Regionale prognose huishoudens; 2009-2040

Regionale prognose huishoudens; 2009-2040

Regio's 2009 Perioden Huishoudens: niet-westers allochtoon Totaal huishoudens (x 1 000) Huishoudens: niet-westers allochtoon Eenpersoonshuishoudens (x 1 000) Huishoudens: niet-westers allochtoon Paren (x 1 000) Huishoudens: niet-westers allochtoon Eenouderhuishoudens (x 1 000) Huishoudens: niet-westers allochtoon Overige huishoudens (x 1 000) Huishoudens: westers allochtoon Totaal huishoudens (x 1 000) Huishoudens: westers allochtoon Eenpersoonshuishoudens (x 1 000) Huishoudens: westers allochtoon Paren (x 1 000) Huishoudens: westers allochtoon Eenouderhuishoudens (x 1 000) Huishoudens: westers allochtoon Overige huishoudens (x 1 000)
Achterhoek (CR) 2040 20,0 7,8 9,5 2,3 0,3 14,7 6,1 7,4 1,0 0,2
Groot-Amsterdam (CR) 2040 167,5 81,6 65,4 18,6 1,9 105,4 58,9 35,6 9,7 1,1
Amsterdam (SG) 2040 209,1 99,8 83,5 23,5 2,4 122,8 67,3 43,1 11,1 1,3
Rotterdam (SG) 2040 148,7 66,5 62,7 17,7 1,8 68,6 34,1 27,6 5,9 0,9
Amsterdam (GA) 2040 153,5 76,1 58,3 17,4 1,7 93,7 54,7 29,2 8,9 0,9
Rotterdam (GA) 2040 134,7 61,2 55,7 16,2 1,6 60,5 30,9 23,4 5,3 0,8
Amsterdam 2040 122,2 62,5 45,3 13,1 1,3 72,3 44,7 19,7 7,3 0,7
Beemster 2040 0,6 0,2 0,3 - - 0,5 0,2 0,3 - -
Boarnsterhim 2040 1,0 0,4 0,5 0,1 - 0,6 0,2 0,3 - -
Deventer 2040 8,0 3,2 3,9 0,8 0,1 3,9 2,0 1,6 0,3 -
Drechterland 2040 1,1 0,4 0,5 0,1 - 0,7 0,3 0,4 - -
Echt-Susteren 2040 1,7 0,6 0,8 0,2 - 1,4 0,7 0,6 0,1 -
GaasterlÔn-Sleat 2040 0,5 0,2 0,2 0,1 - 0,4 0,2 0,3 - -
Lemsterland 2040 0,6 0,3 0,3 0,1 - 0,5 0,2 0,3 - -
Menterwolde 2040 0,7 0,3 0,3 0,1 - 0,4 0,2 0,1 - -
Oisterwijk 2040 1,8 0,7 0,8 0,2 - 1,2 0,5 0,6 0,1 -
Oosterhout 2040 4,1 1,5 2,0 0,5 0,1 2,6 1,1 1,3 0,2 -
Opsterland 2040 1,1 0,4 0,6 0,1 - 0,5 0,2 0,3 - -
Oudewater 2040 0,5 0,2 0,3 - - 0,5 0,2 0,2 - -
Rotterdam 2040 93,5 44,2 37,8 10,4 1,1 41,0 22,3 14,3 3,7 0,6
SkarsterlÔn 2040 1,2 0,5 0,5 0,2 - 0,7 0,3 0,4 0,1 -
Slochteren 2040 0,9 0,4 0,4 0,1 - 1,0 0,5 0,5 0,1 -
Terneuzen 2040 3,2 1,2 1,6 0,4 - 2,6 1,3 1,1 0,2 -
Terschelling 2040 0,4 0,2 0,2 - - 0,4 0,2 0,2 - -
Tholen 2040 1,4 0,6 0,7 0,1 - 1,2 0,4 0,7 0,1 -
Twenterand 2040 1,5 0,6 0,8 0,2 - 0,8 0,3 0,4 - -
Tytsjerksteradiel 2040 1,5 0,7 0,6 0,2 - 0,4 0,2 0,1 0,1 -
Waterland 2040 1,2 0,4 0,6 0,2 - 0,9 0,4 0,5 - -
Westerveld 2040 0,9 0,3 0,4 0,2 - 0,7 0,2 0,4 - -
Westervoort 2040 1,3 0,5 0,6 0,2 - 0,5 0,2 0,3 - -
Winterswijk 2040 1,5 0,6 0,7 0,2 - 1,4 0,6 0,8 0,1 -
Zoetermeer 2040 11,8 4,7 5,6 1,4 0,1 6,6 3,0 3,0 0,5 0,1
Zoeterwoude 2040 0,5 0,2 0,3 - - 0,4 0,2 0,2 - -
Zwartewaterland 2040 1,2 0,4 0,6 0,1 - 0,3 0,1 0,2 - -
Bron: CBS, PBL
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de verwachte toekomstige
omvang en ontwikkeling van huishoudens in Nederland naar
samenstelling en herkomstgroepering van de
referentiepersoon
per regio.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2010
Frequentie: Stopgezet per 12 oktober 2011

Status van de cijfers
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn berekende
prognosecijfers.

