Inkomensverdeling alle huishoudens naar inkomensgroepen, na revisie, 2001

Inkomensverdeling alle huishoudens naar inkomensgroepen, na revisie, 2001

Regio's Inkomensgroepen Aantal huishoudens (absoluut) (x 1 000) Aantal huishoudens (in %) (%)
Zaanstreek Totaal huishouden 66,4 100
Zaanstreek 1e 10%-groep; minder dan 10 600 euro 4,3 6
Zaanstreek 2e 10%-groep; 10 600 tot 13 800 euro 6,5 10
Zaanstreek 3e 10%-groep; 13 800 tot 16 700 euro 6,8 10
Zaanstreek 4e 10%-groep; 16 700 tot 19 800 euro 6,9 10
Zaanstreek 5e 10%-groep; 19 800 tot 23 400 euro 6,8 10
Zaanstreek 6e 10%-groep; 23 400 tot 27 400 euro 6,7 10
Zaanstreek 7e 10%-groep; 27 400 tot 31 900 euro 7,2 11
Zaanstreek 8e 10%-groep; 31 900 tot 37 600 euro 7,4 11
Zaanstreek 9e 10%-groep; 37 600 tot 46 900 euro 7,4 11
Zaanstreek 10e 10%-groep; meer dan 46 900 euro 6,4 10
Zaanstreek 1e 10%-groep; minder dan 10 600 euro 4,3 6
Zaanstreek 2e-4e 10%-groep; 10 600 tot 19 800 euro 20,2 30
Zaanstreek 5e-8e 10%-groep; 19 800 tot 37 600 euro 28,1 42
Zaanstreek 9e-10e 10%-groep; meer dan 37 600 euro 13,8 21
Zeeuwsch-Vlaanderen Totaal huishouden 47,6 100
Zeeuwsch-Vlaanderen 1e 10%-groep; minder dan 10 600 euro 3,6 8
Zeeuwsch-Vlaanderen 2e 10%-groep; 10 600 tot 13 800 euro 5,4 11
Zeeuwsch-Vlaanderen 3e 10%-groep; 13 800 tot 16 700 euro 5,0 11
Zeeuwsch-Vlaanderen 4e 10%-groep; 16 700 tot 19 800 euro 5,1 11
Zeeuwsch-Vlaanderen 5e 10%-groep; 19 800 tot 23 400 euro 4,8 10
Zeeuwsch-Vlaanderen 6e 10%-groep; 23 400 tot 27 400 euro 4,9 10
Zeeuwsch-Vlaanderen 7e 10%-groep; 27 400 tot 31 900 euro 4,9 10
Zeeuwsch-Vlaanderen 8e 10%-groep; 31 900 tot 37 600 euro 4,9 10
Zeeuwsch-Vlaanderen 9e 10%-groep; 37 600 tot 46 900 euro 4,7 10
Zeeuwsch-Vlaanderen 10e 10%-groep; meer dan 46 900 euro 4,4 9
Zeeuwsch-Vlaanderen 1e 10%-groep; minder dan 10 600 euro 3,6 8
Zeeuwsch-Vlaanderen 2e-4e 10%-groep; 10 600 tot 19 800 euro 15,5 33
Zeeuwsch-Vlaanderen 5e-8e 10%-groep; 19 800 tot 37 600 euro 19,4 41
Zeeuwsch-Vlaanderen 9e-10e 10%-groep; meer dan 37 600 euro 9,1 19
Millingen aan de Rijn Totaal huishouden 2,4 100
Millingen aan de Rijn 1e 10%-groep; minder dan 10 600 euro 0,1 4
Millingen aan de Rijn 2e 10%-groep; 10 600 tot 13 800 euro 0,3 12
Millingen aan de Rijn 3e 10%-groep; 13 800 tot 16 700 euro 0,2 7
Millingen aan de Rijn 4e 10%-groep; 16 700 tot 19 800 euro 0,2 10
Millingen aan de Rijn 5e 10%-groep; 19 800 tot 23 400 euro 0,2 10
Millingen aan de Rijn 6e 10%-groep; 23 400 tot 27 400 euro 0,2 10
