Ondernemingsklimaat; kapitaalgoederen en investeringen 1990-2011

Ondernemingsklimaat; kapitaalgoederen en investeringen 1990-2011

Landen Perioden Investeringen Investeringsquote bedrijvensector (% van bruto binnenlands product) Investeringen ICT-investeringen ICT-investeringen, totaal (% van de totale investeringen) Investeringen ICT-investeringen IT-apparatuur (% van ICT-investeringen) Investeringen ICT-investeringen Communicatiemiddelen (% van ICT-investeringen) Investeringen ICT-investeringen Software (% van ICT-investeringen) Investeringen Directe buitenlandse investeringen (DBI) DBI, inkomend (% van bruto binnenlands product) Investeringen Directe buitenlandse investeringen (DBI) DBI, uitgaand (% van bruto binnenlands product) Investeringen Directe buitenlandse investeringen (DBI) DBI, saldo (uitgaand - inkomend) (% van bruto binnenlands product) Investeringen Directe buitenlandse investeringen (DBI) Voorraadvorming DBI DBI, inkomend, voorraad (% van bruto binnenlands product) Investeringen Directe buitenlandse investeringen (DBI) Voorraadvorming DBI DBI, saldo uitgaand - inkomend, voorraad (% van bruto binnenlands product)
Australië 2011 19,4 . . . . 4,4 1,1 -3,4 36,5 -11,3
België 2011 13,3 . . . . 17,4 13,8 -3,6 195,1 -5,6
Canada 2011 14,4 . . . . 2,4 2,9 0,5 34,3 4,3
Denemarken 2011 10,6 . . . . 4,5 7,1 2,7 43,9 29,1
Duitsland 2011 11,7 . . . . 1,1 1,5 0,4 25,2 14,1
Finland 2011 10,3 . . . . . 2,0 . 31,1 21,0
Frankrijk 2011 10,8 . . . . 1,5 3,3 1,8 34,3 22,6
Hongarije 2011 17,7 . . . . 3,4 3,3 -0,1 60,5 -43,5
Ierland 2011 5,3 . . . . 5,3 . . 115,7 28,5
Italië 2011 . . . . . 1,3 2,2 0,8 15,1 8,2
Japan 2011 13,6 . . . . . 1,9 . 3,8 12,6
Nederland 2011 10,1 . . . . 2,0 3,8 1,8 69,6 47,4
Oostenrijk 2011 15,0 . . . . 3,4 7,3 3,9 39,5 7,4
Polen 2011 . . . . . 2,9 1,1 -1,8 38,4 -28,7
Spanje 2011 . . . . . 2,0 2,5 0,5 42,5 0,4
Tsjechië 2011 . . . . . 2,5 0,5 -2,0 58,2 -51,0
Verenigd Koninkrijk 2011 8,5 . . . . 2,2 4,4 2,2 49,6 22,0
Verenigde Staten 2011 10,7 . . . . 1,6 2,8 1,2 19,4 11,8
Zuid-Korea 2011 18,6 . . . . 0,4 1,8 1,4 12,2 2,2
Zweden 2011 11,8 . . . . 2,3 5,0 2,7 62,9 3,8
EU-15 2011 . . . . . . 3,2 . . .
OESO 2011 . . . . . 1,8 2,8 1,0 . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze tabel staan de internationale ontwikkelingen in de kapitaalgoederenvoorraad en de investeringen centraal. Naast het beeld voor de totale economie is een uitsplitsing gemaakt voor ICT (Informatie- en Communicatie Technologie). De tabel heeft zowel betrekking op de fysieke kapitaalgoederenvoorraad en de vernieuwing of uitbreiding daarvan door middel van (buitenlandse) investeringen, als op het geldkapitaal dat nodig is om de investeringen te financieren, in het bijzonder het geïnvesteerde durfkapitaal. De omvang van het kapitaal en de investeringen in een land worden grotendeels bepaald door de geneigdheid van ondernemers om tot investeren over te gaan. Het investeringsgedrag wordt mede bepaald door het ondernemingsklimaat.

Let op: Om een internationale vergelijking mogelijk te maken is bij de bepaling van de hier gepresenteerde cijfers gebruikgemaakt van internationaal vergelijkbare definities, die soms afwijken van de normaal door het CBS gehanteerde definities. Hierdoor kunnen verschillen optreden tussen deze cijfers en elders op de CBS-website gepubliceerde nationale cijfers.

Gegevens beschikbaar vanaf 1990 tot en met 2011.

