Kerncijfers wijken en buurten 2003

Kerncijfers wijken en buurten 2003

Regio's Perioden Bevolking Niet-westerse allochtonen totaal (%) Bevolking Mutatiecijfers Jaarmutaties Niet-westerse allochtonen (%-punt) Arbeid Werkzame personen Werkzame personen naar herkomst Westerse allochtonen (%) Arbeid Werkzame personen Werkzame personen naar herkomst Niet-westerse allochtonen (%) Inkomen Aantal inkomensontvangers (aantal) Inkomen Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger (1 000 euro) Inkomen Gemiddeld inkomen per inwoner (1 000 euro) Inkomen Lage inkomens (%) Inkomen Hoge inkomens (%) Inkomen Niet actieven (%) Inkomen Pensioenontvangers (%)
Appingedam-West 2003 2 0 64 34 2.000 20,2 13,3 33 26 18 14
Rhederweg-West 2003 1 0 43 - 330 15,3 10,6 x x x 20
Verspreide huizen Westerwoldse A 2003 4 0 x - x x x x x x 5
Verspreide huizen ten westen van Blijham 2003 0 0 50 - x x 11,7 x x x 13
Wijk 00 West 2003 3 0 73 52 3.620 18,2 11,5 39 20 11 14
Delfzijl-West 2003 1 0 63 53 2.770 17,1 12,7 42 19 20 31
Binnenstad-West 2003 5 1 60 34 1.030 16,9 12,9 53 x 41 4
West-Indische buurt 2003 17 -1 49 40 1.180 14,4 11,6 54 x 43 14
Helpman-West 2003 3 0 61 47 1.920 19,0 14,9 38 21 23 16
Villabuurt-West 2003 1 1 59 - 250 29,7 25,5 x x x 42
Lewenborg-West 2003 5 0 72 65 1.440 17,4 12,3 37 15 17 7
Beijum-West 2003 12 0 66 49 3.910 17,2 11,4 39 14 21 5
Opende-West 2003 1 0 x x 870 16,9 11,3 48 x x 13
Westerpark 2003 2 0 70 75 570 17,1 11,8 46 x x 26
Gorecht-West 2003 28 0 48 38 1.760 14,7 8,9 51 x 38 16
Woldwijck-West 2003 15 0 71 63 1.250 16,4 9,5 39 17 19 8
De Vosholen-West 2003 x x x x . . . . . . x
Wijk 08 Westerbroek 2003 2 0 65 x 550 15,8 11,9 x x x 13
Westerbroekstermolenpolder 2003 2 0 70 x 200 15,5 10,6 x x x 14
Westerbroekstermadepolder 2003 x x x x . . . . . . x
Westerbroek 2003 2 0 73 x 240 16,6 13,8 x x x 13
Boswijck-West 2003 5 0 65 52 1.140 16,9 11,8 44 x x 13
Buitengebied ten westen van Zevenhuizen 2003 0 0 77 - 420 17,0 10,1 x x x 11
Westeremden 2003 0 0 75 - 240 18,3 12,3 x x x 15
Westerwijtwerd 2003 0 0 x - x x x x x x 10
Verspreide huizen in het noordwesten 2003 0 0 x - x x x x x x 17
Wijk 01 Westerlee 2003 2 0 62 47 1.040 16,5 10,5 46 x x 12
Westerlee 2003 2 0 59 50 930 17,2 10,9 44 x x 12
Verspr. huizen ten zuiden van Westerlee 2003 3 2 71 x x x x x x x 10
Verspr. huizen ten noorden van Westerlee 2003 x x x x . . . . . . x
Verspreide huizen in het Westen 2003 0 0 57 - 390 23,4 14,5 x x x 11
Ter Apel-West 2003 0 0 57 - 320 15,9 10,2 x x x 17
Westermeer 2003 3 0 59 46 1.850 16,6 11,3 45 15 20 18
Dokkum verspreide huizen Zuidwest 2003 x x x x . . . . . . x
Wijk 04 Noordwest 2003 0 0 48 - 720 16,3 10,7 x x x 14
Wijk 00 West 2003 2 0 46 18 4.500 16,6 11,3 46 13 21 18
Bolsward-Zuidwest 2003 2 0 80 x 350 15,2 10,2 x x x 12
Zwaagwesteinde 2003 1 0 46 24 3.180 15,4 10,0 51 8 26 20
Verspreide huizen Zwaagwesteinde 2003 0 0 - - x x x x x x 13
Wijk 03 West 2003 1 0 75 - 810 17,0 10,6 43 x x 11
Vliet, Tuinen westelijke industrieweg 2003 3 1 61 27 740 19,9 13,0 40 x x 11
Wijk 04 West 2003 2 0 65 50 1.430 16,8 11,0 48 x 20 15
Wijk 02 Noordwest 2003 1 0 73 75 1.120 16,8 10,5 43 x x 12
Westergeest 2003 0 0 x x 340 16,4 10,9 x x x 14
Verspreide huizen Westergeest 2003 1 0 x x x x x x x x 11
Capelle aan den IJssel 2003 14 1 69 60 44.420 19,7 13,8 35 23 18 16
Wijk 01 Capelle-West en 's-Gravenland 2003 11 1 82 73 6.640 21,8 13,9 31 32 11 10
Wijk 04 Capelle en Nieuwe Vaart 2003 2 0 55 49 1.540 20,1 13,6 32 23 x 14
Capelle 2003 1 1 x x x x 12,2 x x x 11
Verspr. huizen Capelle en Nieuwe Vaart 2003 1 0 53 x 560 21,1 14,6 x x x 13
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens op regionaal niveau van gemeenten, wijken
en buurten.

