Kerncijfers provinciemonitor; 2006 - 2009
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
De gezamenlijke provincies hebben het initiatief genomen een website samen
te stellen waardoor het mogelijk is gegevens over provincies onderling
te vergelijken. Vanaf het jaar 2007 heeft het InterProvinciaal Overleg
(IPO) het voortouw voor deze monitor genomen.
Het CBS heeft een groot aantal gegevens voor die monitor samengesteld.
Deels zijn de data direct ontleend aan StatLine, deels zijn het
bewerkte data van StatLine tabellen en deels zijn de uitkomsten het
resultaat van maatwerk. In deze tabel zijn de gegevens die
het CBS aanlevert opgenomen. Het betreft gegevens over gemeentelijke
herindelingen, bevolking, woningen, financiën, economie,
oppervlakte en verkeer en vervoer.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2006.
Frequentie: stopgezet.
De tabel is stopgezet, er vinden geen wijzigingen of aanvullingen meer
plaats.
Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie:
Over de volgende thema's zijn cijfers over 2009 toegevoegd:
- Gemeentelijke herindelingen;
- Bevolking;
- Woningen;
- Verkeer en vervoer;
- Oppervlakte.
Over financiën zijn cijfers over 2008 opgenomen.
Over economie zijn cijfers over 2006, 2007 en 2008 opgenomen.
Cijfers over verkeersslachtoffers zijn verwijderd. In plaats daarvan zijn
cijfers over verkeersdoden opgenomen
Toelichting onderwerpen
- Bevolking
- De bewoners van Nederland op 1 januari naar geslacht en
stedelijkheidsklasse.- Bevolking naar stedelijkheidsklasse
- Inwoners naar stedelijkheid op 1 januari (afgerond op tientallen; de som
van de afgeronde getallen is hierdoor niet altijd gelijk aan de afgeronde
som).
De stedelijkheid is een indeling voor de concentratie van menselijke
activiteiten gebaseerd op de gemiddelde omgevingsadressendichtheid (oad).
Hierbij zijn vijf categorieën onderscheiden:
- zeer sterk stedelijk: gemiddelde oad van 2500 of meer adressen per km²;
- sterk stedelijk: gemiddelde oad van 1500 tot 2500 adressen per km²;
- matig stedelijk: gemiddelde oad van 1000 tot 1500 adressen per km²;
- weinig stedelijk: gemiddelde oad van 500 tot 1000 adressen per km²;
- niet stedelijk: gemiddelde oad van minder dan 500 adressen per km².
Voor de berekening van de gemiddelde oad wordt eerst voor ieder adres de
omgevingsadressendichtheid vastgesteld. Dat is het aantal adressen binnen
een cirkel met een straal van één kilometer rondom een adres, gedeeld door
de oppervlakte van de cirkel. De omgevingsadressendichtheid wordt
uitgedrukt in adressen per km².
Daarna is het gemiddelde berekend van de omgevingsadressendichtheid van
alle afzonderlijke adressen binnen het beschouwde gebied (bijvoorbeeld een
gemeente of provincie).- Zeer sterk stedelijk
- Aantal inwoners in zeer sterk stedelijk gebied (2 500 adressen per km²
of meer).
- Sterk stedelijk
- Aantal inwoners in sterk stedelijk gebied (1 500 tot 2 500 adressen
per km²).
- Oppervlakte
- De actuele gegevens over de totale oppervlakte zijn berekend uit digitale
bestanden van de gemeentegrenzen welke jaarlijks worden samengesteld
door het Kadaster (Topografische Dienst). De onderverdeling in land en
water is berekend op grond van de meest recente gegevens afkomstig uit
de statistiek van het Bodemgebruik (Bodemstatistiek 2003).- Totaal water
- Totale oppervlakte binnen- en buitenwater.
Binnenwater breder dan 6 meter wordt tot water gerekend.
- Bodemgebruik 2003
- Totale oppervlakte van zowel water als land gebaseerd op bodemgebruik
2003.- Land en water totaal
- Totale oppervlakte van zowel water als land.
- Land
- Totale oppervlakte land op 1 januari 2003.
