Kerncijfers wijken en buurten 2009-2012

Kerncijfers wijken en buurten 2009-2012

Regio's Perioden Bevolking Aantal inwoners (aantal) Energie Gemiddeld aardgasverbruik Naar woningtype Vrijstaande woning (m³) Energie Gemiddeld elektriciteitsverbruik Naar woningtype Vrijstaande woning (kWh) Inkomen Persoonlijk inkomen Aantal inkomensontvangers   (aantal) Inkomen Persoonlijk inkomen Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger  (1 000 euro) Inkomen Persoonlijk inkomen Gemiddeld inkomen per inwoner  (1 000 euro) Inkomen Persoonlijk inkomen Personen met laag inkomen (%) Inkomen Persoonlijk inkomen Personen met hoog inkomen (%) Inkomen Persoonlijk inkomen Niet actieven (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishouden met laag inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishouden met hoog inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishouden met lage koopkracht (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huish. onder of rond sociaal minimum (%) Bedrijven Agrarische bedrijven Aantal agrarische bedrijven (aantal)
Roodehaan 2012 30 3.850 x x x x x x x x x x x .
Laanhuizen 2012 1.220 x x 900 27,4 21,4 41 17 33 52 10 x x .
Rengerslaan 2012 175 2.350 3.300 100 30,3 23,4 33 19 x x x x x .
Knijpslaan 2012 280 2.450 3.850 200 27,5 20,3 38 15 x 28 14 x x .
Boelenslaan 2012 710 2.250 3.700 500 24,7 17,9 46 10 x 46 11 x x .
Verspreide huizen Boelenslaan 2012 445 2.500 3.900 300 26,6 19,6 43 13 x 32 24 x x .
Nobellaan 2012
Troelstralaan 2012
Houtlaan 2012 410 2.250 5.200 300 61,1 38,8 20 56 x 5 77 x x .
't Haantje 2012 205 2.400 4.000 200 30,1 23,0 39 20 x x x x x .
Verspreide huizen 't Haantje 2012 40 2.450 5.150 x x x x x x x x x x .
Zuideropgaande Nieuw Moscou 2012 565 2.550 4.500 400 26,2 18,5 45 13 x 29 26 x x .
Dikkerslaan-Molenkampsweg en omgeving 2012 1.615 3.650 5.000 1.200 29,7 22,4 44 17 21 46 16 x x .
Karel de Grotelaan 2012 2.550 3.300 4.500 2.000 24,7 20,1 45 9 29 65 6 10 12 .
Verspreide huizen Holtheme-De Haandrik 2012 185 3.100 5.050 100 28,5 20,0 41 18 x x x x x .
Egede, Elen en Rhaan 2012 780 2.800 4.850 600 24,5 18,0 49 12 x 32 29 x x .
Verspreide huizen Egede, Elen en Rhaan 2012
Drostenkamp en Tijenraan 2012 115 2.550 4.550 100 x 26,0 x x x x x x x .
Raan-West 2012 1.845 2.200 4.450 1.300 32,1 22,8 33 23 16 16 33 x x .
Raan-Oost 2012 2.265 2.050 4.350 1.600 29,2 21,5 34 16 18 28 19 x x .
Loolaan-Noord 2012 2.040 2.900 4.050 1.500 34,1 24,9 33 27 17 33 24 x x .
Middelgraaflaan en omgeving 2012 1.235 x x 800 19,8 16,6 63 5 42 79 5 x 24 .
Buitengebied Polmanlaan 2012 105 2.450 4.650 100 x 29,2 x x x x x x x .
Vulcaansoord en het Richtersbos-Zuid 2012 1.470 2.300 4.350 1.100 29,3 21,5 39 18 18 30 21 x x .
Maandereng-Oost 2012 1.980 2.200 4.900 1.400 28,8 20,1 34 17 18 25 18 x x .
Maanderbroek 2012 390 3.000 6.350 300 27,7 20,0 44 17 x 33 33 x x .
Wilhelminalaan en omgeving 2012
Millingen aan de Rijn 2012 5.905 2.400 4.550 4.300 27,7 20,7 41 15 18 39 17 7 7 .
Millingen aan de Rijn 2012 5.785 2.400 4.500 4.200 27,7 20,8 41 15 18 39 17 7 7 .
Colthoflaan 2012 1.790 3.100 4.800 1.300 29,2 22,1 41 16 21 40 19 x x .
Oudelaan 2012 150 x x 100 23,8 18,9 51 8 x x x x x .
De Baan 2012 1.445 2.450 4.100 1.100 25,3 19,4 46 12 24 46 9 x x .
Noorderbaan 2012 90 2.600 x x x x x x x x x x x .
Snouckaertlaan 2012 430 x x 400 28,9 24,6 48 18 x 65 14 x x .
Piet Mondriaanlaan 2012 195 x x 200 36,8 32,2 16 28 x 48 13 x x .
Meridiaan 2012 1.265 x x 800 23,8 15,7 49 10 32 54 10 x x .
Vinkenbaan 2012 1.660 x x 1.200 22,7 16,3 49 5 33 58 5 x 15 .
Stoutenburgerlaan 2012 140 3.700 5.150 100 x 17,8 x x x x x x x .
Huygenlaan 2012
Huygenslaan 2012 475 4.650 6.250 300 64,3 39,3 23 57 x 16 64 x x .
Curacaolaan 2012 685 x x 500 25,2 18,9 40 8 29 65 5 x x .
Regentesselaan 2012 775 4.350 5.750 500 59,3 41,3 25 47 x 15 58 x x .
Mr. Th. Heemskerklaan 2012 965 3.800 5.500 700 53,3 36,9 22 41 x 28 41 x x .
Oranjelaan 2012 875 3.850 6.650 500 71,7 45,5 22 54 x 10 63 x x .
Hoog en Wellerlaan 2012
Halve Maan-Zuid 2012 1.245 x x 800 36,9 23,0 25 33 x 39 24 x x .
Ouderkerk aan de Amstel 2012 7.660 3.100 6.450 5.400 42,8 30,2 30 35 14 27 40 4 4 .
Ouderkerk 2012 8.050 2.400 4.450 5.600 31,2 21,9 40 23 13 30 26 4 5 .
Wijk 00 Ouderkerk aan de IJssel 2012 5.675 2.500 4.500 3.900 31,8 22,2 39 24 12 30 28 x 5 .
Ouderkerk aan de IJssel 2012 4.040 2.650 4.400 2.800 31,6 22,4 39 24 12 31 26 x x .
Bron: cbs.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens op regionaal niveau van gemeenten, wijken en buurten.

