Personen met een uitkering; uitkeringsontvangers per regio

Personen met een uitkering; uitkeringsontvangers per regio

Regio's Perioden Uitkeringsontvangers, totaal Uitkeringsontvangers, totaal (aantal personen) Uitkeringsontvangers, totaal Tot de AOW- leeftijd (aantal personen) Uitkeringsontvangers, totaal Vanaf de AOW- leeftijd (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Werkloosheid (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Bijstand en bijstandsgerelateerd Bijstand(gerelateerd) tot AOW-leeftijd (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Bijstand en bijstandsgerelateerd Bijstand(gerelateerd) vanaf AOW-leeftijd (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Bijstand en bijstandsgerelateerd Bijstand tot de AOW-leeftijd (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid Arbeidsongeschiktheid, totaal (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid WAO-uitkering (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid WIA-uitkering: WGA-regeling (aantal personen)
Beverwijk 2024 juli 10.850 3.600 7.250 330 1.050 130 1.010 2.270 450 790
Beverwijk 2024 augustus 10.880 3.620 7.260 340 1.050 130 1.010 2.270 440 800
Beverwijk 2024 september 10.880 3.630 7.260 350 1.050 130 1.010 2.280 440 810
Beverwijk 2024 oktober 10.930 3.630 7.300 350 1.050 130 1.010 2.280 440 820
Beverwijk 2024 november 10.950 3.640 7.300 350 1.050 130 1.010 2.300 430 830
Beverwijk 2024 december 10.940 3.640 7.300 340 1.050 130 1.010 2.300 430 840
Beverwijk 2025 januari 10.950 3.670 7.280 360 1.060 130 1.020 2.300 430 840
Beverwijk 2025 februari 10.980 3.690 7.290 350 1.070 130 1.030 2.330 420 860
Beverwijk 2025 maart 11.010 3.690 7.310 340 1.080 130 1.030 2.330 420 860
Beverwijk 2025 april 11.010 3.690 7.320 350 1.070 130 1.020 2.330 420 860
Beverwijk 2025 mei 10.980 3.650 7.330 310 1.060 140 1.020 2.340 420 860
Beverwijk 2025 juni 10.980 3.640 7.340 320 1.070 130 1.030 2.310 410 850
Bodegraven-Reeuwijk 2024 juli 8.540 1.610 6.930 200 410 50 380 1.020 180 360
Bodegraven-Reeuwijk 2024 augustus 8.590 1.630 6.960 210 410 50 380 1.030 180 360
Bodegraven-Reeuwijk 2024 september 8.610 1.640 6.970 220 410 50 380 1.030 190 370
Bodegraven-Reeuwijk 2024 oktober 8.620 1.650 6.970 230 410 50 380 1.040 180 370
Bodegraven-Reeuwijk 2024 november 8.650 1.660 6.980 230 410 50 380 1.040 180 370
Bodegraven-Reeuwijk 2024 december 8.680 1.690 6.990 250 420 50 390 1.050 180 370
Bodegraven-Reeuwijk 2025 januari 8.700 1.710 6.990 270 410 50 380 1.050 180 380
Bodegraven-Reeuwijk 2025 februari 8.690 1.710 6.980 270 400 50 380 1.060 180 380
Bodegraven-Reeuwijk 2025 maart 8.690 1.700 6.990 260 410 50 390 1.050 180 380
Bodegraven-Reeuwijk 2025 april 8.700 1.690 7.010 250 410 50 390 1.050 180 390
Bodegraven-Reeuwijk 2025 mei 8.690 1.670 7.020 220 420 50 400 1.050 180 390
Bodegraven-Reeuwijk 2025 juni 8.700 1.680 7.030 220 420 50 400 1.060 170 380
Harderwijk 2024 juli 12.420 3.640 8.790 370 970 120 920 2.360 490 760
Harderwijk 2024 augustus 12.450 3.650 8.810 400 970 120 920 2.350 490 760
Harderwijk 2024 september 12.470 3.660 8.810 400 970 120 920 2.360 490 760
Harderwijk 2024 oktober 12.480 3.660 8.820 390 970 120 920 2.360 480 760
Harderwijk 2024 november 12.510 3.680 8.830 390 980 120 920 2.370 480 760
Harderwijk 2024 december 12.540 3.700 8.840 410 980 120 930 2.370 480 770
Harderwijk 2025 januari 12.530 3.700 8.840 410 980 120 930 2.360 470 780
Harderwijk 2025 februari 12.570 3.710 8.860 400 990 120 940 2.380 470 790
Harderwijk 2025 maart 12.610 3.730 8.880 400 1.000 120 950 2.390 470 810
Harderwijk 2025 april 12.630 3.720 8.920 400 980 130 940 2.400 470 810
Harderwijk 2025 mei 12.620 3.700 8.920 380 980 130 940 2.410 460 820
Harderwijk 2025 juni 12.600 3.670 8.940 370 970 130 930 2.390 460 810
Katwijk 2024 juli 15.010 3.460 11.540 300 920 100 850 2.290 380 690
Katwijk 2024 augustus 15.030 3.470 11.560 310 920 100 850 2.300 370 690
Katwijk 2024 september 15.060 3.480 11.580 300 920 100 850 2.310 370 700
Katwijk 2024 oktober 15.080 3.490 11.600 300 930 100 860 2.320 360 720
Katwijk 2024 november 15.080 3.470 11.610 300 920 100 850 2.320 360 720
Katwijk 2024 december 15.100 3.490 11.610 310 920 100 850 2.310 350 710
