Arbeidsrekeningen; arbeidsmarktdynamiek, 2001-2008

Arbeidsrekeningen; arbeidsmarktdynamiek, 2001-2008

Geslacht SBI '93 Perioden Banen Werkzame personen Totaal aantal banen (x 1 000) Banen Werkzame personen Gemiddelde baanduur binnen het jaar (dagen) Banen Werkzame personen Gemiddeld aantal banen (x 1 000) Banen Werkzame personen Doorlopende banen als % van gem. aantal (%) Banen Werknemers Baanduurklassen Totaal baanduurklassen Totaal aantal banen (x 1 000) Banen Werknemers Baanduurklassen Totaal baanduurklassen Doorlopende banen (x 1 000) Banen Werknemers Baanduurklassen Totaal baanduurklassen Instroom (x 1 000) Banen Werknemers Baanduurklassen Totaal baanduurklassen Uitstroom (x 1 000) Banen Werknemers Baanduurklassen Totaal baanduurklassen Saldo van instroom en uitstroom (x 1 000) Banen Werknemers Baanduurklassen Totaal baanduurklassen Arbeidsverloop (x 1 000) Banen Werknemers Baanduurklassen Totaal baanduurklassen Gemiddelde baanduur binnen het jaar (dagen) Banen Werknemers Baanduurklassen Totaal baanduurklassen Gemiddeld aantal banen (x 1 000) Banen Werknemers Baanduurklassen Totaal baanduurklassen Relatief arbeidsverloop (%) Banen Werknemers Baanduurklassen Totaal baanduurklassen Doorlopende banen als % van gem. aantal (%)
Totaal mannen en vrouwen Particuliere huishoudens met personeel 2008* 279 365 278 82 3 2 1 1 0 2 276 2 35 63
Mannen Particuliere huishoudens met personeel 2008* 1 355 1 74 0 0 0 0 0 0 . . . .
Vrouwen Particuliere huishoudens met personeel 2008* 278 365 277 82 3 1 1 1 0 2 275 2 35 62
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting

In deze tabel wordt alle in- en uitstroom in de werkgelegenheid geteld, die gedurende het verslagjaar plaatsvindt. Daarmee onderscheiden deze continue dynamiekcijfers zich van cijfers over het aantal veranderingen tussen twee peildata.

De arbeidsmarktdynamiek wordt weergegeven voor zowel banen als werkzame perioden. Een werkzame periode is een ononderbroken periode van werk van een persoon, in dezelfde baan of in verschillende banen. De dynamiekcijfers worden zowel gepresenteerd voor werkzame personen als voor werknemers en zelfstandigen afzonderlijk.

De dynamiekcijfers sluiten aan bij de Arbeidsrekeningencijfers van de Nationale rekeningen. De uitkomsten worden uitgesplitst naar de volgende kenmerken:
- geslacht;
- SBI'93 (economische activiteit);
- periode.

Gegevens beschikbaar van 2001 tot en met 2008.

