Inkomensverdeling particuliere huishoudens naar inkomensgroepen, 2005

Inkomensverdeling particuliere huishoudens naar inkomensgroepen, 2005

Regio's Inkomensverdeling Aantal huishoudens (absoluut) ** (x 1 000)
Nederland Totaal particulier huishouden 6.753,4
Nederland 1e 10%-groep; minder dan 12 600 euro 675,3
Nederland 2e 10%-groep; 12 600 tot 15 900 euro 675,3
Nederland 3e 10%-groep; 15 900 tot 19 000 euro 675,3
Nederland 4e 10%-groep; 19 000 tot 22 400 euro 675,3
Nederland 5e 10%-groep; 22 400 tot 26 300 euro 675,3
Nederland 6e 10%-groep; 26 300 tot 30 400 euro 675,3
Nederland 7e 10%-groep; 30 400 tot 35 000 euro 675,3
Nederland 8e 10%-groep; 35 000 tot 41 000 euro 675,3
Nederland 9e 10%-groep; 41 000 tot 51 000 euro 675,3
Nederland 10e 10%-groep; meer dan 51 000 euro 675,3
Amsterdam Totaal particulier huishouden 361,8
Amsterdam 1e 10%-groep; minder dan 12 600 euro 67,2
Amsterdam 2e 10%-groep; 12 600 tot 15 900 euro 43,2
Amsterdam 3e 10%-groep; 15 900 tot 19 000 euro 44,2
Amsterdam 4e 10%-groep; 19 000 tot 22 400 euro 40,8
Amsterdam 5e 10%-groep; 22 400 tot 26 300 euro 34,9
Amsterdam 6e 10%-groep; 26 300 tot 30 400 euro 28,7
Amsterdam 7e 10%-groep; 30 400 tot 35 000 euro 24,2
Amsterdam 8e 10%-groep; 35 000 tot 41 000 euro 24,5
Amsterdam 9e 10%-groep; 41 000 tot 51 000 euro 24,7
Amsterdam 10e 10%-groep; meer dan 51 000 euro 29,6
Arnhem Totaal particulier huishouden 63,7
Arnhem 1e 10%-groep; minder dan 12 600 euro 9,2
Arnhem 2e 10%-groep; 12 600 tot 15 900 euro 7,9
Arnhem 3e 10%-groep; 15 900 tot 19 000 euro 8,0
Arnhem 4e 10%-groep; 19 000 tot 22 400 euro 7,3
Arnhem 5e 10%-groep; 22 400 tot 26 300 euro 6,5
Arnhem 6e 10%-groep; 26 300 tot 30 400 euro 5,8
Arnhem 7e 10%-groep; 30 400 tot 35 000 euro 5,5
Arnhem 8e 10%-groep; 35 000 tot 41 000 euro 4,9
Arnhem 9e 10%-groep; 41 000 tot 51 000 euro 4,7
Arnhem 10e 10%-groep; meer dan 51 000 euro 4,0
Assen Totaal particulier huishouden 26,4
Assen 1e 10%-groep; minder dan 12 600 euro 2,6
Assen 2e 10%-groep; 12 600 tot 15 900 euro 2,8
Assen 3e 10%-groep; 15 900 tot 19 000 euro 2,8
Assen 4e 10%-groep; 19 000 tot 22 400 euro 2,7
Assen 5e 10%-groep; 22 400 tot 26 300 euro 3,0
Assen 6e 10%-groep; 26 300 tot 30 400 euro 3,1
Assen 7e 10%-groep; 30 400 tot 35 000 euro 2,8
Assen 8e 10%-groep; 35 000 tot 41 000 euro 2,5
Assen 9e 10%-groep; 41 000 tot 51 000 euro 2,1
Assen 10e 10%-groep; meer dan 51 000 euro 1,9
Groningen (gemeente) Totaal particulier huishouden 78,3
Groningen (gemeente) 1e 10%-groep; minder dan 12 600 euro 13,1
Groningen (gemeente) 2e 10%-groep; 12 600 tot 15 900 euro 10,6
Groningen (gemeente) 3e 10%-groep; 15 900 tot 19 000 euro 10,2