Gegevens beschikbaar: 2003.

Status van de cijfers
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat
het voorlopige cijfers betreft.

Wijzigingen per 21 februari 2011:
De cijfers over 2003 maakten voorheen deel uit van een omvangrijke tabel met
cijfers tot en met 2009. Vanwege de omvang van deze tabel zijn met het toevoegen
van de cijfers van 2010, de cijfers van 2003 in een eigen tabel geplaatst.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Eenmalig.

Toelichting onderwerpen

Bevolking
Niet-westerse allochtonen totaal
Het aantal niet-westerse allochtonen op 1 januari, uitgedrukt in hele
procenten van het aantal inwoners. Dit gegeven is ontleend aan de
Structuurtelling Gemeentelijke Basisadministratie (GBA).
.
Allochtoon zijn personen van wie ten minste één ouder in het buitenland is
geboren. Ze worden onderverdeeld in westers en niet-westers op grond van
hun geboorteland. Tot de categorie 'niet-westers' behoren allochtonen uit
Turkije, Afrika, Latijns-Amerika en Azië met uitzondering van Indonesië en
Japan. Op grond van hun sociaal-economische en -culturele positie worden
allochtonen uit deze twee landen tot de westerse allochtonen gerekend. Het
gaat vooral om mensen die in voormalig Nederlands Indië zijn geboren en
werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
.
Het percentage is vermeld bij 50 of meer inwoners per buurt. Tot en met
2003 gold bovendien de aanvullende eis van de aanwezigheid van minimaal 10
niet-westerse allochtonen en werd het aantal vóór omrekening naar een
percentage eerst afgerond op vijftallen.
Mutatiecijfers
Jaarmutaties
De verandering per buurt, wijk of gemeente van 1 januari ten opzichte van
1 januari van het voorgaande jaar. Hierbij is gecorrigeerd voor eventuele
hercoderingen van adressen en ook voor veranderingen van de grenzen.
De jaarmutatie wordt gepubliceerd voor ieder verslagjaar.
Niet-westerse allochtonen
De verandering in procentpunten van het aandeel niet-westerse allochtonen
per buurt, wijk of gemeente ten opzichte van het voorgaande jaar. Hierbij
is gecorrigeerd voor eventuele hercoderingen van adressen en ook voor
verandering van de grenzen.
De jaarmutatie is vermeld bij meer dan 50 inwoners zowel in het
voorgaande jaar als in het verslagjaar.
Arbeid
Werkzame personen
Personen van 15 tot 65 jaar met inkomsten uit arbeid als werknemer
en/of zelfstandige.
De cijfers zijn ontleend aan het Sociaal Statisch Bestand (SSB) en
betreffen voorlopige cijfers.
Werkzame personen naar herkomst
Het aandeel werkzame personen van de betreffende herkomstgroep op de
laatste vrijdag van september, uitgedrukt in hele procenten van het aantal
inwoners van deze herkomstgroep van 15 tot 65 jaar.
Westerse allochtonen
Het aandeel werkzame westerse allochtonen op de laatste vrijdag van
september, uitgedrukt in hele procenten van het aantal westerse
allochtonen van 15 tot 65 jaar.
Tot de categorie "westerse allochtonen" behoren allochtonen uit Europa,
Noord-Amerika, Oceanië, Indonesië en Japan.