Katwijk 2025 januari 15.150 3.520 11.630 340 930 110 860 2.310 350 710
Katwijk 2025 februari 15.150 3.530 11.630 330 920 110 850 2.330 350 720
Katwijk 2025 maart 15.160 3.530 11.630 340 900 110 840 2.340 340 740
Katwijk 2025 april 15.220 3.550 11.670 340 910 110 840 2.360 340 750
Katwijk 2025 mei 15.210 3.540 11.680 320 900 110 840 2.370 340 750
Katwijk 2025 juni 15.220 3.500 11.720 300 910 110 840 2.340 330 750
Noordwijk 2024 juli 12.180 2.750 9.430 310 570 60 520 1.910 300 520
Noordwijk 2024 augustus 12.240 2.770 9.460 320 570 60 520 1.910 300 520
Noordwijk 2024 september 12.240 2.750 9.490 310 560 70 510 1.910 300 520
Noordwijk 2024 oktober 12.280 2.770 9.510 330 560 70 510 1.920 300 520
Noordwijk 2024 november 12.320 2.800 9.520 350 570 70 520 1.920 300 530
Noordwijk 2024 december 12.350 2.830 9.520 360 570 70 530 1.930 300 530
Noordwijk 2025 januari 12.430 2.880 9.550 400 590 70 540 1.940 300 540
Noordwijk 2025 februari 12.430 2.870 9.560 370 580 70 530 1.960 300 550
Noordwijk 2025 maart 12.440 2.860 9.580 360 590 70 540 1.950 290 560
Noordwijk 2025 april 12.440 2.850 9.600 350 570 70 520 1.960 290 560
Noordwijk 2025 mei 12.430 2.820 9.610 320 570 70 530 1.960 290 570
Noordwijk 2025 juni 12.430 2.810 9.610 330 570 70 530 1.940 280 560
Noordwijkerhout 2024 juli
Noordwijkerhout 2024 augustus
Noordwijkerhout 2024 september
Noordwijkerhout 2024 oktober
Noordwijkerhout 2024 november
Noordwijkerhout 2024 december
Noordwijkerhout 2025 januari
Noordwijkerhout 2025 februari
Noordwijkerhout 2025 maart
Noordwijkerhout 2025 april
Noordwijkerhout 2025 mei
Noordwijkerhout 2025 juni
Oisterwijk 2024 juli 9.380 1.830 7.550 280 400 40 340 1.180 210 340
Oisterwijk 2024 augustus 9.380 1.830 7.550 270 410 40 340 1.180 210 350
Oisterwijk 2024 september 9.410 1.840 7.570 290 410 40 340 1.180 200 350
Oisterwijk 2024 oktober 9.440 1.850 7.590 300 400 40 340 1.180 200 350
Oisterwijk 2024 november 9.440 1.850 7.590 300 400 40 340 1.180 200 350
Oisterwijk 2024 december 9.450 1.850 7.600 300 410 40 340 1.180 200 360
Oisterwijk 2025 januari 9.450 1.850 7.610 300 400 40 340 1.170 190 360
Oisterwijk 2025 februari 9.460 1.860 7.600 300 410 40 350 1.180 190 370
Oisterwijk 2025 maart 9.460 1.850 7.610 290 400 40 340 1.190 190 370
Oisterwijk 2025 april 9.490 1.860 7.630 290 410 40 350 1.190 190 370
Oisterwijk 2025 mei 9.470 1.830 7.640 270 400 40 340 1.180 190 370
Oisterwijk 2025 juni 9.500 1.830 7.670 270 410 50 360 1.170 180 370
Reeuwijk 2024 juli
Reeuwijk 2024 augustus
Reeuwijk 2024 september
Reeuwijk 2024 oktober
Reeuwijk 2024 november
Reeuwijk 2024 december
Reeuwijk 2025 januari
Reeuwijk 2025 februari
Reeuwijk 2025 maart
Reeuwijk 2025 april
Reeuwijk 2025 mei
Reeuwijk 2025 juni
Rijswijk (ZH.) 2024 juli 15.340 4.320 11.020 450 1.600 260 1.520 2.340 430 830
Rijswijk (ZH.) 2024 augustus 15.350 4.320 11.030 440 1.600 270 1.510 2.350 420 840
Rijswijk (ZH.) 2024 september 15.380 4.350 11.040 470 1.590 270 1.510 2.350 410 850
Rijswijk (ZH.) 2024 oktober 15.410 4.360 11.050 460 1.590 270 1.510 2.370 410 870
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De tabel geeft inzicht in het aantal personen met een sociale zekerheidsuitkering. Deze personen kunnen zowel in Nederland als in het buitenland woonachtig zijn. Het betreft de personen met een uitkering voor arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, ouderdom, bijstand en bijstandsgerelateerde uitkeringen.
De cijfers over personen met een uitkering in het kader van arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, bijstand en bijstandsgerelateerde uitkeringen zijn vanaf 2007 beschikbaar. Het aantal personen dat een uitkering voor ouderdom ontvangt is vanaf 2013 in de tabel opgenomen. De aantallen zijn uitgesplitst naar verschillende regio's in Nederland en geven de stand weer op de laatste dag van de verslagmaand.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meerdere uitkeringen. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee arbeidsongeschiktheidsuitkeringen: WIA, WAZ, Wajong of WAO) of uitkeringen van verschillend type (zoals een uitkering in het kader van de Werkloosheidswet (WW) en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen).

