerdere niveaus die aangegeven worden door maximaal vijf cijfers. Het niveau van vier cijfers komt vrijwel overeen met de indeling van de Europese Unie (NACE). De eerste twee cijfers komen overeen met die van de indeling van Verenigde Naties (ISIC).- Ziekenhuizen
- Totaal ziekenhuizen
Deze categorie is een samentelling van SBI-klassen:
86101 Universitair medisch centra;
86102 Algemene ziekenhuizen;
86103 Categorale ziekenhuizen.
De SBI-klasse 86101 omvat:
- medisch-specialistische centra voor behandeling en verpleging met overnachting, met nadruk op zeer gespecialiseerde zorg voor patiënten met zeldzame of complexe ziektebeelden, wetenschappelijk onderzoek en opleiding.
De SBI-klasse 86102 omvat:
- medisch-specialistische centra voor behandeling en verpleging met overnachting, niet gericht op een specifieke bevolkingsgroep en/of specifieke fysieke ziekten of ziektebeelden van psychische aard.
De SBI-klasse 86103 omvat:
- medisch-specialistische centra voor behandeling en verpleging met overnachting, gericht op het herstellen van een lichamelijke aandoening of het verbeteren van de lichamelijke functionaliteit bij tijdelijk of blijvend gehandicapten (revalidatiecentra);
- medisch-specialistische centra voor behandeling en verpleging met overnachting, gericht op een specifieke bevolkingsgroep en/of specifieke fysieke ziekten:
w.o. astmaklinieken;
w.o. epilepsiecentra;
w.o. longklinieken;
w.o. oogziekenhuizen;
w.o. transplantatiecentra;
w.o. privéklinieken met tot 24-uursverblijf.
Tot en met 2014 betrof het alleen instellingen die geheel of gedeeltelijk gefinancierd werden via de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).
- Verpleeg-, verzorgingshuizen, thuiszorg
- Deze categorie is een samentelling van categorieën:
Verpleeg-, verzorgingshuizen, thuiszorg
87.10 Verpleeghuizen;
87.30.2 Verzorgingshuizen;
88.10.1 Thuiszorg
De SBI-klasse 87.10 omvat:
- intensieve verzorging, verpleging en behandeling in een beschutte woonomgeving van patiënten die behoefte hebben aan continue bijstand door chronische lichamelijke en geestelijke problemen en verminderde zelfredzaamheid;
- woonvoorzieningen voor terminale patiënten met eigen verpleegkundig personeel (high-care hospices).
De SBI-klasse 87.30.2 omvat:
- verzorging en begeleiding in een beschutte woonomgeving van ouderen met lichamelijke en geestelijke problemen en verminderde zelfredzaamheid;
- woonzorgcentra: complexen van zelfstandige woningen voor ouderen gericht op beschermd wonen met een zorg- en servicearrangement;
- woonvoorzieningen voor terminale patiënten zonder eigen verpleegkundig personeel;
- bijna-thuishuizen;
- kraamhotels en zorghotels.
De SBI-klasse 88.10.1 omvat:
- verpleging, persoonlijke en huishoudelijke verzorging in de thuissituatie aan chronisch zieken, ouderen, gehandicapten en mensen die daaraan tijdelijke behoefte hebben;
- assistentie tijdens de bevalling, huishoudelijke en persoonlijke verzorging van moeder en kind en geven van voorlichting over de verzorging van kind tijdens de kraamperiode.
Tot en met 2014 betrof het alleen instellingen die geheel of gedeeltelijk gefinancierd werden via de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).
- Opbrengsten per arbeidsjaar
- Totale bedrijfsopbrengsten gedeeld door totaal aantal arbeidsjaren werknemers.
Arbeidsjaren is een maat voor het arbeidsvolume die wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) in een jaar om te rekenen naar voltijdequivalenten (vte).
Werknemers zijn personen die in een bepaalde periode arbeid verrichten voor loon of salaris, in geld of in natura.