Dit gegeven is ontleend aan het Sociaal Statistisch Bestand (SSB) en
betreft een voorlopig cijfer.
Niet-westerse allochtonen
Het aandeel werkzame niet-westerse allochtonen op de laatste
vrijdag van september, uitgedrukt in hele procenten van het aantal
niet-westerse allochtonen van 15 tot 65 jaar.
Tot de categorie 'niet-westerse allochtonen' behoren allochtonen uit
Turkije, Afrika, Latijns-Amerika en Azië met uitzondering van Indonesië
en Japan.
Dit gegeven is ontleend aan het Sociaal Statistisch Bestand (SSB) en
betreft een voorlopig cijfer.
Inkomen
Het Regionaal Inkomensonderzoek (RIO) is een zeer grote steekproef van 1,9
miljoen huishoudens (ruim 5 miljoen personen), zodat voor de uitkomsten
voor kleine gebieden een grote onnauwkeurigheid voor kan komen. Zo is
bijvoorbeeld voor verslagjaar 2002 en 2003 voor een gebied met 200 tot 300
inwoners de standaardfout van het gemiddeld inkomen per inwoner
respectievelijk 1,5 duizend euro en 0,7 duizend euro.
De gegevens (met uitzondering van het aandeel pensioenontvangers) zijn
afkomstig uit het Regionaal Inkomensonderzoek van het voorgaande jaar. De
cijfers gepubliceerd bij 2003 hebben dus betrekking op het inkomen over
2002. Het betreft voorlopige cijfers.
Aantal inkomensontvangers
Het aantal personen met 52 weken inkomen in het voorgaande jaar. De
categorie zelfstandigen behoort tot de groep personen met 52 weken
inkomen, evenals de bevolking in instellingen, inrichtingen en tehuizen.
Personen die in het onderzoeksjaar gedurende kortere tijd of over een qua
tijdsduur onbekende periode inkomen hebben, worden niet meegerekend. Ook
personen die uitsluitend kinderbijslag of individuele huursubsidie
ontvangen worden bij de categorie personen met 52 weken inkomen buiten
beschouwing gelaten. Studenten, dat wil zeggen personen met een
studiebeurs in het kader van de Wet Studiefinanciering, worden ook niet
tot deze groep gerekend, zelfs al hebben zij het hele jaar een baan.
Dit gegeven is afkomstig uit het Regionaal Inkomensonderzoek. De cijfers
zijn afgerond op tientallen. Ze zijn vermeld bij minimaal 200 inwoners per
buurt.
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger
Het gemiddeld besteedbaar inkomen per individu met 52 weken inkomen in het
voorgaande jaar. Het besteedbaar inkomen is het totaal aan inkomsten van
een individu, verminderd met betaalde premies en belastingen. Individuen
met 52 weken inkomen hebben het gehele voorgaande jaar inkomsten genoten,
al dan niet in deeltijd. Groepen inkomensontvangers die buiten deze
definitie vallen zijn bijvoorbeeld seizoenswerkers en oproepkrachten.
Dit gegeven is afkomstig uit het Regionaal Inkomensonderzoek. De genoemde
bedragen zijn afgerond op duizendtallen met één cijfer achter de komma,
dus bijvoorbeeld een waarde van 14,9 moet worden gelezen als 14,9 duizend
euro. De waarde is vermeld bij minimaal 200 inwoners per buurt.
Gemiddeld inkomen per inwoner
Het gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner in het voorgaande jaar. Het
besteedbaar inkomen is het totaal aan inkomsten van een individu,
