Inkomensverdeling alle huishoudens naar inkomensgroepen, 2005

Inkomensverdeling alle huishoudens naar inkomensgroepen, 2005

Regio's Inkomensverdeling Aantal huishoudens (absoluut) ** (x 1 000) Aantal huishoudens (in %) ** (%)
Groningen (PV) Totaal huishouden 272,7 100
Groningen (PV) 1e 10%-groep; minder dan 11 200 euro 44,6 16
Groningen (PV) 2e 10%-groep; 11 200 tot 14 600 euro 32,8 12
Groningen (PV) 3e 10%-groep; 14 600 tot 17 800 euro 30,8 11
Groningen (PV) 4e 10%-groep; 17 800 tot 21 200 euro 29,0 11
Groningen (PV) 5e 10%-groep; 21 200 tot 25 100 euro 27,5 10
Groningen (PV) 6e 10%-groep; 25 100 tot 29 300 euro 26,4 10
Groningen (PV) 7e 10%-groep; 29 300 tot 34 100 euro 24,3 9
Groningen (PV) 8e 10%-groep; 34 100 tot 40 100 euro 22,0 8
Groningen (PV) 9e 10%-groep; 40 100 tot 50 100 euro 19,6 7
Groningen (PV) 10e 10%-groep; meer dan 50 100 euro 15,6 6
Groningen (PV) 1e 10%-groep; minder dan 11 200 euro 44,6 16
Groningen (PV) 2e-4e 10%-groep; 11 200 tot 21 200 euro 92,6 34
Groningen (PV) 5e-8e 10%-groep; 21 200 tot 40 100 euro 100,3 37
Groningen (PV) 9e-10e 10%-groep; meer dan 40 100 euro 35,2 13
Oost-Groningen (CR) Totaal huishouden 66,8 100
Oost-Groningen (CR) 1e 10%-groep; minder dan 11 200 euro 5,4 8
Oost-Groningen (CR) 2e 10%-groep; 11 200 tot 14 600 euro 8,9 13
Oost-Groningen (CR) 3e 10%-groep; 14 600 tot 17 800 euro 8,1 12
Oost-Groningen (CR) 4e 10%-groep; 17 800 tot 21 200 euro 7,8 12
Oost-Groningen (CR) 5e 10%-groep; 21 200 tot 25 100 euro 7,6 11
Oost-Groningen (CR) 6e 10%-groep; 25 100 tot 29 300 euro 7,8 12
Oost-Groningen (CR) 7e 10%-groep; 29 300 tot 34 100 euro 6,9 10
Oost-Groningen (CR) 8e 10%-groep; 34 100 tot 40 100 euro 5,8 9
Oost-Groningen (CR) 9e 10%-groep; 40 100 tot 50 100 euro 4,9 7
Oost-Groningen (CR) 10e 10%-groep; meer dan 50 100 euro 3,5 5
Oost-Groningen (CR) 1e 10%-groep; minder dan 11 200 euro 5,4 8
Oost-Groningen (CR) 2e-4e 10%-groep; 11 200 tot 21 200 euro 24,8 37
Oost-Groningen (CR) 5e-8e 10%-groep; 21 200 tot 40 100 euro 28,2 42
Oost-Groningen (CR) 9e-10e 10%-groep; meer dan 40 100 euro 8,4 13
Overig Groningen (CR) Totaal huishouden 183,3 100
Overig Groningen (CR) 1e 10%-groep; minder dan 11 200 euro 37,4 20
Overig Groningen (CR) 2e 10%-groep; 11 200 tot 14 600 euro 21,2 12
Overig Groningen (CR) 3e 10%-groep; 14 600 tot 17 800 euro 19,9 11
Overig Groningen (CR) 4e 10%-groep; 17 800 tot 21 200 euro 18,6 10
Overig Groningen (CR) 5e 10%-groep; 21 200 tot 25 100 euro 17,4 9
Overig Groningen (CR) 6e 10%-groep; 25 100 tot 29 300 euro 15,9 9
Overig Groningen (CR) 7e 10%-groep; 29 300 tot 34 100 euro 15,0 8
Overig Groningen (CR) 8e 10%-groep; 34 100 tot 40 100 euro 14,2 8
Overig Groningen (CR) 9e 10%-groep; 40 100 tot 50 100 euro 12,9 7
Overig Groningen (CR) 10e 10%-groep; meer dan 50 100 euro 10,8 6
Overig Groningen (CR) 1e 10%-groep; minder dan 11 200 euro 37,4 20
Overig Groningen (CR) 2e-4e 10%-groep; 11 200 tot 21 200 euro 59,8 33
Overig Groningen (CR) 5e-8e 10%-groep; 21 200 tot 40 100 euro 62,5 34
Overig Groningen (CR) 9e-10e 10%-groep; meer dan 40 100 euro 23,7 13
Groningen (GA) Totaal huishouden 113,3 100
Groningen (GA) 1e 10%-groep; minder dan 11 200 euro 31,8 28
Groningen (GA) 2e 10%-groep; 11 200 tot 14 600 euro 13,2 12
Groningen (GA) 3e 10%-groep; 14 600 tot 17 800 euro 12,5 11
Groningen (GA) 4e 10%-groep; 17 800 tot 21 200 euro 11,0 10
Groningen (GA) 5e 10%-groep; 21 200 tot 25 100 euro 9,9 9
