Rijk; aan - /verkopen, overdrachten, Cofog - hoofdfunctie, 2003 - 2008

Rijk; aan - /verkopen, overdrachten, Cofog - hoofdfunctie, 2003 - 2008

Hoofdfuncties Perioden Uitgaven Aankopen Aankoop van goederen en diensten Overige goederen bij andere overheden (mln euro) Uitgaven Aankopen Investeringen Overige investeringen Aankoop van kostbaarheden (mln euro) Uitgaven Overdrachten Subsidies en inkomensoverdrachten Totaal subsidies en inkomensoverdrachten (mln euro) Uitgaven Overdrachten Subsidies en inkomensoverdrachten Instellingen zonder winstoogmerkgezinnen (mln euro) Uitgaven Overdrachten Subsidies en inkomensoverdrachten Sociale verzekeringsinstellingen (mln euro) Uitgaven Overdrachten Subsidies en inkomensoverdrachten Inkomensoverdrachten aan het buitenland (mln euro) Uitgaven Overdrachten Subsidies en inkomensoverdrachten Inkomensoverdrachten aan bedrijven Totaal inkomensoverdrachten bedrijven (mln euro) Uitgaven Overdrachten Subsidies en inkomensoverdrachten Inkomensoverdrachten aan bedrijven Subsidies (mln euro) Uitgaven Overdrachten Subsidies en inkomensoverdrachten Inkomensoverdrachten aan bedrijven Overige inkomensoverdrachten (mln euro) Uitgaven Overdrachten Subsidies en inkomensoverdrachten Inkomensoverdrachten aan gezinnen Totaal inkomensoverdrachten aan gezinnen (mln euro) Uitgaven Overdrachten Subsidies en inkomensoverdrachten Inkomensoverdrachten aan gezinnen Uitkeringen sociale voorziening in geld (mln euro) Uitgaven Overdrachten Subsidies en inkomensoverdrachten Inkomensoverdrachten aan gezinnen Sociale overdrachten in natura (mln euro) Uitgaven Overdrachten Subsidies en inkomensoverdrachten Inkomensoverdrachten aan gezinnen Overige inkomensoverdrachten (mln euro)
Totaal van alle hoofdfuncties 2008* 248 - 107.807 1.269 13.336 6.944 3.579 3.447 131 17.563 12.010 5.501 52
Algemeen bestuur 2008* - - 30.250 134 - 6.606 826 821 6 24 24 - -
Landsverdediging 2008* - - 175 - - 127 28 26 2 - - - -
Openbare orde en veiligheid 2008* - - 5.624 14 - 32 122 119 4 25 - - 25
Economische aangelegenheden 2008* 25 - 7.918 14 -1 110 1.386 1.291 95 -261 -261 - -
Milieubescherming 2008* 57 - 356 54 - 7 98 71 27 17 3 - 15
Huisvesting en gemeenschapsvoorzieningen 2008* - - 58 1 - 1 1 1 - - - - -
Volksgezondheid 2008* 9 - 8.394 8 6.775 10 879 879 -1 - - - -
Recreatie, cultuur en religie 2008* - - 1.666 966 - 1 239 239 - - - - -
Onderwijs 2008* - - 23.380 - - 8 - - - 1.592 939 653 -
Sociale bescherming 2008* 157 - 29.987 76 6.562 44 0 0 0 16.167 11.306 4.848 13
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat een deel van de uitkomsten van de jaaranalyse van de
rijksfinanciën:
de bestemming van de aan- en verkopen, rente, pacht, resultaten van
vermogen, subsidies en overdrachten van de sector overheid van het rijk.
In de tabel zijn de gegevens uit te splitsen naar:
- transactie volgens het Europees Systeem van Rekeningen 1995;
- hoofdfunctie volgens de Classification of Functions of Government (Cofog)
1998.
Voor de typering van de rijksuitgaven en -inkomsten naar bestemming is t/m
statistiekjaar 2005 de Benelux functionele classificatie 1989 gehanteerd.
