Varkens- en pluimveerechten

Varkens- en pluimveerechten

Regio's Perioden Varkensrechten Varkensrechten in eenheden (1 000 varkenseenheden) Pluimveerechten Pluimveerechten in eenheden (1 000 pluimvee-eenheden)
Nederland 2024 7.616 65.349
Noord-Nederland (LD) 2024 428 12.444
Oost-Nederland (LD) 2024 2.481 21.844
West-Nederland (LD) 2024 357 4.055
Zuid-Nederland (LD) 2024 4.349 27.004
Niet in te delen (LD) 2024 1 2
Groningen (PV) 2024 149 3.041
Fryslân (PV) 2024 110 4.358
Drenthe (PV) 2024 169 5.045
Overijssel (PV) 2024 1.111 7.178
Flevoland (PV) 2024 61 2.138
Gelderland (PV) 2024 1.309 12.528
Utrecht (PV) 2024 194 1.855
Noord-Holland (PV) 2024 17 643
Zuid-Holland (PV) 2024 94 295
Zeeland (PV) 2024 52 1.262
Noord-Brabant (PV) 2024 3.369 16.128
Limburg (PV) 2024 980 10.876
Niet in te delen (PV) 2024 1 2
Bron: CBS, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De tabel bevat cijfers over varkens- en pluimveerechten (dierrechten). Dierrechten zijn productierechten die tot doel hebben de productie van dierlijke mest te beperken. Een veehouder mag niet meer varkens, kippen en kalkoenen houden dan het op het bedrijf rustende productierecht.
Varkensrechten en pluimveerechten worden uitgedrukt in eenheden. Het aantal eenheden verschilt per diercategorie. Voor het houden van varkens is geen productierecht nodig als er niet meer dieren aanwezig zijn dan overeenkomt met 3 varkenseenheden. Voor het houden van kippen en kalkoenen is geen productierecht nodig als er niet meer dieren aanwezig zijn dan overeenkomt met 250 pluimvee-eenheden. In de tabel zijn ook de aantallen dieren en de fosfaatproductie opgenomen van die diercategorieën waarop dierrechten van toepassing zijn. Een rechtstreekse vergelijking van dierrechten en aantallen dieren is niet mogelijk. Dit komt doordat het productierecht, uitgedrukt in eenheden, tussen de verschillende categorieën varkens en pluimvee verschilt. Bovendien zijn de verschillende categorieën varkens en pluimvee in de Meststoffenwet en in de landbouwtelling anders gedefinieerd. Dierrechten zijn gefaseerd in de plaats gekomen van mestproductierechten.
De regeling Ontheffing Productierechten is niet meegenomen in de cijfers. In deze tabel betreft het enkel absolute dierrechten van de veehouder zelf, er wordt geen rekening gehouden met het verleasen van dierrechten aan andere veehouders

Gegevens beschikbaar vanaf: 1998

Status van de cijfers:
Alle cijfers zijn definitief. Cijfers over dierrechten zijn afkomstig van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het bestand van RVO is een zogenaamd dynamisch bestand. Dit houdt in dat wijzigingen (bijvoorbeeld als gevolg van rechtzaken over toegewezen rechten) met terugwerkende kracht worden verwerkt.

Wijzigingen per 15 december 2025:
Definitieve cijfers over 2023 en 2024 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het derde kwartaal van 2026 verschijnen definitieve cijfers over 2025.

Toelichting onderwerpen

Varkensrechten
Varkensrechten zijn productierechten die tot doel hebben de productie van dierlijke mest te beperken. Varkensrechten zijn ingesteld op 1 september 1998 ter vervanging van een deel van de mestproductierechten. Een veehouder mag niet meer varkens houden dan het op het bedrijf rustende varkensrecht. In de praktijk kan het voorkomen dat het varkensrecht niet volledig wordt benut. Daarnaast is het mogelijk dat het varkensrecht gedurende een bepaalde tijd wordt overschreden. Varkensrechten worden uitgedrukt in varkenseenheden. Het aantal varkenseenheden verschilt per diercategorie.
Enkele voorbeelden: een vleesvarken komt overeen met 1 varkenseenheid. Een fokzeug, waarvan de biggen op 25 kg worden afgeleverd, komt overeen met 2,74 varkenseenheid. Het varkensrecht voor biggen is opgenomen in de varkenseenheid per fokzeug. Uitgedrukt in fosfaat komt 1 varkenseenheid overeen met 7,4 kg fosfaat.
De regeling Ontheffing Productierechten is niet meegenomen in de cijfers. In totaal gaat het om 144.466 varkensrechten.

Varkensrechten in eenheden
Varkensrechten worden uitgedrukt in varkenseenheden. Het aantal varkenseenheden varieert per diercategorie. Een vleesvarken komt overeen met 1 varkenseenheid. Een fokzeug, waarvan de biggen op 25 kg worden afgeleverd, komt overeen met 2,74 varkenseenheid.
De regeling Ontheffing Productierechten is niet meegenomen in de cijfers. In totaal gaat het om 144.466 varkensrechten.
Pluimveerechten
Pluimveerechten zijn productierechten die tot doel hebben de productie van dierlijke mest te beperken. Pluimveerechten zijn ingesteld op 1 januari 2001 ter vervanging van een deel van de mestproductierechten. Een veehouder mag niet meer kippen en kalkoenen houden dan het op het bedrijf rustende pluimveerecht. In de praktijk kan het voorkomen dat het pluimveerecht niet volledig wordt benut. Daarnaast is het mogelijk dat het pluimveerecht gedurende een bepaalde tijd wordt overschreden. Pluimveerechten worden uitgedrukt in pluimvee-eenheden. Het aantal pluimvee-eenheden varieert per diercategorie.
Enkele voorbeelden: een leghen komt overeen met 1 pluimvee-eenheid en een vleeskuiken met 0,48 pluimvee-eenheid. Uitgedrukt in fosfaat komt een pluimvee-eenheid overeen met 0,5 kg fosfaat.
De regeling Ontheffing Productierechten is niet meegenomen in de cijfers. In totaal gaat het om 3.210.511 pluimveerechten.
Pluimveerechten in eenheden
Pluimveerechten worden uitgedrukt in pluimvee-eenheden. Het aantal pluimvee-eenheden varieert per diercategorie. Een leghen komt overeen met 1 pluimvee-eenheid en een vleeskuiken met 0,48 pluimvee-eenheid.
De regeling Ontheffing Productierechten is niet meegenomen in de cijfers. In totaal gaat het om 3.210.511 pluimveerechten.