Buurtproblemen, onveiligheid, slachtofferschap naar kenmerken(VMR '05-'08)
| Persoons- en buurtkenmerken | Cijfersoort | Perioden | Buurtproblemen Fysieke verloedering Bekladding van muren, gebouwen (% komt vaak voor) | Buurtproblemen Fysieke verloedering Rommel op straat (% komt vaak voor) | Buurtproblemen Fysieke verloedering Hondenpoep op straat (% komt vaak voor) | Buurtproblemen Fysieke verloedering Vernieling van straatmeubilair (% komt vaak voor) | Buurtproblemen Fysieke verloedering Fysieke verloedering - schaalscore (schaalscore) | Buurtproblemen Sociale cohesie Tevreden met samenstelling bevolking (% (helemaal) eens) | Onveiligheidsgevoelens Onveiligheidsgevoelens in situaties Rondom uitgaansgelegenheden (% voelt zich wel eens onveilig) | Slachtofferschap criminaliteit Vandalismedelicten Vandalismedelicten totaal (%) | Slachtofferschap criminaliteit Vandalismedelicten Beschadiging/diefstal vanaf auto (% autogebruikers (18+)) | Slachtofferschap criminaliteit Vandalismedelicten Overige vernielingen (%) |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Standaard huishoudinkomen 1e 20% groep | Waarde | 2008 | 8,0 | 23,9 | 33,7 | 16,1 | 3,0 | 79,6 | 10,2 | 11,6 | 14,1 | 5,7 |
| Standaard huishoudinkomen 1e 20% groep | Betrouwbaarheidsmarge | 2008 | 1,0 | 1,6 | 1,7 | 1,3 | 0,1 | 1,5 | 1,1 | 1,2 | 1,9 | 0,8 |
| Standaard huishoudinkomen 2e 20% groep | Waarde | 2008 | 6,7 | 23,1 | 35,9 | 17,0 | 3,0 | 83,9 | 8,5 | 10,7 | 11,1 | 4,5 |
| Standaard huishoudinkomen 2e 20% groep | Betrouwbaarheidsmarge | 2008 | 0,8 | 1,3 | 1,5 | 1,2 | 0,0 | 1,2 | 0,9 | 1,0 | 1,3 | 0,7 |
| Standaard huishoudinkomen 3e 20% groep | Waarde | 2008 | 7,5 | 20,3 | 34,1 | 16,8 | 3,0 | 86,4 | 8,8 | 11,4 | 11,5 | 4,2 |
| Standaard huishoudinkomen 3e 20% groep | Betrouwbaarheidsmarge | 2008 | 0,8 | 1,2 | 1,4 | 1,1 | 0,0 | 1,0 | 0,8 | 0,9 | 1,1 | 0,6 |
| Standaard huishoudinkomen 4e 20% groep | Waarde | 2008 | 6,8 | 19,5 | 34,4 | 17,7 | 3,0 | 86,3 | 9,7 | 12,0 | 11,1 | 4,8 |
| Standaard huishoudinkomen 4e 20% groep | Betrouwbaarheidsmarge | 2008 | 0,7 | 1,1 | 1,3 | 1,1 | 0,0 | 1,0 | 0,8 | 0,9 | 1,0 | 0,6 |
| Standaard huishoudinkomen 5e 20% groep | Waarde | 2008 | 5,7 | 16,0 | 29,3 | 14,2 | 2,8 | 88,2 | 9,7 | 13,2 | 12,6 | 4,2 |
| Standaard huishoudinkomen 5e 20% groep | Betrouwbaarheidsmarge | 2008 | 0,7 | 1,0 | 1,2 | 0,9 | 0,0 | 0,9 | 0,8 | 0,9 | 1,1 | 0,5 |
| Zeer sterk stedelijk | Waarde | 2008 | 14,0 | 36,3 | 39,3 | 17,2 | 3,5 | 75,3 | 12,7 | 14,4 | 17,6 | 6,3 |
| Zeer sterk stedelijk | Betrouwbaarheidsmarge | 2008 | 1,2 | 1,7 | 1,7 | 1,4 | 0,1 | 1,6 | 1,2 | 1,3 | 1,9 | 0,9 |
| Sterk stedelijk | Waarde | 2008 | 9,0 | 24,2 | 35,0 | 21,3 | 3,2 | 82,8 | 10,8 | 12,7 | 13,8 | 4,7 |
| Sterk stedelijk | Betrouwbaarheidsmarge | 2008 | 0,8 | 1,2 | 1,3 | 1,1 | 0,0 | 1,1 | 0,9 | 0,9 | 1,2 | 0,6 |