In 2002 heeft de Europese Commissie voor de rubricering naar bestemming de
Classification of Functions of Government (Cofog) 1998 voorgeschreven.
Vanaf 2003 is een volgtijdelijk vergelijkbare reeks van de aan- en
verkopen, rente, pacht, resultaten van vermogen, subsidies en overdrachten
van de sector overheid van het rijk beschikbaar op basis van deze nieuwe
classificatie.
In oktober 2009 wordt deze reeks uitgebreid met de statistiekjaren
2000 t/m 2002.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2003
Frequentie: stopgezet

Status van de cijfers:
Alle cijfers zijn bij eerste publicatie voorlopig. Het definitieve cijfer
wordt vastgesteld in september van het eerstvolgende jaar.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Uitgaven
Aankopen
Betreft aankoop van goederen en diensten, investeringen en aankoop van
grond.
Bij aankoop van goederen en diensten gaat het om de goederen en diensten
die in het eigen productieproces worden verbruikt en met arbeid en
kapitaal worden omgevormd tot eindproducten. Niet inbegrepen zijn de
meeste goederen met een meerjarig nut (investeringen) en het verbruik van
vaste activa (afschrijvingen). Goederen en diensten met een meerjarig nut
die wél tot de aankoop van goederen en diensten zijn gerekend betreffen:
duurzame goederen van geringe omvang, onderzoek met algemeen karakter
(speur- en ontwikkelingswerk, algemeen bestemmingsplan), militaire
vernietigingswapens met een duurzaam karakter in vredestijd (voer-, vaar-
en vliegtuigen, technische installaties, munitie, bewapening).
Bij investeringen gaat het om de goederen die worden aangeschaft of in
eigen beheer worden voortgebracht, met als doel om als kapitaalgoed in het
productieproces ingezet te worden. Algemeen worden als zodanig beschouwd
goederen met een levensduur van meer dan een jaar (zoals gebouwen,
woningen, machines, vervoermiddelen). Tot de investeringen worden ook
gerekend de niet-fysieke diensten die direct samenhangen met het fysiek
product (kosten van voorbereiding, ontwerp, toezicht en
eigendomsoverdracht), een beperkt aantal immateriële activa
(computerprogrammatuur en verwerving van patenten en octrooien) en aankoop
van kostbaarheden (antiek en andere kunstvoorwerpen).
Bij aankoop van grond gaat het om grondaankoop en betaalde afkoop
erfpacht. Erfpacht betreft de vergoeding voor het gebruik van land of
bouwkavels. Door deze in erfpacht uit te geven (niet in eigendom) kan de
overheid bij verlenging een aanzienlijk hogere jaarlijkse erfpacht
(canon) bedingen, waardoor de overheid profiteert van de waardestijging.
De erfpachter kan deze canon in een keer voor de gehele looptijd van de
erfpacht afkopen.
Aankoop van goederen en diensten
De goederen en diensten die in het eigen productieproces worden verbruikt
en met arbeid en kapitaal worden omgevormd tot eindproducten. Niet
inbegrepen zijn de meeste goederen met een meerjarig nut (investeringen)
en het verbruik van vaste activa (afschrijvingen). Goederen en diensten
met een meerjarig nut die wél tot de aankoop van goederen en diensten zijn
gerekend betreffen: duurzame goederen van geringe omvang, onderzoek met
algemeen karakter (speur- en ontwikkelingswerk, algemeen bestemmingsplan),
militaire vernietigingswapens met een duurzaam karakter in vredestijd
(voer-, vaar- en vliegtuigen, technische installaties, munitie,
bewapening).
Overige goederen bij andere overheden
Betreft aankoop overige goederen en diensten uitsluitend bij andere
overheden, zoals gemeenten, provincies, waterschappen, wetenschappelijk
onderwijs, instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van de overheid
en sociale verzekeringsinstellingen. Waterschappen hebben als taken de
beheersing van het waterpeil, de waterkering en de zuivering van water.
