Bedrijven; naar economische activiteit (SBI 2008, 2006-2010

Bedrijven; naar economische activiteit (SBI 2008, 2006-2010

Bedrijfstakken/branches (SBI 2008) Perioden Totaal aantal bedrijven (aantal) Rechtsvorm Natuurlijke personen (aantal) Rechtsvorm Rechtspersonen (aantal)
0163 Behandeling van gewassen na oogst 2010 0 0 0
2561 Oppervlaktebehandelingsindustrie 2010 820 345 475
3514 Handel in elektriciteit en gas 2010 140 25 115
37 Afvalwaterinzameling en -behandeling 2010 130 45 85
370 Afvalwaterinzameling en -behandeling 2010 130 45 85
3700 Afvalwaterinzameling en behandeling 2010 130 45 85
38 Afvalbehandeling en recycling 2010 865 185 680
382 Behandeling van afval 2010 260 40 220
3821 Behandeling van onschadelijk afval 2010 250 40 210
3822 Behandeling van schadelijk afval 2010 10 0 5
G Handel 2010 163.445 110.230 53.210
45 Autohandel en -reparatie 2010 24.040 17.000 7.040
451 Autohandel en -reparatie 2010 16.215 11.475 4.740
45112 Handel en reparatie personenauto's 2010 14.580 10.565 4.015
45192 Handel, reparatie van vrachtwagens 2010 965 535 425
45193 Handel en reparatie van aanhangers 2010 265 165 105
45194 Handel en reparatie van caravans 2010 260 155 105
453 Handel in auto-onderdelen 2010 2.235 1.265 970
45311 Groothandel in auto-onderdelen 2010 1.470 770 700
45312 Groothandel in banden 2010 240 100 140
4532 Detailhandel in auto-onderdelen 2010 525 395 130
454 Handel en reparatie van motorfietsen 2010 1.175 955 220
45401 Groothandel in motorfietsen 2010 360 265 95
45402 Detailhandel in motorfietsen 2010 815 690 125
46 Groothandel en handelsbemiddeling 2010 61.705 29.925 31.775
461 Handelsbemiddeling 2010 7.335 4.820 2.515
4613 Handelsbemiddeling in bouwmateriaal 2010 315 170 145
4614 Handelsbemiddeling in machines 2010 1.405 740 665
4615 Handelsbemiddeling huishoudwaren 2010 715 525 190
4616 Handelsbemiddeling in kleding 2010 990 710 280
4617 Handelsbemiddeling in voeding 2010 725 535 190
4618 Overige handelsbemiddeling 2010 1.370 975 395
4619 Algemene handelsbemiddeling 2010 740 515 225
462 Groothandel in landbouwproducten 2010 5.055 2.775 2.280
46211 Groothandel in granen 2010 65 30 35
46212 Groothandel in zaden 2010 195 60 130
46213 Groothandel in hooi en ruwvoeder 2010 170 125 45
46214 Groothandel in mengvoeder 2010 80 45 35
46215 Groothandel in overig veevoeder 2010 35 15 20
46216 Groothandel in ruwe oliën, vetten 2010 50 15 35
46217 Groothandel in ruwe tabak 2010 5 0 5
46218 Groothandel in akkerbouw algemeen 2010 535 245 295
46219 Groothandel in overige akkerbouw 2010 100 45 55
4622 Groothandel in bloemen en planten 2010 2.350 1.160 1.190
46231 Groothandel in levend vee 2010 1.200 865 335
46232 Groothandel in huisdieren 2010 170 130 40
46241 Groothandel in huiden en vellen 2010 45 15 30
46242 Groothandel in leer 2010 60 25 35
463 Groothandel in voedingsmiddelen 2010 6.895 3.570 3.330
46311 Groothandel in groenten en fruit 2010 920 330 590
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over het aantal bedrijven en instellingen naar
economische activiteit, gebaseerd op de Standaard Bedrijfsindeling 2008
(SBI 2008) onderverdeeld naar (sub)klassen van de SBI 2008). De bedrijven
zijn voorts ingedeeld naar bedrijfsgrootte op basis van het aantal werkzame
personen en naar rechtsvorm. Het aantal bedrijven is afgerond op een
veelvoud van vijf.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1 januari 2006

Status van de cijfers: definitief

Nieuwe versie:
Met ingang van het statistiekjaar 2008 wordt de nieuwe standaard
bedrijfsindeling 2008 gehanteerd. De reeks is teruggelegd tot en met 2006.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De tabel is per 20 april 2012 stopgezet.
Het samenstellen van de cijfers is in vergelijking met voorgaande jaren op twee belangrijke onderdelen gewijzigd:
- de statistische eenheid is veranderd.
- kleine bedrijven zijn opgenomen in het kader. Het urencriterium (15 uur) is losgelaten.
Genoemde wijzigingen zijn dusdanig ingrijpend dat de uitkomsten niet vergelijkbaar zijn met die van eerdere jaren en daarom is gestart met een nieuwe tabel waarin de cijfers zijn teruggelegd tot en met 2007.