Gegevens beschikbaar: van 2009 tot en met 2012.

Status van de cijfers
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.

Wijzigingen per 31 maart 2016
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Bevolking
Aantal inwoners
Het aantal inwoners op 1 januari. Dit gegeven is ontleend aan de Structuurtelling Gemeentelijke Basisadministratie (GBA).
De standcijfers van het aantal inwoners kunt u niet gebruiken voor een correcte weergave van de ontwikkeling in de tijd. De grenzen of codes van wijken en buurten kunnen jaarlijks wijzigen waardoor adressen van een andere code worden voorzien.
De cijfers zijn tot en met het jaar 2009 afgerond op tientallen. Vanaf het jaar 2010 zijn ze afgerond op vijftallen.
Energie
Vanaf het verslagjaar 2011 is de toekenning van aardgasverbruik voor blokverwarming geoptimaliseerd. Blokverwarming is de verwarming van woningen (meestal flatappartementen) door een centrale verwarmingsketel. Daardoor is het in meer gevallen mogelijk een betrouwbaar gemiddeld aardgasverbruik te berekenen voor aangesloten woningen. Dit heeft in een aantal gevallen effect op het gepubliceerde cijfer voor aardgas van met name appartementen.
Voor het verslagjaar 2010 zijn de cijfers vanaf gemeenteniveau ook volgens de nieuwe methodiek berekend en gepubliceerd in de bovengemeentelijke tabel: Energieverbruik particuliere woningen; woningtype en regio's
Gemiddeld aardgasverbruik
Het gemiddeld jaarverbruik voor aardgas van particuliere woningen berekend uit gegevens van de aansluitingenregisters van de energienetbedrijven.
De berekening is inclusief woningen die zijn aangesloten op stadsverwarming. Deze woningen hebben een zeer laag of zelfs nulverbuik voor aardgas. Hierdoor valt in gebieden waar stadsverwarming aanwezig is het gemiddeld aardgasverbruik van woningen lager uit dan in gebieden zonder stadsverwarming.
De cijfers zijn afgerond op vijftigtallen en worden vermeld bij 6 of meer (bewoonde) woningen per woningtype.






Naar woningtype
De volgende typen worden onderscheiden: appartement, tussenwoning, hoekwoning, twee-onder-één-kap-woning en vrijstaande woning.
De typering wordt bepaald door het Kadaster.
Vrijstaande woning
Gemiddeld elektriciteitsverbruik
Het gemiddeld jaarverbruik voor elektriciteit op individuele aansluitingen van particuliere woningen, berekend uit gegevens van de aansluitingenregisters van de energienetbedrijven. Collectieve verbruiken van bijvoorbeeld liftinstallaties of hal-/galerijverlichting zijn hierbij niet inbegrepen. Het verbruik is exclusief elektriciteit die eventueel in de particuliere woningen zelf wordt opgewekt bijvoorbeeld door zonnepanelen.
De cijfers zijn afgerond op vijftigtallen en worden vermeld bij 6 of meer (bewoonde) woningen per woningtype.