Wetenschappelijk onderwijs wordt verzorgd door universiteiten en
aanverwante instellingen (koninklijk instituut voor de marine,
Koninklijke militaire academie) en beoogt studenten toe te leiden naar
een bachelor-, master (of in het verleden doctoraal) of doctordiploma en
universitair tweede fase beroepsonderwijs.
Instellingen zonder winstoogmerk betreffen verenigingen en stichtingen
die onder toezicht staan van en voornamelijk gefinancierd worden door de
overheid. Sociale verzekeringsinstellingen zijn instellingen die als
belangrijkste taak hebben het verstrekken van uitkeringen in het kader
van wettelijke sociale verzekeringsregelingen zoals de werkloosheidswet
(WW), algemene ouderdomswet (AOW) en de algemene wet bijzondere
ziektekosten (AWBZ).
Investeringen
Goederen die worden aangeschaft of in eigen beheer worden voortgebracht,
met als doel om als kapitaalgoed in het productieproces ingezet te worden.
Algemeen worden als zodanig beschouwd goederen met een levensduur van meer
dan een jaar (zoals gebouwen, woningen, machines, vervoermiddelen). Tot de
investeringen worden ook gerekend de niet-fysieke diensten die direct
samenhangen met het fysieke product (kosten van voorbereiding, ontwerp,
toezicht en eigendomsoverdracht), een beperkt aantal immateriële activa
(computerprogrammatuur en verwerving van patenten en octrooien) en aankoop
van kostbaarheden (antiek en andere kunstvoorwerpen).
Overige investeringen
Aankoop van gebruikte investeringsgoederen en kostbaarheden. Uitgesloten
is de aankoop van nieuwe investeringsgoederen en de aanleg van nieuwe
grond-, weg- en waterbouwkundige werken.
Aankoop van kostbaarheden
Aankoop van antiek, andere kunstvoorwerpen (schilderijen,
beeldhouwwerken), andere kostbaarheden (sieraden, goud).
Overdrachten
Betreft subsidies, inkomens- en kapitaaloverdrachten.
Subsidies zijn betalingen om niet die door de overheid of de instellingen
van de Europese Unie worden gedaan aan marktproducenten met het doel het
productieniveau, de productprijs of de kosten van productiefactoren te
beïnvloeden. Voorbeelden zijn loon-, rente- en werkgelegenheidssubsidies
en bijdragen in de tekorten van naamloze en besloten vennootschappen
(NV's, BV's) en marktbedrijven van het rijk (zoals de agentschappen
Nederlands Vaccin Instituut en Telecom). Zowel de NV als de BV is een
ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid, waarvan het kapitaal is
verdeeld. Bij de NV zijn deze aandelen overdraagbaar, bij de BV zijn deze
niet overdraagbaar.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren. Voorbeelden zijn premies, uitkeringen, giften, boetes,
afdrachten aan de Europese Unie en diverse overdrachten tussen
verschillende overheidslagen.
Kapitaaloverdrachten zijn alle betalingen waarvoor geen tegenprestatie
verwacht wordt en die drukken op het vermogen van de betaler of dienen om
investeringen in vaste activa of andere lange termijn uitgaven van de
ontvanger te financieren.
Subsidies en inkomensoverdrachten
Subsidies zijn betalingen om niet die door de overheid of de instellingen
van de Europese Unie worden gedaan aan marktproducenten met het doel het
productieniveau, de productprijs of de kosten van productiefactoren te
beïnvloeden. Voorbeelden zijn loon-, rente- en werkgelegenheidssubsidies
en bijdragen in de tekorten van naamloze en besloten vennootschappen
(NV's, BV's) en marktbedrijven van het rijk (zoals de agentschappen
Nederlands Vaccin Instituut en Telecom). Zowel de NV als de BV is een
ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid, waarvan het kapitaal is
verdeeld. Bij de NV zijn deze aandelen overdraagbaar, bij de BV zijn deze
niet overdraagbaar.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren. Voorbeelden zijn premies, uitkeringen, giften, boetes,
afdrachten aan de Europese Unie en diverse overdrachten tussen
verschillende overheidslagen.