Groningen (gemeente) 4e 10%-groep; 19 000 tot 22 400 euro 9,1
Groningen (gemeente) 5e 10%-groep; 22 400 tot 26 300 euro 7,9
Groningen (gemeente) 6e 10%-groep; 26 300 tot 30 400 euro 6,7
Groningen (gemeente) 7e 10%-groep; 30 400 tot 35 000 euro 6,1
Groningen (gemeente) 8e 10%-groep; 35 000 tot 41 000 euro 5,7
Groningen (gemeente) 9e 10%-groep; 41 000 tot 51 000 euro 5,1
Groningen (gemeente) 10e 10%-groep; meer dan 51 000 euro 3,9
Haarlem Totaal particulier huishouden 67,3
Haarlem 1e 10%-groep; minder dan 12 600 euro 7,6
Haarlem 2e 10%-groep; 12 600 tot 15 900 euro 7,3
Haarlem 3e 10%-groep; 15 900 tot 19 000 euro 7,6
Haarlem 4e 10%-groep; 19 000 tot 22 400 euro 7,2
Haarlem 5e 10%-groep; 22 400 tot 26 300 euro 6,5
Haarlem 6e 10%-groep; 26 300 tot 30 400 euro 6,2
Haarlem 7e 10%-groep; 30 400 tot 35 000 euro 6,2
Haarlem 8e 10%-groep; 35 000 tot 41 000 euro 6,1
Haarlem 9e 10%-groep; 41 000 tot 51 000 euro 6,5
Haarlem 10e 10%-groep; meer dan 51 000 euro 6,2
Leeuwarden Totaal particulier huishouden 40,7
Leeuwarden 1e 10%-groep; minder dan 12 600 euro 6,2
Leeuwarden 2e 10%-groep; 12 600 tot 15 900 euro 5,6
Leeuwarden 3e 10%-groep; 15 900 tot 19 000 euro 4,8
Leeuwarden 4e 10%-groep; 19 000 tot 22 400 euro 4,5
Leeuwarden 5e 10%-groep; 22 400 tot 26 300 euro 4,3
Leeuwarden 6e 10%-groep; 26 300 tot 30 400 euro 3,9
Leeuwarden 7e 10%-groep; 30 400 tot 35 000 euro 3,4
Leeuwarden 8e 10%-groep; 35 000 tot 41 000 euro 3,1
Leeuwarden 9e 10%-groep; 41 000 tot 51 000 euro 2,6
Leeuwarden 10e 10%-groep; meer dan 51 000 euro 2,2
Lelystad Totaal particulier huishouden 29,3
Lelystad 1e 10%-groep; minder dan 12 600 euro 3,0
Lelystad 2e 10%-groep; 12 600 tot 15 900 euro 3,1
Lelystad 3e 10%-groep; 15 900 tot 19 000 euro 2,9
Lelystad 4e 10%-groep; 19 000 tot 22 400 euro 3,1
Lelystad 5e 10%-groep; 22 400 tot 26 300 euro 3,0
Lelystad 6e 10%-groep; 26 300 tot 30 400 euro 3,3
Lelystad 7e 10%-groep; 30 400 tot 35 000 euro 3,0
Lelystad 8e 10%-groep; 35 000 tot 41 000 euro 2,8
Lelystad 9e 10%-groep; 41 000 tot 51 000 euro 2,8
Lelystad 10e 10%-groep; meer dan 51 000 euro 2,5
Maastricht Totaal particulier huishouden 51,9
Maastricht 1e 10%-groep; minder dan 12 600 euro 7,0
Maastricht 2e 10%-groep; 12 600 tot 15 900 euro 6,4
Maastricht 3e 10%-groep; 15 900 tot 19 000 euro 6,0
Maastricht 4e 10%-groep; 19 000 tot 22 400 euro 5,7
Maastricht 5e 10%-groep; 22 400 tot 26 300 euro 5,2
Maastricht 6e 10%-groep; 26 300 tot 30 400 euro 5,2
Maastricht 7e 10%-groep; 30 400 tot 35 000 euro 4,4
Maastricht 8e 10%-groep; 35 000 tot 41 000 euro 4,3
Maastricht 9e 10%-groep; 41 000 tot 51 000 euro 4,2