---
Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008):
De Nederlandse hiërarchische indeling van economische activiteiten die door het CBS wordt gebruikt om bedrijfseenheden in te delen naar hun hoofdactiviteit. De SBI 2008 is de versie die vanaf 2008 gebruikt wordt. "Bedrijfstak" of "branche" zijn gangbare termen voor groepen van bedrijven met dezelfde hoofdactiviteit. Het CBS hanteert voor de indeling van bedrijven naar hoofdactiviteit de zogenoemde Standaard Bedrijfsindeling (SBI). Bedrijven in een bedrijfstak of branche kunnen naast deze activiteit ook andere activiteiten (nevenactiviteiten) uitoefenen. De SBI 2008 kent meerdere niveaus die aangegeven worden door maximaal vijf cijfers. Het niveau van vier cijfers komt vrijwel overeen met de indeling van de Europese Unie (NACE). De eerste twee cijfers komen overeen met die van de indeling van Verenigde Naties (ISIC).- Ziekenhuizen
- Totaal ziekenhuizen
Deze categorie is een samentelling van SBI-klassen:
86101 Universitair medisch centra;
86102 Algemene ziekenhuizen;
86103 Categorale ziekenhuizen.
De SBI-klasse 86101 omvat:
- medisch-specialistische centra voor behandeling en verpleging met overnachting, met nadruk op zeer gespecialiseerde zorg voor patiënten met zeldzame of complexe ziektebeelden, wetenschappelijk onderzoek en opleiding.
De SBI-klasse 86102 omvat:
- medisch-specialistische centra voor behandeling en verpleging met overnachting, niet gericht op een specifieke bevolkingsgroep en/of specifieke fysieke ziekten of ziektebeelden van psychische aard.
De SBI-klasse 86103 omvat:
- medisch-specialistische centra voor behandeling en verpleging met overnachting, gericht op het herstellen van een lichamelijke aandoening of het verbeteren van de lichamelijke functionaliteit bij tijdelijk of blijvend gehandicapten (revalidatiecentra);
- medisch-specialistische centra voor behandeling en verpleging met overnachting, gericht op een specifieke bevolkingsgroep en/of specifieke fysieke ziekten:
w.o. astmaklinieken;
w.o. epilepsiecentra;
w.o. longklinieken;
w.o. oogziekenhuizen;
w.o. transplantatiecentra;
w.o. privéklinieken met tot 24-uursverblijf.
Tot en met 2014 betrof het alleen instellingen die geheel of gedeeltelijk gefinancierd werden via de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).
- Verpleeg-, verzorgingshuizen, thuiszorg
- Deze categorie is een samentelling van categorieën:
Verpleeg-, verzorgingshuizen, thuiszorg
87.10 Verpleeghuizen;
87.30.2 Verzorgingshuizen;
88.10.1 Thuiszorg
De SBI-klasse 87.10 omvat:
- intensieve verzorging, verpleging en behandeling in een beschutte woonomgeving van patiënten die behoefte hebben aan continue bijstand door chronische lichamelijke en geestelijke problemen en verminderde zelfredzaamheid;
- woonvoorzieningen voor terminale patiënten met eigen verpleegkundig personeel (high-care hospices).
De SBI-klasse 87.30.2 omvat:
- verzorging en begeleiding in een beschutte woonomgeving van ouderen met lichamelijke en geestelijke problemen en verminderde zelfredzaamheid;
- woonzorgcentra: complexen van zelfstandige woningen voor ouderen gericht op beschermd wonen met een zorg- en servicearrangement;
- woonvoorzieningen voor terminale patiënten zonder eigen verpleegkundig personeel;
- bijna-thuishuizen;
- kraamhotels en zorghotels.
De SBI-klasse 88.10.1 omvat:
- verpleging, persoonlijke en huishoudelijke verzorging in de thuissituatie aan chronisch zieken, ouderen, gehandicapten en mensen die daaraan tijdelijke behoefte hebben;
- assistentie tijdens de bevalling, huishoudelijke en persoonlijke verzorging van moeder en kind en geven van voorlichting over de verzorging van kind tijdens de kraamperiode.
Tot en met 2014 betrof het alleen instellingen die geheel of gedeeltelijk gefinancierd werden via de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).