Landbouw; gewassen, dieren, grondgebruik, bedrijfstype, 2000 - 2009

Tabeltoelichting

Oppervlakte gewassen, aantal dieren en bijbehorend aantal bedrijven,
naar bedrijfstype, Nederland totaal.
2000 - 2009
Gewijzigd op 02 juli 2010.
Verschijningsfrequentie: Stopgezet.

Toelichting onderwerpen

Aantal landbouwbedrijven, totaal
Bedrijven met agrarische productie, hoofdvestiging in Nederland, en
een economische omvang >= 3 NGE (Nederlandse Grootte Eenheden)
(<3 NGE betreft zeer kleine bedrijven, gedacht moet worden aan
bijvoorbeeld 2 melkkoeien of 2 are groene paprika).
_
Voor meer uitleg over de NGE wordt verwezen naar de toelichting bij de
tabeltitel.
Akkerbouw
Akkerbouw is teelt in de volle grond, veelal voor industriële verwerking,
of dierlijke consumptie.
_
Tot de akkerbouw wordt gerekend: akkerbouwgewassen (bijvoorbeeld
granen, aardappelen, peulvruchten, akkerbouwgroenten), groenvoedergewassen
(bijvoorbeeld snijmais) en braakland.
_
Hierbij gaat het uitsluitend om de oppervlakte hoofdgewassen (eerste
teelt) dus exclusief de oppervlakte van gewassen onder dekvrucht (gewassen
die tegelijk met het hoofdgewas, het dekvruchtgewas, worden gezaaid maar
langzamer groeien dan het dekvruchtgewas waardoor ze bescherming krijgen
van het dekvruchtgewas tegen bijvoorbeeld onkruid of droogte) en
stoppelgewassen (gewassen die als tweede gewas worden gezaaid en in het
najaar als groenvoeder of groenbemestingsgewas benut kunnen worden).
Areaal akkerbouw
Groenvoedergewassen
Groenvoedergewassen zijn gewassen die worden gebruikt als vers
plantaardig veevoer.
_
Groenvoedergewassen zijn onder andere klaver, luzerne, snijmais en
tijdelijk grasland.
_
Blijvend- en natuurlijk grasland staan bij "Graasdieren en grasland".
Tijdelijk grasland
Grond met een natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere
kruidachtige voedergewassen, die voor minder dan 5 jaar niet in de
vruchtwisseling is meegenomen.
_
Blijvend- en natuurlijk grasland staan bij "Graasdieren en grasland".
Aantal bedrijven met akkerbouw
Groenvoedergewassen
Groenvoedergewassen zijn gewassen die worden gebruikt als vers
plantaardig veevoer.
_
Groenvoedergewassen zijn onder andere klaver, luzerne, snijmais en
tijdelijk grasland.
_
Blijvend- en natuurlijk grasland staan bij "Graasdieren en grasland".
Tijdelijk grasland
Grond met een natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere
kruidachtige voedergewassen, die voor minder dan 5 jaar niet in de
vruchtwisseling is meegenomen.
Paddenstoelenteelt
Omvang paddenstoelenteelt
Overige eetbare paddenstoelen
Bijvoorbeeld oesterzwammen, shii-take.
Gegeven is het substraatverbruik in ton (bijvoorbeeld stro of zaagsel),
niet de productie.
Graasdieren en grasland
Graasdieren zijn paarden en pony's, rundvee, schapen en geiten op
agrarische bedrijven.
Aantal graasdieren en areaal grasland
Paarden en pony's
Uitsluitend de op geregistreerde landbouwbedrijven voorkomende paarden
en pony's.
Paarden
Paarden van drie jaar en ouder
Pony's
Pony's van drie jaar en ouder
Blijvend en natuurlijk grasland
Tijdelijk grasland wordt bij de groenvoedergewassen (akkerbouw) geteld.
Blijvend en natuurlijk grasland, totaal
Blijvend grasland
Grond met een natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere
kruidachtige voedergewassen, die voor ten minste 5 jaar niet in de
vruchtwisseling is meegenomen.
Natuurlijk grasland
Grond met een natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere
kruidachtige voedergewassen waarvan de opbrengst niet meer bedraagt dan
5 ton droge stof/ha per jaar en waarbij het beheer gedurende meerdere
jaren op geen enkele wijze gericht is op een verhoging of handhaving van
de landbouwkundige productie. Hiermee worden maatregelen bedoeld zoals
bemesting, drainage en onkruidbestrijding.
_
Grasland dat niet aan deze definitie voldoet, maar waarvoor wel een
beheersovereenkomst is gesloten, die meestal betrekking heeft op uitstel
van beweiding en maaien van de eerste snede en/of vermindering van
het aantal dieren per ha ter bescherming van weidevogels,
wordt bij blijvend grasland vermeld.