Nationale Rekeningen 2009; Macro-economische gegevens
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Macro - economische gegevens zoals: het binnenlands product,
nationaal inkomen, volumegroei van het bbp (economische groei).
1969- 2009.
Gewijzigd op 14 juli 2010.
Verschijningsfrequentie: Stopgezet.
nationaal inkomen, volumegroei van het bbp (economische groei).
1969- 2009.
Gewijzigd op 14 juli 2010.
Verschijningsfrequentie: Stopgezet.
Toelichting onderwerpen
- Opbouw macro economische saldi
- Deze selectie geeft de vorming weer van de macro-economische saldi, van
binnenlands product tot nationaal vorderingensaldo. De opbouw is te
vergelijken met de tabellen M 1 en M 2 in de papieren publicatie Nationale
rekeningen.- Binnenlands product
- Het binnenlands product is het eindresultaat van de productieve
activiteiten van de ingezeten productie-eenheden. Het is gelijk aan de
toegevoegde waarde tegen basisprijzen van alle bedrijfsklassen samen,
aangevuld met enkele transacties die niet naar bedrijfsklassen worden
verdeeld. De toegevoegde waarde (basisprijzen) per bedrijfsklasse is
gelijk aan het verschil tussen de productie (basisprijzen) en het
intermediair verbruik (aankoopprijzen).
De onverdeelde transacties betreffen het saldo van productgebonden
belastingen en subsidies en het verschil toegerekende en afgedragen btw
(belasting over de toegevoegde waarde). Het binnenlands product is ook
gelijk aan de waarde van het in Nederland gevormde inkomen. Het
binnenlands product wordt gewaardeerd tegen marktprijzen.
Het bruto binnenlands product (bbp) is inclusief afschrijvingen en het
netto binnenlands product is exclusief afschrijvingen.- Vanuit de finale bestedingen
- De benadering van het bruto binnenlands product vanuit de finale
bestedingen (consumptieve bestedingen, investeringen in vaste activa
(bruto), veranderingen in voorraden en uitvoer) en de invoer.- Consumptieve bestedingen
- Uitgaven voor goederen en diensten die worden gebruikt voor de
rechtstreekse bevrediging van individuele behoeften of wensen of van de
collectieve behoeften van leden van de gemeenschap. De consumptieve
bestedingen kunnen zowel op het eigen grondgebied als in het buitenland
worden gedaan. Consumptieve bestedingen vinden plaats door huishoudens,
instellingen zondwer winstoogmerk ten behoeve van huishoudens en de
overheid.
- Binnenl. product naar vorderingensaldo
- Binnenlands product naar vorderingensaldo.
Opbouw van de overige macro economische saldi van het binnenlands product
tot het nationaal vorderingensaldo.- Consumptieve bestedingen (-)
- Uitgaven voor goederen en diensten die worden gebruikt voor de
rechtstreekse bevrediging van individuele behoeften of wensen of van de
collectieve behoeften van leden van de gemeenschap. De consumptieve
bestedingen kunnen zowel op het eigen grondgebied als in het buitenland
worden gedaan. Consumptieve bestedingen vinden plaats door huishoudens,
instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens en de
overheid.
- Macro economische classificaties
- Deze selectie geeft een specificatie van de belangrijkste macro-saldi en
-totalen naar sectoren, bedrijfstakken en dergelijke.- Consumptieve bestedingen
- Uitgaven voor goederen en diensten die worden gebruikt voor de
rechtstreekse bevrediging van individuele behoeften of wensen of van de
collectieve behoeften van leden van de gemeenschap. De consumptieve
bestedingen kunnen zowel op het eigen grondgebied als in het buitenland
worden gedaan. Consumptieve bestedingen vinden plaats door huishoudens,
instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens en de
overheid.- Totale economie
- De totale economie bestaat uit de sectoren niet-financiële
vennootschappen, financiële instellingen, overheid, huishoudens en
instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. Het
onderscheid tussen de sectoren wordt bepaald aan de hand van
internationaal vastgestelde regels.
- Naar goederen- en dienstencategorieën
- Verdeling van de variabelen naar goederen- en dienstencategorieën.
- Huishoudens incl, IZWh
- Huishoudens inclusief instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van
huishoudens.
Dit zijn de sectoren huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk ten
behoeve van huishoudens (IZW huishoudens). Tot de sector huishoudens
behoren alle natuurlijke personen die langer dan een jaar in Nederland
verblijven, ongeacht hun nationaliteit. Omgekeerd worden Nederlanders die
langer dan een jaar in het buitenland verblijven niet tot de Nederlandse
huishoudens gerekend. Huishoudens omvatten niet alleen op zichzelf of in
gezinsverband wonende personen, maar ook personen in verpleeginrichtingen,
bejaardentehuizen, gevangenissen en internaten. Indien de tot de
huishoudens gerekende personen een eigen bedrijf hebben, wordt dit bedrijf
ook tot de huishoudens gerekend. Dit is het geval bij de zelfstandigen en
de eigenwoningbezitters.