Groningen (GA) 6e 10%-groep; 25 100 tot 29 300 euro 8,2 7
Groningen (GA) 7e 10%-groep; 29 300 tot 34 100 euro 7,5 7
Groningen (GA) 8e 10%-groep; 34 100 tot 40 100 euro 7,1 6
Groningen (GA) 9e 10%-groep; 40 100 tot 50 100 euro 6,5 6
Groningen (GA) 10e 10%-groep; meer dan 50 100 euro 5,7 5
Groningen (GA) 1e 10%-groep; minder dan 11 200 euro 31,8 28
Groningen (GA) 2e-4e 10%-groep; 11 200 tot 21 200 euro 36,7 32
Groningen (GA) 5e-8e 10%-groep; 21 200 tot 40 100 euro 32,7 29
Groningen (GA) 9e-10e 10%-groep; meer dan 40 100 euro 12,2 11
Groningen (SG) Totaal huishouden 172,5 100
Groningen (SG) 1e 10%-groep; minder dan 11 200 euro 35,9 21
Groningen (SG) 2e 10%-groep; 11 200 tot 14 600 euro 19,0 11
Groningen (SG) 3e 10%-groep; 14 600 tot 17 800 euro 18,0 10
Groningen (SG) 4e 10%-groep; 17 800 tot 21 200 euro 16,7 10
Groningen (SG) 5e 10%-groep; 21 200 tot 25 100 euro 16,0 9
Groningen (SG) 6e 10%-groep; 25 100 tot 29 300 euro 14,5 8
Groningen (SG) 7e 10%-groep; 29 300 tot 34 100 euro 14,1 8
Groningen (SG) 8e 10%-groep; 34 100 tot 40 100 euro 13,6 8
Groningen (SG) 9e 10%-groep; 40 100 tot 50 100 euro 13,1 8
Groningen (SG) 10e 10%-groep; meer dan 50 100 euro 11,6 7
Groningen (SG) 1e 10%-groep; minder dan 11 200 euro 35,9 21
Groningen (SG) 2e-4e 10%-groep; 11 200 tot 21 200 euro 53,7 31
Groningen (SG) 5e-8e 10%-groep; 21 200 tot 40 100 euro 58,3 34
Groningen (SG) 9e-10e 10%-groep; meer dan 40 100 euro 24,7 14
Beuningen Totaal huishouden 9,9 100
Beuningen 1e 10%-groep; minder dan 11 200 euro 0,6 6
Beuningen 2e 10%-groep; 11 200 tot 14 600 euro 0,9 9
Beuningen 3e 10%-groep; 14 600 tot 17 800 euro 0,8 8
Beuningen 4e 10%-groep; 17 800 tot 21 200 euro 0,9 9
Beuningen 5e 10%-groep; 21 200 tot 25 100 euro 1,0 10
Beuningen 6e 10%-groep; 25 100 tot 29 300 euro 1,0 10
Beuningen 7e 10%-groep; 29 300 tot 34 100 euro 1,2 12
Beuningen 8e 10%-groep; 34 100 tot 40 100 euro 1,2 12
Beuningen 9e 10%-groep; 40 100 tot 50 100 euro 1,2 12
Beuningen 10e 10%-groep; meer dan 50 100 euro 1,3 13
Beuningen 1e 10%-groep; minder dan 11 200 euro 0,6 6
Beuningen 2e-4e 10%-groep; 11 200 tot 21 200 euro 2,6 26
Beuningen 5e-8e 10%-groep; 21 200 tot 40 100 euro 4,3 43
Beuningen 9e-10e 10%-groep; meer dan 40 100 euro 2,5 25
Groningen (gemeente) Totaal huishouden 104,7 100
Groningen (gemeente) 1e 10%-groep; minder dan 11 200 euro 31,2 30
Groningen (gemeente) 2e 10%-groep; 11 200 tot 14 600 euro 12,5 12
Groningen (gemeente) 3e 10%-groep; 14 600 tot 17 800 euro 11,7 11
Groningen (gemeente) 4e 10%-groep; 17 800 tot 21 200 euro 10,3 10
Groningen (gemeente) 5e 10%-groep; 21 200 tot 25 100 euro 9,1 9
Groningen (gemeente) 6e 10%-groep; 25 100 tot 29 300 euro 7,4 7
Groningen (gemeente) 7e 10%-groep; 29 300 tot 34 100 euro 6,6 6
Groningen (gemeente) 8e 10%-groep; 34 100 tot 40 100 euro 6,2 6
Groningen (gemeente) 9e 10%-groep; 40 100 tot 50 100 euro 5,4 5
Bron: cbs.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Sinds 1946 houdt het Centraal Bureau voor de Statistiek regelmatig
onderzoek naar de regionale inkomensverdeling. Deze onderzoeken zijn
voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van
Financiën (de fiscale registers) en de Nederlandse gemeenten (de
bevolkingsregisters = GBA). De uiteindelijke resultaten uit het Regionaal
Inkomensonderzoek (RIO) zijn gebaseerd op een steekproef van ruim 1,9
miljoen huishoudens.

