Inkomensverd. personen (52 wk.ink.)naar inkomensgroepen, na revisie, 2001

Bekijk volledige tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Regio's Aantal pers. met 52 weken inkomen (abs.) (x 1 000) Aantal pers. met 52 weken inkomen (in %) (%)
Nederland 10.653,7 100
Noord-Nederland 1.106,4 100
Oost-Nederland 2.209,6 100
West-Nederland 4.984,6 100
Zuid-Nederland 2.353,0 100
Groningen 376,3 100
Friesland 412,6 100
Drenthe 317,5 100
Overijssel 713,2 100
Flevoland 211,0 100
Gelderland 1.285,4 100
Utrecht 760,0 100
Noord-Holland 1.725,7 100
Zuid-Holland 2.252,0 100
Zeeland 246,8 100
Noord-Brabant 1.592,5 100
Limburg 760,5 100
Oost-Groningen 102,6 100
Delfzijl en omgeving 34,2 100
Overig Groningen 239,5 100
Noord-Friesland 212,6 100
Zuidwest-Friesland 66,6 100
Zuidoost-Friesland 133,4 100
Noord-Drenthe 120,6 100
Zuidoost-Drenthe 113,5 100
Zuidwest-Drenthe 83,5 100
Noord-Overijssel 216,2 100
Zuidwest-Overijssel 96,8 100
Twente 400,2 100
Veluwe 411,1 100
Achterhoek 255,7 100
Arnhem/Nijmegen 472,6 100
Zuidwest-Gelderland 146,0 100
Utrecht 760,0 100
Kop van Noord-Holland 236,3 100
Alkmaar en omgeving 149,4 100
IJmond 126,5 100
Agglomeratie Haarlem 150,5 100
Zaanstreek 104,4 100
Groot-Amsterdam 795,1 100
Het Gooi en Vechtstreek 163,6 100
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek 256,9 100
Agglomeratie 's-Gravenhage 500,9 100
Delft en Westland 140,2 100
Oost-Zuid-Holland 210,0 100
Groot-Rijnmond 889,8 100
Zuidoost-Zuid-Holland 254,2 100
Zeeuwsch-Vlaanderen 70,9 100
Overig Zeeland 175,9 100
West-Noord-Brabant 399,4 100
Midden-Noord-Brabant 298,2 100
Noordoost-Noord-Brabant 415,5 100
Zuidoost-Noord-Brabant 479,4 100
Noord-Limburg 184,2 100
Midden-Limburg 147,1 100
Zuid-Limburg 429,2 100
Flevoland 211,0 100
Groningen 132,0 100
Leeuwarden 61,3 100
Zwolle 73,8 100
Enschede 99,1 100
Apeldoorn 105,3 100
Arnhem 97,5 100
Nijmegen 105,7 100
Amersfoort 105,4 100
Utrecht 270,6 100
Amsterdam 683,2 100
Haarlem 131,4 100
Leiden 166,6 100
's-Gravenhage 416,0 100
Rotterdam 662,2 100
Dordrecht 158,8 100
Breda 110,1 100
Tilburg 149,2 100
's-Hertogenbosch 107,3 100
Eindhoven 208,5 100
Geleen/Sittard 94,3 100
Heerlen 143,5 100
Maastricht 83,2 100
Groningen 224,2 100
Leeuwarden 103,9 100
Zwolle 109,7 100
Enschede 203,3 100
Apeldoorn 143,4 100
Arnhem 235,8 100
Nijmegen 183,2 100
Amersfoort 171,3 100
Utrecht 373,1 100
Amsterdam 945,9 100
Haarlem 277,0 100
Leiden 218,2 100
's-Gravenhage 582,8 100
Rotterdam 784,9 100
Dordrecht 183,7 100
Breda 202,3 100
Tilburg 192,2 100
's-Hertogenbosch 125,5 100
Eindhoven 262,4 100
Geleen/Sittard 112,1 100
Heerlen 176,1 100
Bron: cbs.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Sinds 1946 houdt het Centraal Bureau voor de Statistiek regelmatig
onderzoek naar de regionale inkomensverdeling. Deze onderzoeken zijn
voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van
Financiën (de fiscale registers) en de Nederlandse gemeenten
(de bevolkingsregisters = GBA).
De uiteindelijke RIO resultaten zijn gebaseerd op een steekproef
van 1,9 miljoen huishoudens.

De cijfers in deze tabel wijken af van de eerder gepubliceerde
cijfers over 2001 omdat het besteedbaar inkomen en de ophoging
gebruikt is conform de methodiek 2003 (zie ook 4.5 en 4.7.4).
In het verdere verloop van deze toelichting spreken we
over 'ná revisie 2003'.

Inkomensverdelingen van personen en huishoudens, per landsdeel,
provincie, corop-gebied, grootstedelijke agglomeratie, stadsgewest
en gemeente.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2001

Frequentie: eenmalig
Omdat de gemeentelijke indeling jaarlijks verandert worden de
uitkomsten uit het RIO voor elk afzonderlijk onderzoeksjaar
gepubliceerd; samenvoeging of splitsing van gemeenten heeft tot
gevolg dat alle informatie gerelateerd aan het inkomen in een
nieuw gevormde of gesplitste gemeente aanzienlijk kan wijzigen
waardoor vergelijkbaarheid in de tijd niet mogelijk is.

Toelichting onderwerpen

Aantal pers. met 52 weken inkomen (abs.)
Personen die het gehele jaar inkomen hebben, worden tot de categorie
met 52 weken inkomen gerekend. De categorie zelfstandigen behoort tot
de groep die het gehele jaar inkomen hebben.
Personen die in het onderzoeksjaar gedurende kortere tijd of over een
qua tijdsduur onbekende periode inkomen hebben, worden samengenomen in
de groep minder dan 52 weken inkomen.
Aantal pers. met 52 weken inkomen (in %)
Personen die het gehele jaar inkomen hebben, worden tot de categorie
met 52 weken inkomen gerekend. De categorie zelfstandigen behoort tot
de groep die het gehele jaar inkomen hebben.
Personen die in het onderzoeksjaar gedurende kortere tijd of over een
qua tijdsduur onbekende periode inkomen hebben, worden samengenomen in
de groep minder dan 52 weken inkomen.