Wijzigingen per 15 oktober 2009
De nieuwe prognose is bijgesteld op basis van de meest
recente inzichten.
De prognoseperiode loopt nu van 2009 tot 2040.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In 2011 komt de nieuwe regionale prognose uit.

Toelichting onderwerpen

Huishoudens: niet-westers allochtoon
Particuliere huishoudens met een niet-westerse allochtone
referentiepersoon.
.
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus
niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
.
Referentiepersoon:
Lid van het huishouden ten opzichte van wie de posities van de andere
leden in het huishouden worden bepaald en van wie de kenmerken eventueel
ook aan het huishouden worden toegekend.
Uit de leden van het huishouden wordt de referentiepersoon als volgt
gekozen:
- als er een paar is binnen het huishouden: de man;
- als het paar van gelijk geslacht is: de oudste van het paar;
- in een eenouderhuishouden: de ouder;
- in een overig huishouden: de oudste meerderjarige man of
- als deze ontbreekt - de oudste meerderjarige vrouw.
.
Allochtoon:
Persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren.
.
Niet-westerse allochtoon:
Allochtoon met als herkomstgroepering een van de landen in Afrika,
Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije. Op
grond van hun sociaal-economische en sociaal-culturele positie worden
allochtonen uit Indonesië en Japan tot de westerse allochtonen gerekend.
Het gaat vooral om mensen die in het voormalig Nederlands-Indië zijn
geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
Totaal huishoudens
Eenpersoonshuishoudens
Eenpersoonshuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één persoon.
Paren
Paar:
Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie
bij elkaar behorende personen.
Eenouderhuishoudens
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met thuiswonende kinderen.
.
Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie
heeft met de ouder die tot het huishouden behoort. Onder thuiswonende
kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen
pleegkinderen.
Overige huishoudens
Overig huishouden:
Particulier huishouden dat uitsluitend bestaat uit overige leden.
.
Overig lid van een huishouden:
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of
als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden. Te
denken valt hier bijvoorbeeld aan twee broers (zussen) die samen een
huishouden vormen.
Huishoudens: westers allochtoon
Particuliere huishoudens met een niet-westerse allochtone
referentiepersoon.
.
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus
niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
.
Referentiepersoon:
Lid van het huishouden ten opzichte van wie de posities van de andere
leden in het huishouden worden bepaald en van wie de kenmerken eventueel
ook aan het huishouden worden toegekend.
Uit de leden van het huishouden wordt de referentiepersoon als volgt
gekozen:
- als er een paar is binnen het huishouden: de man;
- als het paar van gelijk geslacht is: de oudste van het paar;
- in een eenouderhuishouden: de ouder;
- in een overig huishouden: de oudste meerderjarige man of
- als deze ontbreekt - de oudste meerderjarige vrouw.
.
Allochtoon:
Persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren.
.
Westerse allochtoon:
Allochtoon met als herkomstgroepering een van de landen in Europa
(exclusief Turkije), Noord-Amerika en Oceanië, en Indonesië en Japan.
Op grond van hun sociaal- economische en sociaal-culturele positie worden
allochtonen uit Indonesië en Japan tot de westerse allochtonen gerekend.
Het gaat vooral om mensen die in het voormalig Nederlands-Indië zijn
geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
Totaal huishoudens
Eenpersoonshuishoudens
Eenpersoonshuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één persoon.
Paren
Paar:
Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie
bij elkaar behorende personen.
Eenouderhuishoudens
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met thuiswonende kinderen.
.
Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie
heeft met de ouder die tot het huishouden behoort. Onder thuiswonende
kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen
pleegkinderen.
Overige huishoudens
Overig huishouden:
Particulier huishouden dat uitsluitend bestaat uit overige leden.
.
Overig lid van een huishouden:
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of
als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden. Te
denken valt hier bijvoorbeeld aan twee broers (zussen) die samen een
huishouden vormen.