Dierlijke mest en mineralen; productie, transport en gebruik 1994-2015
| Regio's | Perioden | Resterende plaatsingsruimte Resterende plaatsingsruimte stikstof (1 000 kg) | Resterende plaatsingsruimte Resterende plaatsingsruimte fosfaat (1 000 kg) |
|---|---|---|---|
| Achterhoek (CR) | 2015 | -1.160 | -570 |
| Groot-Amsterdam (CR) | 2015 | 1.490 | 330 |
| Westerwolde en Gron. Veenkoloniën (LB) | 2015 | 1.320 | 330 |
| Groninger zuidelijk Westerkwartier (LB) | 2015 | 160 | 10 |
| Achterhoek (LB) | 2015 | -1.200 | -590 |
| Waterland en NH.'se Droogmakerijen (LB) | 2015 | 1.560 | 320 |
| Rotterdam en omgeving (LB) | 2015 | 240 | 60 |
| Waterland en Droogmakerijen (LG) | 2015 | 1.560 | 320 |
| Ter Aar | 2015 | ||
| Amsterdam | 2015 | 110 | 30 |
| Beemster | 2015 | 170 | 10 |
| Bladel en Netersel | 2015 | ||
| Boarnsterhim | 2015 | ||
| Deventer | 2015 | -100 | -40 |
| Drechterland | 2015 | 290 | 80 |
| Echt-Susteren | 2015 | 90 | 70 |
| Gaasterlân-Sleat | 2015 | ||
| Halsteren | 2015 | ||
| Heteren | 2015 | ||
| Hoogeloon, Hapert en Casteren | 2015 | ||
| Kesteren | 2015 | ||
| Lemsterland | 2015 | ||
| Menterwolde | 2015 | 220 | 40 |
| Monster | 2015 | ||
| Oisterwijk | 2015 | -100 | -10 |
| Oosterhesselen | 2015 | ||
| Oosterhout | 2015 | 40 | 10 |
| Opsterland | 2015 | -10 | -60 |
| Oudewater | 2015 | -110 | -50 |
| Posterholt | 2015 | ||
| Rotterdam | 2015 | 30 | 0 |
| Skarsterlân | 2015 | ||
| Slochteren | 2015 | 250 | 40 |
| Susteren | 2015 | ||
| Terheijden | 2015 | ||
| Terneuzen | 2015 | 1.300 | 570 |
| Terschelling | 2015 | 60 | 20 |
| Teteringen | 2015 | ||
| Twenterand | 2015 | 80 | 40 |
| Tytsjerksteradiel | 2015 | 120 | 10 |
| Wateringen | 2015 | ||
| Waterland | 2015 | 180 | 40 |
| Westerbork | 2015 | ||
| Westerhoven | 2015 | ||
| Wester-Koggenland | 2015 | ||
| Westerschouwen | 2015 | ||
| Westerveld | 2015 | 200 | 20 |
| Westervoort | 2015 | 10 | 0 |
| Winterswijk | 2015 | 160 | 50 |
| Zoetermeer | 2015 | 10 | 0 |
| Bron: CBS. | |||
Tabeltoelichting
De tabel bevat cijfers over de productie, het transport en het gebruik van dierlijke mest en de daarin aanwezige mineralen stikstof, fosfaat en kalium door landbouwbedrijven. Het gebruik van dierlijke mest in de vorm van stikstof en fosfaat wordt vergeleken met de plaatsingsruimte voor beide mineralen (zie 4. Bronnen en methoden).
In de tabel kunnen de gegevens worden bekeken voor verschillende regionale niveaus waaronder gemeenten, landsdelen, provincies en concentratiegebieden. Bij het gebruik van zowel regionaal als inhoudelijk gedetailleerde uitkomsten moet rekening worden gehouden met aanzienlijke onzekerheidsmarges. Bij meer geaggregeerde gebruikscijfers zoals het mineralengebruik per hectare per landsdeel of het absolute mineralengebruik per provincie of landsdeel zijn de foutenmarges beperkt. Een eventuele onderschatting voor de ene mestsoort wordt dan gecompenseerd door een overschatting voor andere mestsoorten.
Gegevens beschikbaar van 1994 t/m 2015
Status van de cijfers:
- Definitieve cijfers.
Nieuwe inzichten in berekeningsmethoden kunnen aanleiding geven tot herberekening van de tijdreeks.
Wijzigingen per 24 mei 2018:
Geen, deze tabel is stopgezet.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing, deze tabel wordt opgevolgd door Dierlijke mest en mineralen; productie, transport en gebruik , zie paragraaf 3.
Toelichting onderwerpen
- Resterende plaatsingsruimte
- De plaatsingsruimte verminderd met het gebruik van stikstof en fosfaat.
In sommige regionaal gedetailleerde eenheden komen aanzienlijke overschrijdingen voor van de plaatsingsruimte. Een sluitende verklaring hiervoor is niet te geven.
- De mestproductie wordt toegerekend aan de hoofdvestiging. Wanneer het vee zich bevindt in een andere regio wordt de mestproductie aan de verkeerde regio toegerekend;
- De mestproductie kan te hoog zijn berekend omdat de landbouwtelling het aantal dieren overschat;
- De mesttransporten op de vervoersbewijzen kunnen niet zijn herkend als mesttransporten van landbouwbedrijven waardoor de mestafvoer wordt onderschat;
- Mest kan in voorraad zijn gebleven. Met voorraadvorming en -onttrekking wordt geen rekening gehouden;
- Bij de toegestane bemesting gaan boeren uit van forfaitaire waarden voor de mestproductie die lager kan zijn dan de berekende mestproductie;
- Bij het gebruik van stikstof wordt de stikstofuitscheiding verminderd met de berekende gasvormige verliezen uit stal en opslag. Boeren mogen uitgaan van forfaitaire gasvormige verliezen die doorgaans kleiner zijn dan de berekende verliezen waardoor de hoeveelheid stikstof in de mest kleiner is. Hierdoor hoeft minder mest te worden afgevoerd;
- Bedrijven houden rekening met coulance bij handhaving en voeren te weinig mest af.- Resterende plaatsingsruimte stikstof
- De resterende plaatsingsruimte na gebruik van dierlijke mest. Bij een negatief getal is sprake van een tekort aan plaatsingsruimte.
---
De stikstofproductie in deze tabel is berekend door de stikstofuitscheiding te verminderen met berekende stikstofverliezen uit stallen en mestopslagen volgens de rekenmethodiek van de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM). Deze verliezen zijn over het algemeen kleiner dan de forfaitaire verliezen op basis van de mestwetgeving. Bij forfaitair vastgestelde (grotere) stikstofverliezen blijft er dus minder stikstof in de mest achter. Hierdoor hoeft geen of minder mest van het bedrijf te worden afgevoerd. Wettelijk gezien is er pas sprake van overschrijding van de plaatsingsruimte (overbemesting) als de stikstofuitscheiding minus forfaitaire verliezen plus aangevoerde stikstof minus afgevoerde stikstof groter is dan de plaatsingsruimte.
- Resterende plaatsingsruimte fosfaat
- De resterende plaatsingsruimte na gebruik van dierlijke mest. Bij een negatief getal is sprake van een tekort aan plaatsingsruimte.