| Matig stedelijk | Waarde | 2008 | 6,6 | 18,0 | 34,7 | 19,3 | 3,0 | 87,2 | 9,1 | 12,3 | 11,6 | 4,9 |
| Matig stedelijk | Betrouwbaarheidsmarge | 2008 | 0,7 | 1,1 | 1,4 | 1,1 | 0,0 | 1,0 | 0,8 | 1,0 | 1,2 | 0,6 |
| Weinig stedelijk | Waarde | 2008 | 3,1 | 13,0 | 32,7 | 13,9 | 2,7 | 89,5 | 8,0 | 10,8 | 10,8 | 3,7 |
| Weinig stedelijk | Betrouwbaarheidsmarge | 2008 | 0,5 | 1,0 | 1,3 | 1,0 | 0,0 | 0,9 | 0,8 | 0,9 | 1,0 | 0,5 |
| Niet stedelijk | Waarde | 2008 | 1,4 | 9,6 | 24,9 | 8,8 | 2,3 | 91,2 | 6,1 | 8,7 | 7,5 | 3,5 |
| Niet stedelijk | Betrouwbaarheidsmarge | 2008 | 0,3 | 0,8 | 1,2 | 0,8 | 0,0 | 0,8 | 0,7 | 0,8 | 0,9 | 0,5 |
| Bron: CBS. | ||||||||||||
Tabeltoelichting
In deze tabel vindt u een overzicht van ervaren buurtproblemen, onveiligheidsbeleving en slachtofferschap van
personen op basis van de Veiligheids Monitor Rijk (VMR).
Het gaat over buurtproblemen (verkeersoverlast, overige overlast, fysieke verloedering en sociale cohesie), onveiligheidsgevoelens, (onveiligheidsgevoelens algemeen en in specifieke situaties, vermijdingsgedrag), slachtofferschap van criminaliteit (slachtofferschap totaal, geweldsdelicten en vermogensdelicten).
Het gaat steeds om gegevens over de bevolking van 15 jaar of ouder, tenzij anders vermeld. Opgenomen zijn de landelijke cijfers en de cijfers naar persoons- en buurtkenmerken.
De buurten zijn ingedeeld op basis van 6-cijferige postcodes zoals beschreven in de tabel href="http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=70904NED&D1=0,9,12-16,119-122&D2=10073-10091,10093-10096,10099-10125,10127-10141&D3=4&VW=T">Kerncijfers wijken en buurten 2003-2008.
De VMR is telkens uitgevoerd in het eerste kwartaal van de jaren 2005 t/m 2008.
Omdat een groot deel van de VMR betrekking heeft op ervaringen in de voorgaande 12 maanden zijn hieraan telkens de buurtgegevens gekoppeld over het jaar voorafgaande aan het interviewjaar van de VMR.
Door wijziging in vraagstelling, onderzoeksopzet en/of context zijn de VMR-gegevens niet vergelijkbaar met gegevens uit andere bronnen, zoals de Integrale VeiligheidsMonitor (IVM, vanaf 2008) en eerdere veiligheids- en/of slachtofferenquêtes.
Gegevens beschikbaar: 2005 tot en met 2008
Deze tabel is stopgezet per 15-3-2013 en voortgezet als “Leefbaarheid woonbuurt; persoonskenmerken (IVM)”, “Leefbaarheid woonbuurt; buurtkenmerken (IVM)” “Onveiligheidsbeleving; persoonskenmerken (IVM)”, “Onveiligheidsbeleving; buurtkenmerken (IVM)”, “Slachtofferschap; persoonskenmerken (IVM)” en “Slachtofferschap; buurtkenmerken (IVM)”. Zie ook paragraaf 3.
Status van de cijfers: definitief
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is stopgezet per 15-3-2013.
Toelichting onderwerpen
- Buurtproblemen
- In de VMR zijn aan alle respondenten vragen gesteld over problemen
waarmee de buurt te maken kan hebben,
zoals verkeersoverlast, overige overlast en fysieke verloedering.
