Financiën grote ondernemingen; niet-financiële sector, SBI 2008, 2000-2018

Financiën grote ondernemingen; niet-financiële sector, SBI 2008, 2000-2018

Bedrijfstak/branche (SBI 2008) Buitenlands belang Perioden Balans activa eindstand Immateriële vaste activa (mln euro) Balans activa eindstand Materiële vaste activa (mln euro) Balans activa eindstand Kortlopende vorderingen en beleggingen Beleggingen op korte termijn (mln euro) Balans activa eindstand Liquide middelen Termijndeposito's (mln euro) Balans passiva eindstand Langlopende schuld; rentedragend Achtergestelde leningen (mln euro) Balans activa beginstand Immateriële vaste activa (mln euro) Balans activa beginstand Materiële vaste activa (mln euro) Balans activa beginstand Kortlopende vorderingen en beleggingen Beleggingen op korte termijn (mln euro) Balans activa beginstand Liquide middelen Termijndeposito's (mln euro) Balans passiva beginstand Langlopende schulden; rentedragend Achtergestelde leningen (mln euro) Resultatenrekening Investeringspremies (mln euro) Mutaties in enkele balansposten Materiële vaste activa Beginstand boekjaar (mln euro) Mutaties in enkele balansposten Materiële vaste activa Mutaties door (de)consolidaties (mln euro) Mutaties in enkele balansposten Materiële vaste activa Aankopen inclusief productie (mln euro) Mutaties in enkele balansposten Materiële vaste activa Boekwaarde verkopen (mln euro) Mutaties in enkele balansposten Materiële vaste activa Afboeking investeringspremies, subs. e.d (mln euro) Mutaties in enkele balansposten Materiële vaste activa Herwaarderingen (mln euro) Mutaties in enkele balansposten Materiële vaste activa Afschrijvingen (mln euro) Mutaties in enkele balansposten Materiële vaste activa Waardecorrecties (mln euro) Mutaties in enkele balansposten Materiële vaste activa Eindstand boekjaar (mln euro)
Totaal, ex. financiële sector, vastgoed Nederlandse international 2018 53.356,2 86.981,0 1.742,6 13.046,6 4.181,6 45.467,5 84.561,5 1.025,0 8.422,3 4.189,2 332,1 84.561,5 -62,3 12.187,9 2.410,7 0,0 0,0 8.048,5 753,1 86.981,0
Totaal, ex. financiële sector, vastgoed Buitenlandse international 2018 74.906,5 48.632,9 3.434,5 7.531,4 1.927,6 75.314,8 47.111,8 3.663,1 9.465,8 1.824,3 144,3 47.111,8 51,2 8.839,5 1.203,6 0,0 0,0 6.005,7 -160,4 48.632,9
A-F Landbouw en nijverheid Nederlandse international 2018 31.806,6 44.083,2 1.295,9 11.615,2 1.853,1 21.991,3 42.974,1 311,0 5.843,4 2.225,8 219,1 42.974,1 -3,9 5.666,9 1.086,9 0,0 0,0 3.750,8 283,9 44.083,2
A-F Landbouw en nijverheid Buitenlandse international 2018 34.580,3 22.971,8 76,5 4.420,4 455,2 34.275,6 22.885,8 273,0 5.223,9 401,7 41,3 22.885,8 85,7 3.611,9 374,2 0,0 0,0 2.693,8 -543,6 22.971,8
G+I Handel en horeca Nederlandse international 2018 7.340,2 10.967,0 317,3 76,2 1.532,6 6.985,9 10.548,7 668,4 199,7 1.315,9 21,0 10.548,7 -58,4 2.248,2 698,3 0,0 0,0 1.228,9 155,6 10.967,0
G+I Handel en horeca Buitenlandse international 2018 20.705,7 8.721,4 100,0 485,1 294,2 19.100,8 8.504,1 102,7 1.579,6 270,9 1,7 8.504,1 -34,5 2.315,3 739,0 0,0 0,0 1.195,1 -129,5 8.721,4
H+J Vervoer, informatie en communicatie Nederlandse international 2018 10.114,9 27.574,0 11,3 847,5 750,1 10.284,9 26.832,2 8,8 1.858,0 599,2 74,3 26.832,2 0,0 3.397,8 484,9 0,0 0,0 2.368,0 196,9 27.574,0
H+J Vervoer, informatie en communicatie Buitenlandse international 2018 9.865,4 15.218,5 110,0 848,9 1.165,5 12.705,8 14.342,6 133,9 1.145,6 1.139,0 1,4 14.342,6 0,0 2.279,5 68,2 0,0 0,0 1.881,9 546,6 15.218,5
M-U Zakelijke en persoonlijke diensten Nederlandse international 2018 4.094,6 4.356,9 118,1 507,6 45,8 6.205,5 4.206,6 36,8 521,1 48,3 17,8 4.206,6 0,0 875,0 140,6 0,0 0,0 700,8 116,8 4.356,9
M-U Zakelijke en persoonlijke diensten Buitenlandse international 2018 9.755,1 1.721,1 3.148,0 1.777,0 12,7 9.232,7 1.379,4 3.153,6 1.516,6 12,7 99,9 1.379,4 0,0 632,8 22,2 0,0 0,0 234,9 -33,9 1.721,1
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft inzicht in de balansgegevens en resultatenrekeningen van grote ondernemingen met rechtspersoonlijkheid (N.V., B.V., Coöp) uit de niet-financiële sector in Nederland.
De gegevens worden samengesteld uit een directe enquêtering onder de grote ondernemingen (balanstotaal groter of gelijk aan 40 miljoen euro).
De gegevens zijn ingedeeld naar economische activiteit (hoofdsectie Standaard Bedrijfsindeling 2008) en naar buitenlandse verwevenheid.

