Macro-economisch scorebord 2006 - 2013

Macro-economisch scorebord 2006 - 2013

Perioden Nominale loonkosten per eenheid product (%) Werkloosheid; 3-jaars gemiddelde (%)
2013* 6,0 5,5
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat de indicatoren van het Macroeconomic Imbalance Procedure (MIP) scoreboard. Om bestaande en potentiële onevenwichtigheden en macro-economische risico's binnen de landen van de Europese Unie tijdig te signaleren heeft de Europese Commissie een scorebord met elf indicatoren opgesteld. Het scorebord maakt onderdeel uit van de Macroeconomic Imbalance Procedure (MIP). Deze tabel bevat voor deze elf indicatoren de kwartaal- en jaarcijfers voor Nederland.

Gegevens beschikbaar van 2006 tot en met 2013.

Status van de cijfers:
Alle jaar- en kwartaalcijfers hebben een nader voorlopig of voorlopig karakter. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per 10 juli 2014:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door Macro-economisch scorebord. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Nominale loonkosten per eenheid product
Nominale loonkosten per eenheid product - 3-jaars mutatie (%).

De nominale loonkosten per eenheid product is de verhouding van de nominale loonkosten per werknemer en de arbeidsproductiviteit.

De nominale loonkosten per werknemer worden berekend als de nominale loonkosten gedeeld door het aantal werknemers.

De arbeidsproductiviteit wordt berekend als het reëel bruto binnenlands product (het bbp volume) gedeeld door het aantal werkzame personen.

Bronnen:
De gegevens zijn ontleend aan de Nationale Rekeningen zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Berekening van de scorebord indicator:
De nominale loonkosten per eenheid product worden berekend op basis van de beschikbare gegevens: nominale loonkosten, bruto binnenlands product (volume), aantal werknemers en aantal werkzame personen. Hiervan wordt de procentuele mutatie ten opzicht van drie jaar eerder berekend.

Interpretatie van de indicator:
Een positieve mutatie betekent dat de loonkosten sneller stijgen dan de arbeidsproductiviteit en dit kan op termijn negatief zijn voor de concurrentiepositie.

Grenswaarde(n):
De Europese Commissie hanteert voor de indicator als bovengrens + 9 % voor Eurogroep landen en + 12 % voor niet-Eurogroep landen.
Werkloosheid; 3-jaars gemiddelde
Werkloosheidspercentage (internationale definitie) - 3-jaars voortschrijdend gemiddelde.

Het werkloosheidspercentage wordt gedefinieerd als de werkloze beroepsbevolking als percentage van de totale beroepsbevolking.

Hier wordt de internationale definitie (ILO-definitie) van werkloosheid gebruikt. Deze omvat alle personen tussen 15 en 75 jaar zonder betaald werk die actief op zoek zijn naar werk en daar voor ook beschikbaar zijn.

Volgens de nationale definitie is iemand werkloos als hij tussen 15 en 65 jaar oud is, zonder werk ( of met werk voor minder dan 12 uur per week) die actief op zoek is naar werk voor 12 uur of meer per week en daarvoor ook beschikbaar is.

Bronnen:
De gegevens zijn bepaald door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Het CBS publiceert het werkloosheidspercentage voor Nederland op maandbasis, zowel volgens de internationale als de nationale definitie.

Berekening van de scorebord indicator:
Het werkloosheidspercentage op maandbasis wordt als uitgangspunt genomen. Op basis hiervan wordt een 3-jaars voortschrijdend gemiddelde berekend.

Interpretatie van de indicator:
De werkloosheid is naast de economische groei en de inflatie één van de belangrijkste macro-economische indicatoren. Een stijging van de werkloosheid betekent behalve een sociaal probleem, ook dat de uitgaven van de overheid aan sociale uitkeringen stijgen en dat de belastinginkomsten dalen. Verder heeft een stijging van de werkloosheid negatieve gevolgen voor de consumptie. Een hoge en persistente werkloosheid kan duiden op een gebrek aan aanpassingsvermogen van een economie.

Grenswaarde(n):
De Europese Commissie hanteert voor de indicator als bovengrens + 10 %.