Particuliere huish. met laag inkomen / rond soc. minimum, na revisie, 2002

Particuliere huish. met laag inkomen / rond soc. minimum, na revisie, 2002

Regio's Samenstelling van het huishouden Aantal huishoudens met een laag inkomen (%)
Nederland Totaal particulier huishouden 8
Nederland Eenpersoonshuishouden 13
Nederland Paar zonder kinderen 4
Nederland Paar met kinderen 5
Nederland Eenoudergezin 21
Noord-Nederland Totaal particulier huishouden 8
Noord-Nederland Eenpersoonshuishouden 13
Noord-Nederland Paar zonder kinderen 4
Noord-Nederland Paar met kinderen 6
Noord-Nederland Eenoudergezin 22
Oost-Nederland Totaal particulier huishouden 7
Oost-Nederland Eenpersoonshuishouden 12
Oost-Nederland Paar zonder kinderen 4
Oost-Nederland Paar met kinderen 5
Oost-Nederland Eenoudergezin 19
West-Nederland Totaal particulier huishouden 9
West-Nederland Eenpersoonshuishouden 13
West-Nederland Paar zonder kinderen 3
West-Nederland Paar met kinderen 6
West-Nederland Eenoudergezin 21
Zuid-Nederland Totaal particulier huishouden 7
Zuid-Nederland Eenpersoonshuishouden 13
Zuid-Nederland Paar zonder kinderen 4
Zuid-Nederland Paar met kinderen 5
Zuid-Nederland Eenoudergezin 20
Groningen Totaal particulier huishouden 10
Groningen Eenpersoonshuishouden 15
Groningen Paar zonder kinderen 4
Groningen Paar met kinderen 6
Groningen Eenoudergezin 25
Friesland Totaal particulier huishouden 8
Friesland Eenpersoonshuishouden 13
Friesland Paar zonder kinderen 4
Friesland Paar met kinderen 6
Friesland Eenoudergezin 21
Drenthe Totaal particulier huishouden 7
Drenthe Eenpersoonshuishouden 11
Drenthe Paar zonder kinderen 3
Drenthe Paar met kinderen 6
Drenthe Eenoudergezin 21
Overijssel Totaal particulier huishouden 8
Overijssel Eenpersoonshuishouden 12
Overijssel Paar zonder kinderen 4
Overijssel Paar met kinderen 6
Overijssel Eenoudergezin 20
Flevoland Totaal particulier huishouden 8
Flevoland Eenpersoonshuishouden 13
Flevoland Paar zonder kinderen 3
Flevoland Paar met kinderen 6
Flevoland Eenoudergezin 22
Gelderland Totaal particulier huishouden 7
Gelderland Eenpersoonshuishouden 12
Gelderland Paar zonder kinderen 3
Gelderland Paar met kinderen 5
Gelderland Eenoudergezin 18
Utrecht Totaal particulier huishouden 7
Utrecht Eenpersoonshuishouden 11
Utrecht Paar zonder kinderen 3
Utrecht Paar met kinderen 5
Utrecht Eenoudergezin 17
Noord-Holland Totaal particulier huishouden 9
Noord-Holland Eenpersoonshuishouden 14
Noord-Holland Paar zonder kinderen 3
Noord-Holland Paar met kinderen 6
Noord-Holland Eenoudergezin 21
Zuid-Holland Totaal particulier huishouden 9
Zuid-Holland Eenpersoonshuishouden 13
Zuid-Holland Paar zonder kinderen 3
Zuid-Holland Paar met kinderen 6
Zuid-Holland Eenoudergezin 22
Zeeland Totaal particulier huishouden 7
Zeeland Eenpersoonshuishouden 12
Zeeland Paar zonder kinderen 3
Zeeland Paar met kinderen 5
Zeeland Eenoudergezin 20
Noord-Brabant Totaal particulier huishouden 7
Noord-Brabant Eenpersoonshuishouden 12
Noord-Brabant Paar zonder kinderen 3
Noord-Brabant Paar met kinderen 5
Noord-Brabant Eenoudergezin 19
Limburg Totaal particulier huishouden 8
Limburg Eenpersoonshuishouden 14
Limburg Paar zonder kinderen 4
Limburg Paar met kinderen 5
Limburg Eenoudergezin 21
Oost-Groningen Totaal particulier huishouden 9
Oost-Groningen Eenpersoonshuishouden 13
Oost-Groningen Paar zonder kinderen 5
Oost-Groningen Paar met kinderen 6
Oost-Groningen Eenoudergezin 24
Delfzijl en omgeving Totaal particulier huishouden 9
Delfzijl en omgeving Eenpersoonshuishouden 13
Delfzijl en omgeving Paar zonder kinderen 4
Delfzijl en omgeving Paar met kinderen 7
Delfzijl en omgeving Eenoudergezin 30
Overig Groningen Totaal particulier huishouden 10
Overig Groningen Eenpersoonshuishouden 15
Overig Groningen Paar zonder kinderen 4
Overig Groningen Paar met kinderen 6
Overig Groningen Eenoudergezin 24
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Sinds 1946 houdt het Centraal Bureau voor de Statistiek regelmatig
onderzoek naar de regionale inkomensverdeling. Deze onderzoeken zijn
voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van
Financiën (de fiscale registers) en de Nederlandse gemeenten
(de bevolkingsregisters = GBA).
De uiteindelijke RIO resultaten zijn gebaseerd op een steekproef
van 1,9 miljoen huishoudens.

De cijfers in deze tabel wijken af van de eerder gepubliceerde
cijfers over 2002 omdat het besteedbaar inkomen en de ophoging
gebruikt is conform de methodiek 2003 (zie ook 4.5 en 4.7.4).
In het verdere verloop van deze toelichting spreken we
over 'nárevisie 2003'.

Inkomensverdelingen van personen en huishoudens, per landsdeel,
provincie, corop-gebied, grootstedelijke agglomeratie, stadsgewest
en gemeente.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2002

Frequentie: eenmalig
Omdat de gemeentelijke indeling jaarlijks verandert worden de
uitkomsten uit het RIO voor elk afzonderlijk onderzoeksjaar
gepubliceerd; samenvoeging of splitsing van gemeenten heeft tot
gevolg dat alle informatie gerelateerd aan het inkomen in een
nieuw gevormde of gesplitste gemeente aanzienlijk kan wijzigen
waardoor vergelijkbaarheid in de tijd niet mogelijk is.

Toelichting onderwerpen

Aantal huishoudens met een laag inkomen
Het percentage huishoudens met een laag inkomen met de desbetreffende
huishoudenssamenstelling.
De lage-inkomensgrens is vastgesteld op 9.249 euro. Dit bedrag komt in
koopkracht ongeveer overeen met de koopkracht van een bijstandsuitkering
voor een alleenstaande in 1979, toen deze op zijn hoogst was. Het
inkomensbegrip dat in deze publicatie wordt gehanteerd, is het
besteedbaar inkomen verminderd met eventueel ontvangen
huursubsidie. Om te bepalen hoe het inkomen van een huishouden zich
verhoudt tot de lage-inkomensgrens, wordt het inkomen van
een huishouden gecorrigeerd voor verschillen in huishoudenssamenstelling
en voor de prijsontwikkeling. De correctie voor verschillen in
samenstelling vindt plaats met behulp van equivalentiefactoren.
In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het
gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met
behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het
inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de
inkomensniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt.
Vervolgens wordt dit gestandaardiseerde inkomen (met
consumentenprijsindices) herleid naar het prijspeil in 2000.
Het resulterende inkomen is laag wanneer het minder is dan 9.