Tot de sector instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens
behoren stichtingen en verenigingen waarvan de middelen voor het merendeel
afkomstig zijn uit vrijwillige bijdragen van huishoudens en uit inkomen
uit vermogen. Voorbeelden zijn religieuze instellingen,
liefdadigheidsinstellingen, politieke partijen, vakbonden en verenigingen
op het gebied van cultuur, sport en recreatie.- Goederen
- Tastbare producten, zoals voedingsmiddelen, duurzame consumptieartikelen,
machines en dergelijke.- ...Duurzame consumptiegoederen
- Textiel en kleding; lederwaren en schoeisel; woninginrichting;
huishoudelijke apparaten; huishoudelijke artikelen; voertuigen; overige
duurzame goederen.
- Overheid individueel
- Individuele consumptie door de sector overheid. De verwerving van
consumptiegoederen en -diensten die door de overheid worden gefinancieerd
en vervolgens als sociale overdrachten in natura aan de huishoudens worden
geleverd. Hieronder valt het merendeel van de uitgaven van de overheid op
het gebied van gezondheid, onderwijs en sociale bescherming.- Goederen
- Tastbare producten, zoals voedingsmiddelen, duurzame consumptieartikelen,
machines en dergelijke.- ...Duurzame consumptiegoederen
- Textiel en kleding; lederwaren en schoeisel; woninginrichting;
huishoudelijke apparaten; huishoudelijke artikelen; voertuigen; overige
duurzame goederen.
- Overheid collectief
- Collectieve consumptie door de sector overheid. Het collectief gebruik van
diensten die worden verleend aan alle leden van de samenleving of aan alle
leden van een bepaald deel van de samenleving. Collectieve consumptie
vindt uitsluitend plaats bij de overheid en betreft met name uitgaven voor
diensten op het gebied van:
- openbaar bestuur, beveiliging en defensie;
- ordehandhaving, wet- en regelgeving;
- milieubescherming;
- speur- en ontwikkelingswerk;
- infrastructuur en economische ontwikkeling.
De werkelijke collectieve consumptie wordt berekend door de individuele
consumptie van de totale consumptieve bestedingen door de overheid af te
trekken.- Collectieve consumptie
- Het collectief gebruik van diensten die worden verleend aan alle leden van
de samenleving of aan alle leden van een bepaald deel van de samenleving.
Collectieve consumptie vindt uitsluitend plaats bij de overheid en betreft
met name uitgaven voor diensten op het gebied van:
- openbaar bestuur, beveiliging en defensie;
- ordehandhaving, wet- en regelgeving;
- milieubescherming;
- speur- en ontwikkelingswerk;
- infrastructuur en economische ontwikkeling.
De werkelijke collectieve consumptie wordt berekend door de individuele
consumptie van de totale consumptieve bestedingen door de overheid af te
trekken.
- Naar functies
- Consumptieve bestedingen naar verbruiksfuncties.
- Overheid collectief
- Collectieve consumptie door de sector overheid. Het collectief gebruik van
diensten die worden verleend aan alle leden van de samenleving of aan alle
leden van een bepaald deel van de samenleving. Collectieve consumptie
vindt uitsluitend plaats bij de overheid en betreft met name uitgaven voor
diensten op het gebied van:
- openbaar bestuur, beveiliging en defensie;
- ordehandhaving, wet- en regelgeving;
- milieubescherming;
- speur- en ontwikkelingswerk;
- infrastructuur en economische ontwikkeling.
De werkelijke collectieve consumptie wordt berekend door de individuele
consumptie van de totale consumptieve bestedingen door de overheid af te
trekken.- Collectieve consumptie
- Het collectief gebruik van diensten die worden verleend aan alle leden van
de samenleving of aan alle leden van een bepaald deel van de samenleving.
Collectieve consumptie vindt uitsluitend plaats bij de overheid en betreft
met name uitgaven voor diensten op het gebied van:
- openbaar bestuur, beveiliging en defensie;
- ordehandhaving, wet- en regelgeving;
- milieubescherming;
- speur- en ontwikkelingswerk;
- infrastructuur en economische ontwikkeling.
De werkelijke collectieve consumptie wordt berekend door de individuele
consumptie van de totale consumptieve bestedingen door de overheid af te
trekken.