Totaal subsidies en inkomensoverdrachten
Totaal van de subsidies en inkomensoverdrachten.
Subsidies zijn betalingen om niet die door de overheid of de instellingen
van de Europese Unie worden gedaan aan marktproducenten met het doel het
productieniveau, de productprijs of de kosten van productiefactoren te
beïnvloeden. Voorbeelden zijn loon-, rente- en werkgelegenheidssubsidies
en bijdragen in de tekorten van naamloze en besloten vennootschappen
(NV's, BV's) en marktbedrijven van het rijk (zoals de agentschappen
Nederlands Vaccin Instituut en Telecom). Zowel de NV als de BV is een
ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid, waarvan het kapitaal is
verdeeld. Bij de NV zijn deze aandelen overdraagbaar, bij de BV zijn deze
niet overdraagbaar.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren. Voorbeelden zijn premies, uitkeringen, giften, boetes,
afdrachten aan de Europese Unie en diverse overdrachten tussen
verschillende overheidslagen.
Inkomensoverdrachten aan bedrijven
Betreft subsidies en inkomensoverdrachten aan financiële en
niet-financiële ondernemingen.
Subsidies zijn betalingen om niet die door de overheid of de instellingen
van de Europese Unie worden gedaan aan marktproducenten met het doel het
productieniveau, de productprijs of de kosten van productiefactoren te
beïnvloeden. Voorbeelden zijn loon-, rente- en werkgelegenheidssubsidies
en bijdragen in de tekorten van naamloze en besloten vennootschappen
(NV's, BV's) en marktbedrijven van het rijk (zoals de agentschappen
Nederlands Vaccin Instituut en Telecom). Zowel de NV als de BV is een
ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid, waarvan het kapitaal is
verdeeld. Bij de NV zijn deze aandelen overdraagbaar, bij de BV zijn deze
niet overdraagbaar.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Financiële ondernemingen zijn vennootschappen met als hoofdfunctie
financiële bemiddeling (intermediatie) en/of het verlenen van financiële
hulpdiensten (banken, verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen).
Niet-financiële ondernemingen zijn vennootschappen met als hoofdfunctie de
productie van goederen en niet-financiële diensten.
Totaal inkomensoverdrachten bedrijven
Totaal subsidies en inkomensoverdrachten aan financiële en niet-financiële
ondernemingen.
Subsidies zijn betalingen om niet die door de overheid of de instellingen
van de Europese Unie worden gedaan aan marktproducenten met het doel het
productieniveau, de productprijs of de kosten van productiefactoren te
beïnvloeden. Voorbeelden zijn loon-, rente- en werkgelegenheidssubsidies
en bijdragen in de tekorten van naamloze en besloten vennootschappen
(NV's, BV's) en marktbedrijven van het rijk (zoals de agentschappen
Nederlands Vaccin Instituut en Telecom). Zowel de NV als de BV is een
ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid, waarvan het kapitaal is
verdeeld. Bij de NV zijn deze aandelen overdraagbaar, bij de BV zijn deze
niet overdraagbaar.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Financiële ondernemingen zijn vennootschappen met als hoofdfunctie
financiële bemiddeling (intermediatie) en/of het verlenen van financiële
hulpdiensten (banken, verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen).
Niet-financiële ondernemingen zijn vennootschappen met als hoofdfunctie de
productie van goederen en niet-financiële diensten.
Subsidies
Betalingen om niet die door de overheid of de instellingen van de Europese
Unie worden gedaan aan marktproducenten met het doel het productieniveau,
de productprijs of de kosten van productiefactoren te beïnvloeden.