Bij het vaststellen van de totale oppervlakte land worden binnenwater
smaller dan zes meter, kwelders, schorren,
moerassen, rietlanden en dergelijke ook tot land gerekend.- Verkeersterrein
- Terrein in gebruik voor spoor-, weg- en luchtverkeer.
- Bebouwd terrein
- Terrein in gebruik voor wonen, werken, winkelen, uitgaan, cultuur en
openbare voorzieningen.- Totaal
- Totale oppervlakte van bebouwd terrein.
- Woonterrein
- Tot woonterrein wordt gerekend:
- terrein bebouwd met woongebouwen;
- bij woongebouwen behorende primaire voorzieningen zoals winkels, scholen
voor kleuter- en basisonderwijs, bijkantoren van onder andere banken;
- de aan woongebouwen grenzende groenstroken, straten, parkeerplaatsen,
grachten smaller dan zes meter, erven, tuinen, trapveldjes en
speelplaatsen.
Wanneer woonwijken in bos zijn gesitueerd en er sprake is van een
stratenpatroon dan wordt het gehele terrein als woonterrein aangemerkt.
Lintbebouwing van overwegend niet-agrarische woningen wordt tot
woonterrein gerekend zodra het om minstens vijf woningen gaat met een
onderlinge afstand van minder dan vijftig meter. Bij blokbebouwing mag de
onderlinge afstand tussen de woningen maximaal honderd meter bedragen. Tot
woonterrein worden eveneens gerekend woonwagenkampen (exclusief
wrakkenopslagplaatsen groter dan 0,1 hectare), woonboothavens,
serviceflats, verzorgingstehuizen, studentenhuisvesting en huisvesting
voor ziekenhuispersoneel. Terreinen worden pas tot woonterrein gerekend,
nadat de woongebouwen zijn opgeleverd.
- Bedrijventerrein
- Terrein in gebruik voor nijverheid, handel en zakelijke dienstverlening.
Tot bedrijfsterrein wordt gerekend:
- fabrieksterrein;
- haventerrein;
- veilingterrein;
- tentoonstellingsterrein;
- veemarkt (al dan niet overdekt);
- groothandelscomplex;
- terrein met banken en verzekeringsmaatschappijen en dergelijke;
- bijbehorend opslagterrein en parkeergelegenheid;
- garage (inclusief parkeergarage);
- garage van busmaatschappij;
- kantoorgebouw;
- bijbehorende parkeerterreinen;
Niet tot deze categorie behoren ingesloten braak-, en/of niet bouwrijpe
bedrijfsterreinen, deze worden tot bouwterrein gerekend.
- Overig bebouwd terrein
- Totaal bebouwd terrein verminderd met woonterrein en bedrijventerrein.
- Bos en open natuurlijk terrein
- Terrein in gebruik als bos, als droog of als nat open natuurlijk terrein.
- Water
- Totale oppervlakte binnen- en buitenwater op 1 januari 2003.
Binnenwater breder dan 6 meterwordt tot water gerekend.- Binnenwater
- Inlandig water in gebruik als vaarweg, recreatiewater, delfstofwinplaats,
vloei- en/of slibveld, of als spaarbekken, inclusief het IJsselmeer.- Totaal
- Totale oppervlakte van binnenwater.
- IJsselmeer/Markermeer
- Het water begrensd door de Afsluitdijk, de Ketelbrug, de Hollandsebrug
bij Muiderberg en de Oranje Sluizen bij Amsterdam.
- Rijn en Maas
- Wateren voortkomend uit de rivier de Rijn en de rivier de Maas, dus
inclusief hun benedenrivieren.
Als begrenzing geldt het Keteldiep (IJssel), de pieren van Hoek van
Holland (Nieuwe Waterweg) en het spoorgedeelte van de Moerdijkbruggen
(Amer), evenals de overgangen van de Dordtse Kil en het Spui in het
Haringvliet.
- Overig binnenwater
- Totaal binnenwater, verminderd met IJsselmeer/Markermeer en Rijn en Maas.
- Buitenwater
- Water buiten de gemiddelde hoogwaterlijn.