verminderd met betaalde premies en belastingen. Voor de berekening van dit
veld zijn de besteedbare inkomens van alle individuen binnen een gebied
opgeteld. Het resulterende bedrag is vervolgens gedeeld door het aantal
inwoners van het gebied.
Dit gegeven is afkomstig uit het Regionaal Inkomensonderzoek. De genoemde
bedragen zijn afgerond op duizendtallen met één cijfer achter de komma,
dus bijvoorbeeld een waarde van 10,2 lezen als 10,2 duizend euro. De
waarde is vermeld bij minimaal 200 inwoners per buurt.
Lage inkomens
Het aantal inkomensontvangers met 52 weken inkomen dat in het voorgaande
jaar een besteedbaar inkomen had dat lager was dan of gelijk was aan het
40-procentpunt van de landelijke inkomensverdeling.
.
Het grensbedrag van het 40-procentpunt van de landelijke inkomensverdeling
was in 2003: 13,8 duizend euro.
.
Het percentage is vermeld bij minimaal 200 inwoners per buurt. Waarden
lager dan 5 procent zijn vastgezet op 5 procent, waarden hoger dan 95
procent zijn vastgezet op 95 procent.
Hoge inkomens
Het aantal inkomensontvangers met 52 weken inkomen dat in het voorgaande
jaar een besteedbaar inkomen had dat hoger was dan of gelijk was aan het
80-procentpunt van de landelijke inkomensverdeling.
.
Het grensbedrag van het 80-procentpunt van de landelijke inkomensverdeling
was in 2003: 24,2 duizend euro.
.
Het percentage is vermeld bij minimaal 200 inwoners per buurt. Waarden
lager dan 5 procent zijn vastgezet op 5 procent, waarden hoger dan 95
procent zijn vastgezet op 95 procent.
Niet actieven
Het aantal inkomensontvangers van 15 tot 65 jaar met 52 weken inkomen dat
in het voorgaande jaar een uitkering als voornaamste inkomensbron had,
uitgedrukt in hele procenten van het totaal aantal inkomensontvangers van
15 tot 65 jaar. Personen met een werkloosheidsuitkering,
arbeidsongeschikten, pensioenontvangers, bijstandontvangers en de groep
'overige inkomensontvangers' worden tot de niet-actieven gerekend. Vanaf
het verslagjaar 2002 worden ook werkstudenten meegenomen in de populatie.
Zij worden ook tot de niet-actieven gerekend.
Het percentage is vermeld bij minimaal 200 inwoners per buurt. Waarden
lager dan 5 procent zijn vastgezet op 5 procent, waarden hoger dan 95
procent zijn vastgezet op 95 procent.
Pensioenontvangers
Het aandeel pensioenontvangers van 55 jaar en ouder op de laatste vrijdag
van september, uitgedrukt in hele procenten van het totaal aantal
inwoners.
Bij pensioenen gaat het hier om inkomsten op grond van de algemene
ouderdomswet, vervroegde uittreding, flexibel pensioen en uittreden,
algemene weduwen en wezenwet, algemene nabestaandenwet, oorlogs- en
verzetspensioenen, lijfrente-uitkeringen ontvangen van
levensverzekeringmaatschappijen en dergelijke en aanvullend pensioen
bestaande uit uitkeringen van pensioenfondsen. Dit gegeven is ontleend aan
het Sociaal Statistisch Bestand (SSB).
Het percentage is vermeld bij meer dan 5 pensioenontvangers op de laatste
vrijdag van september en meer dan 50 inwoners per buurt op 1 januari.