Gemakshalve wordt hier de term 'onderneming' gebruikt; feitelijk correct is echter 'ondernemingengroep' zoals door het CBS gedefinieerd.

Gegevens beschikbaar van 2000 tot en met 2018.

Status van de cijfers:
De gegevens zijn definitief.

Wijzigingen per 9 juli 2021:
Geen, deze tabel is stopgezet.
Deze tabel wordt vanaf statistiekjaar 2019 niet meer geactualiseerd. Reden hiervoor is dat een aantal variabelen niet meer gevuld kan worden i.v.m. een herontwerp van de vragenlijst die ten grondslag ligt aan deze Statline tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Is er een opvolger?
Deze tabel wordt opgevolgd door "Financiën grote ondernemingen; niet-financiële sector, SBI 2008". Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Balans activa eindstand
Het betreft hier de totale waarde van alle activa (= bezittingen) aan het einde van een boekjaar, ingedeeld naar kalenderjaar.
Immateriële vaste activa
Een identificeerbaar, niet-monetair actief (bezit, eigendom) zonder fysieke gedaante dat wordt gebruikt voor de productie en aflevering van goederen of diensten, voor verhuur aan derden of voor administratieve doeleinden.
Voorbeelden: concessies, vergunningen, octrooien, patenten, goodwill.
Materiële vaste activa
Dit zijn de fysieke activa (eigendommen) die bestemd zijn voor de duurzame ondersteuning van de bedrijfsvoering van een onderneming.
Voorbeelden: bedrijfsgebouwen, machines, installaties, computers, transportmiddelen.
Kortlopende vorderingen en beleggingen
Dit zijn vorderingen met een looptijd korter dan een jaar, beleggingen met een looptijd korter dan een jaar en de waarde van het onderhanden werk.
Beleggingen op korte termijn
Dit zijn kortlopende beleggingen (met een looptijd van een jaar of minder) in effecten en overige waardepapieren en kasgeldleningen (met uitzondering van termijndeposito's).
Liquide middelen
Dit zijn activa die vrijwel direct in geld zijn om te zetten.
Voorbeelden: kasmiddelen, wissels, cheques, termijndeposito's, rekening-courant tegoeden en overige kortlopende vorderingen op financiële instellingen, zoals daggeldleningen.
Termijndeposito's
Termijndeposito's zijn de niet direct opvraagbare tegoeden bij een bank.
Zij vormen de totale waarde van de stortingen voor een vaste termijn met een looptijd van 1 t/m 12 maanden, tegen vooraf vastgestelde rente.
Balans passiva eindstand
Het betreft hier de totale waarde van alle passiva (= schulden) aan het einde van een boekjaar, ingedeeld naar kalenderjaar.
Langlopende schuld; rentedragend
Het totaal aan rentedragende schulden met een (resterende) looptijd langer dan een jaar.
Achtergestelde leningen
Dit zijn leningen die pas worden terugbetaald nadat alle andere schulden zijn voldaan.
Balans activa beginstand
Het betreft hier de totale waarde van alle activa (= bezittingen) aan het begin van een boekjaar, ingedeeld naar kalenderjaar.
Immateriële vaste activa
Een identificeerbaar, niet-monetair actief (bezit, eigendom) zonder fysieke gedaante dat wordt gebruikt voor de productie en aflevering van goederen of diensten, voor verhuur aan derden of voor administratieve doeleinden.
Voorbeelden: concessies, vergunningen, octrooien, patenten, goodwill.
Materiële vaste activa
Dit zijn de fysieke activa (eigendommen) die bestemd zijn voor de duurzame ondersteuning van de bedrijfsvoering van een onderneming.
Voorbeelden: bedrijfsgebouwen, machines, installaties, computers, transportmiddelen.
