Personen met een uitkering; uitkeringsontvangers per regio

Personen met een uitkering; uitkeringsontvangers per regio

Regio's Perioden Uitkeringsontvangers, totaal Uitkeringsontvangers, totaal (aantal personen) Uitkeringsontvangers, totaal Tot de AOW- leeftijd (aantal personen) Uitkeringsontvangers, totaal Vanaf de AOW- leeftijd (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Werkloosheid (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Bijstand en bijstandsgerelateerd Bijstand(gerelateerd) tot AOW-leeftijd (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Bijstand en bijstandsgerelateerd Bijstand(gerelateerd) vanaf AOW-leeftijd (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Bijstand en bijstandsgerelateerd Bijstand tot de AOW-leeftijd (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid Arbeidsongeschiktheid, totaal (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid WAO-uitkering (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid WIA-uitkering: WGA-regeling (aantal personen)
Binnenmaas 2024 juli
Binnenmaas 2024 augustus
Binnenmaas 2024 september
Binnenmaas 2024 oktober
Binnenmaas 2024 november
Binnenmaas 2024 december
Binnenmaas 2025 januari
Binnenmaas 2025 februari
Binnenmaas 2025 maart
Binnenmaas 2025 april
Binnenmaas 2025 mei
Binnenmaas 2025 juni
Horst aan de Maas 2024 juli 11.690 2.480 9.210 410 550 40 520 1.540 320 520
Horst aan de Maas 2024 augustus 11.700 2.470 9.230 400 560 40 520 1.540 310 520
Horst aan de Maas 2024 september 11.720 2.450 9.260 390 560 40 520 1.530 310 520
Horst aan de Maas 2024 oktober 11.790 2.480 9.310 410 560 40 520 1.540 300 540
Horst aan de Maas 2024 november 11.830 2.490 9.330 420 560 40 530 1.540 300 540
Horst aan de Maas 2024 december 11.890 2.520 9.370 440 570 40 540 1.540 290 540
Horst aan de Maas 2025 januari 11.910 2.540 9.370 480 550 40 520 1.540 290 540
Horst aan de Maas 2025 februari 11.940 2.540 9.400 470 550 40 520 1.540 290 540
Horst aan de Maas 2025 maart 11.980 2.540 9.430 470 560 40 530 1.550 290 550
Horst aan de Maas 2025 april 11.980 2.540 9.450 460 550 40 520 1.560 290 550
Horst aan de Maas 2025 mei 11.970 2.500 9.470 430 550 40 510 1.560 280 550
Horst aan de Maas 2025 juni 11.990 2.500 9.490 440 550 40 520 1.550 280 560
Maasbree 2024 juli
Maasbree 2024 augustus
Maasbree 2024 september
Maasbree 2024 oktober
Maasbree 2024 november
Maasbree 2024 december
Maasbree 2025 januari
Maasbree 2025 februari
Maasbree 2025 maart
Maasbree 2025 april
Maasbree 2025 mei
Maasbree 2025 juni
Maasdonk 2024 juli
Maasdonk 2024 augustus
Maasdonk 2024 september
Maasdonk 2024 oktober
Maasdonk 2024 november
Maasdonk 2024 december
Maasdonk 2025 januari
Maasdonk 2025 februari
Maasdonk 2025 maart
Maasdonk 2025 april
Maasdonk 2025 mei
Maasdonk 2025 juni
Maasdriel 2024 juli 6.070 1.360 4.710 190 250 20 230 950 170 340
Maasdriel 2024 augustus 6.090 1.360 4.730 190 250 20 230 950 170 340
Maasdriel 2024 september 6.120 1.360 4.750 200 240 20 220 950 170 340
Maasdriel 2024 oktober 6.130 1.370 4.760 200 230 20 220 950 170 340
Maasdriel 2024 november 6.130 1.360 4.770 180 240 20 220 960 170 350
Maasdriel 2024 december 6.160 1.380 4.780 200 250 20 220 960 170 350
Maasdriel 2025 januari 6.180 1.380 4.800 200 250 20 230 950 160 360
Maasdriel 2025 februari 6.200 1.400 4.800 210 250 20 230 960 160 360
Maasdriel 2025 maart 6.210 1.390 4.820 200 250 20 230 950 160 360
Maasdriel 2025 april 6.220 1.390 4.830 200 260 20 240 960 160 350
Maasdriel 2025 mei 6.230 1.380 4.850 180 260 20 240 960 160 360
Maasdriel 2025 juni 6.240 1.390 4.860 200 260 20 240 960 160 350
Maasgouw 2024 juli 8.320 2.040 6.280 190 320 40 290 1.550 240 410
Maasgouw 2024 augustus 8.360 2.060 6.300 210 320 40 290 1.560 240 410
Maasgouw 2024 september 8.360 2.060 6.310 210 310 40 280 1.560 240 420
