Gemeenterekeningen; balans per gemeente 2005-2014

Gemeenterekeningen; balans per gemeente 2005-2014

Regio's Perioden Activa in 1000 euro Vaste activa Financiële vaste activa Leningen aan verbonden partijen (1000 euro) Activa in euro/inwoner Vaste activa Financiële vaste activa Leningen aan verbonden partijen (euro/inw)
Alphen aan den Rijn 2014 730 7
Beverwijk 2014 57 1
Bleiswijk 2014
Bodegraven-Reeuwijk 2014 0 0
Capelle aan den IJssel 2014 23.899 361
Harderwijk 2014 9.057 198
Horst aan de Maas 2014 11.168 268
Katwijk 2014 22.170 353
Krimpen aan den IJssel 2014 366 13
Millingen aan de Rijn 2014 792 135
Nieuwerkerk aan den IJssel 2014
Noordwijk 2014 0 0
Noordwijkerhout 2014 8.572 537
Oisterwijk 2014 0 0
Oostzaan 2014 0 0
Reeuwijk 2014
Rijswijk (ZH.) 2014 865 18
Scherpenzeel 2014 0 0
Steenwijkerland 2014 12.443 287
Valkenburg aan de Geul 2014 1.981 119
Waalwijk 2014 17.120 368
Wijk bij Duurstede 2014 3.392 147
Winterswijk 2014 3.563 123
Zaanstad 2014 21.524 143
Zeevang 2014 0 0
Zeewolde 2014 8 0
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over de balanssamenstelling van individuele gemeenten. De balans vormt een onderdeel van de financiële jaarrekening van gemeenten. In de tabel worden de balansstanden aan het eind van het jaar gepresenteerd. De bedragen zijn zowel in duizenden euro's als in euro's per inwoner vermeld.

Gegevens beschikbaar van 2005 tot 2014.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per: 21 december 2016
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Activa in 1000 euro
Alle bezittingen waarover de gemeente beschikt. Een hoofdonderscheid bestaat tussen bezittingen die meer duurzaam van aard zijn en bezittingen waarvoor dit minder geldt. De duurzame bezittingen zijn de vaste activa. De minder duurzame zijn de vlottende activa.
Vaste activa
Eigendommen die in economische zin bestemd zijn om duurzaam (langer dan één jaar) bij te dragen aan de werkzaamheid van de gemeente. Onder de vaste activa worden afzonderlijk opgenomen de immateriële, materiële en financiële vaste activa.
Financiële vaste activa
De financiële vaste activa betreffen de financiële relaties van duurzame aard met andere instellingen, ondernemingen en partijen. Deze duurzame financiële relatie ontstaat door deel te nemen in het kapitaal van die andere onderneming of instelling, door het verstrekken van een langlopende lening, door de aankoop van een obligatie, en dergelijke. Naast financiële vaste activa bestaan ook financiële vlottende activa. Deze laatste zijn een onderdeel van de (totale) vlottende activa. De grens voor het onderscheid tussen 'vast' en 'vlottend' ligt bij één jaar: hierbij gaat het erom of de ontstane financiële relatie al of niet duurzaam is bedoeld. Voor geldleningen geldt in het bijzonder als norm: de duur van de rentetypische looptijd. De rentetypische looptijd is de termijn gedurende de looptijd van de lening, waarin in overeenstemming met de leningvoorwaarden sprake is van een - door de geldverstrekker - niet-beïnvloedbare, constante rentevergoeding. Niet tot de financiële vaste activa wordt gerekend de verstrekte bijdragen aan activa die eigendom zijn van 'derden' (andere partijen). Deze worden gerekend tot de immateriële vaste activa.
Leningen aan verbonden partijen
(Geld)leningen die verstrekt zijn voor een periode van langer dan één jaar aan verbonden partijen. Verbonden partijen zijn die partijen waarmee de gemeente een bestuurlijke relatie heeft en waarin zij een financieel belang heeft. Voor de partij die de geldlening ontvangt, behoort deze geldlening tot het vreemde vermogen. Kenmerkend voor het vreemd vermogen is dat dit aan de geldlener moet worden terugbetaald.
Activa in euro/inwoner
Alle bezittingen waarover de gemeente beschikt. Een hoofdonderscheid bestaat tussen bezittingen die meer duurzaam van aard zijn en bezittingen waarvoor dit minder geldt. De duurzame bezittingen zijn de vaste activa. De minder duurzame zijn de vlottende activa.
Vaste activa
Eigendommen die in economische zin bestemd zijn om duurzaam (langer dan één jaar) bij te dragen aan de werkzaamheid van de gemeente. Onder de vaste activa worden afzonderlijk opgenomen de immateriële, materiële en financiële vaste activa.
Financiële vaste activa
De financiële vaste activa betreffen de financiële relaties van duurzame aard met andere instellingen, ondernemingen en partijen. Deze duurzame financiële relatie ontstaat door deel te nemen in het kapitaal van die andere onderneming of instelling, door het verstrekken van een langlopende lening, door de aankoop van een obligatie, en dergelijke. Naast financiële vaste activa bestaan ook financiële vlottende activa. Deze laatste zijn een onderdeel van de (totale) vlottende activa. De grens voor het onderscheid tussen 'vast' en 'vlottend' ligt bij één jaar: hierbij gaat het erom of de ontstane financiële relatie al of niet duurzaam is bedoeld. Voor geldleningen geldt in het bijzonder als norm: de duur van de rentetypische looptijd. De rentetypische looptijd is de termijn gedurende de looptijd van de lening, waarin in overeenstemming met de leningvoorwaarden sprake is van een - door de geldverstrekker -niet-beïnvloedbare, constante rentevergoeding. Niet tot de financiële vaste activa wordt gerekend de verstrekte bijdragen aan activa die eigendom zijn van 'derden' (andere partijen). Deze worden gerekend tot de immateriële vaste activa.
Leningen aan verbonden partijen
(Geld)leningen die verstrekt zijn voor een periode van langer dan één jaar aan verbonden partijen. Verbonden partijen zijn die partijen waarmee de gemeente een bestuurlijke relatie heeft en waarin zij een financieel belang heeft. Voor de partij die de geldlening ontvangt, behoort deze geldlening tot het vreemde vermogen. Kenmerkend voor het vreemd vermogen is dat dit aan de geldlener moet worden terugbetaald.