In oktober 2021 is een stijging te zien van het aantal personen met een WGA-uitkering. De oorzaak hiervan is een kwaliteitsverbetering van het proces waardoor een groep eigenrisicodragers die eerder ontbrak nu wel meegenomen wordt.

Status van de cijfers:
De cijfers vanaf januari 2007 zijn definitief.

Wijzigingen per: 2 december 2025
Toegevoegd zijn de definitieve cijfers van juni 2025.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers komen in: december 2025

Toelichting onderwerpen

Uitkeringsontvangers, totaal
Totaal aantal personen met een uitkering in het kader van de Werkloosheidswet (WW), bijstandswet (PW), bijstandsgerelateerde wet (IOAW, IOAZ, Bbz), arbeidsongeschiktheidswet (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Wet Wajong) of de Algemene ouderdomswet (AOW).

Met ingang van 12 mei 2016 is de WWIK niet meer als aparte regeling in de tabel opgenomen. Meer informatie over de WWIK is te lezen in de tabeltoelichting bij 'Personen met een bijstandsgerelateerde uitkeringen'.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
Uitkeringsontvangers, totaal
Totaal aantal personen met een uitkering in het kader van de Werkloosheidswet (WW), bijstandswet (PW), bijstandsgerelateerde wet (IOAW, IOAZ, Bbz), arbeidsongeschiktheidswet (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Wet Wajong) of de Algemene ouderdomswet (AOW).

Met ingang van 12 mei 2016 is de WWIK niet meer als aparte regeling in de tabel opgenomen. Meer informatie over de WWIK is te lezen in de tabeltoelichting bij 'Personen met een bijstandsgerelateerde uitkeringen'.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
Tot de AOW- leeftijd
Het aantal personen tot de AOW-gerechtigde leeftijd dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidswet (WW), bijstandswet (PW), bijstandsgerelateerde wet (IOAW, IOAZ, WWIK, Bbz), arbeidsongeschiktheidswet (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Wet Wajong) of Algemene ouderdomswet (AOW).

De AOW-gerechtigde leeftijd of AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. Tot 2013 was dit 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
De AOW-leeftijd is tot en met 2030 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar
2028-2030: 67 jaar en 3 maanden.
Vanaf de AOW- leeftijd
Het aantal personen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd dat een uitkering ontvangt in het kader van de bijstandswet of de Algemene ouderdomswet (AOW).

De AOW-gerechtigde leeftijd of AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. Tot 2013 was dit 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
De AOW-leeftijd is tot en met 2030 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar
2028-2030: 67 jaar en 3 maanden.


Uitkeringsontvangers per soort uitkering
Het aantal personen dat een sociale zekerheidsuitkering ontvangt uitgesplitst naar de soort uitkering.
Het gaat hier om werkloosheidsuitkeringen, bijstandsuitkeringen, bijstandsgerelateerde uitkeringen, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en AOW-uitkeringen.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering. In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.
Werkloosheid
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidwet (WW).
Bijstand en bijstandsgerelateerd
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de bijstandswet of bijstandsgerelateerde wet.

Vanaf 1 januari 2015 is de Wet werk en bijstand opgegaan in de Participatiewet. Een ieder die kan werken maar daarbij ondersteuning nodig heeft, valt sinds 1 januari 2015 onder de Participatiewet.