Voorbeelden zijn loon-, rente- en werkgelegenheidssubsidies en bijdragen
in de tekorten van naamloze en besloten vennootschappen (NV's, BV's) en
marktbedrijven van het rijk (zoals de agentschappen Nederlands Vaccin
Instituut en Telecom). Zowel de NV als de BV is een ondernemingsvorm met
rechtspersoonlijkheid, waarvan het kapitaal is verdeeld. Bij de NV zijn
deze aandelen overdraagbaar, bij de BV zijn deze niet overdraagbaar.
Overige inkomensoverdrachten
Alle betalingen aan bedrijven waar geen directe tegenprestatie tegenover
staat en die niet drukken op het vermogen van de betaler en niet dienen om
lange termijn uitgaven van de ontvanger te financieren.
Inkomensoverdrachten aan gezinnen
Betreft uitkeringen sociale voorziening in geld, sociale overdrachten in
natura en overige inkomensoverdrachten.
Uitkeringen sociale voorziening in geld zijn uitkeringen in geld om de
financiële lasten te verlichten die voor gezinnen voortvloeien uit een
aantal risico's en behoeften, zoals ziekte, invaliditeit, ouderdom,
werkloosheid, gezin. Voorbeelden: zorgtoeslag, bijstand,
oorlogspensioenen, pensioenen voormalig overheidspersoneel overzeese
gebiedsdelen, kinderbijslag, studiebeurzen.
Sociale overdrachten in natura betreffen individuele goederen en diensten
die door de overheid in het kader van sociaal beleid gratis of tegen zeer
lage prijzen aan gezinnen ter beschikking worden gesteld. Het gaat hierbij
ondermeer om de huur- en kinderopvangtoeslag, rechtsbijstand en de
openbaar vervoer jaarkaart voor studenten.
Overige inkomensoverdrachten zijn alle betalingen aan gezinnen waar geen
directe tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen
van de betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger
te financieren. Niet inbegrepen zijn de uitkeringen sociale voorziening in
geld en sociale overdrachten in natura.
Tot de gezinnen worden gerekend alle particuliere huishoudens en de
personen in bejaardenoorden en andere instellingen in Nederland. Dit is
inclusief de bedrijven van zelfstandige ondernemers voor zover die geen
naamloze of besloten vennootschap (NV, BV) of andere rechtspersoon zijn.
Zowel de NV als de BV is een ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid,
waarvan het kapitaal is verdeeld. Bij de NV zijn deze aandelen
overdraagbaar, bij de BV zijn deze niet overdraagbaar.
Totaal inkomensoverdrachten aan gezinnen
Totaal van de uitkeringen sociale voorziening in geld, sociale
overdrachten in natura en overige inkomensoverdrachten aan gezinnen.
Uitkeringen sociale voorziening in geld zijn uitkeringen in geld om de
financiële lasten te verlichten die voor gezinnen voortvloeien uit een
aantal risico's en behoeften, zoals ziekte, invaliditeit, ouderdom,
werkloosheid, gezin. Voorbeelden: zorgtoeslag, bijstand,
oorlogspensioenen, pensioenen voormalig overheidspersoneel overzeese
gebiedsdelen, kinderbijslag, studiebeurzen.
Sociale overdrachten in natura betreffen individuele goederen en diensten
die door de overheid in het kader van sociaal beleid gratis of tegen zeer
lage prijzen aan gezinnen ter beschikking worden gesteld. Het gaat hierbij
ondermeer om de huur- en kinderopvangtoeslag, rechtsbijstand en de
openbaar vervoer jaarkaart voor studenten.
Overige inkomensoverdrachten zijn alle betalingen aan gezinnen waar geen
directe tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen
van de betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger
te financieren. Niet inbegrepen zijn de uitkeringen sociale voorziening in
geld en sociale overdrachten in natura.
Tot de gezinnen worden gerekend alle particuliere huishoudens en de
personen in bejaardenoorden en andere instellingen in Nederland. Dit is
inclusief de bedrijven van zelfstandige ondernemers voor zover die geen
naamloze of besloten vennootschap (NV, BV) of andere rechtspersoon zijn.