Naar woningtype
De volgende typen worden onderscheiden: appartement, tussenwoning, hoekwoning, twee-onder-één-kap-woning en vrijstaande woning.
De typering wordt bepaald door het Kadaster.
Vrijstaande woning
Inkomen
Deze tabel geeft informatie over het persoonlijk inkomen van personen met een geheel jaar inkomen en het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens.
De gegevens (met uitzondering van het aandeel pensioenontvangers) komen uit het Regionaal Inkomensonderzoek (RIO) van het voorgaande jaar. De cijfers gepubliceerd in 2010 zijn afkomstig uit RIO2009 en hebben dus betrekking op het inkomen over 2009. Het RIO is een zeer grote steekproef van ca. 2 miljoen huishoudens, zodat bij uitkomsten over kleine gebieden een grote onnauwkeurigheid voor kan komen.

Het Regionaal Inkomensonderzoek van het CBS is voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van Financiën (de fiscale registers) en de bevolkingsregisters van de Nederlandse gemeenten (GBA).
Het GBA is een register waarin alle inwoners van een gemeente behoren te zijn ingeschreven. Uitgezonderd zijn:
- inwoners van Nederland die gebruik maken van uitzonderingsregels die gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (niet-Nederlandse diplomaten en niet-Nederlandse NAVO militairen). Zij mogen zelf bepalen of zij in de bevolkingsregisters ingeschreven worden of niet.
- asielzoekers die korter dan zes maanden in de centrale opvang verblijven en nog geen verblijfsvergunning hebben gekregen.
Persoonlijk inkomen
De inkomensgegevens zijn gebaseerd op het persoonlijk inkomen en omvat de volgende bestanddelen van het bruto-inkomen van een persoon:
- inkomen uit arbeid;
- inkomen uit eigen onderneming;
- uitkering inkomensverzekeringen;
- uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).