Status van de cijfers:
De gegevens over 2008 zijn voorlopig. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per 23 februari 2015:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Banen
Een expliciete of impliciete arbeidsovereenkomst tussen een persoon en
een economische eenheid waarin is vastgelegd dat arbeid zal worden
verricht waartegen een (financiële) beloning staat. Banen kunnen worden
onderscheiden in banen van werknemers en banen van zelfstandigen.
Werkzame personen
Alle personen die een baan hebben bij een in Nederland gevestigd bedrijf
of bij een particulier huishouden in Nederland. Tot de werkzame personen
behoren alle personen die betaalde arbeid verrichten, ook al is het maar
voor één of enkele uren per week, ook als zij:
- arbeid verrichten die op zichzelf genomen legaal is, maar waarvan de
beloning aan de registratie door fiscus of sociale zekerheidsautoriteiten
wordt onttrokken ('zwarte arbeid');
- tijdelijk geen arbeid verrichten, maar wel doorbetaald krijgen
(bijvoorbeeld bij ziekte of vorstverlet);
- tijdelijk onbetaald verlof hebben opgenomen.
Werkzame personen kunnen worden onderscheiden in werknemers en
zelfstandigen. Ze kunnen woonachtig zijn in Nederland, maar ook in het
buitenland.
Totaal aantal banen
Het totaal aantal banen betreft het aantal banen dat in de loop van het
verslagjaar heeft bestaan. Doordat alle banen meetellen, ongeacht het
aantal dagen dat de baan heeft bestaan, is het totaal aantal banen hoger
dan het gemiddeld aantal banen. Het totaal aantal banen is gelijk aan het
gemiddeld aantal banen gedeeld door de gemiddelde baanduur binnen het
jaar, vermenigvuldigd met het aantal kalenderdagen in het jaar (365 of
366).
Gemiddelde baanduur binnen het jaar
De gemiddelde baanduur binnen het jaar is het aantal dagen binnen het
verslagjaar dat een baan gemiddeld heeft geduurd. Dit betreft alleen het
deel van de baan binnen het verslagjaar; de duur voor of na het
verslagjaar telt niet mee. De maximale duur van een baan binnen een jaar
is 365 dagen, in schrikkeljaren 366 dagen. Doorlopende banen hebben het
gehele verslagjaar bestaan en hebben per definitie een gemiddelde duur
van één jaar.
Gemiddeld aantal banen
In het gemiddeld aantal banen telt een arbeidsplaats alleen mee voor de
dagen dat deze bezet is geweest binnen het jaar. Het gemiddeld aantal
banen is dus gelijk aan het totaal aantal banen vermenigvuldigd met de
gemiddelde baanduur binnen het verslagjaar, gedeeld door het totaal
aantal kalenderdagen in het jaar (365 of 366).
Doorlopende banen als % van gem. aantal
Het aantal doorlopende banen als percentage van het gemiddeld aantal
banen geeft de omvang van het niet-dynamische deel van de werkgelegenheid
weer. Een hoger percentage betekent dat er minder dynamiek is.
Werknemers
Personen die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische
eenheid maken om arbeid te verrichten waartegenover een financiële
beloning staat.
Baanduurklassen
De uitkomsten over baandynamiek van werknemers worden uitgesplitst
naar drie baanduurklassen:
- banen die minder dan 3 maanden geduurd hebben;
- banen die 3 maanden tot 1 jaar geduurd hebben;
- banen die 1 jaar of langer duren.
Bij deze indeling wordt de baanduur berekend inclusief de baanduur vóór
het verslagjaar en na het verslagjaar. Het is de baanduur van de banen in
verslagjaar t, zoals die per 31 december t+1 kan worden vastgesteld. Op
deze manier wordt (voor baanduren tot één jaar) de voltooide baanduur
gemeten.
Totaal baanduurklassen
De uitkomsten over baandynamiek van werknemers worden uitgesplitst
naar drie baanduurklassen:
- banen die minder dan 3 maanden geduurd hebben;
- banen die 3 maanden tot 1 jaar geduurd hebben;
- banen die 1 jaar of langer duren.
Bij deze indeling wordt de baanduur berekend inclusief de baanduur vóór
het verslagjaar en na het verslagjaar. Het is de baanduur van de banen in
verslagjaar t, zoals die per 31 december t+1 kan worden vastgesteld. Op
deze manier wordt (voor baanduren tot één jaar) de voltooide baanduur
gemeten.
Totaal aantal banen
Het totaal aantal banen betreft het aantal banen dat in de loop van het
verslagjaar heeft bestaan. Doordat alle banen meetellen, ongeacht het
aantal dagen dat de baan heeft bestaan, is het totaal aantal banen hoger
dan het gemiddeld aantal banen. Het totaal aantal banen is gelijk aan het
gemiddeld aantal banen gedeeld door de gemiddelde baanduur binnen het
jaar, vermenigvuldigd met het aantal kalenderdagen in het jaar (365 of
366).
Doorlopende banen
Een doorlopende baan is een baan die vóór het verslagjaar is aangevangen
en na afloop van het verslagjaar nog voortduurt.
Instroom
Alle banen die in het verslagjaar zijn aangevangen. Dit is inclusief
banen die in het verslagjaar ook weer beëindigd zijn.
Uitstroom
Alle banen die in het verslagjaar zijn beëindigd.
Saldo van instroom en uitstroom
Het aantal banen dat per saldo is ingestroomd in het verslagjaar.
Arbeidsverloop
Het arbeidsverloop is de som van de instroom en de uitstroom van banen.
In het arbeidsverloop tellen alle veranderingen in het aantal banen mee:
als een baan start en als een baan eindigt.
Gemiddelde baanduur binnen het jaar
De gemiddelde baanduur binnen het jaar is het aantal dagen binnen het
verslagjaar dat een baan gemiddeld heeft geduurd. Dit betreft alleen het
deel van de baan binnen het verslagjaar; de duur voor of na het
verslagjaar telt niet mee. De maximale duur van een baan binnen een jaar
is 365 dagen, in schrikkeljaren 366 dagen. Doorlopende banen hebben het
gehele verslagjaar bestaan en hebben per definitie een gemiddelde duur
van één jaar.
Gemiddeld aantal banen
In het gemiddeld aantal banen telt een arbeidsplaats alleen mee voor de
dagen dat deze bezet is geweest binnen het jaar. Het gemiddeld aantal
banen is dus gelijk aan het totaal aantal banen vermenigvuldigd met de
gemiddelde baanduur binnen het verslagjaar, gedeeld door het totaal
aantal kalenderdagen in het jaar (365 of 366).
Relatief arbeidsverloop
Het relatieve arbeidsverloop is het (absolute) arbeidsverloop als
percentage van tweemaal het totaal aantal banen dat in het verslagjaar
heeft bestaan. Een baan kan maximaal twee keer meetellen in het
arbeidsverloop: als de baan start en als de baan eindigt. Hierdoor ligt
het relatieve arbeidsverloop tussen 0 en 100 procent. Hoe hoger het
arbeidsverloop, des te meer banen die gestart en/of beëindigd zijn. Bij
een arbeidsverloop van 0 procent zijn alle banen doorlopende banen, bij
een arbeidsverloop van 100 procent zouden alle banen in het verslagjaar
zijn aangevangen én beëindigd. Het relatieve arbeidsverloop is een
belangrijke indicator voor de mate van dynamiek op de arbeidsmarkt.
Doorlopende banen als % van gem. aantal
Het aantal doorlopende banen als percentage van het gemiddeld aantal
banen geeft de omvang van het niet-dynamische deel van de werkgelegenheid
weer. Een hoger percentage betekent dat er minder dynamiek is.