- Werkelijke individuele consumptie
- Consumptieve bestedingen hebben betrekking op de uitgaven voor
consumptiegoederen en -diensten. De werkelijke individuele consumptie
daarentegen betreft de verwerving van consumptiegoederen en -diensten. Het
verschil tussen deze begrippen wordt veroorzaakt door de behandeling van
bepaalde goederen en diensten die door de overheid of Instellingen zonder
winstoogmerk ten behoeve van huishoudens worden gefinancierd, en
vervolgens als sociale overdrachten in natura aan de huishoudens worden
geleverd. Hieronder valt het merendeel van de uitgaven van de overheid op
het gebied van gezondheid, onderwijs en sociale bescherming. De consumptie
door Instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens wordt
geheel tot de individuele consumptie gerekend.
De werkelijke individuele consumptie door huishoudens wordt als volgt
berekend:
consumptieve bestedingen door huishoudens
plus: consumptieve bestedingen door Instellingen zonder winstoogmerk ten
behoeve van huishoudens
plus: individuele consumptie door de overheid
= werkelijke individuele consumptie.- Totale economie
- De totale economie bestaat uit de sectoren niet-financiële
vennootschappen, financiële instellingen, overheid, huishoudens en
instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. Het
onderscheid tussen de sectoren wordt bepaald aan de hand van
internationaal vastgestelde regels.
- Naar goederen- en dienstencategorie
- Verdeling van de variabelen naar goederen- en dienstencategorieën.
- Goederen
- Tastbare producten, zoals voedingsmiddelen, duurzame consumptieartikelen,
machines en dergelijke.- ...Duurzame consumptiegoederen
- Textiel en kleding; lederwaren en schoeisel; woninginrichting;
huishoudelijke apparaten; huishoudelijke artikelen; voertuigen; overige
duurzame goederen.
- Invoer van goederen en diensten
- De invoer van goederen betreft de voor ingezetenen bestemde goederen, die
vanuit het buitenland in het economisch gebied van Nederland zijn
gebracht. Hiertoe behoren ook voor verwerking in het productieproces
benodigde grondstoffen, halffabrikaten, brandstoffen en voor investeringen
bestemde vaste activa. De invoer omvat verder goederen die, zonder
noemenswaardige bewerking te hebben ondergaan, weer zijn uitgevoerd
(wederuitvoer).
De invoer van diensten heeft onder meer betrekking op de uitgaven van
Nederlandse bedrijven in het buitenland, zoals vervoerskosten, bankkosten
en zakenreizen. Bij de overheid gaat het onder meer om uitgaven van
Nederlandse ambassades en consulaten in het buitenland. De invoer door
huishoudens bestaat onder meer uit ingevoerde consumptiegoederen en de
directe consumptieve bestedingen van Nederlandse toeristen, grensbewoners,
diplomaten en militairen in het buitenland.- Finale bestedingen
- Het totaal van consumptieve bestedingen, investeringen in vaste activa
(bruto), veranderingen in voorraden en uitvoer.- ...Consumptieve bestedingen
- Uitgaven voor goederen en diensten die worden gebruikt voor de
rechtstreekse bevrediging van individuele behoeften of wensen of van de
collectieve behoeften van leden van de gemeenschap. De consumptieve
bestedingen kunnen zowel op het eigen grondgebied als in het buitenland
worden gedaan. Consumptieve bestedingen vinden plaats door huishoudens,
instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens en de
overheid.
- Uitvoer van goederen en diensten
- Tot de uitvoer van goederen worden de goederen gerekend, die door
ingezetenen vanuit het economisch gebied van Nederland aan het buitenland
zijn geleverd.
De uitvoer van diensten omvat onder meer de diensten van Nederlandse
vervoerbedrijven in het buitenland, aan het buitenland bewezen
havendiensten, scheepsreparatie en de uitvoering van werken in het
buitenland door Nederlandse aannemers. Onder de uitvoer vallen eveneens de
bestedingen in Nederland door buitenlandse toeristen, grensbewoners en
diplomaten.- Niet naar bedrijfstakken
- Variabele is niet verdeeld naar bedrijfstakken. Bedrijfstakken: alle
eenheden van economische activiteit op lokaal niveau die dezelfde of
soortgelijke activiteiten verrichten.- Consumptie niet-ingezetenen in Nederl.
- Consumptie niet-ingezetenen in Nederland.
De binnenlandse particuliere consumptieve bestedingen bevatten ook de
consumptie door niet-ingezeten huishoudens in Nederland, zoals uitgaven
tijdens vakantie. De consumptieve bestedingen worden in één keer hiervoor
gecorrigeerd. De tegenpost is de uitvoer.