Maastricht 10e 10%-groep; meer dan 51 000 euro 3,5
Middelburg (Z.) Totaal particulier huishouden 20,2
Middelburg (Z.) 1e 10%-groep; minder dan 12 600 euro 2,1
Middelburg (Z.) 2e 10%-groep; 12 600 tot 15 900 euro 2,1
Middelburg (Z.) 3e 10%-groep; 15 900 tot 19 000 euro 2,0
Middelburg (Z.) 4e 10%-groep; 19 000 tot 22 400 euro 2,3
Middelburg (Z.) 5e 10%-groep; 22 400 tot 26 300 euro 2,1
Middelburg (Z.) 6e 10%-groep; 26 300 tot 30 400 euro 2,0
Middelburg (Z.) 7e 10%-groep; 30 400 tot 35 000 euro 2,1
Middelburg (Z.) 8e 10%-groep; 35 000 tot 41 000 euro 2,1
Middelburg (Z.) 9e 10%-groep; 41 000 tot 51 000 euro 2,0
Middelburg (Z.) 10e 10%-groep; meer dan 51 000 euro 1,5
's-Gravenhage (gemeente) Totaal particulier huishouden 215,2
's-Gravenhage (gemeente) 1e 10%-groep; minder dan 12 600 euro 32,4
's-Gravenhage (gemeente) 2e 10%-groep; 12 600 tot 15 900 euro 25,6
's-Gravenhage (gemeente) 3e 10%-groep; 15 900 tot 19 000 euro 25,3
's-Gravenhage (gemeente) 4e 10%-groep; 19 000 tot 22 400 euro 23,3
's-Gravenhage (gemeente) 5e 10%-groep; 22 400 tot 26 300 euro 21,1
's-Gravenhage (gemeente) 6e 10%-groep; 26 300 tot 30 400 euro 17,8
's-Gravenhage (gemeente) 7e 10%-groep; 30 400 tot 35 000 euro 16,8
's-Gravenhage (gemeente) 8e 10%-groep; 35 000 tot 41 000 euro 16,9
's-Gravenhage (gemeente) 9e 10%-groep; 41 000 tot 51 000 euro 16,7
's-Gravenhage (gemeente) 10e 10%-groep; meer dan 51 000 euro 19,3
's-Hertogenbosch Totaal particulier huishouden 58,0
's-Hertogenbosch 1e 10%-groep; minder dan 12 600 euro 5,6
's-Hertogenbosch 2e 10%-groep; 12 600 tot 15 900 euro 5,7
's-Hertogenbosch 3e 10%-groep; 15 900 tot 19 000 euro 6,0
's-Hertogenbosch 4e 10%-groep; 19 000 tot 22 400 euro 5,7
's-Hertogenbosch 5e 10%-groep; 22 400 tot 26 300 euro 5,9
's-Hertogenbosch 6e 10%-groep; 26 300 tot 30 400 euro 5,4
's-Hertogenbosch 7e 10%-groep; 30 400 tot 35 000 euro 5,3
's-Hertogenbosch 8e 10%-groep; 35 000 tot 41 000 euro 5,8
's-Hertogenbosch 9e 10%-groep; 41 000 tot 51 000 euro 6,5
's-Hertogenbosch 10e 10%-groep; meer dan 51 000 euro 6,0
Utrecht (gemeente) Totaal particulier huishouden 119,6
Utrecht (gemeente) 1e 10%-groep; minder dan 12 600 euro 14,8
Utrecht (gemeente) 2e 10%-groep; 12 600 tot 15 900 euro 12,2
Utrecht (gemeente) 3e 10%-groep; 15 900 tot 19 000 euro 13,7
Utrecht (gemeente) 4e 10%-groep; 19 000 tot 22 400 euro 12,9
Utrecht (gemeente) 5e 10%-groep; 22 400 tot 26 300 euro 12,2
Utrecht (gemeente) 6e 10%-groep; 26 300 tot 30 400 euro 10,7
Utrecht (gemeente) 7e 10%-groep; 30 400 tot 35 000 euro 9,9
Utrecht (gemeente) 8e 10%-groep; 35 000 tot 41 000 euro 10,3
Utrecht (gemeente) 9e 10%-groep; 41 000 tot 51 000 euro 11,2