Millingen aan de Rijn 7e 10%-groep; 27 400 tot 31 900 euro 0,3 14
Millingen aan de Rijn 8e 10%-groep; 31 900 tot 37 600 euro 0,3 14
Millingen aan de Rijn 9e 10%-groep; 37 600 tot 46 900 euro 0,3 11
Millingen aan de Rijn 10e 10%-groep; meer dan 46 900 euro 0,2 7
Millingen aan de Rijn 1e 10%-groep; minder dan 10 600 euro 0,1 4
Millingen aan de Rijn 2e-4e 10%-groep; 10 600 tot 19 800 euro 0,7 30
Millingen aan de Rijn 5e-8e 10%-groep; 19 800 tot 37 600 euro 1,1 48
Millingen aan de Rijn 9e-10e 10%-groep; meer dan 37 600 euro 0,4 18
Amstelveen Totaal huishouden 37,6 100
Amstelveen 1e 10%-groep; minder dan 10 600 euro 4,1 11
Amstelveen 2e 10%-groep; 10 600 tot 13 800 euro 2,7 7
Amstelveen 3e 10%-groep; 13 800 tot 16 700 euro 3,4 9
Amstelveen 4e 10%-groep; 16 700 tot 19 800 euro 3,1 8
Amstelveen 5e 10%-groep; 19 800 tot 23 400 euro 3,6 10
Amstelveen 6e 10%-groep; 23 400 tot 27 400 euro 3,3 9
Amstelveen 7e 10%-groep; 27 400 tot 31 900 euro 3,3 9
Amstelveen 8e 10%-groep; 31 900 tot 37 600 euro 3,6 10
Amstelveen 9e 10%-groep; 37 600 tot 46 900 euro 4,1 11
Amstelveen 10e 10%-groep; meer dan 46 900 euro 6,4 17
Amstelveen 1e 10%-groep; minder dan 10 600 euro 4,1 11
Amstelveen 2e-4e 10%-groep; 10 600 tot 19 800 euro 9,2 25
Amstelveen 5e-8e 10%-groep; 19 800 tot 37 600 euro 13,7 37
Amstelveen 9e-10e 10%-groep; meer dan 37 600 euro 10,5 28
Oostzaan Totaal huishouden 3,7 100
Oostzaan 1e 10%-groep; minder dan 10 600 euro 0,2 4
Oostzaan 2e 10%-groep; 10 600 tot 13 800 euro 0,3 7
Oostzaan 3e 10%-groep; 13 800 tot 16 700 euro 0,2 6
Oostzaan 4e 10%-groep; 16 700 tot 19 800 euro 0,3 7
Oostzaan 5e 10%-groep; 19 800 tot 23 400 euro 0,3 8
Oostzaan 6e 10%-groep; 23 400 tot 27 400 euro 0,4 11
Oostzaan 7e 10%-groep; 27 400 tot 31 900 euro 0,4 10
Oostzaan 8e 10%-groep; 31 900 tot 37 600 euro 0,6 15
Oostzaan 9e 10%-groep; 37 600 tot 46 900 euro 0,6 15
Oostzaan 10e 10%-groep; meer dan 46 900 euro 0,6 15
Oostzaan 1e 10%-groep; minder dan 10 600 euro 0,2 4
Oostzaan 2e-4e 10%-groep; 10 600 tot 19 800 euro 0,8 21
Oostzaan 5e-8e 10%-groep; 19 800 tot 37 600 euro 1,7 45
Oostzaan 9e-10e 10%-groep; meer dan 37 600 euro 1,1 30
Ouder-Amstel Totaal huishouden 5,8 100
Ouder-Amstel 1e 10%-groep; minder dan 10 600 euro 0,3 5
Ouder-Amstel 2e 10%-groep; 10 600 tot 13 800 euro 0,4 7
Ouder-Amstel 3e 10%-groep; 13 800 tot 16 700 euro 0,5 9
Ouder-Amstel 4e 10%-groep; 16 700 tot 19 800 euro 0,5 9
Ouder-Amstel 5e 10%-groep; 19 800 tot 23 400 euro 0,5 10
Ouder-Amstel 6e 10%-groep; 23 400 tot 27 400 euro 0,5 9
