Heffingskortingen inkomstenbelasting; particuliere huishoudens, 2006-2014
| Heffingskortingen | Kenmerken huishouden | Perioden | Aantal particuliere huishoudens (x 1 000) | Aandeel particuliere huishoudens (%) | Spreidingsmaten bedragen 50e percentiel (mediaan) (1 000 euro) |
|---|---|---|---|---|---|
| Alleenstaandeouderkortingen | Alleenstaande man | 2014 | 7 | 0,6 | . |
| Alleenstaandeouderkortingen | Alleenstaande man, tot 65 jaar | 2014 | 7 | 0,7 | . |
| Alleenstaandeouderkortingen | Alleenstaande man, 65 jaar of ouder | 2014 | 0 | 0,1 | . |
| Alleenstaandeouderkortingen | Alleenstaande vrouw | 2014 | 6 | 0,4 | . |
| Alleenstaandeouderkortingen | Alleenstaande vrouw, tot 65 jaar | 2014 | 5 | 0,7 | . |
| Alleenstaandeouderkortingen | Alleenstaande vrouw, 65 jaar of ouder | 2014 | 0 | 0,0 | . |
| Alleenstaandeouderkortingen | Alleenstaande, 65 jaar of ouder | 2014 | 0 | 0,1 | . |
| Alleenstaandeouderkortingen | Alleenstaande man, 65 jaar of ouder | 2014 | 0 | 0,1 | . |
| Alleenstaandeouderkortingen | Alleenstaande vrouw, 65 jaar of ouder | 2014 | 0 | 0,0 | . |
| Alleenstaandeouderkortingen | Huishouden met 1 persoon met inkomen | 2014 | 219 | 6,5 | 1,4 |
| Alleenstaandeouderkortingen | Huishouden met 2 personen met inkomen | 2014 | 83 | 2,5 | 1,0 |
| Alleenstaandeouderkortingen | Huishouden met 3 personen met inkomen | 2014 | 33 | 5,8 | 1,0 |
| Alleenstaandeouderkortingen | Huishouden met >= 4 personen met inkomen | 2014 | 9 | 3,2 | . |
| Alleenstaandeouderkortingen | 1. Inkomen uit arbeid | 2014 | 190 | 5,0 | 1,9 |
| Alleenstaandeouderkortingen | 1.3 Overig inkomen uit arbeid | 2014 | 5 | 3,2 | . |
| Alleenstaandeouderkortingen | 2. Inkomen uit eigen onderneming | 2014 | 27 | 2,8 | 1,3 |
| Alleenstaandeouderkortingen | 3. Overdrachtsinkomen | 2014 | 127 | 4,5 | 0,9 |
| Alleenstaandeouderkortingen | 3.1 Uitkering inkomensverzekering | 2014 | 40 | 1,8 | 0,9 |
| Alleenstaandeouderkortingen | 3.1.3 Uitkering ouderdom/nabestaanden | 2014 | 11 | 0,6 | . |
| Alleenstaandeouderkortingen | 3.3 Overig overdrachtsinkomen | 2014 | 6 | 4,5 | . |
| Alleenstaandeouderkortingen | Hoogte van het inkomen: 1e 25%-groep | 2014 | 99 | 5,2 | 0,9 |
| Alleenstaandeouderkortingen | Hoogte van het inkomen: 2e 25%-groep | 2014 | 142 | 7,5 | 1,5 |
| Alleenstaandeouderkortingen | Hoogte van het inkomen: 3e 25%-groep | 2014 | 74 | 3,9 | 2,3 |
| Alleenstaandeouderkortingen | Hoogte van het inkomen: 4e 25%-groep | 2014 | 29 | 1,5 | 2,3 |
| Alleenstaandeouderkortingen | Hoogte van het inkomen: 1e 10%-groep | 2014 | 19 | 2,6 | . |
| Alleenstaandeouderkortingen | Hoogte van het inkomen: 2e 10%-groep | 2014 | 33 | 4,4 | 1,0 |
| Alleenstaandeouderkortingen | Hoogte van het inkomen: 3e 10%-groep | 2014 | 86 | 11,4 | 0,9 |
| Alleenstaandeouderkortingen | Hoogte van het inkomen: 4e 10%-groep | 2014 | 57 | 7,6 | 1,7 |
| Alleenstaandeouderkortingen | Hoogte van het inkomen: 5e 10%-groep | 2014 | 45 | 5,9 | 2,0 |
| Alleenstaandeouderkortingen | Hoogte van het inkomen: 6e 10%-groep | 2014 | 35 | 4,6 | 2,3 |
| Alleenstaandeouderkortingen | Hoogte van het inkomen: 7e 10%-groep | 2014 | 28 | 3,7 | 2,3 |
| Alleenstaandeouderkortingen | Hoogte van het inkomen: 8e 10%-groep | 2014 | 19 | 2,5 | . |
| Alleenstaandeouderkortingen | Hoogte van het inkomen: 9e 10%-groep | 2014 | 12 | 1,6 | . |
| Alleenstaandeouderkortingen | Hoogte van het inkomen: 10e 10%-groep | 2014 | 9 | 1,2 | . |
| Bron: CBS. | |||||
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat gegevens over heffingskortingen van particuliere huishoudens binnen de inkomstenbelasting. Het gaat hierbij om het aantal huishoudens dat recht heeft op en de hoogte van de verschillende heffingskortingen.
Huishoudens kunnen worden onderscheiden naar diverse kenmerken, zoals hoogte van het inkomen en samenstelling van het huishouden.
De heffingskortingen in deze tabel zijn gebaseerd op de Wet inkomstenbelasting 2001.
Gegevens beschikbaar van 2006 tot en met 2014.
Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.
Wijzigingen per 21 juni 2019:
Geen, tabel is stopgezet.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Toelichting onderwerpen
- Aantal particuliere huishoudens
- Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar
niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
---
De uitkomsten hebben betrekking op particuliere huishoudens met inkomen
in Nederland. Personen die in tehuizen of inrichtingen verblijven, zijn
buiten beschouwing gebleven.
---
Het betreft het aantal particuliere huishoudens dat recht heeft op de
geselecteerde heffingskorting. - Aandeel particuliere huishoudens
- Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar
niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
---
De uitkomsten hebben betrekking op particuliere huishoudens met inkomen
in Nederland. Personen die in tehuizen of inrichtingen verblijven, zijn
buiten beschouwing gebleven.
---
Het aandeel particuliere huishoudens is het aantal particuliere
huishoudens dat recht heeft op de geselecteerde heffingskorting in
procenten van het totaal aantal particuliere huishoudens. - Spreidingsmaten bedragen
- Deze spreidingsmaten geven aan of de bedragen voor de afzonderlijke
particuliere huishoudens dicht bij elkaar liggen of juist ver uit elkaar.
Bij de berekening van de spreidingsmaten zijn alleen de huishoudens
meegenomen die recht hebben op de geselecteerde heffingskorting.- 50e percentiel (mediaan)
- De hoogte van de geselecteerde heffingskorting is voor 50 procent van de
huishoudens lager of gelijk aan dit bedrag. De andere helft van de
huishoudens heeft een hogere heffingskorting.