Personen met een bijstandsuitkering; duur en kenmerken, 2005-2007

Bekijk volledige tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Geslacht Leeftijd Herkomstgroepering Uitkeringsduur Personen met een bijstandsuitkering (aantal)
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Westerse allochtoon Totaal uitkeringsduur 37.430
0 tot 6 maanden 4.360
6 tot 12 maanden 3.150
1 tot 2 jaar 4.920
2 tot 3 jaar 3.610
3 tot 4 jaar 2.930
4 tot 5 jaar 2.360
5 jaar of langer 16.090
Niet-westerse allochtoon Totaal uitkeringsduur 140.470
0 tot 6 maanden 16.640
6 tot 12 maanden 12.930
1 tot 2 jaar 20.680
2 tot 3 jaar 15.100
3 tot 4 jaar 11.410
4 tot 5 jaar 10.000
5 jaar of langer 53.710
Jonger dan 25 jaar Westerse allochtoon Totaal uitkeringsduur 1.540
0 tot 6 maanden 550
6 tot 12 maanden 320
1 tot 2 jaar 350
2 tot 3 jaar 160
3 tot 4 jaar 90
4 tot 5 jaar 50
5 jaar of langer 30
Niet-westerse allochtoon Totaal uitkeringsduur 8.490
0 tot 6 maanden 2.640
6 tot 12 maanden 1.730
1 tot 2 jaar 2.040
2 tot 3 jaar 970
3 tot 4 jaar 550
4 tot 5 jaar 300
5 jaar of langer 250
25 tot 35 jaar Westerse allochtoon Totaal uitkeringsduur 5.770
0 tot 6 maanden 1.090
6 tot 12 maanden 750
1 tot 2 jaar 1.100
2 tot 3 jaar 810
3 tot 4 jaar 550
4 tot 5 jaar 390
5 jaar of langer 1.090
Niet-westerse allochtoon Totaal uitkeringsduur 31.860
0 tot 6 maanden 5.210
6 tot 12 maanden 4.080
1 tot 2 jaar 6.420
2 tot 3 jaar 4.420
3 tot 4 jaar 3.020
4 tot 5 jaar 2.460
5 jaar of langer 6.250
35 tot 45 jaar Westerse allochtoon Totaal uitkeringsduur 9.640
0 tot 6 maanden 1.270
6 tot 12 maanden 940
1 tot 2 jaar 1.530
2 tot 3 jaar 1.080
3 tot 4 jaar 820
4 tot 5 jaar 680
5 jaar of langer 3.320
Niet-westerse allochtoon Totaal uitkeringsduur 43.000
0 tot 6 maanden 4.940
6 tot 12 maanden 3.980
1 tot 2 jaar 6.580
2 tot 3 jaar 4.980
3 tot 4 jaar 3.730
4 tot 5 jaar 3.310
5 jaar of langer 15.490
45 tot 55 jaar Westerse allochtoon Totaal uitkeringsduur 10.290
0 tot 6 maanden 980
6 tot 12 maanden 730
1 tot 2 jaar 1.180
2 tot 3 jaar 940
3 tot 4 jaar 860
4 tot 5 jaar 700
5 jaar of langer 4.900
Niet-westerse allochtoon Totaal uitkeringsduur 34.780
0 tot 6 maanden 2.880
6 tot 12 maanden 2.280
1 tot 2 jaar 3.920
2 tot 3 jaar 3.140
3 tot 4 jaar 2.730
4 tot 5 jaar 2.570
5 jaar of langer 17.260
55 tot 65 jaar Westerse allochtoon Totaal uitkeringsduur 10.180
0 tot 6 maanden 480
6 tot 12 maanden 410
1 tot 2 jaar 760
2 tot 3 jaar 620
3 tot 4 jaar 610
4 tot 5 jaar 540
5 jaar of langer 6.760
Niet-westerse allochtoon Totaal uitkeringsduur 22.350
0 tot 6 maanden 970
6 tot 12 maanden 870
1 tot 2 jaar 1.720
2 tot 3 jaar 1.600
3 tot 4 jaar 1.380
4 tot 5 jaar 1.360
5 jaar of langer 14.450
Mannen Totaal leeftijd Westerse allochtoon Totaal uitkeringsduur 14.020
0 tot 6 maanden 1.860
6 tot 12 maanden 1.270
1 tot 2 jaar 1.980
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De tabel geeft inzicht in het aantal personen dat zich op de peildatum in een uitkeringssituatie bevindt op grond van de bijstand, uitgesplitst naar de duur van die situatie en enkele persoonskenmerken van de uitkeringsontvanger.

Gegevens beschikbaar van september 2005 t/m september 2007.

Status van de cijfers
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 22 oktober 2013
De tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing

Toelichting onderwerpen

Personen met een bijstandsuitkering
Het aantal personen met een uitkering op grond van de bijstandswetten
Wet werk en bijstand (WWB) of de Algemene bijstandswet (Abw).
.
Wet werk en bijstand (WWB):
Wettelijke sociale voorziening die op 1 januari 2004 in werking is
getreden ter vervanging van de Algemene bijstandswet (Abw), de Wet
inschakeling werkzoekenden (WIW) en het Besluit In- en Doorstroombanen
(ID-banen).
.
Algemene bijstandswet (Abw):
Tot 1 januari 2004 bestaande wettelijke sociale voorziening die als doel
heeft om financiële bijstand te verlenen aan personen die niet over de
middelen beschikken om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te
voorzien. De Abw is per 1 januari 2004 vervangen door de Wet werk en
bijstand (WWB). In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel gaat het om
een laatste (aanvullende) voorziening.