Lokale heffingen; particuliere huishoudens, 2006-2013

Bekijk volledige tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Lokale heffingen Kenmerken huishouden Aantal particuliere huishoudens (x 1 000) Aandeel particuliere huishoudens (%) Inkomen Bruto-inkomen huishoudens (mln euro) Inkomen Besteedbaar inkomen huishoudens (mln euro) Gemiddeld bruto-inkomen huishouden (1 000 euro) Gemiddeld besteedbaar inkomen huishouden (1 000 euro) Belastingdruk op bruto-inkomen (%) Belastingdruk op besteedbaar inkomen (%) Spreidingsmaten Spreidingsmaten bedragen 50e percentiel (mediaan) (euro) Spreidingsmaten Spreidingsmaten belastingdruk 50e percentiel (mediaan) (%)
Totaal heffingen AOW'er in huishouden: alleenstaande 880 100,0 23.041 18.055 26,2 20,5 2,2 2,8 511 2,7
AOW'er in huishouden: alleenstaande man 243 100,0 7.179 5.408 29,5 22,2 2,0 2,7 512 2,6
AOW'er in huishouden:alleenstaande vrouw 636 100,0 15.862 12.646 24,9 19,9 2,3 2,9 499 2,7
Huishouden: 1 persoon met inkomen 3.331 100,0 115.194 69.702 34,6 20,9 1,6 2,7 512 2,7
Huishouden: 2 personen met inkomen 3.313 100,0 237.082 135.901 71,6 41,0 1,3 2,2 942 2,4
Huishouden: 3 personen met inkomen 567 100,0 51.611 28.826 91,0 50,8 1,1 1,9 990 2,0
Huishouden: 4 of meer pers. met inkomen 277 100,0 30.172 17.088 108,9 61,7 0,9 1,7 1.029 1,7
Bruto-inkomen: 1e 10%-groep 749 100,0 7.238 5.600 9,7 7,5 3,9 5,0 384 4,1
Bruto-inkomen: 2e 10%-groep 749 100,0 14.645 11.720 19,6 15,7 2,3 2,9 434 2,8
Bruto-inkomen: 3e 10%-groep 749 100,0 19.172 14.653 25,6 19,6 2,3 3,0 560 2,8
Bruto-inkomen: 4e 10%-groep 749 100,0 24.282 17.306 32,4 23,1 2,1 3,0 660 2,9
Bruto-inkomen: 5e 10%-groep 749 100,0 30.702 19.869 41,0 26,5 1,8 2,9 738 2,8
Bruto-inkomen: 6e 10%-groep 749 100,0 38.111 23.184 50,9 31,0 1,6 2,6 827 2,7
Bruto-inkomen: 7e 10%-groep 749 100,0 46.871 27.070 62,6 36,1 1,4 2,4 904 2,5
Bruto-inkomen: 8e 10%-groep 749 100,0 57.665 32.031 77,0 42,8 1,2 2,2 962 2,3
Bruto-inkomen: 9e 10%-groep 749 100,0 73.296 38.880 97,9 51,9 1,0 1,9 1.010 2,0
Bruto-inkomen: 10e 10%-groep 749 100,0 122.078 61.203 163,0 81,7 0,7 1,4 1.114 1,5
Bruto-inkomen: 1e 25%-groep 1.872 100,0 30.897 24.252 16,5 13,0 2,7 3,4 410 3,1
Bruto-inkomen: 2e 25%-groep 1.872 100,0 65.142 44.896 34,8 24,0 2,0 2,9 676 2,8
Bruto-inkomen: 3e 25%-groep 1.872 100,0 112.249 65.594 60,0 35,0 1,4 2,5 891 2,5
Bruto-inkomen: 4e 25%-groep 1.872 100,0 225.771 116.774 120,6 62,4 0,9 1,7 1.040 1,8
Bron: 1 Inkomen uit arbeid 3.823 100,0 279.918 145.909 73,2 38,2 1,1 2,1 852 2,3
Bron: 1.3 overig inkomen uit arbeid 155 100,0 14.137 7.977 91,4 51,6 1,2 2,2 1.119 2,3