Toelichting onderwerpen

Totaal aantal bedrijven
Het aantal bedrijven is afgerond op een veelvoud van vijf.
Bedrijf:
De feitelijke transactor in het productieproces gekenmerkt door
zelfstandigheid ten aanzien van de beslissingen over dat proces en door
het aanbieden van zijn producten aan derden.
Uit deze definitie en in het bijzonder uit het element zelfstandigheid
volgt dat een bedrijf meer dan één vestiging kan omvatten, maar ook meer
dan één juridische eenheid. (Onder juridische eenheden worden zowel
natuurlijke als rechtspersonen verstaan). Dit is het geval wanneer de
afzonderlijke vestigingen of juridische eenheden niet zelfstandig
opereren. Andersom komt het voor dat binnen een juridische eenheid
verschillende onderdelen te onderscheiden zijn die wat betreft de
productie zelfstandig opereren.
Deze vormen dan op grond van de definitie evenzovele bedrijven. Dit
laatste doet zich vooral voor bij grotere concerns met uiteenlopende
activiteiten. Wanneer een aldus gedefinieerde eenheid zich uitstrekt over
verschillende landen wordt ter wille van de nationale statistiek het
Nederlandse deel als een geheel bedrijf beschouwd.
In de officiële CBS-terminologie wordt het bedrijf zoals hier
gedefinieerd bedrijfseenheid (BE) genoemd, zodat geen verwarring kan
ontstaan met de term bedrijf uit het - in dit opzicht weinig precieze -
spraakgebruik.
De statistische eenheid bedrijf is een operationalisering van de
kind-of-activity unit, zoals gedefinieerd door Eurostat. Deze definitie
combineert twee eisen die strijdig kunnen zijn: bijdragen aan één
activiteit versus het overeenkomen met één of meer operationele eenheden.
Nederland geeft bij het operationaliseren naar de statistische eenheid
bedrijf prioriteit aan de tweede eis.
Rechtsvorm
Vorm van juridische eenheden die in het recht bekend is.
De navolgende rechtsvormen kunnen onder meer worden onderscheiden:
- Nederlandse rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid: eenmanszaak,
vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap, maatschap;
- Nederlandse rechtsvormen met rechtspersoonlijkheid: besloten
vennootschap, naamloze vennootschap, vereniging, stichting, coöperatie,
onderlinge waarborgmaatschappij;
- Europese rechtsvormen: Europees economisch samenwerkingsverband,
Europese vennootschap, Europese coöperatieve vennootschap;
- Buitenlandse rechtspersonen.
Formeel is de rechtsvorm een kenmerk van een juridische eenheid en niet
van een bedrijf. De statistische eenheid 'bedrijf' kan bestaan uit een of
meer juridische eenheden (natuurlijke personen en/of niet-natuurlijke
personen). Als een bedrijf uit meer dan één juridische eenheid bestaat,
dan heeft het in principe geen eigen rechtsvorm. In de CBS-tabellen
worden dergelijke bedrijven opgenomen onder de rechtsvorm van die
juridische eenheid die als kern van de combinatie kan worden beschouwd.
Natuurlijke personen
Een mens (individu) die in het recht als rechtssubject is erkend en
daarmee drager is van wettelijke rechten en plichten.
Deze klasse omvat de rechtsvormen:
- Eenmanszaken
- Maatschappen
- Vennootschappen onder firma
- Commanditaire vennootschappen
- Rederijen
Rechtspersonen
Een juridische constructie waardoor een organisatie, net als een
natuurlijke persoon, in het recht als rechtssubject is erkend als drager
van wettelijke rechten en plichten.
Een rechtspersoon kan optreden als een persoon in het rechtsverkeer,
d.w.z. bezittingen en schulden hebben, contracten sluiten, rechtszaken
aanspannen of aangeklaagd worden.
De rechtspersonen zijn in drie categorieën te verdelen:
- privaatrechtelijke rechtspersonen (bijv. besloten vennootschap,
naamloze vennootschap, vereniging en stichting);
- publiekrechtelijke rechtspersonen (bijv. ministerie, provincie,
gemeente, waterschap, Sociaal-Economische Raad, Publiekrechtelijke
bedrijfsorganisatie, Zelfstandig bestuursorgaan);
- kerkgenootschappen.
Een rechtspersoon kan bestuurder zijn van een andere rechtspersoon, maar
niet een commissaris.
Deze klasse omvat de rechtsvormen:
- Besloten vennootschappen
- Naamloze vennootschappen
- Verenigingen
- Stichtingen
- Coöperatieve verenigingen
- Onderlinge waarborgmaatschappijen
- Overheidsorganen (o.a. rijk, provincie, gemeente)
- Rechtsvormen van buitenlandse ondernemingen
- Europees economisch samenwerkingsverband (E.E.S.V.)
- Doelvermogen
- Fonds voor gemene rekening
- Kerkgenootschap
- Buitenlandse rechtsvormen