Maasgouw 2024 oktober 8.390 2.070 6.320 220 310 40 280 1.570 240 420
Maasgouw 2024 november 8.400 2.070 6.330 210 310 40 280 1.570 240 420
Maasgouw 2024 december 8.400 2.070 6.330 210 310 40 280 1.580 240 420
Maasgouw 2025 januari 8.410 2.070 6.340 210 310 40 280 1.580 240 430
Maasgouw 2025 februari 8.430 2.090 6.340 220 310 40 280 1.580 230 430
Maasgouw 2025 maart 8.420 2.080 6.340 210 310 40 280 1.590 230 440
Maasgouw 2025 april 8.420 2.090 6.330 210 310 40 280 1.590 230 440
Maasgouw 2025 mei 8.410 2.070 6.340 200 300 40 270 1.590 220 440
Maasgouw 2025 juni 8.420 2.060 6.360 200 300 40 280 1.580 220 440
Maashorst 2024 juli 16.150 3.990 12.160 460 820 100 770 2.780 610 900
Maashorst 2024 augustus 16.180 4.000 12.190 470 810 100 760 2.790 610 910
Maashorst 2024 september 16.230 4.000 12.230 460 810 100 760 2.800 600 920
Maashorst 2024 oktober 16.310 4.050 12.270 480 810 100 760 2.820 600 940
Maashorst 2024 november 16.350 4.080 12.270 500 810 100 770 2.830 590 950
Maashorst 2024 december 16.350 4.080 12.270 490 820 100 770 2.830 580 960
Maashorst 2025 januari 16.370 4.110 12.260 510 820 100 780 2.830 580 970
Maashorst 2025 februari 16.400 4.120 12.270 500 820 100 780 2.850 570 980
Maashorst 2025 maart 16.410 4.120 12.300 500 820 100 780 2.850 570 990
Maashorst 2025 april 16.450 4.120 12.330 500 830 100 790 2.850 560 990
Maashorst 2025 mei 16.430 4.100 12.330 470 830 100 790 2.860 560 1.000
Maashorst 2025 juni 16.420 4.070 12.350 470 840 100 800 2.830 550 990
Maassluis 2024 juli 9.970 2.550 7.420 280 960 150 910 1.350 240 470
Maassluis 2024 augustus 9.960 2.550 7.410 280 960 150 910 1.350 240 470
Maassluis 2024 september 9.940 2.530 7.410 260 960 150 910 1.350 240 470
Maassluis 2024 oktober 10.000 2.580 7.420 280 960 150 920 1.380 240 480
Maassluis 2024 november 10.000 2.580 7.420 280 960 150 910 1.380 240 480
Maassluis 2024 december 10.020 2.610 7.420 290 960 150 920 1.390 240 490
Maassluis 2025 januari 10.070 2.630 7.450 300 960 160 920 1.390 230 500
Maassluis 2025 februari 10.090 2.630 7.460 290 970 160 920 1.400 240 500
Maassluis 2025 maart 10.090 2.610 7.470 280 970 160 930 1.400 240 500
Maassluis 2025 april 10.110 2.610 7.490 270 970 160 930 1.400 240 510
Maassluis 2025 mei 10.120 2.610 7.510 250 970 160 920 1.410 240 520
Maassluis 2025 juni 10.140 2.620 7.520 270 970 160 920 1.410 230 510
Maastricht 2024 juli 36.340 11.600 24.740 1.020 3.860 460 3.590 6.950 1.330 1.920
Maastricht 2024 augustus 36.370 11.580 24.780 1.000 3.850 470 3.590 6.960 1.310 1.930
Maastricht 2024 september 36.390 11.590 24.800 1.010 3.860 460 3.580 6.960 1.300 1.940
Maastricht 2024 oktober 36.450 11.640 24.810 1.060 3.840 460 3.570 6.980 1.300 1.950
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De tabel geeft inzicht in het aantal personen met een sociale zekerheidsuitkering. Deze personen kunnen zowel in Nederland als in het buitenland woonachtig zijn. Het betreft de personen met een uitkering voor arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, ouderdom, bijstand en bijstandsgerelateerde uitkeringen.
De cijfers over personen met een uitkering in het kader van arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, bijstand en bijstandsgerelateerde uitkeringen zijn vanaf 2007 beschikbaar. Het aantal personen dat een uitkering voor ouderdom ontvangt is vanaf 2013 in de tabel opgenomen. De aantallen zijn uitgesplitst naar verschillende regio's in Nederland en geven de stand weer op de laatste dag van de verslagmaand.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meerdere uitkeringen. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee arbeidsongeschiktheidsuitkeringen: WIA, WAZ, Wajong of WAO) of uitkeringen van verschillend type (zoals een uitkering in het kader van de Werkloosheidswet (WW) en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen).