Bron: 2 Inkomen uit eigen onderneming 914 100,0 66.196 41.510 72,4 45,4 1,3 2,1 969 2,2
Bron: 3 overdrachtsinkomen 2.750 100,0 87.945 64.098 32,0 23,3 2,0 2,7 587 2,7
Bron: 3.1 uitkering inkomensverzekering 2.250 100,0 79.326 57.528 35,3 25,6 2,0 2,8 683 2,8
Bron: 3.3 overig overdrachtsinkomen 133 100,0 1.118 905 8,4 6,8 4,6 5,7 384 7,1
Onroerende zaakbelasting eigenaren AOW'er in huishouden: alleenstaande 338 38,4 11.171 8.277 33,1 24,5 0,9 1,2 257 1,2
AOW'er in huishouden: alleenstaande man 102 41,8 3.786 2.708 37,3 26,6 0,8 1,1 264 1,1
AOW'er in huishouden:alleenstaande vrouw 236 37,1 7.385 5.570 31,3 23,6 1,0 1,3 254 1,2
Huishouden: 1 persoon met inkomen 1.274 38,2 62.273 34.938 48,9 27,4 0,5 0,9 220 0,9
Huishouden: 2 personen met inkomen 2.374 71,7 192.341 107.334 81,0 45,2 0,4 0,7 261 0,6
Huishouden: 3 personen met inkomen 432 76,2 43.150 23.599 99,8 54,6 0,3 0,6 276 0,6
Huishouden: 4 of meer pers. met inkomen 225 81,1 25.964 14.473 115,6 64,4 0,3 0,5 290 0,5
Bruto-inkomen: 1e 10%-groep 128 17,1 785 362 6,1 2,8 3,6 7,7 196 2,0
Bruto-inkomen: 2e 10%-groep 156 20,8 3.092 2.511 19,8 16,1 1,2 1,5 216 1,3
Bruto-inkomen: 3e 10%-groep 238 31,9 6.136 4.753 25,7 19,9 1,0 1,2 218 1,1
Bruto-inkomen: 4e 10%-groep 343 45,8 11.166 8.070 32,6 23,6 0,8 1,1 225 1,0
Bruto-inkomen: 5e 10%-groep 429 57,4 17.660 11.628 41,1 27,1 0,6 0,9 228 0,9
Bruto-inkomen: 6e 10%-groep 491 65,6 25.096 15.499 51,1 31,5 0,5 0,8 230 0,8
Bruto-inkomen: 7e 10%-groep 560 74,7 35.088 20.401 62,7 36,5 0,4 0,7 234 0,7
Bruto-inkomen: 8e 10%-groep 613 81,8 47.262 26.306 77,1 42,9 0,4 0,7 253 0,6
Bruto-inkomen: 9e 10%-groep 651 87,0 63.806 33.874 98,0 52,0 0,3 0,6 275 0,5
Bruto-inkomen: 10e 10%-groep 695 92,8 113.637 56.940 163,5 81,9 0,2 0,5 345 0,5
Bruto-inkomen: 1e 25%-groep 396 21,1 6.566 4.974 16,6 12,6 1,4 1,9 212 1,3
Bruto-inkomen: 2e 25%-groep 899 48,0 32.274 22.351 35,9 24,9 0,7 1,0 225 0,9
Bruto-inkomen: 3e 25%-groep 1.353 72,3 82.199 48.306 60,7 35,7 0,4 0,8 236 0,7
Bruto-inkomen: 4e 25%-groep 1.657 88,5 202.691 104.714 122,3 63,2 0,3 0,5 296 0,5
Bron: 1 Inkomen uit arbeid 2.481 64,9 218.067 111.075 87,9 44,8 0,3 0,6 241 0,6
Bron: 1.3 overig inkomen uit arbeid 128 82,6 12.881 7.219 100,8 56,5 0,5 0,8 409 0,8
Bron: 2 Inkomen uit eigen onderneming 697 76,2 56.669 34.954 81,3 50,2 0,4 0,7 286 0,6
Bron: 3 overdrachtsinkomen 1.127 41,0 48.993 34.316 43,5 30,5 0,7 1,0 265 1,0
Bron: 3.1 uitkering inkomensverzekering 1.107 49,2 48.479 33.973 43,8 30,7 0,7 1,0 266 1,0
Bron: 3.3 overig overdrachtsinkomen 6 4,3 . . . . . . . .