Het gaat hier om het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van personen met een geheel jaar inkomen.
Aantal inkomensontvangers  
Personen in particuliere huishoudens met een heel jaar inkomen, inclusief studenten.
Een persoon heeft inkomen, indien er sprake is van persoonlijk inkomen.
De cijfers zijn afgerond op honderdtallen en vermeld bij minimaal 200 inwoners per buurt en vanaf 2012 bij minimaal 100 inwoners per buurt.
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van personen met een geheel jaar inkomen.
De genoemde bedragen zijn afgerond op duizendtallen met één cijfer achter de komma, dus bijvoorbeeld een waarde van 14,9 moet worden gelezen als 14,9 duizend euro. De waarde is vermeld bij minimaal 200 inwoners per buurt en vanaf 2012 bij minimaal 100 inwoners per buurt.
Gemiddeld inkomen per inwoner 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van de totale bevolking. De genoemde bedragen zijn afgerond op duizendtallen met één cijfer achter de komma, dus bijvoorbeeld een waarde van 14,9 moet worden gelezen als 14,9 duizend euro. De waarde is vermeld bij minimaal 200 inwoners per buurt en vanaf 2012 bij minimaal 100 inwoners per buurt.
Personen met laag inkomen
Personen zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen in drie groepen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Bij de laagste 40-procent-groep worden de eerste (laagste) veertig procent personen ingeteld met een persoonlijk inkomen tot maximaal 19 200 euro.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 200 inwoners per buurt en vanaf 2012 bij minimaal 100 inwoners per buurt. Waarden lager dan 5 procent zijn vastgezet op 5 procent, waarden hoger dan 95 procent zijn vastgezet op 95 procent.
Personen met hoog inkomen
Personen zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen in drie groepen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen.
In de hoogste 20-procent-groep worden de personen ingeteld behorend tot de twintig procent personen met het hoogste persoonlijk inkomen (hoger dan 41 300 euro).
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 200 inwoners per buurt en vanaf 2012 bij minimaal 100 inwoners per buurt. Waarden lager dan 5 procent zijn vastgezet op 5 procent, waarden hoger dan 95 procent zijn vastgezet op 95 procent.
Niet actieven
Het aantal inkomensontvangers van 15 tot 65 jaar met 52 weken inkomen dat in het voorgaande jaar
een uitkering als voornaamste inkomensbron had, uitgedrukt in hele procenten van het totaal aantal
inkomensontvangers van 15 tot 65 jaar. Personen met een werkloosheidsuitkering,
arbeidsongeschikten, pensioenontvangers, bijstandontvangers en de groep 'overige
inkomensontvangers' worden tot de niet-actieven gerekend.
Tot het jaar 2010 is het percentage vermeld bij minimaal 200 inwoners per buurt.
Vanaf het jaar 2010 is het percentage vermeld bij minimaal 200 personen met 52 weken inkomen, jonger dan 65 jaar. Vanaf 2012 bij minimaal 100 inwoners per buurt. Waarden lager dan 5 procent zijn vastgezet op 5 procent, waarden hoger dan 95 procent zijn vastgezet op 95 procent.
Inkomen van huishoudens
Het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met:
- betaalde inkomensoverdrachten, zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e);
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden;
- premies ziektekostenverzekeringen;
- belastingen op inkomen en vermogen.
.
Van de bevolking in particuliere huishoudens is een aantal groepen niet naar hoogte van inkomen ingedeeld. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen.
De doelpopulatie bestaat dan ook uit (personen in) particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) 52 weken inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.
Huishouden met laag inkomen
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen in drie groepen.
De indeling vindt plaats nadat alle particuliere huishoudens zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Bij de laagste 40-procent-groep worden de eerste (laagste) veertig procent huishoudens ingeteld met een besteedbaar inkomen tot maximaal 25 100 euro.
Het percentage is vermeld bij minimaal 70 particuiliere huishoudens per buurt en vanaf 2012 bij minimaal 100 particuliere huishoudens per buurt. Waarden lager dan 5 procent zijn vastgezet op 5 procent, waarden hoger dan 95 procent zijn vastgezet op 95 procent.
Huishouden met hoog inkomen
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen in drie groepen.
De indeling vindt plaats nadat alle particuliere huishoudens zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. In de hoogste 20-procent-groep worden de huishoudens ingeteld behorend tot de twintig procent huishoudens met het hoogste besteedbaar inkomen (hoger dan 46 500 euro).
Het percentage is vermeld bij minimaal 70 particuliere huishoudens per buurt en vanaf 2012 bij minimaal 100 particuliere huishoudens per buurt. Waarden lager dan 5 procent zijn vastgezet op 5 procent, waarden hoger dan 95 procent zijn vastgezet op 95 procent.
Huishouden met lage koopkracht
Een inkomen dat, omgerekend naar een inkomen van een alleenstaande, een lagere koopkracht
vertegenwoordigt dan een bedrag van 9 259 euro in prijzen van 2000. Om te bepalen of een huishouden een laag inkomen heeft, wordt het inkomen van een huishouden omgerekend tot het gestandaardiseerde inkomen. Vervolgens wordt dit gestandaardiseerde inkomen (met het prijsindexcijfer) herleid naar het prijspeil in 2000. Het resulterende gestandaardiseerde en gedefleerde inkomen is laag wanneer het minder is dan 9 250 euro. Deze grens komt ongeveer overeen met de koopkracht van een bijstandsuitkering voor een alleenstaande in 1979 toen deze op zijn hoogst was. Het percentage is vermeld bij minimaal 70 huishoudens behorende tot de doelpopulatie per buurt en vanaf 2012 bij minimaal 100 huishoudens per buurt.
Huish. onder of rond sociaal minimum
Huishoudens onder of rond het sociaal minimum.

Het sociaal minimum is het wettelijk bestaansminimum zoals dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Om te kunnen beoordelen hoe het inkomen zich verhoudt tot het minimum, moet aan de hand van de regelgeving worden vastgesteld welke norm voor het desbetreffende huishouden van toepassing is. De norm voor een (echt)paar met uitsluitend minderjarige kinderen is bijvoorbeeld gelijkgesteld aan de bijstandsuitkering van een echtpaar, aangevuld met de (leeftijdsafhankelijke) kinderbijslag. Bij 65-plussers is het bedrag aan AOW-pensioen als norm gekozen.
Het percentage is vermeld bij minimaal 70 huishoudens behorende tot de doelpopulatie per buurt en vanaf 2012 bij minimaal 100 huishoudens per buurt.
Bedrijven
Agrarische bedrijven
Aantal agrarische bedrijven
Het aantal bedrijven waarvan landbouw een hoofd- of nevenactiviteit is op 1 april. Het aantal is gebaseerd op het vestigingsadres van de hoofdbedrijfsgebouwen. Dit is niet per definitie gelijk aan de locatie van de landbouwactiviteiten. De gegevens zijn ontleend aan de Landbouwtelling.
Mogelijke verschillen tussen gemeentelijke totalen en de som van buurten zijn een gevolg van de wijze van toedeling van bedrijven.
De gemeentelijke toedeling vindt plaats met behulp van de 4-cijferige postcode en de wijk- en buurttoedeling met behulp van de 6-cijferige postcode.
De cijfers zijn afgerond op vijftallen.