Bevolkingskernen 2001; steden en dorpen in Nederland
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
In Nederland was het bij de traditionele naoorlogse volkstellingen tot 1971 gebruikelijk om een overzicht van bevolkingsconcentraties met de bijbehorende inwonertallen te verstrekken. Daarvoor werd de zogenaamde plaatselijke indeling gebruikt.
Al bij de Volkstelling van 1947 werd het bestuurlijke niveau van de gemeenten minder geschikt geacht voor het schetsen van een beeld van de verspreiding van de bevolking over het land, vanwege de sterke verschillen in omvang en uitgestrektheid van de gemeenten.
Inmiddels is, sinds 1947, het aantal gemeenten ruimschoots gehalveerd. Een landelijk overzicht van de ruimtelijke spreiding van de bevolking is daarom, meer nog dan vijftig jaar geleden, van belang, temeer omdat het laatste overzicht dateert van drie decennia geleden.
Bij gelegenheid van de Nederlandse virtuele volkstelling 2001 heeft het CBS deze draad weer opgepakt.
Daarbij heeft de wens van de Europese Commissie om via het Europese Volkstellingprogramma 2001 statistische informatie te verkrijgen over de bevolking van de zogenaamde 'urban areas' ook een rol gespeeld.
Naar aanleiding van dit programma heeft het CBS voor alle bevolkingskernen de statistische gegevens samengesteld, en niet alleen voor die kernen die als 'urban areas' door de Europese Unie worden aangemerkt.
Gegevens: verslagjaar 2001.
Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie.
Met ingang van 7 december 2012 is de naamgeving van de bevolkingskernen in Friesland met de Friese naamgeving aangevuld.
Status van de cijfers: definitief
Toelichting onderwerpen
- Bevolkingsamenstelling
- Betreft de geregistreerde bevolking van Nederland op 1 januari 2001 naar
leeftijd, nationaliteit en positie in het huishouden.- Personen in huishoudens
- Totaal personen in huishoudens
- Personen in particuliere huishoudens
- Een particulier huishouden bestaat uit een verzameling van één of meer
personen die een woonruimte bewonen en zichzelf particulier, dat wil
zeggen niet-bedrijfsmatig, voorzien in huisvesting en dagelijkse
levensbehoeften.
- Personen in institutionele huishoudens
- Een institutioneel huishouden bestaat uit een verzameling van twee of
meer personen die een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden
voorzien van huisvesting en dagelijkse levensbehoeften.
Bij bewoners in institutionele huishoudens gaat het om de bewoners van
instellingen zoals verpleeg-, bejaarden- en kindertehuizen,
gezinsvervangende tehuizen, revalidatiecentra en gevangenissen, die daar
in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
- Huishoudens naar grootte
- Totaal
- 1 persoon
- Éénpersoonshuishouden.
- 2 personen
- 3 personen
- 4 personen
- 5 personen
- 6 personen of meer