Rioolheffing (gecombineerd) AOW'er in huishouden: alleenstaande 668 76,0 18.371 14.230 27,5 21,3 0,5 0,7 152 0,7
AOW'er in huishouden: alleenstaande man 184 75,8 5.807 4.314 31,5 23,4 0,5 0,6 158 0,7
AOW'er in huishouden:alleenstaande vrouw 484 76,0 12.564 9.916 26,0 20,5 0,6 0,7 151 0,7
Huishouden: 1 persoon met inkomen 2.359 70,8 90.374 53.650 38,3 22,7 0,4 0,6 151 0,7
Huishouden: 2 personen met inkomen 2.921 88,2 217.523 123.647 74,5 42,3 0,2 0,4 176 0,4
Huishouden: 3 personen met inkomen 509 89,7 47.989 26.586 94,3 52,2 0,2 0,3 181 0,4
Huishouden: 4 of meer pers. met inkomen 254 91,6 28.353 15.942 111,7 62,8 0,2 0,3 188 0,3
Bruto-inkomen: 1e 10%-groep 413 55,1 3.917 2.928 9,5 7,1 1,1 1,5 93 1,1
Bruto-inkomen: 2e 10%-groep 493 65,9 9.668 7.790 19,6 15,8 0,6 0,8 132 0,8
Bruto-inkomen: 3e 10%-groep 537 71,7 13.773 10.591 25,7 19,7 0,6 0,7 151 0,8
Bruto-inkomen: 4e 10%-groep 585 78,1 18.984 13.570 32,5 23,2 0,5 0,7 167 0,7
Bruto-inkomen: 5e 10%-groep 611 81,5 25.047 16.312 41,0 26,7 0,4 0,6 168 0,6
Bruto-inkomen: 6e 10%-groep 634 84,6 32.306 19.799 51,0 31,2 0,3 0,5 170 0,6
Bruto-inkomen: 7e 10%-groep 665 88,8 41.658 24.146 62,6 36,3 0,3 0,5 175 0,5
Bruto-inkomen: 8e 10%-groep 686 91,6 52.863 29.394 77,0 42,8 0,2 0,4 177 0,4
Bruto-inkomen: 9e 10%-groep 701 93,6 68.605 36.431 97,9 52,0 0,2 0,4 179 0,4
Bruto-inkomen: 10e 10%-groep 719 96,0 117.418 58.863 163,3 81,9 0,1 0,2 180 0,2
Bruto-inkomen: 1e 25%-groep 1.168 62,4 19.887 15.592 17,0 13,4 0,7 0,9 130 0,9
Bruto-inkomen: 2e 25%-groep 1.470 78,6 51.502 35.599 35,0 24,2 0,5 0,7 166 0,7
Bruto-inkomen: 3e 25%-groep 1.641 87,7 98.895 57.985 60,3 35,3 0,3 0,5 172 0,5
Bruto-inkomen: 4e 25%-groep 1.763 94,2 213.956 110.648 121,3 62,7 0,2 0,3 179 0,3
Bron: 1 Inkomen uit arbeid 3.184 83,3 250.894 129.695 78,8 40,7 0,2 0,4 170 0,4
Bron: 1.3 overig inkomen uit arbeid 141 91,0 13.583 7.639 96,5 54,3 0,2 0,3 179 0,4
Bron: 2 Inkomen uit eigen onderneming 802 87,7 61.317 38.161 76,5 47,6 0,2 0,4 176 0,4
Bron: 3 overdrachtsinkomen 2.056 74,8 72.028 51.968 35,0 25,3 0,4 0,6 159 0,6
Bron: 3.1 uitkering inkomensverzekering 1.804 80,2 67.377 48.465 37,4 26,9 0,4 0,6 168 0,6
Bron: 3.3 overig overdrachtsinkomen 57 43,1 649 490 11,3 8,6 0,9 1,1 64 1,1
Reinigingsrechten en afvalstoffenheffing AOW'er in huishouden: alleenstaande 880 100,0 23.041 18.055 26,2 20,5 0,7 1,0 198 1,0