In oktober 2021 is een stijging te zien van het aantal personen met een WGA-uitkering. De oorzaak hiervan is een kwaliteitsverbetering van het proces waardoor een groep eigenrisicodragers die eerder ontbrak nu wel meegenomen wordt.

Status van de cijfers:
De cijfers vanaf januari 2007 zijn definitief.

Wijzigingen per: 2 december 2025
Toegevoegd zijn de definitieve cijfers van juni 2025.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers komen in: december 2025

Toelichting onderwerpen

Uitkeringsontvangers, totaal
Totaal aantal personen met een uitkering in het kader van de Werkloosheidswet (WW), bijstandswet (PW), bijstandsgerelateerde wet (IOAW, IOAZ, Bbz), arbeidsongeschiktheidswet (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Wet Wajong) of de Algemene ouderdomswet (AOW).

Met ingang van 12 mei 2016 is de WWIK niet meer als aparte regeling in de tabel opgenomen. Meer informatie over de WWIK is te lezen in de tabeltoelichting bij 'Personen met een bijstandsgerelateerde uitkeringen'.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
Uitkeringsontvangers, totaal
Totaal aantal personen met een uitkering in het kader van de Werkloosheidswet (WW), bijstandswet (PW), bijstandsgerelateerde wet (IOAW, IOAZ, Bbz), arbeidsongeschiktheidswet (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Wet Wajong) of de Algemene ouderdomswet (AOW).

Met ingang van 12 mei 2016 is de WWIK niet meer als aparte regeling in de tabel opgenomen. Meer informatie over de WWIK is te lezen in de tabeltoelichting bij 'Personen met een bijstandsgerelateerde uitkeringen'.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
Tot de AOW- leeftijd
Het aantal personen tot de AOW-gerechtigde leeftijd dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidswet (WW), bijstandswet (PW), bijstandsgerelateerde wet (IOAW, IOAZ, WWIK, Bbz), arbeidsongeschiktheidswet (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Wet Wajong) of Algemene ouderdomswet (AOW).

De AOW-gerechtigde leeftijd of AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. Tot 2013 was dit 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
De AOW-leeftijd is tot en met 2030 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar
2028-2030: 67 jaar en 3 maanden.
Vanaf de AOW- leeftijd
Het aantal personen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd dat een uitkering ontvangt in het kader van de bijstandswet of de Algemene ouderdomswet (AOW).

De AOW-gerechtigde leeftijd of AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. Tot 2013 was dit 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
De AOW-leeftijd is tot en met 2030 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar
2028-2030: 67 jaar en 3 maanden.


Uitkeringsontvangers per soort uitkering
Het aantal personen dat een sociale zekerheidsuitkering ontvangt uitgesplitst naar de soort uitkering.
Het gaat hier om werkloosheidsuitkeringen, bijstandsuitkeringen, bijstandsgerelateerde uitkeringen, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en AOW-uitkeringen.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering. In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.
Werkloosheid
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidwet (WW).
Bijstand en bijstandsgerelateerd
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de bijstandswet of bijstandsgerelateerde wet.

Vanaf 1 januari 2015 is de Wet werk en bijstand opgegaan in de Participatiewet. Een ieder die kan werken maar daarbij ondersteuning nodig heeft, valt sinds 1 januari 2015 onder de Participatiewet.

Bijstandsgerelateerde wetten zijn de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).
Personen met een uitkering in het kader van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) zijn uitsluitend opgenomen in het totaal aantal personen dat een bijstandsuitkering of bijstandsgerelateerde uitkering ontvangt.