Status van de cijfers:
De externe bronnen voor deze tabel leveren regelmatig bijgestelde gegevens over voorgaande perioden. Zo komt het regelmatig voor dat landen alsnog cijfers leveren over oudere jaren. Het omgekeerde, dat oudere cijfers worden teruggetrokken, gebeurt ook nu en dan. Deze bijgestelde gegevens worden in de tabel niet als zodanig gekenmerkt.

Wijzigingen per 22 december 2017:
Geen, tabel is stop gezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet.

Toelichting onderwerpen

Investeringen
Aanvullingen op de kapitaalgoederenvoorraad, al dan niet ter vervanging van afgeschreven of afgestoten delen van de kapitaalgoederenvoorraad.
Investeringsquote bedrijvensector
Reële bruto kapitaalinvesteringen in vaste activa door ondernemingen, exclusief woningen, gedeeld door het reële bruto binnenlands product. 'Reële' bij bruto kapitaalinvesteringen betekent dat de waarde van de investeringen wordt gecorrigeerd voor prijsontwikkelingen en inflatie. Dit geldt ook voor het reële bruto binnenlands product. 'Bruto' bij kapitaalinvesteringen in vaste activa betekent in dit geval dat het gaat om de totale waarde van de gecumuleerde (samengevoegde) investeringen in de kapitaalgoederenvoorrraad, inclusief de afschrijvingen.

Bron: OESO, Economic Outlook No. 87.
ICT-investeringen
Nominale bruto investeringen in informatie- en communicatietechnologie (ICT) als percentage van de totale investeringen. 'Bruto' betekent dat het gaat om de totale waarde van de gecumuleerde (samengevoegde) investeringen, inclusief afschrijvingen.

Bron: EU KLEMS.
ICT-investeringen, totaal
IT-apparatuur
Investeringen in IT-apparatuur als percentage van de totale ICT-investeringen.
Communicatiemiddelen
Investeringen in communicatiemiddelen als percentage van de totale ICT-investeringen.
Software
Investeringen in software als percentage van de totale ICT-investeringen.
Directe buitenlandse investeringen (DBI)
Directe buitenlandse investeringen (DBI) worden gedefinieerd als een directe investering van een (rechts)persoon in een bedrijf van een andere economie met de bedoeling een blijvend belang te verwerven. Het 'blijvend belang' betekent dat er een langdurige band tussen de investeerder en de onderneming ontstaat en een aanzienlijke mate van invloed door de investeerder op de leiding van de onderneming. De directe investering heeft betrekking op zowel de eerste investering als alle daaropvolgende
transacties tussen beide (rechts)personen. Absolute controle door de buitenlandse investeerder is niet vereist; een aandeel van minimaal 10 procent houdt in dat de investeerder de leiding van het bedrijf kan beïnvloeden, of direct aan de leiding kan deelnemen.

Bron: OESO, Foreign direct investment database.

Vergelijkbaarheid: Ondanks verbeteringen in het toepassen van internationale standaarden in recente jaren, bestaan er nog steeds methodologische verschillen tussen landen. In een gezamenlijke enquête van IMF en OESO is de mate onderzocht waarin de internationale standaarden worden toegepast in de OESO-landen en ook in een dertigtal niet-OESO-landen.
DBI, inkomend
Inkomende directe buitenlandse investeringen (DBI). Het betreft hier bijvoorbeeld een buitenlands moederbedrijf dat investeringen doet in haar Nederlandse dochterbedrijf.
DBI, uitgaand
Uitgaande directe buitenlandse investeringen (DBI). Het betreft hier bijvoorbeeld een Nederlands moederbedrijf dat investeringen doet in haar buitenlandse dochterbedrijf.
DBI, saldo (uitgaand - inkomend)
Het saldo is berekend door de inkomende directe buitenlandse investeringen (DBI) van de uitgaande DBI af te trekken.
Voorraadvorming DBI
Deze indicator geeft de door de jaren heen opgebouwde positie van buitenlandse investeerders in de verschillende landen (DBI inkomend, voorraad) weer en omgekeerd, van de opgebouwde positie van investeerders van de verschillende landen in het buitenland (DBI uitgaand, voorraad). Het betreft de voorraadgegevens ultimo het betreffende jaar.
DBI, inkomend, voorraad
De som van de jaarlijkse buitenlandse directe investeringen in de bedrijven van een land.

Bron: OESO.
DBI, saldo uitgaand - inkomend, voorraad
Het saldo is berekend door de voorraad inkomende directe buitenlandse investeringen van de uitgaande voorraad DBI af te trekken.

Bron: OESO.