Inkomensverdeling particuliere huishoudens naar inkomensgroepen, 2004

Bekijk volledige tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Inkomensverdeling Aantal huishoudens (absoluut)* (x 1 000)
Totaal particulier huishouden 6,0
1e 10%-groep; minder dan 12 500 euro 0,4
2e 10%-groep; 12 500 tot 15 800 euro 0,5
3e 10%-groep; 15 800 tot 18 800 euro 0,5
4e 10%-groep; 18 800 tot 22 000 euro 0,6
5e 10%-groep; 22 000 tot 25 600 euro 0,6
6e 10%-groep; 25 600 tot 29 600 euro 0,5
7e 10%-groep; 29 600 tot 34 100 euro 0,7
8e 10%-groep; 34 100 tot 39 900 euro 0,7
9e 10%-groep; 39 900 tot 49 400 euro 0,7
10e 10%-groep; meer dan 49 400 euro 0,6
1e 10%-groep; minder dan 12 500 euro 0,4
2e-4e 10%-groep; 12 500 tot 22 000 euro 1,7
5e-8e 10%-groep; 22 000 tot 39 900 euro 2,6
9e-10e 10%-groep; meer dan 39 900 euro 1,3
Bron: cbs.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Sinds 1946 houdt het Centraal Bureau voor de Statistiek regelmatig
onderzoek naar de regionale inkomensverdeling. Deze onderzoeken zijn
voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van
Financiën (de fiscale registers) en de Nederlandse gemeenten
(de bevolkingsregisters = GBA).
De uiteindelijke RIO resultaten zijn gebaseerd op een steekproef
van 1,9 miljoen huishoudens.

Inkomensverdelingen van personen en huishoudens, per landsdeel,
provincie, corop-gebied, grootstedelijke agglomeratie, stadsgewest
en gemeente.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2004
De cijfers uit het Regionaal Inkomensonderzoek (RIO) 2004 zijn voorlopige
cijfers.

Frequentie: eenmalig
Omdat de gemeentelijke indeling jaarlijks verandert worden de uitkomsten
uit het RIO voor elk afzonderlijk onderzoeksjaar gepubliceerd; samenvoeging

of splitsing van gemeenten heeft tot gevolg dat alle informatie gerelateerd

aan het inkomen in een nieuw gevormde of gesplitste gemeente aanzienlijk
kan wijzigen waardoor vergelijkbaarheid in de tijd niet mogelijk is.

Toelichting onderwerpen

Aantal huishoudens (absoluut)*
De hier opgenomen populatie betreft particuliere huishoudens met inkomen.