Landbouw; gewassen, dieren, grondgebruik en arbeid op nationaal niveau
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat gegevens op nationaal niveau over grondgebruik, akkerbouw, tuinbouw, grasland, graasdieren, hokdieren en arbeidskrachten.
Voor grondgebruik, gewassen en dieren wordt de oppervlakte respectievelijk het aantal dieren en het bijbehorend aantal bedrijven gepresenteerd. Voor arbeidskrachten wordt voor de verschillende soorten arbeidskrachten het aantal personen, de arbeidsjaareenheden (aje) en het aantal bedrijven gepresenteerd.
Oppervlakten zijn afgerond op 10 hectare, aantal graasdieren en varkens op 10 stuks, aantal pluimvee, konijnen en edelpelsdieren op 100 stuks, arbeidskrachten en arbeidsjaareenheden op honderdtallen en aantal bedrijven op tientallen. Deze tabel is daardoor minder geschikt om kleine veranderingen tussen verschillende jaren waar te nemen. Hiervoor kan beter gebruik gemaakt worden van de regiotabel (zie hoofdstuk 3).
De gegevens voor deze tabel komen uit de landbouwtelling. De landbouwtelling maakt deel uit van de gecombineerde opgave, die onder meer gebruikt wordt voor de uitvoering van het landbouwbeleid en handhaving van de Meststoffenwet.
De peildatum voor het aantal dieren is 1 april; de peildatum voor de gewassen is 15 mei.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2000
Status van de cijfers: de cijfers van 2025 zijn voorlopig, de overige cijfers zijn definitief.
Wijzigingen per 28 november 2025: de voorlopige cijfers over 2025 zijn bijgesteld. De voorlopige cijfers voor arbeid en voedselbos zijn toegevoegd.
Met ingang van 2025 hebben voedselbossen een SO-waarde gekregen. Daarom worden voedselbossen nu ingedeeld onder cultuurgrond in plaats van niet-cultuurgrond.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Volgens planning verschijnen eind juni de eerste voorlopige cijfers ('snelle cijfers'). Op dat moment zijn nog niet alle opgaven binnen en/of volledig verwerkt, en hebben alleen de belangrijkste plausibiliteitscontroles plaatsgevonden. Voor non-respons is bijgeschat op basis van de opgave van vorig jaar.
In september wordt de gegevensverzameling afgesloten, dan wordt opnieuw bijgeschat en vinden verdere analyses en plausibiliteitscontroles plaats.
Eind september en in november worden bijgestelde voorlopige cijfers gepubliceerd en in maart van het jaar daarna volgen de definitieve cijfers.
Toelichting onderwerpen
- Aantal landbouwbedrijven, totaal
- Bedrijven die landbouwproducten voor de markt voortbrengen, met hoofdvestiging in Nederland, en een economische omvang >= 3000 euro SO (Standaard Opbrengst).
_
Bedrijven < 3000 euro SO zijn zeer klein, gedacht moet worden aan bijvoorbeeld slechts 1 melkkoe of 1 are paprika.
_
Tot en met 2009 werd de economische omvang van agrarische bedrijven uitgedrukt in NGE (Nederlandse Grootte Eenheid). Voor vergelijkbaarheid in de tijd zijn de gegevens van 2000 tot en met 2009 herberekend op basis van SO-normen en -indelingen. De oorspronkelijke ondergrens (3 NGE) is echter gehandhaafd, waardoor de populatie ongewijzigd is gebleven.
_
Met ingang van 2016 wordt bij de afbakening van de Landbouwtelling gebruik gemaakt van informatie uit het Handelsregister. Dit heeft vooral invloed op het aantal bedrijven, hier treedt een duidelijke trendbreuk op. De invloed op arealen (behalve bij niet-cultuurgrond en natuurlijk grasland) en de dieraantallen (behalve bij schapen, en paarden en pony’s) zijn beperkt. Dit heeft met name te maken met het soort bedrijven dat bij de nieuwe afbakening wordt uitgesloten (zoals maneges, kinderboerderijen en natuurbeheer organisaties).
_
Met ingang van 2022 maken paarden en pony’s geen onderdeel meer uit van de Landbouwtelling. Dit heeft invloed op het totaal aantal landbouwbedrijven in de Landbouwtelling.
_
Voor meer uitleg over de afbakening van de Landbouwtelling en de SO wordt verwezen naar de tabeltoelichting. - Grondgebruik
- Met ingang van 2016 wordt niet meer gevraagd naar ‘Overige gronden’ en ‘Niet in gebruik zijnde cultuurgrond’. Als gevolg daarvan zijn ‘Niet-cultuurgrond, totaal’ en ‘Grondgebruik, totaal’ niet meer beschikbaar.
- Aantal bedrijven
- Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere activiteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor iedere afzonderlijke activiteit, maar slechts eenmaal in het totaal).- Grondgebruik, totaal
- Akkerbouw
- Akkerbouw is teelt in de volle grond, veelal voor industriële verwerking.
- Aantal bedrijven
- Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere activiteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor iedere afzonderlijke activiteit, maar slechts eenmaal in het totaal).- Akkerbouw, totaal
- Graszaden
- Inclusief klaverzaad.