AOW'er in huishouden: alleenstaande man 243 100,0 7.179 5.408 29,5 22,2 0,7 0,9 198 1,0
AOW'er in huishouden:alleenstaande vrouw 636 100,0 15.862 12.646 24,9 19,9 0,8 1,0 198 1,0
Huishouden: 1 persoon met inkomen 3.331 100,0 115.194 69.702 34,6 20,9 0,6 1,0 206 1,0
Huishouden: 2 personen met inkomen 3.313 100,0 237.082 135.901 71,6 41,0 0,4 0,6 261 0,7
Huishouden: 3 personen met inkomen 567 100,0 51.611 28.826 91,0 50,8 0,3 0,5 267 0,6
Huishouden: 4 of meer pers. met inkomen 277 100,0 30.172 17.088 108,9 61,7 0,2 0,4 271 0,5
Bruto-inkomen: 1e 10%-groep 749 100,0 7.238 5.600 9,7 7,5 1,7 2,2 189 1,9
Bruto-inkomen: 2e 10%-groep 749 100,0 14.645 11.720 19,6 15,7 0,9 1,2 198 1,2
Bruto-inkomen: 3e 10%-groep 749 100,0 19.172 14.653 25,6 19,6 0,8 1,1 224 1,1
Bruto-inkomen: 4e 10%-groep 749 100,0 24.282 17.306 32,4 23,1 0,7 1,0 236 1,0
Bruto-inkomen: 5e 10%-groep 749 100,0 30.702 19.869 41,0 26,5 0,6 0,9 240 0,9
Bruto-inkomen: 6e 10%-groep 749 100,0 38.111 23.184 50,9 31,0 0,5 0,8 245 0,8
Bruto-inkomen: 7e 10%-groep 749 100,0 46.871 27.070 62,6 36,1 0,4 0,7 254 0,7
Bruto-inkomen: 8e 10%-groep 749 100,0 57.665 32.031 77,0 42,8 0,3 0,6 258 0,6
Bruto-inkomen: 9e 10%-groep 749 100,0 73.296 38.880 97,9 51,9 0,3 0,5 263 0,5
Bruto-inkomen: 10e 10%-groep 749 100,0 122.078 61.203 163,0 81,7 0,2 0,3 266 0,4
Bruto-inkomen: 1e 25%-groep 1.872 100,0 30.897 24.252 16,5 13,0 1,1 1,4 199 1,3
Bruto-inkomen: 2e 25%-groep 1.872 100,0 65.142 44.896 34,8 24,0 0,7 1,0 236 1,0
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over lokale heffingen geheven door gemeenten en waterschappen bij particuliere huishoudens. Het gaat hierbij om het aantal huishoudens dat de heffingen betaalt en de hoogte van de verschillende heffingen. Tevens is het bruto-inkomen, het besteedbaar inkomen en de lastendruk van deze heffingen op het beide inkomens opgenomen. In de cijfers is rekening gehouden met kwijtschelding van de heffingen.
Huishoudens kunnen worden onderscheiden naar diverse kenmerken, zoals hoogte van het inkomen en samenstelling van het huishouden. Bij de detaillering naar achtergrondkenmerken worden cijfers van groepen huishoudens kleiner dan 20 duizend in verband met geheimhouding niet getoond. De betrouwbaarheid van deze cijfers kan bij kleine aantallen niet worden gegarandeerd.