Inkomensverdelingen van personen of huishoudens, per landsdeel, provincie,
corop-gebied, grootstedelijke agglomeratie, stadsgewest en gemeente.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2005
Deze hernieuwde cijfers uit het RIO 2005 betreffen 'nader voorlopige
cijfers'.
Voor RIO 2005 heeft er eind maart 2008 een nieuwe productierun van het
inkomensproductie systeem plaatsgevonden met verbeterde invoerdata uit de
belastingregisters van 2005.
Met deze verbeterde invoerdata wordt het aantal te imputeren data op micro
niveau uit de voorgaande onderzoeksjaren (2004 en 2003) substantieel minder
waardoor de output kwalitatief beter wordt. Er blijkt nu uit de
plausibiliteitscontoles dat er in de aantallen en bedragen kleine
verschillen worden geconstateerd ten opzicht van de voorgaande productierun
van begin dit jaar waardoor wij genoodzaakt zijn de bestaande RIO 2005
output te herzien.
De peildatum is 1 januari 2006; de gegevens hebben betrekking op het
onderzoeksjaar 2005.

Frequentie: eenmalig
Omdat de gemeentelijke indeling jaarlijks verandert worden de uitkomsten
uit het RIO voor elk afzonderlijk onderzoeksjaar gepubliceerd; samenvoeging
of splitsing van gemeenten heeft tot gevolg dat alle informatie gerelateerd
aan het inkomen in een nieuw gevormde of gesplitste gemeente aanzienlijk
kan wijzigen waardoor vergelijkbaarheid in de tijd niet mogelijk is.

Toelichting onderwerpen

Aantal huishoudens (absoluut) **
De hier opgenomen populatie betreft particuliere-, studenten- en
institutionele huishoudens met inkomen.
Aantal huishoudens (in %) **
De hier opgenomen populatie betreft particuliere-, studenten- en
institutionele huishoudens met inkomen in procenten van het totaal
aantal per afzonderlijke regio.