Utrecht (gemeente) 10e 10%-groep; meer dan 51 000 euro 11,7
Zwolle Totaal particulier huishouden 47,5
Zwolle 1e 10%-groep; minder dan 12 600 euro 4,7
Zwolle 2e 10%-groep; 12 600 tot 15 900 euro 4,7
Zwolle 3e 10%-groep; 15 900 tot 19 000 euro 5,1
Zwolle 4e 10%-groep; 19 000 tot 22 400 euro 4,9
Zwolle 5e 10%-groep; 22 400 tot 26 300 euro 5,1
Zwolle 6e 10%-groep; 26 300 tot 30 400 euro 4,9
Zwolle 7e 10%-groep; 30 400 tot 35 000 euro 5,0
Zwolle 8e 10%-groep; 35 000 tot 41 000 euro 4,9
Zwolle 9e 10%-groep; 41 000 tot 51 000 euro 4,5
Zwolle 10e 10%-groep; meer dan 51 000 euro 3,7
Bron: cbs.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Sinds 1946 houdt het Centraal Bureau voor de Statistiek regelmatig
onderzoek naar de regionale inkomensverdeling. Deze onderzoeken zijn
voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van
Financiën (de fiscale registers) en de Nederlandse gemeenten (de
bevolkingsregisters = GBA). De uiteindelijke resultaten uit het Regionaal
Inkomensonderzoek (RIO) zijn gebaseerd op een steekproef van ruim 1,9
miljoen huishoudens.

Inkomensverdelingen van personen of huishoudens, per landsdeel, provincie,
corop-gebied, grootstedelijke agglomeratie, stadsgewest en gemeente.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2005
Deze hernieuwde cijfers uit het RIO 2005 betreffen 'nader voorlopige
cijfers'.
Voor RIO 2005 heeft er eind maart 2008 een nieuwe productierun van het
inkomensproductie systeem plaatsgevonden met verbeterde invoerdata uit de
belastingregisters van 2005.
Met deze verbeterde invoerdata wordt het aantal te imputeren data op micro
niveau uit de voorgaande onderzoeksjaren (2004 en 2003) substantieel minder
waardoor de output kwalitatief beter wordt. Er blijkt nu uit de
plausibiliteitscontoles dat er in de aantallen en bedragen kleine
verschillen worden geconstateerd ten opzicht van de voorgaande productierun
van begin dit jaar waardoor wij genoodzaakt zijn de bestaande RIO 2005
output te herzien.
De peildatum is 1 januari 2006; de gegevens hebben betrekking op het
onderzoeksjaar 2005.

Frequentie: eenmalig
Omdat de gemeentelijke indeling jaarlijks verandert worden de uitkomsten
uit het RIO voor elk afzonderlijk onderzoeksjaar gepubliceerd; samenvoeging
of splitsing van gemeenten heeft tot gevolg dat alle informatie gerelateerd
aan het inkomen in een nieuw gevormde of gesplitste gemeente aanzienlijk
kan wijzigen waardoor vergelijkbaarheid in de tijd niet mogelijk is.

Toelichting onderwerpen

Aantal huishoudens (absoluut) **
De hier opgenomen populatie betreft particuliere huishoudens met inkomen.