Ouder-Amstel 7e 10%-groep; 27 400 tot 31 900 euro 0,5 9
Ouder-Amstel 8e 10%-groep; 31 900 tot 37 600 euro 0,6 10
Ouder-Amstel 9e 10%-groep; 37 600 tot 46 900 euro 0,8 14
Ouder-Amstel 10e 10%-groep; meer dan 46 900 euro 1,1 20
Ouder-Amstel 1e 10%-groep; minder dan 10 600 euro 0,3 5
Ouder-Amstel 2e-4e 10%-groep; 10 600 tot 19 800 euro 1,4 24
Ouder-Amstel 5e-8e 10%-groep; 19 800 tot 37 600 euro 2,1 37
Ouder-Amstel 9e-10e 10%-groep; meer dan 37 600 euro 1,9 34
Zaanstad Totaal huishouden 60,1 100
Zaanstad 1e 10%-groep; minder dan 10 600 euro 4,0 7
Zaanstad 2e 10%-groep; 10 600 tot 13 800 euro 6,0 10
Zaanstad 3e 10%-groep; 13 800 tot 16 700 euro 6,3 10
Zaanstad 4e 10%-groep; 16 700 tot 19 800 euro 6,2 10
Zaanstad 5e 10%-groep; 19 800 tot 23 400 euro 6,2 10
Zaanstad 6e 10%-groep; 23 400 tot 27 400 euro 6,1 10
Zaanstad 7e 10%-groep; 27 400 tot 31 900 euro 6,5 11
Zaanstad 8e 10%-groep; 31 900 tot 37 600 euro 6,5 11
Zaanstad 9e 10%-groep; 37 600 tot 46 900 euro 6,6 11
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Sinds 1946 houdt het Centraal Bureau voor de Statistiek regelmatig
onderzoek naar de regionale inkomensverdeling. Deze onderzoeken zijn
voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van
Financiën (de fiscale registers) en de Nederlandse gemeenten
(de bevolkingsregisters = GBA).
De uiteindelijke RIO resultaten zijn gebaseerd op een steekproef
van 1,9 miljoen huishoudens.

De cijfers in deze tabel wijken af van de eerder gepubliceerde
cijfers over 2001 omdat het besteedbaar inkomen en de ophoging
gebruikt is conform de methodiek 2003 (zie ook 4.5 en 4.7.4).
In het verdere verloop van deze toelichting spreken we
over 'ná revisie 2003'.

Inkomensverdelingen van personen en huishoudens, per landsdeel,
provincie, corop-gebied, grootstedelijke agglomeratie, stadsgewest
en gemeente.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2001

Frequentie: eenmalig
Omdat de gemeentelijke indeling jaarlijks verandert worden de
uitkomsten uit het RIO voor elk afzonderlijk onderzoeksjaar
gepubliceerd; samenvoeging of splitsing van gemeenten heeft tot
gevolg dat alle informatie gerelateerd aan het inkomen in een
nieuw gevormde of gesplitste gemeente aanzienlijk kan wijzigen
waardoor vergelijkbaarheid in de tijd niet mogelijk is.

Toelichting onderwerpen

Aantal huishoudens (absoluut)
De hier opgenomen populatie betreft alle huishoudens met inkomen.
Aantal huishoudens (in %)
De hier opgenomen populatie betreft alle huishoudens met inkomen.