Bijstandsgerelateerde wetten zijn de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).
Personen met een uitkering in het kader van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) zijn uitsluitend opgenomen in het totaal aantal personen dat een bijstandsuitkering of bijstandsgerelateerde uitkering ontvangt.

De personen met een WWIK-uitkering (Wet werk en inkomen kunstenaars) zijn per 12 mei 2016 uitsluitend opgenomen in de totalen. Meer informatie over de personen met WWIK-uitkering is te lezen in de tabeltoelichting bij ‘Personen met een bijstandsgerelateerde uitkering’.

Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz):
Het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) is ingesteld om een zelfstandige tijdelijk een uitkering te verstrekken totdat hij weer in zijn eigen levensbehoeften kan voorzien.
Degenen die in aanmerking komen voor het Bbz zijn gevestigde zelfstandigen die tijdelijk in financiële problemen verkeren, of startende zelfstandigen.
Daarnaast biedt het Bbz ook hulp aan oudere zelfstandigen met een niet-levensvatbaar bedrijf of hulp wanneer zelfstandigen hun bedrijf willen beëindigen.

Met terugwerkende kracht is vanaf 1 maart 2020 de regeling Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) van kracht. Dit heeft gezorgd voor een sterke toename in maart van het aantal personen met een bijstandsgerelateerde uitkering.



Bijstand(gerelateerd) tot AOW-leeftijd
Het aantal personen tot de AOW-gerechtigde leeftijd dat een uitkering ontvangt in het kader van de Participatiewet (PW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).

De AOW-gerechtigde leeftijd of AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. Tot 2013 was dit 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
De AOW-leeftijd is tot en met 2030 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar
2028-2030: 67 jaar en 3 maanden.

Met terugwerkende kracht is vanaf 1 maart 2020 de regeling Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) van kracht. Dit heeft gezorgd voor een sterke toename in maart van het aantal personen met een bijstandsgerelateerde uitkering. De regeling gold met terugwerkende kracht vanaf 1 maart 2020 en liep eind mei 2020 af. Deze regeling is opgevolgd door 'Tozo 2.0'. Vanaf 1 oktober is Tozo 2.0 opgevolgd door Tozo 3.0 die tot en met maart 2021 van kracht is.
Bijstand(gerelateerd) vanaf AOW-leeftijd
Het aantal personen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd dat een uitkering ontvangt in het kader van de Participatiewet.

De AOW-gerechtigde leeftijd of AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. Tot 2013 was dit 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
De AOW-leeftijd is tot en met 2030 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar
2028-2030: 67 jaar en 3 maanden.



Bijstand tot de AOW-leeftijd
Het aantal personen tot de AOW-gerechtigde leeftijd dat een uitkering ontvangt in het kader van de Participatiewet. Ingaande 1 januari 2015 is de Wet werk en bijstand opgegaan in de Participatiewet. Een ieder die kan werken maar daarbij ondersteuning nodig heeft, valt sinds 1 januari 2015 onder de Participatiewet.

De AOW-gerechtigde leeftijd of AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. Tot 2013 was dit 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
De AOW-leeftijd is tot en met 2030 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar
2028-2030: 67 jaar en 3 maanden.



Arbeidsongeschiktheid
Het aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ),
de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong).
Het recht op een uitkering in het kader van een van bovengenoemde wetten vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
Arbeidsongeschiktheid, totaal
Het totaal aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Wet Wajong) ontvangt.
WAO-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO).

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)
De wet geeft werknemers die voor 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden recht op een loonvervangende uitkering, zolang zij minimaal 15% arbeidsongeschiktheid zijn.
De WAO is met ingang van 2005 vervangen door de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), maar blijft bestaan voor mensen die al een WAO-uitkering hadden of binnen 5 jaar na het beëindigen van de uitkering opnieuw arbeidsongeschikt worden door dezelfde oorzaak.
Het recht op een WAO-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
WIA-uitkering: WGA-regeling
Het aantal personen met een lopende WGA-uitkering waar ook daadwerkelijk een bedrag uitgekeerd wordt dat een uitkering ontvangt in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA).

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
De WIA geeft werknemers die na een wachttijd van twee jaar nog minstens 35 procent arbeidsongeschikt zijn, recht op een uitkering. De wet is zó opgezet dat men gestimuleerd wordt om naar vermogen te werken.
De wet kent twee regelingen: de regeling Inkomensverzekering volledig arbeidsongeschikten (IVA) en de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA).
De IVA regelt een uitkering voor werknemers die langdurig en volledig arbeidsongeschikt zijn. De WGA geeft recht op een loonaanvullende uitkering als een werknemer gedeeltelijk arbeidsongeschikt is.
De WIA vervangt per 29 december 2005 de WAO.
Het recht op een WIA-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.