Gegevens beschikbaar van 2006 tot en met 2013.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief

Wijzigingen per 21 juni 2019:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassding.

Toelichting onderwerpen

Aantal particuliere huishoudens
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften. De uitkomsten hebben betrekking op particuliere huishoudens met inkomen in Nederland. Personen die in tehuizen of inrichtingen verblijven, zijn buiten beschouwing gebleven. Het betreft het aantal particuliere huishoudens waarvoor de geselecteerde lokale heffing geldt.
Aandeel particuliere huishoudens
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften. De uitkomsten hebben betrekking op particuliere huishoudens met inkomen in Nederland. Personen die in tehuizen of inrichtingen verblijven, zijn buiten beschouwing gebleven. Het aandeel particuliere huishoudens is het aantal particuliere huishoudens waarvoor het geselecteerde deel van de heffing geldt in procenten van het totaal aantal particuliere huishoudens.
Inkomen
Bruto-inkomen huishoudens
Het bruto-inkomen van de huishoudens waarvoor de geselecteerde heffing geldt. Het bruto-inkomen bestaat uit het primair inkomen (inkomen uit arbeid, onderneming en vermogen) verhoogd met:
- uitkeringen inkomensverzekering voor werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, pensioen en nabestaandenpensioen. Dit zijn uitkeringen zoals uitkering ingevolge de Werkloosheidswet (WW/nWW), de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en de Algemene Ouderdomswet (AOW),
- uitkeringen sociale voorziening zoals de Wet Werk en Bijstand,
- gebonden overdrachten voor wonen en studie zoals huurtoeslag en tegemoetkoming studiekosten, en - ontvangen inkomensoverdrachten zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e).
Het weergegeven bedrag is inclusief de bijdragen van werknemers, werkgevers, uitkeringsontvangers en uitkeringsinstanties in de premies voor de sociale verzekeringen.
Besteedbaar inkomen huishoudens
Het besteedbaar inkomen van de huishoudens waarvoor de geselecteerde heffing geldt. Het besteedbaar inkomen bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met
- betaalde inkomensoverdrachten zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e),
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden,
- premies ziektekostenverzekeringen, en
- belastingen op inkomen en vermogen.
Gemiddeld bruto-inkomen huishouden
Gemiddeld besteedbaar inkomen huishouden
Belastingdruk op bruto-inkomen
Het bedrag van de geselecteerde lokale heffing in procenten van het bruto-inkomen van de huishoudens waarvoor de geselecteerde heffing geldt.
Belastingdruk op besteedbaar inkomen
Het bedrag van de geselecteerde lokale heffing in procenten van het besteedbare inkomen van de huishoudens waarvoor de geselecteerde heffing geldt.
Spreidingsmaten
Spreidingsmaten bedragen
Deze spreidingsmaten geven aan of de bedragen voor de afzonderlijke particuliere huishoudens dicht bij elkaar liggen of juist ver uit elkaar. Bij de berekening van de spreidingsmaten zijn alleen de huishoudens meegenomen waarvoor het geselecteerde deel van de lokale heffingen geldt.
50e percentiel (mediaan)
De hoogte van het geselecteerde deel van de lokale heffingen is voor 50 procent van de huishoudens lager of gelijk aan dit bedrag. De andere helft van de huishoudens heeft een hogere belasting.
Spreidingsmaten belastingdruk
Deze spreidingsmaten geven aan of de belastingdruk op het besteedbare inkomen voor de afzonderlijke particuliere huishoudens dicht bij elkaar ligt of juist ver uit elkaar. Bij de berekening van de spreidingsmaten zijn alleen de huishoudens meegenomen waarvoor het geselecteerde deel van de lokale heffing geldt.
50e percentiel (mediaan)
De belastingdruk van het geselecteerde deel van de lokale heffingen is voor 50 procent van de huishoudens lager of gelijk aan dit bedrag. De andere helft van de huishoudens heeft een hogere belastingdruk op het besteedbare inkomen.