Zowel de NV als de BV is een ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid,
waarvan het kapitaal is verdeeld. Bij de NV zijn deze aandelen
overdraagbaar, bij de BV zijn deze niet overdraagbaar.
Uitkeringen sociale voorziening in geld
Uitkeringen in geld om de financiële lasten te verlichten die voor
gezinnen voortvloeien uit een aantal risico's en behoeften, zoals ziekte,
invaliditeit, ouderdom, werkloosheid, gezin. Voorbeelden: zorgtoeslag,
bijstand, oorlogspensioenen, pensioenen voormalig overheidspersoneel
overzeese gebiedsdelen, kinderbijslag, studiebeurzen.
Sociale overdrachten in natura
Sociale overdrachten in natura betreffen individuele goederen en diensten
die door de overheid in het kader van sociaal beleid gratis of tegen zeer
lage prijzen aan gezinnen ter beschikking worden gesteld. Het gaat hierbij
ondermeer om de huur- en kinderopvangtoeslag, rechtsbijstand en de
openbaar vervoer jaarkaart voor studenten.
Overige inkomensoverdrachten
Alle betalingen aan gezinnen waar geen directe tegenprestatie tegenover
staat en die niet drukken op het vermogen van de betaler en niet dienen om
lange termijn uitgaven van de ontvanger te financieren. Niet inbegrepen
zijn de uitkeringen sociale voorziening in geld en sociale overdrachten in
natura. Sociale overdrachten in natura betreffen individuele goederen en
diensten die door de overheid in het kader van sociaal beleid gratis of
tegen zeer lage prijzen aan gezinnen ter beschikking worden gesteld. Het
gaat hierbij ondermeer om de huur- en kinderopvangtoeslag, rechtsbijstand
en de openbaar vervoer jaarkaart voor studenten.
Uitkeringen sociale voorziening in geld zijn uitkeringen in geld om de
financiële lasten te verlichten die voor gezinnen voortvloeien uit een
aantal risico's en behoeften, zoals ziekte, invaliditeit, ouderdom,
werkloosheid, gezin. Voorbeelden: zorgtoeslag, bijstand,
oorlogspensioenen, pensioenen voormalig overheidspersoneel overzeese
gebiedsdelen, kinderbijslag, studiebeurzen.
Instellingen zonder winstoogmerkgezinnen
Inkomensoverdrachten aan instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van
gezinnen.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van gezinnen betreffen
verenigingen en stichtingen die diensten verrichten voor gezinnen en
merendeels worden gefinancierd door contributies en giften van
huishoudens.
Sociale verzekeringsinstellingen
Betreft inkomensoverdrachten aan sociale verzekeringsinstellingen.
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Sociale verzekeringsinstellingen zijn instellingen die als belangrijkste
taak hebben het verstrekken van uitkeringen in het kader van wettelijke
verzekeringsregelingen als wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA),
wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), werkloosheidswet (WW),
algemene ouderdomswet (AOW), algemene nabestaandenwet (ANW), algemene wet
bijzondere ziektekosten (AWBZ) en het basisgedeelte van de
Zorgverzekeringswet. Ook de toezichthoudende organen van deze
uitvoeringsorganen behoren hiertoe. De overheid is verantwoordelijk voor
de vaststelling of goedkeuring van de premies en de uitkeringen.
Voorbeelden zijn het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV),
de Sociale Verzekeringsbank (SVB), het College voor Zorgverzekeringen
(CVZ).
Inkomensoverdrachten aan het buitenland
Inkomensoverdrachten omvatten alle betalingen waar geen directe
tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de
betaler en niet dienen om lange termijn uitgaven van de ontvanger te
financieren.
Tot het buitenland worden gerekend de niet ingezeten eenheden als de
lidstaten en instellingen van de Europese Unie, derde landen en
internationale organisaties.