- Suikerbieten
- Overige akkerbouwgewassen
- Omvat onder andere miscanthus en graszoden.
- Braak
- Braak is land dat in het lopende oogstjaar niet meer beteeld wordt.
_
Land dat in het kader van de braakleggingsregeling (set aside) niet beteeld wordt valt hier ook onder evenals groenbemestingsgewassen en faunaranden.
- Tuinbouw open grond
- Tuinbouw open grond is teelt in de volle grond, veelal direct voor de markt.
- Aantal bedrijven
- Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere activiteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor iedere afzonderlijke activiteit, maar slechts eenmaal in het totaal).- Tuinbouw open grond, totaal
- Tuinbouw onder glas
- Tuinbouw onder glas is teelt in kassen, bedekt met glas of plastic, of in betreedbare plastic tunnels.
- Aantal bedrijven
- Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere activiteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor iedere afzonderlijke activiteit, maar slechts eenmaal in het totaal).- Tuinbouw onder glas, totaal
- Tuinbouw overig
- Tuinbouw overig omvat de teelten waarvoor geen grond wordt gebruikt (paddenstoelenteelt, bollenbroei, witloftrek).
- Aantal bedrijven
- Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere activiteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor iedere afzonderlijke activiteit, maar slechts eenmaal in het totaal).- Witloftrek
- De oppervlakte witlofwortelen, geteeld in het vorige teeltseizoen, waarvan in het huidige seizoen witlof is getrokken.
_
Witlof is tweejarig. Het eerste jaar worden de witlofwortelen geteeld; het tweede jaar wordt hiervan witlof getrokken.
- Grasland en groenvoedergewassen
- Grasland en voedergewassen dienen doorgaans als vers plantaardig veevoer.
- Aantal bedrijven
- Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere activiteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor iedere afzonderlijke activiteit, maar slechts eenmaal in het totaal).- Grasland en groenvoedergewassen, totaal
- Graasdieren
- Graasdieren zijn paarden en pony's, rundvee, schapen en geiten.
- Aantal bedrijven
- Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere activiteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor iedere afzonderlijke activiteit, maar slechts eenmaal in het totaal).- Graasdieren, totaal
- Hokdieren
- Hokdieren zijn varkens, diverse soorten pluimvee, konijnen en edelpelsdieren.
_
Om hobbymatig van bedrijfsmatig gehouden dieren te onderscheiden, worden bij pluimvee, konijnen en edelpelsdieren aantallen van minder dan 25 stuks niet in de telling meegenomen.- Aantal bedrijven
- Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere activiteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor iedere afzonderlijke activiteit, maar slechts eenmaal in het totaal).- Hokdieren, totaal
- Kalkoenen
- Met ingang van 2018 worden de pluimvee gegevens afgeleid uit het I&R register (Identificatie en Registratie) voor pluimvee. Dit kan, in vergelijking met de eerdere directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave, van invloed zijn op het aantal dieren.
- Slachteenden
- Met ingang van 2018 worden de pluimvee gegevens afgeleid uit het I&R register (Identificatie en Registratie) voor pluimvee. Dit kan, in vergelijking met de eerdere directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave, van invloed zijn op het aantal dieren.
- Overig pluimvee
- Legeenden, ganzen, parelhoenders en dergelijke. Met ingang van 2018 worden de pluimvee gegevens afgeleid uit het I&R register (Identificatie en Registratie) voor pluimvee. Dit kan, in vergelijking met de eerdere directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave, van invloed zijn op het aantal dieren.
- Edelpelsdieren
- Sinds 8 januari 2021 is er in Nederland een verbod op de pelsdierhouderij.
_
Nertsen en overige pelsdieren, uitsluitend moederdieren.
_
Sinds 2008 voornamelijk nertsen.
_
Het is in Nederland niet meer toegestaan vossen en chinchilla's te fokken voor bont. In 1998 werd al bepaald dat er geen nieuwe vossen- en chinchillafokkerijen bij mochten komen, en dat bestaande bedrijven niet konden uitbreiden. Op 1 april 2008 is er een einde gekomen aan de tienjarige overgangstermijn voor bestaande fokkerijen.
- Arbeidskrachten
- Aantal bedrijven
- Agrarische bedrijven met werkzame personen.
_
Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere typen werkzame personen kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor ieder afzonderlijk type, maar slechts eenmaal in het totaal).- Niet-regelmatig werkzaam
- Personen die werkzaam zijn op het agrarisch bedrijf op basis van losse contracten voor bepaalde tijd, voor bepaald werk of gelegenheidswerk.
_
Van de niet-regelmatig werkzame arbeidskrachten is alleen het totaal aantal werkdagen bekend. Daardoor is alleen arbeidsjaareenheden en het aantal bedrijven beschikbaar.
_
In 2003 en vanaf 2005 inclusief arbeid door niet-rechtstreeks door het
bedrijf tewerkgestelde personen (bijvoorbeeld loonwerkers).
Van 2000 tot en met 2002 en in 2004 is hier niet apart naar gevraagd.
Helaas kan voor deze jaren niet worden vastgesteld of de arbeid door niet-rechtstreeks door het bedrijf tewerkgestelde personen is meegeteld.