De personen met een WWIK-uitkering (Wet werk en inkomen kunstenaars) zijn per 12 mei 2016 uitsluitend opgenomen in de totalen. Meer informatie over de personen met WWIK-uitkering is te lezen in de tabeltoelichting bij ‘Personen met een bijstandsgerelateerde uitkering’.

Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz):
Het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) is ingesteld om een zelfstandige tijdelijk een uitkering te verstrekken totdat hij weer in zijn eigen levensbehoeften kan voorzien.
Degenen die in aanmerking komen voor het Bbz zijn gevestigde zelfstandigen die tijdelijk in financiële problemen verkeren, of startende zelfstandigen.
Daarnaast biedt het Bbz ook hulp aan oudere zelfstandigen met een niet-levensvatbaar bedrijf of hulp wanneer zelfstandigen hun bedrijf willen beëindigen.

Met terugwerkende kracht is vanaf 1 maart 2020 de regeling Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) van kracht. Dit heeft gezorgd voor een sterke toename in maart van het aantal personen met een bijstandsgerelateerde uitkering.



Bijstand(gerelateerd) tot AOW-leeftijd
Het aantal personen tot de AOW-gerechtigde leeftijd dat een uitkering ontvangt in het kader van de Participatiewet (PW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).

De AOW-gerechtigde leeftijd of AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. Tot 2013 was dit 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
De AOW-leeftijd is tot en met 2030 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar
2028-2030: 67 jaar en 3 maanden.

Met terugwerkende kracht is vanaf 1 maart 2020 de regeling Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) van kracht. Dit heeft gezorgd voor een sterke toename in maart van het aantal personen met een bijstandsgerelateerde uitkering. De regeling gold met terugwerkende kracht vanaf 1 maart 2020 en liep eind mei 2020 af. Deze regeling is opgevolgd door 'Tozo 2.0'. Vanaf 1 oktober is Tozo 2.0 opgevolgd door Tozo 3.0 die tot en met maart 2021 van kracht is.
Bijstand(gerelateerd) vanaf AOW-leeftijd
Het aantal personen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd dat een uitkering ontvangt in het kader van de Participatiewet.

De AOW-gerechtigde leeftijd of AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. Tot 2013 was dit 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
De AOW-leeftijd is tot en met 2030 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar
2028-2030: 67 jaar en 3 maanden.



Bijstand tot de AOW-leeftijd
Het aantal personen tot de AOW-gerechtigde leeftijd dat een uitkering ontvangt in het kader van de Participatiewet. Ingaande 1 januari 2015 is de Wet werk en bijstand opgegaan in de Participatiewet. Een ieder die kan werken maar daarbij ondersteuning nodig heeft, valt sinds 1 januari 2015 onder de Participatiewet.

De AOW-gerechtigde leeftijd of AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. Tot 2013 was dit 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
De AOW-leeftijd is tot en met 2030 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar
2028-2030: 67 jaar en 3 maanden.



Arbeidsongeschiktheid
Het aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ),
de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong).
Het recht op een uitkering in het kader van een van bovengenoemde wetten vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
Arbeidsongeschiktheid, totaal
Het totaal aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Wet Wajong) ontvangt.
WAO-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO).

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)
De wet geeft werknemers die voor 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden recht op een loonvervangende uitkering, zolang zij minimaal 15% arbeidsongeschiktheid zijn.
De WAO is met ingang van 2005 vervangen door de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), maar blijft bestaan voor mensen die al een WAO-uitkering hadden of binnen 5 jaar na het beëindigen van de uitkering opnieuw arbeidsongeschikt worden door dezelfde oorzaak.
Het recht op een WAO-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
WIA-uitkering: WGA-regeling
Het aantal personen met een lopende WGA-uitkering waar ook daadwerkelijk een bedrag uitgekeerd wordt dat een uitkering ontvangt in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA).

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
De WIA geeft werknemers die na een wachttijd van twee jaar nog minstens 35 procent arbeidsongeschikt zijn, recht op een uitkering. De wet is zó opgezet dat men gestimuleerd wordt om naar vermogen te werken.
De wet kent twee regelingen: de regeling Inkomensverzekering volledig arbeidsongeschikten (IVA) en de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA).
De IVA regelt een uitkering voor werknemers die langdurig en volledig arbeidsongeschikt zijn. De WGA geeft recht op een loonaanvullende uitkering als een werknemer gedeeltelijk arbeidsongeschikt is.
De WIA vervangt per 29 december 2005 de WAO.
Het recht op een WIA-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.