Kortlopende vorderingen en beleggingen
Dit zijn vorderingen met een looptijd korter dan een jaar, beleggingen met een looptijd korter dan een jaar en de waarde van het onderhanden werk.
Beleggingen op korte termijn
Dit zijn kortlopende beleggingen (met een looptijd van een jaar of minder) in effecten en overige waardepapieren en kasgeldleningen (met uitzondering van termijndeposito's).
Liquide middelen
Dit zijn activa die vrijwel direct in geld zijn om te zetten.
Voorbeelden: kasmiddelen, wissels, cheques, termijndeposito's, rekening-courant tegoeden en overige kortlopende vorderingen op financiële instellingen, zoals daggeldleningen.
Termijndeposito's
Termijndeposito's zijn de niet direct opvraagbare tegoeden bij een bank.
Zij vormen de totale waarde van de stortingen voor een vaste termijn met een looptijd van 1 t/m 12 maanden, tegen vooraf vastgestelde rente.
Balans passiva beginstand
Langlopende schulden; rentedragend
Het totaal aan rentedragende schulden met een (resterende) looptijd langer dan een jaar.
Achtergestelde leningen
Dit zijn leningen die pas worden terugbetaald nadat alle andere schulden zijn voldaan.
Resultatenrekening
Resultatenrekening is opgesteld vóór winstverdeling.
Investeringspremies
Dit zijn de baten uit hoofde van investeringspremies, subsidies en dergelijke, die ten gunste van het lopende boekjaar worden gebracht.
Mutaties in enkele balansposten
Materiële vaste activa
Materiele vaste activa:
Dit zijn de fysieke activa (eigendommen) die bestemd zijn voor de duurzame ondersteuning van de bedrijfsvoering van een onderneming.
Voorbeelden: bedrijfsgebouwen, machines, installaties, computers, transportmiddelen.
Immateriële vaste activa
Dit zijn identificeerbare, niet-monetaire activa (bezit, eigendom) zonder fysieke gedaante, die worden gebruikt voor de productie en aflevering van goederen of diensten, voor verhuur aan derden of voor administratieve doeleinden.
Voorbeelden: concessies, vergunningen, octrooien, patenten, goodwill.
Beginstand boekjaar
Boekwaarde van de (im)materiële vaste activa aan het begin van het verslagjaar.
Mutaties door (de)consolidaties
De toe- of afname van de (im)materiële vaste activa in de loop van het boekjaar als gevolg van het feit, dat in Nederland gevestigde groepsmaatschappijen in de consolidatie worden opgenomen of uit de consolidatie verdwijnen.
Nota Bene : het gaat om mutaties in de loop van het boekjaar.
Aankopen inclusief productie
De bruto investeringen tot stand gekomen door aankopen of door bouw en productie in eigen beheer.
Boekwaarde verkopen
De boekwaarde verkopen, afstoot en buiten gebruikstellingen.
Afboeking investeringspremies, subs. e.d
De afboeking investeringspremies, subsidies en dergelijke.
Herwaarderingen
De vermogensmutatie in de reserve veroorzaakt door het waarderen van de vaste activa tegen actuele waarde.
Afschrijvingen
Boekhoudkundige verwerking van waardevermindering die het gevolg zijn van slijtage (bijv. gebouwen, machines, inventaris), prijsdaling (bijv. voorraden), veroudering (bijv. incourante voorraden) of uit andere hoofde (bijv. dubieuze debiteuren).
Waardecorrecties
Op- en afwaarderingen van incidentele aard. de afboeking van een fiscale vervangingsreserve wordt als een waardecorrectie beschouwd.
Eindstand boekjaar
Boekwaarde van de (im)materiële vaste activa aan het eind van het verslagjaar na verwerking van de mutaties.