Daarbij worden telkens deelproblemen genoemd waarvan de respondent
kan aangeven of die in zijn buurt vaak, soms, of nooit of bijna nooit
voorkomen.- Fysieke verloedering
- Fysieke verloedering omvat de deelproblemen:
- Bekladding van muren, gebouwen.
- Rommel op straat.
- Hondenpoep op straat.
- Vernieling van straatmeubilair.- Bekladding van muren, gebouwen
- Rommel op straat
- Hondenpoep op straat
- Vernieling van straatmeubilair
- Fysieke verloedering - schaalscore
- De schaalscore voor verloedering van de fysieke woonomgeving is als volgt
berekend:
De antwoorden voor de deelproblemen worden gehercodeerd (vaak = 3,
soms, weet niet = 2, (bijna) nooit = 1).
De waarden worden opgeteld, er wordt 4 vanaf getrokken, vervolgens
wordt deze score vermenigvuldigd met de factor 9/12, en hierbij wordt
1 opgeteld.
De laagste waarde van deze schaalscore bedraagt daarmee 1, de hoogste
waarde is (anders dan bij overige schaalscores) 7.
- Sociale cohesie
- In de VMR is - mede op verzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau -
een aantal vragen opgenomen over de betrokkenheid van respondenten bij de
beleving van hun woonbuurt. Dit gebeurt in de vorm van
een achttal stellingen waarvan de respondenten kunnen aangeven in
hoeverre zij het hiermee eens zijn (antwoordmogelijkheden: helemaal
mee eens; mee eens; niet mee eens, niet mee oneens; mee oneens;
helemaal mee oneens).- Tevreden met samenstelling bevolking
- Stelling: Ik ben tevreden met de bevolkingssamenstelling in deze buurt.
- Onveiligheidsgevoelens
- In de VMR wordt de respondenten een aantal vragen voorgelegd over door
hen ervaren onveiligheidsgevoelens.
Naast vragen of men zich wel eens onveilig voelt in het algemeen en in
bepaalde situaties is aan alle respondenten gevraagd of zij bepaalde
(vermeende) onveilige situaties vermijden.- Onveiligheidsgevoelens in situaties
- Gevraagd is telkens of men zich in de betreffende situatie wel eens
onveilig voelt. (antwoordmogelijkheden: 'ja'; 'nee'; 'niet van
toepassing' (behalve bij 'op straat in eigen buurt' en 'in eigen huis').
Deze vragen zijn alleen gesteld aan degenen die 'ja' antwoordden op de
vraag of men zich wel eens onveilig voelt.
Het weergegeven percentage heeft betrekking op alle respondenten.- Rondom uitgaansgelegenheden
- Slachtofferschap criminaliteit
- In de VMR is aan alle respondenten gevraagd of zij slachtoffer zijn
geweest van een of meer met name genoemde delicten.
Het gaat daarbij om geweldsdelicten (seksuele delicten, mishandeling,
bedreiging), vermogensdelicten (inbraak of poging daartoe, fietsdiefstal,
diefstal van of uit de auto, zakkenrollerij met en zonder geweld,
overige diefstal), vandalisme (beschadiging/diefstal vanaf auto, overige
vernielingen), doorrijden na een aanrijding en overige, niet nader
gespecificeerde delicten.
Per soort delict is daarbij telkens eerst gevraagd of men daarvan in de
afgelopen vijf jaar slachtoffer is geweest. Zo ja dan werd gevraagd of
dit vóór of na 1 januari van het voorgaande jaar gebeurde. Indien (ook)
na 1 januari, dan werd verder gevraagd hoe vaak dit sindsdien
plaatsvond, en in welke jaar en maand (de laatste keer), en - voorover
van toepassing - ook de voorlaatste en voorvoorlaatste keer.
Weergegeven is telkens het aandeel van de betreffende bevolking dat
slachtoffer is geweest.
Slachtoffer is iemand die in een periode van 12 maanden voorafgaande
aan de interviewdatum éénmaal of vaker een delict heeft ondervonden,
ongeacht het aantal keren dat dit gebeurde.
De gegevens hebben betrekking op personen van 15 jaar en ouder,
tenzij anders vermeld.- Vandalismedelicten
- Vandalismedelicten totaal
- Vandalismedelicten:
- Beschadiging/diefstal vanaf auto.
- Overige vernielingen.
- Beschadiging/diefstal vanaf auto
- Overige vernielingen